cJilavzr
Minister Mansholt op de Algemene Vergadering van het
Centraal Bureau.
GEBRs DE JONGH - GOES
3
ZATERDAG 7 JANUARI 1956
7 O ALS wij de vorige week reeds vermeldden is één van de hoogtepunten van de jaarlijkse
Algemene Vergadering van het Centraal Bureau de inleiding die des middags gehouden
wordt door één van die figuren, die in het economische leven in Nederland een hoofdrol spelen.
Het Bestuur van het C. B. had ditmaal als spreker de Minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, uitgenodigd zijn visie te geven op de afzetmoge
lijkheden voor de landbouw.
Het deed ons goed, dat de Minister ditmaal in
de eerste plaats de aandacht vroeg voor de binnen
landse markt en tevens aantoonde, dat deze voor
de afzet van de meeste van onze landbouwproduc
ten van overheersend belang is. Natuurlijk speelt
in het na-oorlogse Nederland de export een zeer
grote rol, aangezien onze groeiende bevolking
slechts door een stijgende uitvoer van zowel agra
rische als industriële producten haar welvaartspeil
kan behouden of vergroten. Maar juist voor ae
landbouw is deze grote bevolking van bijna 11 mil-
lioen zielen een zeer belangrijke atnemer en nu de
tijden van voedselschaarste alweer ver achter ons
liggen, dient de landbouw met deze belangrijke
klant terdege rekening te houden.
De Minister deelde mede, dat 95 van de
totale productie aan granen, 85 van onze aard
appelen, 65 van de groenten en het fruit, 75
van het vlees, 60 van de melk en 40 van de
eieren, door het eigen Nederlandse volk worden
verbruikt. Het is dus van de grootste betekenis
aan deze binnenlandse markt aandacht te schen
ken, waarbij hij opmerkte, dat deze markt niet zo
stabiel is als men wel pleegt aan te nemen. Er is
voorts een verschuiving in het gebruik van het éne
naar het andere product waar te nemen, al gaat
dat niet met grote schokken. Zo is b.v. in de laat
ste 20 jaar de suikerconsumptie met M toege
nomen, het rijstverbruik is met 2/3 gedaald, het
koffieverbruik bedraagt nog slechts cie helft van
vóór de oorlog, aan fruit eten wij de helft meer,
van melk een kwart meer, van de boter de helft
minder tegen een margarineverbruik van 3 maal
zoveel als voor de oorlog.
De consumptie van vlees, vis en eieren is nog
lager dan zij zou kunnen zijn, hoewel men toch in
het algemeen een verschuiving naar de betere voe
ding kan constateren. Dat dit .aatste verband
houdt met de grotere welvaart is te begrijpen,
vooral omdat deze welvaart een vrij behoorlijke
spreiding heeft.
Voorts valt op te merken, dat de consument
steeds meer vraagt naar betere kwaliteit, terwijl
de huisvrouw graag een gemakkelijk hanteerbaar
product heeft, dat ais net ware pauKiaar is. voor
al voor dit laatste symptoom bestaat volgens de
Minister nog onvoldoende aandacht bij de produ
cent en bij de handel. Andere landen zijn ons in
dit opzicht voor en het zal zaak zijn aan deze wens
van de huisvrouw te voldoen.
Kwaliteit.
Doordat altijd nog een belangrijk deel van onze
landbouwproducten voor de uitvoer bestemd is en
men in het buitenland het beste de goede kwalitei
ten kan verkopen, treedt er ten aanzien van de
binnenlandse markt een zekere kwaliteitsafroming
op. Toch dient de Nederlandse producent grote
aandacht te besteden aan de kwaliteit van de pro
ducten die voor het binnenland bestemd zijn. De
Minister betoogde, dat de boer, tuinder en vee.
houder het vanzelfsprekend vindt, dat de binnen
landse markt voor hem is.
