De VIBRIO FETUS INFECTIE JMARDj en 4 als oorzaak van onvruchtbaarheid bij het rundvee. Tips van de Hoofdinseminaior. No. 5 AKKRUM ZEEUWS LANDBOUWBLAD Tn het afgelopen jaar werd door ons op verschil lende plaatsen in onze provincie een besmetting met Vibrio fetus vastgesteld. Uitgebreid kwam deze infectie voor in de beide Vlaanderen, maar ook op de andere eilanden kwamen gevallen van besmetting voor. Wij kunnen gerust constateren, dat van de be smettelijke vormen van onvruchtbaarheid de Vibrio fetus infectie thans de belangrijkste rol speelt. Oorzaak: De oorzaak van deze infectie is een kurketrekkerachtige bacterie, die zich speciaal nestelt in het mannelijk of vrouwelijk geslachts apparaat. Besmetting: De smetstof wordt uitsluitend of althans nagenoeg uitsluitend overgebracht door de dekking. Wij spreken daarom van een dekinfectie. Er zijn in ons land nu eenmaal besmette koeien en pinken, en deze worden verhandeld. In dit ver band zien we een groot gevaar in oudere pinken die nog niet drachtig zijn, deze zijn meestal al eens gedekt. Wordt zo'n besmet dier gedekt, dan kan de stier hierdoor besmet worden. Bij volgende dekkingen kan de stier de besmetting overbrengen. Aange zien de ziekte zéér besmettelijk is, wordt een groot gedeelte van de gedekte dieren besmet. Verschijnselen: Wanneer in een stierenhouderij deze besmetting optreedt, dan zien wij de volgende verschijnselen: 1. De aangeboden runderen komen terug, hetzij regelmatig, maar vooral ook onregelmatig, dus b.v. op 8 weken. Dit z.g. opbreken is één van de voornaamste verschijnselen. Slechts een v klein gedeelte van de runderen blijft ineens weg. 2. Een klein gedeelte van de runderen verwerpt, en wel vroeg in de drachtigheid van 35 maan den. (Bij abortus Bang meestal van 68 maanden). Voor het overige is er uitwendig aan de be smette dieren, zowel koeien als stieren, heel weinig te zien, hoogstens is er enige uitvloeiing. Na verloop van tijd wordt toch een gedeelte van de koeien drachtig. Deze zijn zo langzamerhand immuun (ongevoelig) geworden voor de infectie. Wanneer deze koeien later afkalven, dan worden daarna geen moeilijkheden ondervonden bij het drachtig worden, ook al worden ze door een be smette stier gedekt. Na een jaar gaat het dus in een besmette stie renhouderij wat beter, maar de pinken zijn wel ge voelig, en daar blijft men dus mee tobben. Het beeld kan hierdoor nogal eens verschillen. Er zijn stallen waar het redelijk goed gaat, en stal len, waar het erg slecht gaat. Het vaststellen van de ziekte: Voor de stieren houder is het niet moeilijk om uit te maken of zijn stier van deze infectie is verdacht. Wanneer de stier onvruchtbaar of slecht vruchtbaar is, dan komen alle, of veel koeien terug, maar precies op de 3 weken. Komen de runderen onregelmatig terug, en hoort men van een enkele verwerper, dan is een infectie met Vibrio fetus zéér waar schijnlijk. Voor de eigenaren van de koeien is het veel moeilijker om het geheel te overzien. Zij zien im mers maar een paar koeien, die meestal dan moei lijk drachtig te krijgen zijn. Een moeilijkheid bij het beoordelen van het dek- boek is, dat deze heel vaak zéér slecht zijn bijge houden wat betreft de terugkomers. Nauwkeurig het aantal terugkomers bepalen is dan ook bij het dekboek practisch onmogelijk. De resultaten van een stier zijn in de praktijk vaak wel slechter dan het dekboek doet vermoeden. Wanneer het eenmaal slecht gaat, dan zijn er sommige veehouders, die het eens met een andere stier gaan proberen, waardoor deze stier weer be smet