NOTULEN
830 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
van de Algemene Vergadering der gehouden op Maandag 19 December
1955 ie 14 uur, in de Prins van Oranje" ie Goes.
OPENING.
Nadat alle aanwezigen staande hebben geluisterd
naar de gevoelvolle woorden, waarmede de Voor
zitter, Ir M. A. Geuze, de zo plotseling overleden
Vice-Voorzitter van de Z. L. M., de heer P. Scheeie
de Putter herdenkt, opent de Voorzitter de ver
gadering met een woord van welkom aan de tal
rijke aanwezigen.
Een speciaal woord van welkom richt hij tot
Ir C. S. Knottnerus, Voorzitter van het K. N. L. C.,
de spreker van hedenmiddag, mevrouw L. N. Huijs-
manGriep en mej. A. v. d. Leeden, resp. Presi
dente en Secretaresse van de Bond van Plattelands
vrouwen, Jhr Van Vredenburgh en de heer D. W.
Lindenbergh, beiden ereleden van onze Maatschap
pij, en de pers.
Hierna houdt de Voorzitter zijn Openingsrede.
(Zie elders in dit blad.)
NOTULEN.
Daar geen schriftelijke opmerkingen zijn binnen,
gekomen en geen van de aanwezigen over de no
tulen van de Algemene Vergadering, gehouden op
22 Juni 1955 te Hulst, het woord verlangt, worden
deze ongewijzigd goedgekeurd en ondertekend.
MEDEDELINGEN.
De Voorztter doet de volgende mededelingen:
Vlas.
Nu de Minister 't besluit heeft genomen, dat in 't
vervolg ook ongekeurd, ongerepeid vlas, dat n_ot af
komstig is van door Belgen gehuurde percelen naar
België mag worden geëxporteerd, is vanmorgen op
de D. B.-vergadering de vraag naar voren gekomen,
of, indien het vlas gekeurd is, dit nu ook als onge
keurd vlas geëxporteerd zal kunnen worden. De
maatregel is veel omvattend en de gevolgen zijn
nog niet geheel te overzien. Het eerte jaar zal
afgewacht moeten worden hoe één en ander loopt.
De kans is groot, dat voor het gekeurde vlas niet
de benodigde papieren voor export zullen worden
afgegeven.
Vermeldenswaard is nog, dat voor het eerst
sinds 25 jaar Rusland weer in Schotland met vlas
lint aan de markt kwam.
Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie.
Per 1 Januari 1956 zullen verschillende Bedrijf
schappen overgaan in Productschappen. In en
kele sectoren werd geen overeenstemming bereikt,
zodat nog geen Productschap kon worden ingesteld.
Dit laatste geldt voor Suiker, Pootgoed, Vlas en
Hennep, Griend en Riet, Stro en Ruwvoeder.
Wellicht zullen de hoeveelheden van deze laatste
terugvallen op de Minister, wat wel zeer te betreu
ren is. De helfingsverordening van het Landbouw
schap is door de Sociaal Economische Raad nog
niet definitief goedgekeurd, zodat de heffingen
over 1955 pas in het voorjaar van 1956 zullen wor
den opgelegd.
Aardappelen.
Op de D. B.-vergadering is de wens uitgespro
ken, dat de consumptieaardappel inventarisatie
nog dit jaar plaats vindt. Met het oog op het zo
goed mogelijk benaderen van de werkelijk aan
wezige voorraden is het zeer belangrijk enige keren
per seizoen te inventariseren.
Woningbouw.
Besloten is om het Bouwbureau voor de Land
bouw, dat aan de Stichting voor de Landbouw was
verbonden te gaan omvormen tot 'n afzonderlijk or
gaan. Wellicht zal de coöperatieve vorm hiervoor
worden gekozen. Het zal wenselijk zijn, dat de moge
lijkheid bekeken wordt om te komen tot een Provin
ciale bouwvereniging voor landarbeiderswoningen.
Gewezen kan worden op de vele krotwoningen
en éénkamer-woningen onder de landarbeiders. De
woningtoestanden zijn onder de landarbeiders dik
wijls slecht. Daar het zelfstandig bouwen door een
boer dikwijls te duur is, zou een Bouwvereniging
wellicht de oplossing kunnen brengen.
Er zal om dit te verwezenlijken contact gezocht
moeten worden met de Provincie, de Gemeenten
en andere instanties.
Door het bouwbureau kan iets bereikt worden
door aandacht te besteden aan het onderzoek van
bouwmethoden en uniforme bouwwijze van deze
landarbeiderswoningen, terwijl daarnaast de finan
cieringsmogelijkheden beter zouden kunnen wor
den.
Begroting en contributievaststellrng 1956.
De Voorzitter stelt de begroting, welke aan de af
delingen werd toegezonden, aan de orde. In zijn
toelichting deelt spreker mede, dat met name de
post „landbouwblad" zeer aanzienlijk verhoogd is.
De papierprijzen zijn thans achtmaal zo hoog
als 10 jaar geleden. Bovendien zijn er in het druk.
kersbedrijf drastische loonsverhogingen doorge
voerd.