Wij zijn als volk, en zeker als landbouwend deel,
bestrijders van een te grote bescherming van eigen
productie, wanneer dit door anderen wordt toege
past. Het is voor ons voordelig wanneer wij vrij
kunnen uitvoeren. Maar dan moeten wij ook de
hand in eigen boezem durven steken, wanneer het
de invoer in ons land van buitenlandse producten
betreft. Daarom moeten wij er voor zorgen, dat de
kwaliteit van onze producten, bestemd voor de
eigen markt, kan concurreren met de kwaliteit van
het buitenlandse product. Voor de buitenlandse
markt gelden strenge kwaliteitseisen, terwijl er
voor het binnenland slechts voor enkele producten
kwaliteitseisen bestaan.
De Minister vroeg zich daarom af, of het bij
voorbeeld geen tijd wordt stengere eisen te stellen
aan veilingen van groenten en fruit.
Al is de kwaliteit van het fruit ontegenzeggelijk
verbeterd, er is ook veel slecht fruit aan de markt,
zodat er nog een taak ligt voor verbetering van het
product en daarmede tot opvoering van de con
sumptie. Mede door de prijsstabilisatie heeft de
boer onvoldoende belang bij de kwaliteit van de
tarwe, die beslist verminderd is. Op de duur kan
dat niet.zo blijven; er zal spreiding naar kwaliteit
in de prijs moeten komen, waarbij voor de mindere
kwaliteiten de voederwaarde zal gaan gelden. Uit
betaling naar de kwaliteit is bij de consumptiemelk
zeer gewenst; de georganiseerde landbouw moet
dit echter zelf regelen en uitvoeren. Bij de melk
doet zich ook de vraag voor of er nog voldoende
concurrentie bij de afzet is.
Gewenst is het ook een stabiel prijspeil zo goed
mogelijk te bevorderen en dat geldt vooral voor
groente, fruit, vis, eieren. Op de binnenlandse
markt treedt evenwel de invloed van de export op
de prijsvorming op, waarbij de importrestricties
van het buitenland aansprakelijk zijn voor grotere
prijsschommelingen.
De distributie.
De Minister sneed vervolgens een onderwerp
aan, dat zeer belangrijk is, namelijk het apparaat
van de distributie en de organisatie van de handel.
Dit is een punt, waarmede zeker ook de bóeren-
wereld te maken heeft, want het zijn immers haar
producten, die door dit apparaat en door deze orga
nisatie aan de man gebracht worden. De bewinds
man was niet gerust over de 'toekomst van deze
beide zaken. Teveel deelt men de verschillende be
drijven die zich met de distributie van de levens
middelen bezig houden in in hokjes en schema's.
Daardoor wordt de koper in dit geval de huis
vrouw teveel gedwongen in tal van verschil
lende zaken te kopen. Bij de kruidenier kan zij
alleen kruidenierswaren, bij de slager alleen vlees
waren en bij de poelier allen wild en gevogelte
krijgen, hetgeen het leven voor haar moeilijker
maakt, dan nodig is. Waarom, zo zeide Minister
Mansholt, kunnen om maar een voorbeeld te noe
men panklaar gemaakte kippen niet via kruidenier
en slager worden verkocht? Het zou de omzet van
een dergelijk product aanmerkelijk doen toenemen.
Zo dient de verkoop van een groot aantal produc
ten gemakkelijker en populairder te worden ge
maakt. Wanneer wij het Nederlandse stelsel ver
gelijken bij het in Amerika toegepaste, waar juist
alles gedaan wordt om het de koper zo aantrek
kelijk mogelijk te maken en waar men de grote
winkels geheel instelt op het gemak van de huis
vrouw, die practisch al haar voedselinkopen in
één zaak kan doen, dan is hier nog heel wat ver
betering mogelijk.
De Minister kantte zich tegen het verplicht pas
seren van bepaalde handelsschakels en meende,
dat men met de toepassing van de vestigingswet
uiterst voorzichtig te werk diende te gaan. Wij
vonden dit gedeelte van 's Ministers rede een op
vallend nieuw en fris geluid in ons land, waar men
zich hoe langer hoe meer beijvert van tal van be
roepen en groepen van bedrijven afgesloten een
heden te maken, waardoor de zo nodige concurren
tie en vooruitgang achterwege dreigen te blijven.
