«Ingezonden* RADIO Demonstratie met bietenrooimachines. 780 2EEUWSCH LANDBOUWBLAD GEHOUDEN IN DE BRABANTSE Deze demonstratie, die zowel door een ilink aan tal handelaren als door vele landbouwers werd be zocht, was er juist een naar de wens van velen, die op zware kleigronden moeter. boeren. Het weer was prima, doch de omstandigheden waaronder gewerkt moest worden, waren nu eens niet al te gemakkelijk voor de machines en deel nemers. 's Morgens zware nachtvorst, waardoor het werk tot ongeveer 11 uur in de voormiddag vrij vlot ver liep. Door het ontdooien van de nog vrij natte grond werd het daarna, en vooral in de middaguren, een echte vette slikboel. Het zware gewas bieten (Klein Wanzleben) met zeer zwaar groen loof, dat door de vorst behoorlijk broos was geworden, vormde een zware opgaaf voor de machines. Het perceel waarop gewerkt werd is kleigrond van 68 afslibbaar. Des middags, toen het loof ongeveer droog was, gaf dit minder moeilijkheden fan des voormiddags. Het broos worden van de bladeren gaf bij ver schillende machines nog al veel losse bladeren te zien. Dit kwam vooral tot uiting bij die machines, die met een stel wielen door de bieten rijden, vóór lat deze gekopt zijn. Om met uit losse blad geen moei lijkheden te ondervinden bij het vollopen van de draaiende korf is achteraan de Kemli een apparaat gebouwd, dat de losse bladeren van de rij, die de volgende gang gerooid zal worden, steeds wegslaat. Dit is een verbetering die, naar het ons voorkomt, op meerdere machines zou kunnen worden toege past. Verder dient nog de aandacht bepaald te worden bij de verschillende werkmethodes van de machines, wat betreft het al of niet verzamelen van kop- en blad en de wijze van afvoer der bieten. Voor die bedrijven waar de koppen en het blad toch niet kunnen worden benut of verkocht, zal het verspreiden van het blad over het veld het meest gewenst zijn. Daar waar bietenkoppen en blad wèl benut of verkocht kunnen worden, zal een goede wijze van verzamelen noodzakelijk zijn. Momenteel is het al wel zo, dat ook de machines, die op deze demonstratie zonder loofverzameiaar hebben gewerkt, toch wel daarmee kunnen worden uitgerust. Er wordt in ons land al geëxperimenteerd met een machine, die het blad eerst zijwaarts van de biet slaat. Daarna wordt gekopt en worden de nie ten in een verzamelbak meegenomen, die' op be paalde plaatsen geledigd wordt. Het zuivere koppen der bieten zal hierdoor zeker bevorderd kunnen worden, de bladeren waarin de meeste bemestirgswaarde zit blijft op het land, de koppen waarin de meeste voedingswaarde zit kun nen als veevoeder benut en het te transporteren gewicht wórdt tot één vierde verminderd. Het vo lume zal in veel gevallen wel tot Ve a Va worden verminderd, wat bij transport over grote afstanden ook zeker niet te veronachtzamen is. Het probleem van de afvoer der bieten kan zowel onafhankelijk van de rooimachines, als gecombi neerd met enkele machines geschieden. In het laatste geval dient men wel over te gaan tot het gebruik van wagers met lage drukbanden. Het gebruik van wagens met lage drukbanden geeft n.l. een grote vermindering van bodemdruk en tevens een flinke trekkrachtbesparing. Bij het afvoeren der bieten direct op de wagen, echter of naast de rooimachine heeft men n.l. het bezwaar dat steeds voor elke gang met de machine ook nog met acht wielen per rij over het land gere den moet worden. Bij ongunstige weersomstandigheden kan dit wel een groot bezwaar worden; het gebruik van lage drukbanden kan dit bezwaar zeker voor een groot deel ondervangen. Daar bovendien over het algemeen toch weinig wintertarwe meer gezaaid wordt op bietenland is ook dit bezwaar niet groot meer. Al met al kan men dit systeem op goed ontwa terde gronden bij enigszins normale herfstomstan- digheden wel geschikt achten. Bij het volgen van dit systeem heeft men aan merkelijk meer mensen en materiaal nodig, doch in vele gevallen is dat op de grotere bedrijven of op minder grote bedrijven door samenwerken, toch wel uitvoerbaar. De andere methode om de bieten en loof in dwars- zwaden op het veld te deponeren geeft de mogelijk heid om met slechts 2 man en een trekker met ma chine te kunnen werken. Het opladen van de bieten uit de dwarszwaden is meestal een moeilijk werk. Vooral wanneer onder natte omstandigheden is gerooid is het laden van dergelijke dwarszwaden veel moeilijker dan van normale hoopjes of langszwaden. Bij het rooien van de bieten op zwaden kan het ook voorkomen dat op natte gronde, de grond aan de bieten gaat kleven, wat verhoging van grond - tarra ten gevolge heeft. Wanneer de machine de bieten op langszwaden van b.v. 5 of 6 rijen legt, kunnen deze zowel met handkracht als machinaal zeer vlot geladen worden. Bij het machinaal laden zal, wanneer de bieten tenminste enige tijd op het veld gelegen hebben, een BIESBOSCH OP 2 NOVEMBER j.l. zeer groot gedeelte van de grond er bij het opladen afgaan. Dit wordt door sommigen veel als een groot voordeel beschouwd, wat men bij het direct met de rooimachine op de wagen leveren mist. Men krijgt bij de methode met langszwaden dan meestal het loof ook in langszwaden op hét