(ji1 ii i bou wi taarn
ONDER
de
Over de afzet van het fruit
De peren
- C.B. rassen zijn oogstzeïcere rassen -
Staring C.B. Wintertarwe
ONDERLING
BOERENVERZEKERINGSFONDS
(O. B. F.)
DEMONSTRATIE
TREKKRACHTBESPARING BIJ
HET LANDBOUWTRANSPORT
ZATERDAG 10 DECEMBER 19 5 5
809
Het is Sint Nicolaasavond als wij ons zetten
om deze tuinbouwlantaarn te ontsteken. Het heer
lijk avondje is gekomen. De maan schijnt door de
bomen en vol verwachting klopt ons hart. Spe
ciaal aan dit laatste moesten wij denken toen wij
dachten aan de harten van de fruitkwekers die
hun producten naar de veiling brengen en dan
wachten op de prijs.
De harten van de fruitkwekers kloppen niet
alleen op 5 December vol verwachting, maar zij
kloppen vele dagen in het jaar vol verwachting.
Zij vragen zich dikwijls af wat de veilingklok
zal doen. Welke prijzen deze zal aanwijzen. Het
is dit seizoen best gegaan met de afzet van het
fruit. Er was weinig fruit in Europa, zo hebben
we dikwijls gehoord. Het was merkbaar, 'want het
aanbod was nimmer overmatig groot en ook in
de ons omringende landen konden ze het Neder
landse fruit gebruiken tegen goede prijzen. Zo
doende kreeg de fruitkweker een goede beloning
voor zijn arbeid. De laatste weken echter gaat
het met de fruithandel weer minder vlot. Op zich
zelf is dat niets bijzonders tijdens de dagen rond
Sint Nicolaas. Reeds jaren kennen we dit beeld,
maar we hadden dit jaar eigenlijk wel wat anders
verwacht. De afgelopen week gingen echter de
fruitprijzen opnieuw naar beneden. Vooral de
goudreinette moest een flinke veer laten en is op
een laagtepunt van het hele seizoen gekomen.
Er is op het ogenblik weinig vraag voor export
en dit beïnvloedt de prijs in hoge mate.
Een klein voorbeeld: De eerste week in No
vember werden in totaal 2812 ton appelen uit ons
land geëxporteerd. De laatste week in Novem
ber bedroeg het geëxporteerde kwantum 1203 ton.
Het was dus teruggelopen tot minder dan de helft.
Dit komt heus niet in de eerste plaats door
het sterk verminderde aanbod, neen, de hoofdoor
zaak is de geringere vraag, voornamelijk in West-
Duitsland. We hoorden namelijk reeds van de
grote concurrentie welke wordt ondervonden van
de Spaanse sinaasappelen. Deze begirtnen los te
komen en heus niet alleen in ons land. Ook op
de buitenlandse markten, waar ons fruit moet
komen, zijn ze verschenen. Dat het aanbod op
het ogenblik nog niet groter is van sinaasappelen,
schijnt enkel nog te komen door het grote tekort
aan scheepsruimte.
Verder is er op de buitenlandse markten, met
name in West-Duitsland, een vrij groot aanbod van
appelen uit Italië.
Het beeld van teruglopende prijzen voor appels
geldt niet alleen voor ons land, maar ook in België
liepen de prijzen wat terug. Als een van de oor
zaken van de dalende prijzen in dit land wordt
genoemd dat vele kwekers moeten ruimen omdat
hun product niet langer geschikt is om te be
waren. Italië moet op het ogenblik appels ruimen
tegen lagere prijzen, omdat dit land een tekort
heeft aan opslagruimte. Op de Engelse markt is
een vrij grote import van Amerikaanse appelen.
De aanvoer van hand- en stoofappelen van de
eigen oogst zal in Engeland in December kleiner
zijn dan gewoonlijk. Cox's Orange Pippin wordt in
dit land veel in gasbewaring bewaard, maar er
wordt verwacht dat deze appels dit jaar niet zo
lang houdbaar zullen zijn als normaal. Verder is
de Bramley Seedling in Engeland een zeer ge
vraagde keukenappel. Verwacht wordt dat na
nieuwjaar de aanvoer hiervan zeer schaars zal
zijn.
