Demonstratie trekkrachtbesparing bij het landbouwtransport 80S ZEEIWSCH LANDBOUWBLAD Een vrijwel jaarlijks terugkerend probleem vormt in het najaar de afvoer van producten van het land. Was dit in de tijd dat enkel paarden als trekkracht werden gebruikt al zo, bij de motor- tractie van tegenwoordig speelt dit probleem een nog grotere rol. Enige jaren terug werd getracht dit op te lossen met antislipinrichtingen. Hieraan zaten echter grote bezwaren verbonden. Ernstige slijtage aan kettingen en banden en het daarmee niet over de weg kunnen rijden i.v.m. wegbe- schadiging en teveel slik op de weg, met daarbij nog de hoge aanschaffingskosten, zorgden ervoor dat deze al gauw uit de roulatie werden genomen. Slechts in enkele gevallen worden ze nog gebruikt. De uitschuifbare pennen of schoepen, die overigens dit najaar weer enige opgang maken, geven toch ook bij het transport weer niet een bevredigende oplossing. Het monteren van lage drukbanden, zoals deze enkele jaren geleden in de handel waren, gaf bij diverse beproevingen een grote trekkrachtbe sparing te zien. Ook uit de praktijk zijn zeer goede resultaten bekend. Dat zij niet in grote getale in gebruik zijn genomen, is een gevolg van het feit dat zij duur zijn en niet al te betrouw baar en dat er de laatste jaren een chaos op het gebied van de bandenhandel is ontstaan, waar door niemand meer goed weet of het een lage drukband is of niet. Bovendien hangt het van de aard van het bedrijf en de afstand van het ver voer over de weg af. of een dergelijke band, die teerder en duurder is dan een hoge druk band, wel of niet rendabel gemaakt kan worden. Wan neer er dikwijls bieten transport plaats vindt over een niet te grote afstand op de weg, zal dit echter toch vrij vlug het geval zijn. Nadien zijn weer andere mogelijkheden tot trekkrachtbesparing naar voren gekomen, nl. de opleggers, aangedreven wagens en mogelijkheden om met de lift extra druk op de trekker over te brengen. Het is de Vereniging voor Bedrijfsvoorlich ting" op Noord-Beveland geweest die, in samen werking met de R. L. V. D. en de Technische com missie van het Landbouwschap deze mogelijk heden op een demonstratie te Colijnsplaat bij eenbracht. Bij de beschrijving hiervan moet er sterk de nadruk op gelegd worden dat dit geen demonstratie was met merken van trekkers of wagens, doch alleen met trekkrachtbssparing. Uiteraard is daar materiaal voor nodig en daarop staat meestal een merk. zodat bet terwille van de duidelijkheid niet goed mogelijk is de namen van deze merken weg te laten. Voor een derge lijke beproeving en demonstratie is het immers noodzakelijk uit te gaan van hetzelfdé materiaal. Dus steeds dezelfde trekker voor dezelfde soort 4-wielige wagens, evenzo bij de 2-wielige wagens. De verschillen die daarbij naar voren komen, worden gehaald uit de andere banden die ge monteerd zijn. Niet enkel uit de banden komen verschillen naar voren. Deze demonstratie heeft zeer duidelijk aangetoond dat de volgende pun ten bij trekkrachtbesparing een grote rol spelen, namelijk: le. de banden; 2e. de ligging van het trekpunt aan de wagen en het aanspanningspunt aan de trekker; 3e. de plaatsing van de as onder de bak bij een 2-wielige wagen. Als 4e punt zou hieraan toegevoegd kunnen worden de chauffeur, waarvan de ene meer uit de trekker kan