Het Hoofdbestuur der Z. L. M. heeft inmiddels
als haar standpunt te kennen gegeven, dat de om
vang van het Zeeuwsch Landbouwblad gehand
haafd moet blijven, hetgeen betekent, dat ons or
gaan in 1956 belangrijk meer gaat kosten.
Verder hebben op de begroting diverse posten
een verhoging ondergaan in verband met te ver
wachten normale kostenstijgingen. Tevens is op
de begroting een post uitgetrokken voor het jeugd
werk en de agrarisch sociale voorlichting. Het ligt
in de bedoeling voor deze werkzaamheden nog een
functionaris aan te trekken.
Juist in verband met de kostenverhoging van
het Landbouwblad heeft het Hoofdbestuur der
Z. L. M. gemeend te moeten voorstellen de vaste
contributie te verhogen en wel als volgt:
Voor grondgebruikers de vaste contributie van
5,op 7,te brengen en voor niet grondge
bruikers van 7,50 op IC,
De heffing per H.A. blijft ongewijzigd.
Daar geen der afdelingsvertegenwoordigers op-
of aanmerkingen heeft wordt de begroting en con
tributieregeling voor 1956 ongewijzigd goedgekeurd
en vastgesteld.
De Voorzitter dankt de vergadering voor de goed
keuring en voor het hiermede betoonde vertrouwen
in het beleid van het Hoofdbestuur.
RONDVRAAG.
De heer E. van Hootegem vraagt naar de vergoe
dingsnormen voor suikerbieten in de rampgebieden.
Zover hem bekend is, wordt bij het vaststellen van
de vergoedingsnormen rekening gehouden met het
gemiddelde suikergehalte van 16% procent. Daar
het suikergehalte erg laag is in de geïnundeerde
gebieden, zouden de vergoedingen beneden de kost
prijs komen te liggen.
De Voorzitter verzoekt de heer Van Hootegem
zo mogelijk in de Afdeling Kruiningen enkele cij
fers te verzamelen, waarna het Secretariaat een
onderzoek zal instellen, hoe men aan deze vergoe
dingsnormen komt.
Na de pauze geeft de Voorzitter het woord aan
Ir C. S. Knottnerus, waarbij hij er op wijst dat de
spreker hier wel een zeer belangrijk onderwerp
aansnijdt
Hierna houdt Ir C. S. Knottnerus zijn rede, die
elders in het blad is opgenomen.
De Voorzitter dankt de spreker zeer voor zijn
belangrijk betoog en constateert dat dit in twee
gedeelten te splitsen is.
1. Overschotten.
De totale productie in de wereld is altijd nog veel
groter dan de overschotten die er zijn. De con
sumptie in het land van productie is altijd nog zeer
belangrijk. Daarom is het toch wel een opmerke
lijke prestatie dat Nederland met zijn zeer dichte
bevolking altijd nog */3 van zijn agrarische produc.
ten moet exporteren.
Hoewel wij samen met Denemarken boven aan
staan wat betreft de opbrengsten, onts aan door de
noodzaak van deze export toch dikwijls grote moei
lijkheden. De grote voedselvoorraden betreffen in
de eerste plaats een economisch vraagstuk, hoewel
we toch niet mogen vergeten, dat we hier ook met
politieke vraagstukken te maken hebben.
De politieke verhoudingen in de Verenigde Staten
van Noord Amerika zullen van zeer grote beteke
nis zijn voor het verloop van dit probleem. Met het
oog op de komende verkiezingen proberen beide
partijen de agrarische bevolking op hun: hand te
krijgen, waarbij natuurlijk dikwijls beloften moeten
worden gedaan.
Hoe één en ander zich zal ontwikkelen kunnen
we alleen maar afwachten. Het is iets waar we zelf
geen i.ivloed op uit kunnen oefenen.
De tegenwoordige voorraden aan tarwe bedra
gen over de gehele wereld 60.000.000 ton.
2. De Nederlandse Landbouwpolitiek.
Gelukkig hebben we nog een apparaat dat de
eventuele moeilijkheden zo goed mogelijk zal kun
nen opvangen. Het grote vraagstuk is echter dat
de beslissing van buiten onze grenzen komt. We
kunnen dan ook alleen maar hopen, dat men door
internationaal overleg deze dreigingen kan afwen
den. Niettemin zullen toch te eniger tijd deze voor
raden geconsumeerd moeten worden.
Op de reis die de Amerikaanse Minister van
Landbouw deze zomer door Europa heeft gemaakt,
schijnt hij ook de Russen benaderd te hebben over
de afzet van deze voorraden. Dit heeft echter geen
resultaat opgeleverd.
De Voorzittter is het geheel met Ir Knottnerus
eens, dat we vooral niet de kant van de toeslagen
per ha op moeten.
De Voorzitter zegt dat noch door Ir Knottnerus
noch door hem zelf het verlossende woord is ge
sproken. We kunnen alleen maar vertrouwen en ho
pen dat de knappe wereldeconomen met verstandig
overleg tot een oplossing komen.