Binnenlandse afzet en ex por
Door vergroting van de bevolking (1 per
jaar) en door stijging van de welvaart neemt he
belang van de binnenlandse afzet toe. Vooral voor
de landbouw is spreiding van de welvaart van
groot belang. Zie de sterke stijging van het ver
bruik van eieren. Het zou trouwens een slecht
economisch en sociaal beleid zijn niet voor sprei
ding van de welvaart te zorgen!
De binnenlandse afzet is des te belangrijker, om
dat wij kwetsbaar zijn in de export, die overigens
bepalend is voor de welvaart in de Nederlandse
landbouw. Handelsbelemmeringen maken het
risico in deze afzet evenwel groter dan op de bin
nenlandse markt. Ook daarom moeten wij strijden
voor onbeperkter handelsverkeer, zowel als voor
nauwere internationale samenwerking, opdat o.m.
voorkomen kan worden, dat exporterende landen
met een klein uitvoeroverschot, waarvoor zij zich
een zeer lage prijs kunnen veroorloven, de markt
bederven.
De geringe spreiding van onze export van
de agrarische export gaat naar Europese landen
en 2/3 van dat kwantum alleen al naar -uitsland,
Engeland en België), demonstreert onze afhanke
lijkheid. Grotere spreiding is noodzakelijk, ook.
omdat bij teruggang van de conjunctuur in Europa
een moeilijke toestand kan ontstaan. In het vraag
stuk van de landbouwoverschotten hebben de Ver
enigde Staten van Amerika tot dusver voorzichtig
gemanipuleerd en dat valt óok in de toekomst te
verwachten, want Amerika is evenmin gediend
met grote onrust op de wereldmarkt. Internatio
naal overleg blijft niettemin geboden.
Afzet en garanties.
Het is duidelijk, dat de landbouwpolitiek in ons
land gericht moet blijven op gunstige mogelijk
heden voor de afzet: Lage kostprijs, goede kwali
teit! Minimum-garanties voor basisproducten
moeten worden geëffectueerd met zo weinig moge
lijk belemmering van onze handelsactiviteit. Daar
bij hebben we te streven naar het hoogst mogelijke
peil van productiviteit. Nadrukkelijk zij vastge
steld, dat de landbouw recht heeft op bescherming,
maar de gebruikte methode moet een zo groot en
zo vrij mogelijke afzet der producten waarborgen.
Het belangrijke kostenaspect heeft de boer voor
een deel in de hand door verbetering van zijn be
drijfsvoering, maar een ander deel niet. Voor ont
watering, ontsluiting en verkaveling is een mil-
lioenen-programma in uitvoering, maar dat neemt
niet weg, dat grote investeringen in de toekomst
onafwendbaar zijn, want er moeten mogelijkheden
voor rationele arbeid worden geschapen, arbeid,
die in vergelijking met andere bedrijfstakken, ra
tioneel, d.w.z. productief, is. De landbouw mag
daarin niet achterblijven. Stond de materiële waar-
dering van de arbeid onder de geleide loonpolitiek
onder controle, bij vrije loonvorming elders is dat
voor de landbouw niet te handhaven, üf de nieuwe
koers van de grotere loondifferentiatie de oplos
sing is? Het is wel zeer gewenst, dat zo spoedig
mogelijk inhoud wordt gegeven aan het begrip
nieuwe koers. Daarbij is te bedenken, dat differen
tiatie met verhoging van lonen in rendabele be
drijfstakken gewenst kan zijn om de arbeiders een
rechtmatig deel van de productie te geven, maar
ook, dat productie, die minder winstgevend mag
zijn, niet minder belangrijk behoeft te zijn, wat
met de landbouwproductie het geval is.
IJzeren wet.