halen dan de andere. Dit is echter een persoonlijke kwestie en houdt verder geen verband met de wagqn of trekker. Om de verschillen in trekkracht bij 4-wielige wagens zonder aandrijving e.d. te bepalen is niet zo moeilijk, daar dit d.m.v. een trekkrachtmeter kan geschieden. Bij alle 2-wielige wagens kan dit niet en daarom is daarbij het percentage slip van de trekkerwielen opgenomen bij eenzelfde belasting per type wagen. Hoe minder slip van de achterwielen van de trekker, hoe beter resul taat van de wagen. De trekkrachtbepalingen zijn verricht op uienland dat éénmaal geploegd en tweemaal met de cultivator bewerkt was. De grond was los, doch niet erg nat. De afslibbaarheid bedroeg plm. 25 De trekkrachtbepalingen zijn verricht door de heren J. Burema van het Rijkslandbouwconsu- lentschap voor Landbouwwerktuigen, Ir J. Gle- rum en Ir J. Cannegieter van het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wagenin- gen. De conclusie die we uit deze bijlage kun nen trekken, is als volgt: De vierwielige wagens geven geen druk op de trekker, waardoor vlugger en meer slip op treedt dan bij de opleggers. Hierbij moet op gemerkt worden dat de gedemonstreerde wagens gebouwd waren voor paardentractie met een korte trekboom voor de trekker. Het gevolg hier van was, dat het trekpunt aan de wagen hoger zat dan aan de trekker. De wagen werd dus in de grond getrokken en de trekker a.h.w. van de grond gelicht, wat natuurlijk veel meer trek kracht voor de wagen vraagt. Wat de banden betreft kan het volgende opgemerkt worden. Hoe groter de diameter van de band is, hoe minder trekkracht er gevraagd wordt, waarbij de span ning in de band eveneens een rol speelt. Van de tweewielige wagens kan gezegd wor den dat de DAF wat tegenviel en meer aanleiding tot slip gaf dan de Ferguson en BAV. Het te ver naar het midden van de bak geplaatst zijn van de as, waardoor minder extra druk op de achteras van de trekker werd verkregen, zal hier wel debet aan zijn. De wagen van dhr. S. de Regt te Wissekerke is een vierwielige wagen die tot tweewielige en omgekeerd kan worden omgebouwd. Uitgerust met Cova lage druk banden 11.0020 leverde deze wagen zeer goede prestaties, wat zowel uit de cijfers blijkt als uit het feit dat later een David Brown trekker met deze wagens en een volgwagen met een totale last van 9 ton. vlot over het bietenland reed. De mogelijkheid tot ombouw wordt op Noord-Beveland wel meer toe gepast en kost met inbegrip van andere banden ongeveer f 600, Het verschil in trekkracht, met en zonder T. C. U. op de David Brown, blijkt volgens de cijfers niet erg groot te zijn. Toch werd op de demonstratie-dagen de indruk verkregen dat de verschillen belangrijk groter zijn dan de cijfers weergeven. Overigens kan iedere trekker met een hydraulische hefinrichting, die in elke ge wenste stand kan worden geplaatst, hetzelfde be reiken. Daarbij blijkt echter het voordeel van het T. C. U.