De fokpaardendag te Zevenbergen. Longontsteking bij paarden t. g. v. verslikking. ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955 781 WAS 't tot voor kort zó, dat ieder, die lid werd van „Het Ned. Trekpaard voor West-Brabant," kon inzenden in Zevenbergen. Het schijnt, dat men te dien aanzien enige restricties nuttig heeft ge oordeeld. We vernamen althans, dat Zw.-Vlaanderen er niet meer aan te pas zal komen, terwijl Zd- Holland en de Zeeuwse eilanden nog wèl van de partij waren. De logica ontgaat ons voorlopig en 'tis mede vandaar, dat we niet zeker zijn van de juistheid van dit tijdens de fokkdag de ronde doende gerucht, dat we helaas verzuimden ter bevoegder plaatse op z'n merites te toetsen. Wij zijn er voorts zeker van, dat de organisatoren van deze belangrijke fokdag hun goede redenen hebben voor welke maatregel dan ook, die door hen wordt getroffen. Alle lof verdient de regeling in Zeven bergen, lof verdient ook het voorgebrachte materiaal afkomstig enerzijds uit de sterk gedecimeerde West-Brabantse stallen, anderzijds uit wat oostelijker gelegen delen der betreffende provincie, uit Zuid- Holland of van >de Zeeuwse eilanden. Wat van vèr kwam was, als gewoonlijk, doorgaans het slecht ste niet en betekende dus een de fokdag ten goede komende versterking. Extra best was de klasse merriev., gr. maat. 1. Guida v. d. Karnemelksput, d. Guido uit de Kluis, van P. A. Janse, Goes. Typisch, met extra lijnen, beste voor benen, formaat en een fors achterbeen, dat wat meer hak hebben kon. 2. Guidie v. Buitenzorg, d. Guido uit de Kluis, van J. P. v. Gorssel, Tholen. Een beetje Frans nog, wat we persoonlijk graag pardonneren, met beste gespierde, zware benen vóór en achter, veel soort en diepte en met een schitterende bovenlijn. Dit extra veulen zou o.i. óók aan de kop niet hebben gedetoneerd. 3. Bella v. Overkerk, d. Hein v. Kwader- wijk, van G. K. Nugteren, Hendrik Ido Ambacht. Soor- tig, diep en ruim met veel macht in arm en schenkel, maar iets weke voorstand. Aanzienlijk minder, maar toch ook nog goed, waren de veulens van de midden maat. 1. Julia, d. Azur II de Knokke, van G. Maris, Heiningen. Niet naar de laatste coupe gesneden, maar verder best; goed van soort, zwaar, diep en breed, -.iet beste, forse benen. 2. Carlisle v. Hoekhof, d. Carlo v. Spui, van G. J. Toonen, Maten. Dit veulen, dat kampioene was in Oss, munt uit in type, maar kon vóór wat forser. 3. Carla van Leg, d. Nico v. Dorpbr'oek, van C. v. Sprang, Willemstad. Enorm ge beend, soort goed, even platribbig, lijnen goed. De kleine maat was weer wat beter dan de vorige cate gorie. 1. Emma v. Zuylen, d. Azur II, van Ant. de Schutter, Heiningen. Erg klein en kortbenig, diep en massief met wat afwijkende kruisvorm en zeer ex pressieve, zware en gespierde benen. 2. Sarina van Veldzicht, d. Guido uit de Kluis, van Fa Timmerman, Kattendijke. Heel goede tweede; best van soort, rug nog wat flauw, benen vóór en achter goed. 3. Lucia v. d. Wijde Blik, d. Azur II, van J. Maris, Heiningen. Diep, kort en soortig, wat ronde achterhand, benen voldoende fors. Niet mee vielen de hengstveulens van welke in de grote maat eerste werd Leeuw v. d. Voshove, d. Azur II, uit Corrie v. d. Hiersenhof, van L. Vrolijk, Fijnaart. Ruim en typisch gebouwd met uitdrukking, wat wei nig voet en iets Franse stand; niet zonder toekomst misschien. Eerste in de kl. maat: Oscar van Carlo, d. Carlo van Spui, van C. M. v. Mook, Alem. Goed veulen, dat ook in Oss en St. Anthonis aan de kop kwam. 2. Winston v. Bouwlust, d. Hein v. Kwaderwijk, van J. C. Roodzant, Dirksiand. Mager, met type en goed beenwerk; iets gespannen. Van de éénj. merriën, gr. maat, won Juliana v. 't Hof Nieuwland, d. Nico v. Ella, van Adr. Wagenaar, Kloetinge. Formidabele merrie met type en benen, diep en massief, beter in draf dan in stap. 2. Honda v. d. Wey, d. Honved I, van C. Th. Toonen, Maren. Ty pisch, met uitdrukking en wat weinig hak; kampioene in St. Oedenrode. 