Wij hebben wat meer ruimte gegeven aan de
gegevens uit de verschillende landen omdat ze
van invloed zijn op de afzet van onze éigen oogst.
In verband met de toestand op de Engelse markt
mag worden verwacht dat dit land na nieuwjaar
wel interesse zal hebben voor appels uit ons land.
Verder mag ook worden verwacht dat de export
van Italië op het ogenblik een hoogtepunt heeft
bereikt. Een vermindering van het aanbod van
Italië op de West-Duitse markt zal ongetwijfeld
ook van invloed zijn op de afzetkansen voor het
Nederlandse fruit.
Overigens moet echter de grote concurrentie
van de Spaanse sinaasappelen niet worden onder
schat. De Nederlandse kwekers kunnen hiertegen
weinig anders doen dan een prima product er
tegenover stellen en ongetwijfeld zal hiervoor wel
een goede markt blijven bestaan. We zien het al
bij de Cox's Orange Pippin en de Golden Deli
cious. Terwijl de prijzen van de andere appelen
een dalende tendens vertonen, gaan de prijzen van
deze rassen nog steeds omhoog. De oorzaak: het
is een product dat beter is dan alle andere pro
ducten.
Om een inzicht te geven hoe de export van
appelen in November is verlopen, geven we hier
nog de exportcijfers van appels in deze maand.
In de eerste week van November werden uit
ons land geëxporteerd 2812 ton appelen, in de
tweede week 2730 ton, de derde week 1729 ton en'
in de laatste week 1203 ton. De totale appelexport
in November bedroeg dus 8474 ton. Dit kwantum
ging naar de volgende landen: West-Duitsland
2873 ton; Engeland 354 ton; België en Luxemburg
435 ton; West-Indië 18 ton; Oost-Duitsland. 4549
ton; Afrika 2 ton; Finland 200 ton; Zweden 35
ton; Nieuw-Guinea 6 ton en Indonesië 2 ton.
Hieruit blijkt wel zeer duidelijk van hoe groot
belang de export naar Oost-Duitsland in November
is geweest. Meer dan de helft van de totale appel
export in deze maand ging naar dit land. Deze
export kon plaats vinden in compensatie trans
acties. Thans echter staat de export naar Oost-
Duitsland weer voor het grootste gedeelte stil.
Wij hebben veel aandacht besteed aan de ap
pels, omdat deze de belangrijkste plaats innemen
bij het fruit dat nog aanwezig is. Toch willen
we ook nog aandacht schenken aan de peren.
Het aafi'ood hiervan is zeer beperkt geworden.
De voorraden buiten de koelhuizen zijn praktisch
geruimd. In de koelhuizen is nog heel wat Con
ference opgeslagen, maar naar dit ras is op het
ogenblik nog wéinig vraag. Het prijsbeeld van
de peren heeft in November weinig schomme
lingen te zien gegeven. Duitsland bleef gedurende
de gehele maand vrijwel op hetzelfde peil. De
afzet verliep er vrij traag. Het aanbod in België
liep ook sterk terug, maar ondanks dat, daalde
de prijs van de peren er ook.
De handel was veel minder vlot dan enkele
weken geleden. Na een korte opleving van de
export naar Zweden verminderden de exportver-
ladingen naar dit land weer tengevolge van het
lagere prijspeil op de Zweedse markt. In Enge
land zagen we in het laatst van November iets
hogere prijzen voor de Nederlandse Conference.
De prijs lag toen boven f 1,per kg. De vraag
was echter gering. Er is nog steeds een vrij ruime
aanvoer van Conference van de eigen oogst in
Engeland. Wanneer deze binnen enkele weken
geruimd zal zijn, mag een sterkere vraag naar het
Nederlandse product worden verwacht.
Nederland is reeds enkele weken de grootste
exporteur van neren in Europa. Op de tweede
plaats komt Italië. Dit land heeft echter weinig
goede peren meer aan te bieden. De verschepingen
van Amerikaanse peren naar Engeland waren nog
steeds van geringe betekenis.