-systeem, nl. dat de druk beter con stant geregeld kan worden. De door een Allgaier A 133 aangedreven wagen van dhr. A. Tramper te 's-Gravenpolder had zon der aandrijving betrekkelijk weinig slip en met aandrijving nog veel minder. De grote, hoge brede banden met een lage spanning zijn hiervan wel de oorzaak. Met daarbij nog de aandrijving kan deze combinatie uitzonderlijk hoge prestaties te zien geven. Daar de gegeven cijfers voor som migen misschien minder duidelijk zijn en een aantal kg meer tot het publiek spreekt, wordt hier in het kort nog weergegeven, datgene wat op de publieke demonstratie te zien is geweest. Hierbij werd over bietenland, waarover los loof (zonder koppen) was gespreid, gereden. De wagens werden met een bepaald aantal kg afge laden en aan het geluid van de meer of minder belaste motor en het al of niét blijven steken bij het keren, kon het publiek zich een oordeel vor men over de gevraagde trekkracht. Daarbij kwam het meerdere malen voor dat een zware rupstrek ker van dhr. P. van Dijke, op wiens bedrijf de demonstratie plaats vond, te hulp moest komen. De 4-wielige wagens werden afgeladen met Zie verder pagina 5, 3e kolom onderaan) No. Merk aantal wielen laadver- 1 mogen lading soort bandenmaat opm. spanning trekkracht j in kg jQ w Op Bietenland ton ton i 1 BAV, te hoog 4 4 2 hoge druk 34 x 7 smal 3.8 455 kon er op uienland niet doorkomen trekpunt wegens slip. 2 BAV, te hoog 4 4 2 hoge druk 750 x 20 smal 3.6 395 19.5 niet beoordeeld. trekpunt 3 BAV, te hoog 4 4 2 straaljager 32 x 1000-15 breed 2.1 430 29 niet beoordeeld. trekpunt laag 4 BAV, Ferguson 2 3 3 vliegtuig 950 x 335 breed 2.0 9 goed met 3 t, op 4 wielen op recht wielen eind en door bochten goed. achteraan 5 DAF, wielen midden 2 5 3 43 x 13.50-19 breed 2.9 14.5 goed, met 4 wielige er achter 3 ton hoog ingraven op rechte eind. 6 DAF, wielen midden 2 5 3 vliegtuig 950 X 335 breed 2.4 20 goed, ook met 4 w. 3 ton wiel op groot rechte eind en in bochten. 1 DAF, wielen midden 2 5 4 43 X 13.50-19 breed 3.0 16 hoog 8 DAF, wielen midden 2 5 4 43 x 13.50-19 breed 2.0 13 draaien moeilijk, kon net. Met 3 t. hoog 4 wielen wélop rechte eind, niet draaien. 9 DAF, wielen achter 2 3.5 3 straaljager 32 X 1000-15 breed 2.6 22.5 op uienland moeilijk draaien, op bie laag tenland niet met 3 ton 4 wielen, banden te klein. 10 DAF, wielen achter 2 3.5 3 vliegtuig 950 X 335 breed 2.4 12.5 tamelijk veel slib, toerental zakte, kan met 3 t. 4 wielen op rechte eind en bochten rijden. 11 Ferguson, 3.5 m 2 3 3 landbouw- 9.00 16 breed 3.5 18 behoorlijk met 3 t, 4 wielen wel wielen achter profiel klein recht, niet draaien. 12 Ferguson, 3.5 m 2 3 3 wegprofiel 9.00 16 breed 3.5 15 goed, met 3 t. 4 wielen wel recht en wielen achter klein draaien. 13 Ferguson, 3.5 m 2 3 3 vliegtuig 12.25 12 breed 2.9 7.5 alles goed. wielen achter laag 14 Ferguson, 3 m 2 3 2.8 vliegtuig 12.25 12 breed 2.9 4.5 liep vol tussen chassisbalken, met wielen achter laag wagen erachter op rechte eind en bocht goed, toerental zakte af door vollopen. 15 Kabboord (4) 2 4 4 Cova 11.00 20 breed 1.8 9 2 wielig. de Regt lage druk hoog 16 David Brown met TCU 4 3.5 vliegtuig 12.25 12 smal 1.8 10.5 goed, ook op bietenland op rechte Vierw. Spijkstaal stukken en in bochten met 3 ton op 4 wielen tijdens het meten met moei- f 17 David Brown zonder TCU 4 3.5 vliegtuig 12.25 12 smal 1.8 13 l". goed. 4 wielig Spijkstaal 18 Allgaier met Veldkoning 2 4 4 11.00 18 breed 1.6 11 wielen midden groot zonder aftakas 19 Allgaier met Veldkoning 2 4 4 11.00 18 breed 1.6 4 goed, op bietenland ook met 3 ton wielen midden groot op 4 wielen -f 2,5 ton op 4 w. met aftakas aangetrokken remmen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 4