Spreker noemt als voorbeeld Cuba, dat zichzelf
drastische beperkingen heeft opgelegd wat betreft
de suikerproductie. Opvoering \an de koopkracht
in de achtergebleven gebieden, goed geregelde afzet
van de productie en een eventuele beperking van
de productie zijn noodzakelijke voorwaarden om tot
een evenwicht te komen.
De overschotten die Amerika op het ogenblik
heeft zijn volgens Minister Benson groter dan de
totale Franse voedselproductie van één jaar. De
AmeriKaanse regering betaalt per dag voor opslag
van de overtollige mais 900.000 dollar.
De Voorzitter dankt vervolgens nogmaals Ir
Knottnerus hartelijk voor de door hem gehouden
rede.
Discussie.
De heer C. A. Polderdijk vraagt of er nog iets
terecht komt van de Benelux.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat er heel veel
over de Benelux is en nog wordt geschreven, waar
door men de indruk krijgt dat er nog niets ge
beurd is. Wanneer w echter de statistische gege
vens vanaf 1945 nagaan dan blijkt duidelijk dat
de goederenstroom tussen beide landen steeds gro
ter wordt.
Over ueze goede kant van de Benelux lezen we
niet zoveel. De moeilijkheden worden gepubliceerd
en liggen meestal op agrarisch gebied.
Wij als Nederlandse boeren willen n.l. een zo vrij
mogeiijk goederenverkeer, waartegen de Belgische
boer z.ch verzet. De lonen, pachten en kunstmest-
prijzen liggen hier lager, zodat de Nederlandse boer
meestal goedkoper produceert.
Over en weer zal men bepaalde concessies moe
ten doen.
Spreker ziet de nieuwe exportregeling van het
vlas als een Nederlandse concessie, terwijl tegen de
nieuwe regeling waarbij de export van ossen uit
Nederland geliberaliseerd wordt van Belgische zijde
heftig wordt geprotesteerd. Momenteel zijn voor
België door hc-t G. A. T. T. uitzonderingsbepalingen
goedgekeurd. Nog 7 jaar mogen de bijzondere maat
regelen gehandhaafd blijven. Intussen moet men
dan zelf naar een oplossing zoeken.
De heer A. Cappon zegt, dat nu bekend geworden
is, dat de Oosterschelde bij de afsluiting eerst aan
de beurt komt, iedereen daar blij over is. Als ge
boren Zeeuws-Vlaming vraagt hij zich echter af of
het nu op geen enkele manier mogelijk is ook de
Westerschelde af te sluiten, waarbij Antwerpen
alles dient te krijgen, waarop het recht heeft.
De Voorzitter memoreert, dat hij ook in zijn
openingswoord al gezegd heeft dat het jammer :s
dat voor Zeeuws-Viaanderen geen oplossing gevon
den is. Bij de opdracht aan de Deltacommissie is de
Westerschelde er geheel buiten gelaten, omdat
hiervoor internationale overeenstemming noodza
kelijk is, wat veel tijd vergt. .Men was dan ook van
oordeel dat de rest van het Deltaplan hierop niet
kon wachten. Omdat men uit veiligheidsoverwegin
gen meende toch iets te moeten doen, werd beslo
ten de dijken langs de Westerschelde te moeten op
hogen, wat 300 millioen kost. Spreker is net
echter met de heer Cappon eens, dat de verbinding
met Zeeuws-Viaanderen onbevredigend is. Naar
zijn mening kan het inschakelen van grotere boten
geen blijvende oplossing geven. Als leek heeft spre
ker zich wel eens afgevraagd waarom er nog nooit
gesproken is over het aanleggen van een brug naar
West-Brabant.
De heer J. J. Iilompe vraagt hoe het staat met
de aansluiting op het Electriciteitsnet van afgele
gen boerderijen en landarbeiderswoningen.
De Voorzitter zegt dat er in het begin van de vol
gende regeringsperiode hopelijk een wettelijke re
geling komt. Het is de bedoeling de kosten dan zó
te verdelen dat het Rijk hiervan 40 de belang
hebbende 20 de Provincie 10 de Gemeente
20 en de P. Z. E. M. 10 draagt. Deze percen-
tages staan nog niet vast. Sprexer meent echter
'dat hier in de nabije toekomst toch een oplossing
voor zal moeten komen.
De Voorzitter wijst er vervolgens op, dat in le
pauze één Van de aanwezige burgemeesters hem
met een voorbeeld er nog eens op heeft gewezen,
dat de verdeling van het bouwvolume toch wel zeer
funest voor de ontwikkeling van het Platteland
en vooral voor de Provincie Zeeland. Spreker
meent dat het belangrijk is dat er op deze plaats
namens de organisatie nog eens heel duidelijk op
wordt gewezen en vastgesteld dat wij als plattelan
ders tegen deze achterstelling, een woord van
ernstig protest laten horen.
Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de
Voorzitter de vergadering met een opwekking tot
de aanwezigen de volgende Algemene Vergadering,
die deze zomer in Domburg zal worden gehouden
weer in grote getale te bezoeken.
(Advertentie).