3. Marianne van Carlo, d. Carlo v. Zeedijk, van C. Th. Toonen, Maren. Soortig, met goed beenwerk en vlotte gangen. Goede rubriek. Eerste van de middenmaat werd de kampioene van St. An thonis en Oss: Aja van Carlo, d. Carlo v. Zeedijk, van G. H. Baars te Maren. Best gesloten, robust, extra van soort, benen rondom zwaar en goed, iets zondi gend in de bovenlijn. 2. Wallona v. Monnikenhof, d. Nico van Ella, uit Rozelien, van Fa Timmerman, Kat tendijke. Laat geboren en dus minder zwaar, maar extra best en met toekomst. Onverbeterlijk qua type en lijnen, benen correct en goed. 3. Ria van Eduard, d. Eduard v. Koppushoen, van A. Steenbekkers, Alem. Grof, met uitdrukking in de benen en een minder sterke bovenlijn. Minder goed dan de beide vorige rubrieken vonden we de kleine maat. 1. Liza van Sé- nateur, d. Sénateur d' Amice, van J. F. Brooijmans, Oud Vossemeer. Kort, diep en breed, soort extra, best beenwerk, rug mag even sterker, vooral 't voorbeen dient vermelding. 2. Wanda van Monnikenhof, d. N. v. Ella, uit Reseda, van Fa Timmerman, Kattendijke. Heel laat, croupe wat gesloten, lijnen en soort goed, aardig beenwerk. 3. Lien van Carlo, d. Carlo v. Zee dijk, van M. v. Rossum, Kessel. Aardig, dik koffer, gewoon goed beenwerk. Vier éénj. hengsten vormden een kleine, vrjj goede rubriek waarin geen eerste premie werd toegekend. Aan de kop: Albert, d. Azur II, van L. Vrolijk, Fij naart, uit Corrie v. d. Hiersenhof, die, kort en diep, in de achterhand wat zondigt en wat ruimere voeten zou mogen hebben; fel veulen overigens. 2. Azur v. Bouwlust, d. Azur II, van C. v. Poortvliet, de Heen. Diep en soortig, minder in rug, aardig beenwerk, dat in voorstand niet onberispelijk is, voeten gewoon goed, vlot. 3. Churchill v. <1. Kruisakker, d. Churchill v. d. Kolk, van A. v. d. Heuvel, Nederwetten. Eerste St. Anthonis. 4. Duke v. Zuylen, d. Azur II, van A. de Schutter, Heiningen. Soort best, diep, met aardig maar wat vrouwelijk beenwerk. De tweej. merriën, gr. maat vormden een uitst. cat. waarin eerste werd Corrie van Domburg, d. N. v. El- la, van W. Aarnoudse, Kloetinge. Zeer zwaar, diep en breed, met type en gangen, enkele kleine tekortko mingen in de overgangen hier en daar, gebeend en gespierd. 2. Martha v. Bouwlust, d. Azur, van C. v. Poortvliet, de Heen. Geweldig paard, overdadig in vorm, type best, bovenlijn wat onregelmatig en niet onberispelijk in front, zwaar van geraamte en best gespierd, gangen gemakkelijk. 3. Carla v. Hogeiuiorp, d. Edelman, v. Veldzicht, van A. Stehouwer, MeKssent. Imponerende verschijning, robust, best gelijnd en goed van soort, met benen en spieren, echter wat afwijkend in beweging. Bij deze rubriek viel de middenmaat erg af. Eerste: Pauline v. Oudeinolen, d. Azur, van C. en W. Maris, Oudemolen. Uit vorm, wat lang en dun, des ondanks st van soort, iets incorrect vóór, zeer vlot en mot mooie, gespierde, zware benen. We zijn be nieuwd dit paard te eniger tijd in goede conditie te rug te zien. 2. Celine v. Zuylen, d. Azur, van A. de Schutter, Heiningen. Goed gesloten met goed been werk, kruisbeen wat horizontaal, kootvering voldoen de. 3. Henriëtte v. Excelsior, d. Edelman, van A. Knook, Oudemolen. Diep en massief, met sterke Jj- nen, benen en spieren, ietwat stokkerig in de standen en redelijk in de gangen. Gemiddeld even beter leken ons de merriën in de kleine maat. 1., na arbitrage, Marie v. d. Gastliuislioeve, d. Ant. v. Boomhof, van C. Hermus, Moerdijk. Eerste in Haps o.m.; goe4 paard, niet helemaal correct, maar met goed gevorm de benen en een fors fundament. 2. Emma van Keu U Zelve, d. Indigène d' Ahéa, van J. Maris, Oudemolen. Diep, massaal, geweldig behaard, wat open in front en gespannen, gaat met actie. 