De totale Nederlandse peren-export in Novem
ber beliep een kwantum van 5.716.000 kg. In de
eerste week van November was dit 1625 ton: in
de tweede week 2066 ten de derde week 1097 ton
en in de vierde week 928 ton.
Deze peren gingen naar de volgende landen:
West-Duitsland 2166 ton: Engeland 1385 ton: België
en Luxemburg 226 ton; West-Indië 6 ton; Zweden
1132 ton; Ierland 132 ton: Finland 604 ton; Frank
rijk 6 ton; Oostenrijk 15 ton en Nieuw-Guinea
3 ton.
Ook bij de peren zagen we hetzelfde beeld als
bij de appels: voor de beste rassen werden ook
zeer goede prijzen betaald. Zo noteerde de
Doyenné du Cornice de laatste weken regelmatig
boven f 1.per kg voor de standaard en huis
houd kwaliteiten. Het aanbod van dit ras gaat
nu sterk minder worden, maar de handel vraagt
dit ras.
Samenvattend menen wij dat er voor de
restanten van de perenoogst wel goede afzetmo
gelijkheden zullen blijken te zijn. Wij verwachten
wel vraag voor de Engelse markt naar onze Con
ference. Of dit ook gepaard zal gaan met sterk
stijgende prijzen is iets wat in de toekomst ligt
en verborgen is. Hierover kunnen we geen oor
deel uitspreken. Wel zouden we er op willen
wijzen dat het van het grootste belang is dat de
handel haar klanten kan voorzien van fruit als
er vraag naar is. Juist in deze periode waarin het
citrusfruit een grote concurrentiefactor is, mag
dit niet uit het oog worden verloren. We zouden
hierbij weer terecht komen bij de poolvorming
van fruit. Hierop gaan we nu niet verder in. Iri
de loop der volgende weken hopen we hierop nog
wel terug te komen. Voorwaarde voor een goed
verloop van de fruitafzet is een regelmatig aan
bod. Ondanks de geringere fruitoogst zien we
toch weer een vermindering van de afzetmoge
lijkheden. We willen absoluut niet pessimistisch
zijn over de afzetkansen voor ons fruit in de
komende maanden, maar we willen toch waar
schuwen tegen de gedachte bij de kweker dat hij
het voor het zeggen heeft hoe de afzet moet ge
beuren. Hiermede zou hij de kous wel eens op
de kop kunnen krijgen. Maar gelukkig blijkt het
ook in Zeeland zo te zijn dat de kwekers verstaan
welke belangen er op het spel staan.
(Advertentie)
kan neg heel goed in
December gezaaid worden.
Verkrijgbaar bij de plaatselijke
landbouwverenigingen.
Een statutenwijziging heeft ertoe geleid, dat het
bestuur is uitgebreid met vertegenwoordigers uit
die provincies, welke tot dusver nog geen bestuurs
zetel bezetten.
In 1954 werd voor een bedrag van 17.5 millioen
(1953: 17.7 millioen) aan nieuwe verzekeringen
ingeschreven. Het verzekerde kapitaal op 31 De
cember 1954 bedroeg 115.4 m lioen 99.9 mil
lioen).
Het aantal leden steeg met 1.347 tot 20.096 op
31 December. Door de neiging tot daling van de
rentestand, werden in 1954 de beleggingsobjecten
met een aantrekkelijk rentetype steeds schaarser.
Per 31 December waren de voornaamste beleg
gingen als volgt verdeeld: vaste eigendommen
592.000; hypotheken 1.907.000; effecten
7.493.000; leningen op schuldbekentenis 9.654.000.
Evenals in vorige jaren werden de hypotheek-
gelden uitsluitend en de leningen op schuldbeken
tenis voor een belangrijk deel in de landbouwsec
tor belegd.