wordt. Voor het vaststellen van de ziekte is het meest geschikt een verworpen kalf. Hierin zijn de Vibrio's vaak zeer gemakkelijk aan te tonen. Ook kan men slijmmonsters van een aantal ge dekte koeien of pinken onderzoeken. Bij de stier zélf is de besmetting vaak zeer moeilijk aan te tonen. De bestriding: De enige goede oplossing om uit deze infectie te komen, is het toepassen van kunst matige inseminatie. De reeds besmette koeien zul len dan ook niet direct vlot drachtig worden, maar na een jaar tobben is men toch de moeilijkheden te boven. Niet iedereen wil echter gebruik maken van de K. I. Er zijn veehouders met principiële bezwaren. Er zijn er ook, die meer sportieve bezwaren heb ben. Weer anderen kiezen eenvoudig het goed koopste. Voor verschillende stierenhouders vormt de stierenhouderij een belangrijke bron van in komsten. Om verschillende redenen zal dus de K. I. niet door iedere veehouder worden aanvaard. De stier kan behandeld worden. Deze behande ling is niet eenvoudig en kan meestal niet bij de eigenaar zelf gebeuren. Alleen voor waardevolle stieren loont dit de moeite. De koeien kunnen door de dierenarts gespoeld worden. Niet alle dieren zullen echter genezen. Men mag er dus niet op rekenen, dat behandelde dieren niet meer besmettelijk zullen zijn. Het gevolg is, dat men voor een eventueel nieuwe of genezen stier de nog niet gedekte pinken moet reserveren. Voor de besmette dieren kan men b.v. een vrij waardeloze stier gebruiken, en er dan maar het beste van hopen. Vroeg of laat loopt het voor de stierenhouderij echter mis en raakt de stier weer besmet. Het beste is de natuurlijke dekking nog te ver wezenlijken in klein verband, d.w.z. één stier voor 2 of 3 veehouders, die weinig vee aankopen, waar door de kans op het binnenkomen van een be smetting het kleinst is. Een stierenvereniging, die niet te groot is, met serieuze fokkers, heeft in het algemeen ook wel behoorlijke resultaten. Wordt de stierenhouderij in het groot bedreven, dan zijn de besmettingskansen het grootst, waar door de besmetting vroeg of laat weer binnenkomt. Zoals men ziet is de Vibrio fetus infectie een ziekte met problemen. Het komt nogal eens voor, de ziekte is niet altijd eenvoudig vast te stellen en een oplossing met behoud van de natuurlijke dek king is in lang niet alle gevallen te realiseren. Wij menen er echter goed aan te doen om het gevaar nog eens onder de aandacht te brengen. Wanneer men een gevaar kent, dan kan men zich het gemakkelijkste wapenen. G. WAGENAAR. CURSUSSEN VOLKSHOGESCHOOL „OVERCINGE". Van 28 Januari tot 4 Februari wordt op de Volkshogeschool ,,Overcinge" te Havelt> een ge mengde cursus gehouden voor jongeren van 18 jaar en ouder: „In 's levens opgang". In het programma worden verschillende vragen, die „om en nabij de 20" leven, aan de orde gesteld: De militaire dienstplicht. Wat is democr tie? Wat hebben wij met de komende verkiezingen te ma ken? Geloven of niet geloven? Wat is humanisme? Gezonde omgang tussen jongens en meisjes. Welke kant gaan we uit met de sport? (In gesprek met Abe Lenstra). Kosten ƒ22,50. Van 6 tot 11 Feburari wordt op de Volkshoge school „Overcinge" de meisjescursus „Eigen •maak" gehouden, voor vrouwelijke deelnemers van 18 jaar en ouder. Aan de orde komen o.a.: Eigen smaak in onze kleding, bij onze kamerinrich ting, bij de keuze van onze verlichting. Een eigen stijl in de omgang tussen jongens en meisjes. Onze smaak bij het lezen van boeken, bij het zien van films, bij het luisteren naar muziek. Prijs: 20, Van 20 tot 22 Januari