3. Josephine v. d. Wijde Blik, d. Azur, van J. Maris, Heiningen. Niet in top vorm, vóór niet volkomen in orde, beenwerk overi gens goed en met méér ras dan het tweetal, dat haar, verslaat. Eén tweej. hengst. Jan, d. Azur, uit Corrie, van L. Vrolijk, vnd, kreeg een eerste prijs. Grof en met goe de armen en "schenkels, voldoende massa en snit, niet te ruime voeten en goede gangen. Deze vos uit twee bruinschimmels heeft niets van zijn ouders. Zijn moeder, Corrie v. d. H., vnd, werd eerste met afstammelingen; drie zonen, d. Azur, vóór Yltje v. Zuylen (A. de Schutter) en Paula (J. Maris). Vrolijk was ook eerste bij de fokgroepen met zijn drietal producten van Azur en Corrie. Op hem volg den Ant. de Schutter, D. A. Timmerman.en J. Maris. 't Bekende vaderpaard Nico v. Ella, nu van A. v. Nieuwenhuyzen, Greup, kreeg verdiend een eerste prijs met afst. geb. in '54 en '53. Met veulens van dit jaar werd Guido uit de Kluis, met een zeer mooie groep eerste, vóór Hein v. Kwa derwijk (Roodzant) met enkele beste en enkele min der goede veulens, samen een groep vormend, die, groter dan nodig, ook even minder goed was ge soigneerd. Aja van Carlo (Baars) werd, evenals in Oss en St. Anthonis, kampioene der achttienmaanders; Corrie van Domburg behaalde deze titel bij de merriën van jaar. Een keuring van jonge paarden, die, mede dank zij steun van „buitenaf," de grote belangstelling, die ze jaarlijks ervaart, ook nu weer ruimschoots verdiende. C. Maandelijkse paardengezondheids- ka ender die in de longen optreedt. In de meeste gevallen volgt de dood binnen 24 uur. Wanneer de longprocessen door ettervormende bacteriën worden veroorzaakt, kan het proces en kele maanden in beslag nemen, maar leidt ook dan meestal tot de dood. Ter voorkoming van deze longontsteking moet men een paard niet of zeer voorzichtig met een fles ingeven. Voert nooit pulp aan een paard of deze moet zeker enkele uren geweekt zijn en wees voorzichtig met andere droge voedermiddelen zoals kaf, zeme len, koekjes, brokjes en schilfers bij hongerige of gulzige paarden. Houdt geen paarden in weiden, waar koeien bijgevoederd worden met droge puip, weidekoekjes e.d. of zorg dat ze er niet bij kunnen komen, zodat ze er niet van kunnen opnemen. Is een paard te water geraakt, tracht dan in de eerste plaats het hoofd van het dier boven water te houden. Een enkele keer komen bij jonge paarden aange boren aiwijkingen voor, tengevolge waarvan het voedsel en het drinken dan gedeeltelijk door tie neus terugkomen. Meestal volgt de een of andere dag verslikking en longontsteki g. Dergelijke die ren worden op advies van de dierenarts meestal zo snel mogelijk opgeruimd. Iedere paardongebruiker moet Maandagziekte in het beginstadium onderkennen. Hoewel de meeste gevallen van Maandagziekte in de herfst voorkomen, moet er rekening mee wor den gehouden, dat deze ziekte ook in de winter en in het voorjaar na een korte of lange periode van stalrust tijdens het werk kan ontstaan. Velen kennen de eerste verschijnselen van Maan dagziekte, hetgeen van zeer grote waarde is. De schade die deze ziekte veroorzaakt, is grotendeels het gevolg van het niet tijdig onderkennen van die eerste verschijnselen, waardoor hte zieke dier niet onmiddellijk de noodzakelijke rust krijgt. Voordat de werkzaamheden een aanvang nemen, moeten de aankomende paardengebruikers zodani ge aanwijzingen krijgen, dat zij beginnende Maan dagziekte kunnen onderkennen; het is zeer raad zaam voor de overige paardengebruikers deze aan wijzingen telkenmale te herhalen. Zodra de eerste verschijnselen van de ziekte zich voordoen (o.a. loomheid, korte stap, laten hangen van het hoofd, wijde en onzekere gang van de ach terhand, zweten), moet het paard onmiddellijk ter plaatse volledige rust hebben; hierbij dient het goed te worden toegedekt. Doorgaans zal de toestand na enige uren rust