Het sterftecijfer was in het verslagjaar bijzonder
gunstig; het bedroeg slechts 40 van de bere
kende sterfte. Weliswaar vertoonden de onkosten
een verdere stijging, doch het overschot op de beide
andere factoren rente en sterfte leidde tot
zeer gunstige bedrijfsuitkomsten.
Het overschot op de resultatenrekening bedroeg
578.000 318.000). Wegens de invoering van de
invaliditeitsclausule, waardoor bij intreding van in
validiteit de leden vrijstelling van premiebetaling
verkrijgen, werd uit het overschot een bèdrag van
352.545,aan de premiereserve toegevoegd. Aan
de reserve voor „winstuitkeringen" werd een oe-
örag van 143.654,toegevoegd waardoor het
percentage der winstuitkering" voor 1955 kon
worden bepaald op 5.6. Het restant van het over
schot ad 82.026,werd toegevoegd aan het waar
borgfonds, dat hierdoor steeg tot 861.485,—.
(Vervolg van pagina 4)
2 ton. Hiermee kon vlot worden gereden. Een
belasting van 3 ton bleek echter veel te zwaar.
De 2-wielige wagens werden geladen met 3
ton, terwijl daarachter een 4-wielige wagen met
eveneens 3 ton werd gekoppeld. In het rechte
stuk kon deze vracht nog wel getrokken worden,
doch bij het keren bleven de meeste steken. Enkel
de B. A.V. 2-wielige en de Ferguson 2-wielige
wagens, die met grote banden waren uitgerust,
konden ook vlot keren.
De wagen van dhr. de Regt had met 4 ton
3 ton op de volgwagen achter een Ferguson trek
ker weinig moeilijkheden. Later presteerde dhr.
de Regt het om met zijn eigen David Brown
petroleumtrekker, belast met 9 ton, het traject
vlot af te leggen.
De David Brown met T. C. U. had met 7 ton
geen moeilijkheden.
De klap op de vuurpijl was wel het slotnum
mer, nl. de aangedreven wagens van dhr. A.
Tramper achter een Allgaier 133. De trein be
stond uit 2 vierwielige volgwagens achter de
aangedreven wagen, met een totale belasting van
11 ton. Hierbij werd de indruk verkregen dat
men nog niet aan de maximale belasting toe was.
Een dergelijke combinatie biedt een vrijwel on
beperkte mogelijkheid.
Uit dit verslag kan de volgende slotconclusie
worden getrokken.
Voorzover met 4-wielige wagens wordt ge
werkt, zal men meer tot grotere en bredere ban
den moeten overgaan.
Het gebruik van 2-wielige wagens geeft een
aanzienlijke vermindering van slip t.o.v. de
4-wielige. Zij zullen steeds meer in gebruik wor
den genomen. Een nadeel is echter dat zij niet
achter paarden gebruikt kunnen worden. Het
hangt dus van de omstandigheden op het bedrijf
af of zij zullen worden gebruikt of niet. De mo
gelijkheid van ombouw tot 2-wielige en omge
keerd tot 4-wielige, biedt in deze perspectief.
De fabrikant zal van zijn kant aandacht moeten
schenken aan de plaatsing van de as onder de
laadbak en aan het aanspanningspunt aan de
trekker. De wagen moet dus aan de trekker aan
gepast worden. Het trekpunt onder de achteras
van de trekker biedt daarbij voordelen.
Het gebruik van de hefinrichting voor het ver
krijgen van èxtra druk op de achterwielen van
de trekker kan in bepaalde gevallen gunstig wer
ken. Men zij hiermee echter voorzichtig en het
monteren van een extra ketting om het achter
overslaan van de trekker te voorkomen, is hierbij
geen overbodige luxe.
Voor degenen, die beschikken over een daar
voor geschikte trekker en tot aanschaf van een
wagen overgaan, zit perspectief in een aange
dreven wagen. Hoewel de aandrijving slechts een
klein deel van het jaar zal worden gebruikt, is
het prijsverschil dusdanig gering tegenover de
voordelen op critieke momenten, dat dit geen
onoverkomelijk bezwaar meer is.
Goes, 30 Nov. 1955. J. G. VAN LIERE.