wordt op de Volkshoge school „Overcinge" een week-end gehouden: „Die ren kijken ons aan". Allen, die liefde voor dieren hebben worden hier verwacht. O.a. zal de Arnhemse kunstschilder spreken over: Het dier in de beel dende kunst. Kosten 6, In West Zeeuwsch-Vlaanderen werd na één in seminatie ruim 55 van de geïnsemineerde dieren drachtig. Totaal werd ruim 88 drachtig. Dit resultaat is goed, maar het kan en moet nog beter worden. Teveel dieren, welke na één inseminatie niet drachtig zijn geworden, werden niet voor herinsemi- natie aangeboden. Veehouders, houdt vol. U geraakt vlugger uit de moeilijkheden. Let ook goed op de tochtigheid van Uw dieren. Waarschuw de inseminator tijdig. Bij de jaarwisseling ziet men nog eens achterom en tracht tegelijk een beeld van de toekomst voor ogen te stellen. Het paard heeft in het afgelopen jaar een veer moeten laten en de verwachtingen zijn dat dit ook in het nieuwe jaar zal moeten ge beuren. De motor heeft het mensdom te pakken en daar verander je zo maar niet wat aan. En toch zijn het nog maar kleine veertjes, die het paard heeft moeten laten. Tegenover een ontzaglijke toe. name van het aantal trekkers, staat „slechts" een afname van de paardenstapel van 25 gedurende de laatste 10 jaar. Men ziet dus toch nog wel wat in het paard. Het is zelfs zó, dat er al van een re- kort aan goede werkpaarden gesproken kan wor den. Deze zijn zeer prijzig en het is de vraag cf ze wel ooit goedkoop zullen worden. Tenzij er veel import komt. En dat is in de toekomst niet onmogelijk, want de Minister wil hieraan geen be perkingen meer opleggen. Zal er in het komende jaar een uitspraak komen over het coupeerverbod? Zal het aantal dekkingen door de hogere paardenprijzen meer stijgen? En zo kunnen we nog menige vraag stellen. Nog liggen er vele goede vooruitzichten. Moge. lijk rijpt dit jaar nog meer de gedachte van samen werking tussen alle paardenstamboeken. Een sa menwerking, die zo bitter hard nodig is en een stimulans kan zijn voor hoogstnoodzakelijke acti viteiten, die nu, bij gebrek aan middelen, niet tot ontplooiing kunnen komen. Eendracht maakt macht. Eendrachtig samen op- trekken voor de belangen van het paard is een ge biedende eis in dit tijdsgewricht. Samen een paar- denblad uitgeven moet toch mogelijk zijn. Alleen al de verdeeldheid in paardenbladen kost veel geld en energie. Welke grote geest zal in 1956 tot dit doel kunnen komen? Voor de landelijke ruiters wordt 1956 een belang, rijk jaar, want de Koninklijke Federatie hoopt dan haar zesde lustrum te herdenken. Dit zal ongetwij feld met een grote manifestatie gepaard gaan. De Zeeuwse landelijke ruiters sloten het jaar goed af met een samengestelde wedstrijd op 30 De cember in de Wouwse Plantage. De Oranjeruiters uit Willemstad waren de gast heren. Ze hadden voor best weer gezorgd en de 30 deelnemers hebben volop genoten. Jammer, dat er nogal wat deelnemers in de cross uitgeschakeld moesten worden voor verkeerd rijden. Het zal geen weelde zijn als de Zeeuwse verenigingen gezamen. lijk over goed vlaggenm..teriaal voor dergelijke gelegenheden kunnen beschikken. Naar ik hoorde beraadt men zich in Oostkapelle ook al weer op een dergelijke wedstrijd. Moge ook de landelijke ruitersport in 1956 een goed jaar tegemoet gaan, een jaar waarin ook in Zeeland zich vele jongeren tot deze sport die toch bij uitstek de sport van het platteland is, zullen aangetrokken voelen. Tot de volgende keer. TOONTREDER. (Advertentie).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1956 | | pagina 4