zodanig zijn verbeterd, dat de weg naar huis stapje voor stapje kan worden afgelegd. Elk paard, dat zich na een korte of lange rust periode abnormaal voortbeweegt, kan Maandag ziekte onder de leden hebben; men moet dan onmid dellijk ophouden het te laten werken en deskundige hulp inroepen. Ter voorkoming van de ziekte is het zeer belang, rijk, dat men de paarden tijdens rustdagen weinig of geen krachtvoeder verstrekt, terwijl enige bewe ging wenselijk is. Tegen het verstrekken van te grote hoeveelheden suikerbieten of voederbieten met een hoog suiker gehalte moet worden gewaarschuwd, aangezien vaak wordt aangenomen, dat dit het optreden van Maandagziekte in de hand werkt. Een veelzijdig rantsoen o.a. met voldoende hooi is aan te bevelen. Bij paarden ontstaat meermalen een longont steking doordat bij het verslikken vreemde stoffen in de longen geraken. Veelal zijn dit vloeistoffen, al of niet vermengd met vaste deeltjes. De meest voorkomende oorzaken voor het ont staan van dit soort van longontsteking bij paarden zijn: Ingeven met een fles, slokdarmverstopping door het voeren van droge pulp, het binnendringen van vuil water in de longen bij dieren welke te water geraakt zijn en ontsteking van de keelstreek bij droes. Normaal voorkomt de hoestprikkei, die optreedt wanneer vreemde stoffen de ingang van het strotten hoofd passeren, zoveel mo gelijk het binnendringen hiervan in de luchtwegen. Door ruw en haastig ingeven met de fles, waarbij het hoofd in de hoogte wordt geheven, kan de hoest prikkei onderdrukt worden en dringt de vloeistof via de luchtpijp in de longen. Bij heftige ontsteking van keel of strottenhoofd slikken en hoesten de paarden moeilijk, terwijl bij totale slokdarmverstopping of te water raken van het paard de vloeistoftoevoer zo groot is, dat de hoestprikkei het binnendringen in de luchtpijp niet kan voorkomen. Bij slokdarmverstopping, speciaal wanneer deze door droge bietenpuip veroorzaakt wordt, kan het geproduceerde speeksel bij doorslikken niet afge voerd worden en is de kans groot, dat dit tenslotte in de luchtpijp en in de longen geraakt. Ook an'ere droge voedermiddelen zoals kaf, zemelen, koekjes, brokjes en schilfers kunnen bij guiZig e'.c-n Siok- darmverstopping veroorzaken. Droge bietenpuip kan de kringspier op de over gang van slokdarm naar maag niet snel genoeg passeren, blijft gedeeltelijk voor de ingang van de maag zitten en gaat zwellen. Omdat het paard nog enige tijd blijft eten, vult zich een groot deel van de slokdarm met droge pulp. Er ontstaat een op stopping en deze gaat door vochtopname uit het doorgeslikte speeksel dijen, wat aanleiding geeft lot een ernstige en binnen korte termijn niet op te heffen slokdarmverstopping. Na enige tijd worden dergelijke dieren angstig, zweten, speekselen en vertonen typische braakbewegingen met hikachtig geluid. Het hoofd is meestal min of meer gestrekt en de blik is angstig. Het paard' tracht soms nog wel voedsel zowel als drinkwater op te nemen, maar door het onvermogen om te slikken, komt het daar niet toe. Het is aan te raden het paard rust te geven, alle verdere voedsel en drinken te ont houden en zo snel mogelijk de dierenarts te waar schuwen. De stoffen welke in de luchtpijp geraken, ver spreiden zich langs de kleinere luchtpijpjes in de longen. Alleen wanneer veel vloeistof in de longen is gedrongen, wordt de ademhaling direct al sterk bemoeilijkt en zijn de dieren erg benauwd. Soms verdwijnen deze eerste verschijnselen weer, maar na één of twee dagen ziet men de verschijnselen van de longontsteking optreden. De dieren zijn dan doodziek, eten niet en hebben een snelle adem haling. Ook in rust verwijden de neusgaten zich bij de ademhaling, de blik is starend. De uitgeademde lucht is vaak stinkend als gevolg van de rotting

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 5