Het zal een ijzeren wet zijn, dat het loon niet
wordt bepaald door de rentabiliteit van het bedrijf,
doch door de beloning van de arbeid, die noodzake
lijk is voor de bednjxsvoering. Dat betekent, dat
men zeer voorzichtig moet zijn met de differentia
tie. Te hoog uitschietende lonen of te massaal toe
gepaste loonsverhoging, betekenen al of niet
rentabiliteit dat bedrijfstakken als de landbuw
snel zuilen moeten volgen.
Op den duur is er sieciits één oplossing de
loon-differentiatie zal dat in ue hand werken
waai aan reeds nu wordt gewerkt: Onze bedrijven
in staat stellen zó rationeel te werken, dat de ar
beidsproductiviteit in redelijke verhouding blijft
tot ar.dere bedrijfstakken.
.Dat zal niet gaan zonder grote inspanning en
niet zonder hulp van de Overheid, zowel ten aan
zien van de investeringen als ten aanzien van een
redelijk prijspeil, waaruit die lonen kunnen worden
betaald, uie nodig zijn voor een rationele productie.
Deze rede van Minister Mansholt werd door de
vele aanwezigen met grote belangstelling gevolgd.
En zij was het waard. Want de Minister erkende
aan de ene kant, dat de Overheid een plicht te ver
vullen heeft tegenover de landbouw, lets wat ook
reeds in de Tweede Kamer bij de behandeling van
^»e Begroting van het Ministerie van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening was gebleken.
Bovendien werd toegegeven, dat de landarbeid
behoorlijk betaaid dient te worden en dat de boer
daartoe in staat moet worden gesteld. Hetgeen
tevens inhoudt, dat ue arbeid van de boer zelve en
zijn medewerkende gezinsleden dezelfde beloning
verdient. Hiermede kunnen wij ten volle instem
men. Want de spreiding van de grotere welvaart
mag zeker het boerenoedrijf niet voorbij gaan.
Afgezien nog van het onredelijke zou het tevens
xortzichtig zijn.
De boerenbevolking pms de iandarbeiders'oevol-
kmg vormen een belangrijk deel van de verbrui
iers van industriële producten. Een terugslag in
ie landbouwsector heeft onherroepelijk weer een
terugslag in andere bedrijfstakken tengevolge.
Aan de andere kant wees de Minister de land
bouw op de vele taken, die er nog liggen, waarvan
wij nog even willen herhalen: kwaliteitsverbete
ring der producten, aandacht besteden aan de kwa
liteit van het voor de binnenlandse markt bestemde
product en een zo rationeel mogelijke bedrijfsvoe
ring. Met andere woorden: een zo laag mogelijke
kostprijs. Dat de Overheid zich hiervoor ook grote
offers getroost is in een provincie als Zeeland
met de geweldige herverkavelingswerken, zonder
meer duidelijk.
De verbetering van het distributie-apparaat is
natuurlijk een zaak, die niet direct ligt op de weg
van de boerenstand. Maar wij geloven, dat juist
door de grote boerencoöperaties hier toch wel in
vloed ten goede uitgeoefend kan worden. Het is in
ieder geval de moeite van het bestuderen waard.
Al met al kan het Centraal Bureau en kunnen
alle aanwezigen op een prachtig geslaagde middag
terugzien.
S.
(Advertentie).
.Selectie 43-52'
Door haar weliger groei en groter
bladrijkdom geeft dit ras zowel op
de zware als op de lichte gronden
een veel hoger opbrengst aan hoog
waardig groenvoeder dan alle an
dere inlandse en/of buitenlandse
rassen. Hoewel deze selectie fn de
eerste plaats voor hoofdgewas
(maaiklaver) in aanmerking komt,
is zij ook met zeer goede resul
taten als stoppelgewas toegepast.
De wintervastheid is uitstekend.
Schrijft omgaand een briefkaart om
gratis v 1 o e i b 1 a d met kleurenfoto
en prys, geheel vrijblijvend aan
POSTBUS 35
liSU Selectiebedrijf i"EXPbrllj
VAN GROENTE- EN LANDBOUVVZADEN