veld, wat dan tevens ook heel mooi machinaal t laden is. Dit is uit zware dwarszwaden niet mogelijk. Volgt nu een bespreking der machines in volgorde zoals in het programma verrheld: 1. Catchpole Cadet, importeur fa Kuiper te Half weg. Dit was een inderhaast gemonteerde nieuwe ma chine, die nog niet eerder was gebruikt. (De eigen lijke demonstratie-machine was nog in Groningen voor een uitgestelde demonstratie, die toen nog moest plaats vinden). Om genoemde reden was de machine nog niet uitgerust met bladverzamelaar, die op de demon stratie-machine wel aanwezig is. Bij deze uitvoering kwamen de bieten ondanks de vrij ongunstige omstandigheden vrij schoon op de naast rijdende wagen. Er kwamen betrekkelijk weinig gebroken bieten voor. Het kopwerk was goed te noemen; het loof werd door een draaiende as, waarvan gummiestrip pen bevestigd waren, achter het kopapparaat vóór de volgende te rooien .ij over het veld geslagen. Door de reeds jaren lange ervaring bij de bouw van deze machine, is dit een solide machine, die steeds meer in gebruik komt. Vooral in de zware- kleigebieden van Noord-Holland lopen verschillende van deze machines. (Vorige typen waren veel zwaarder gebouwd en te duur in aanschaffing). Deze machine is uitgerust met transportkettin gen, w3 ar boven nog een draaiende transport ket ting, die de grond enigszins van de bieten wrijft. Door dit systeem heeft men geen last van even tueel vollopen van de draaiende korf. De afvoer geschiedt verder door een dwarse transportband, waaraan een verstelbaar glijrooster kan worden bevestigd voor doorvallen van losse grond en tevens om de rij-afstand van de wagen ten opzichte der machine te kunnen wijzigen. Bovendien bestaat hierdoor de mogelijkheid om de bieten in langszwaden op het veld te brengen. (Dit glijrooster was op de demonstratie niet aan wezig). 2. Peter Stander van Gebr. Van Dongen, Biesbosch (verkoper la. Groenewegen te Rozenburg). Deze betrekkelijk eenvoudige, sterke machine leverde in deze zeer zware bieten minder mooi werk. Er bleef meer grond aan de bieten en er wa ren meer gebroken bieten aanwezig. Het koppen was matig te noemen. Hier werd het loof weggeslagen, alhoewel deze machine ook uit gerust kan worden met een loofverzameiaar. De machine brengt bieten en loof in dwarszwa den op het veld. De grond werd diep losgemaaKt. 3. Kleine van het Centraal Bureau te Rotterdam. Deze machine, die in de voormiddag beproefd werd, werd wegens omstandigheden teruggetrok ken. 4. StoJl, importeur H. J. Hoegen Dijkhof Jr., en J. D. Berlijn te Dubbeldam. Van deze machine werken reeds tientallen over 't gehele land. Dit is een Duitse machine, die matig werk leverde. Het koppen was vrij goed te noemen doch er bleef nogal veel grond aan de bieten. Wanneer ondieper werd gewerkt om minder grond aan de bieten te hebben, bleven soms meer stukken in de grond achter. De machine moest behoorlijk diep worden ge steld, waardoor de grond te diep werd losgemaakt. Dit kan nogal last veroorzaken wanneer er regen komt, vóór dat de bieten van het veld zijn gereden. Brengt zowel de bieten als kop en blad in dwars zwaden op het veld. 5. Bos, van Machinefabriek N.V. te Nijverdal. Was niet aanwezig. 6. Kemli van de Wed. Groenenberg, Biesbosch. (Fabrikant De Ligni te Herkingen). Deze machine, die vorige herfst als prototype op verschillende plaatsen is beproefd, is een machine van Nederlands fabrikaat. Deze machine maakt dit jaar de z.g. kinderziek ten door, doch gaf vrij goed werk te zien. Bij deze machine, evenals bij de Stoll, werkt het kopapparaat 2 rijen vóór de lichter, waardoor de trekkerwielen niet door de ongekopte bieten be hoeven te rijden. Hierdoor krijgt men minder bladverlies en dus geen last van los blad in de draaiende korf. Bovendien is een slagapparaat achteraan de ma chine gebouwd, dat e.t. nog aanwezige losse bladen wegslaat. De machine is wat laag aan de grond gebouwd, zodat wel moet worden opgepast om niet in diepe sporen te komen om vollopen met grond van de korf te voorkomen. Mede door de ingebouwde draaiende vijzel, die slechts uit enkele pennen be staat, werden de bieten vrij goed schoongemaakt. Wel moet worden opgepast om niet te ondiep te werken, anders gingen te veel bieten afbreken en bleven punten in de grond achter. Er is nog getracht monsters te nemen voor on derzoek op tarra-percentage, doch daar geen kop- verlies is bepaald kunnen worden, zouden de gege- (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.) Twee artikelen in uw blad van 12 dezer, gewijd aan het klein-landbouwbedrijf, te weten het hoofd artikel, en ,,Wat is een Gezinsbedrijf?", trokken, als klein-landbouwer, mijn belangstelling. Was het eerstgenoemde volkomen bevattelijk, van het twee de-is mij de strekking niet recht duidelijk (de schrij ver vermoedelijk óók niet, gezien het vraagteken», daar mijns inziens nooit een basis voor een ge zinsbedrijf is te leggen, vanwege de seizoenswerk zaamheden, waarbij weersomstandigheden een voor name rol spelen en de verschillendheid der gezins werkkracht. Trouwens de stelling gezinsbedrijf, doet mij te veel denken aan het verleden, toen met het gehele gezin van zohsopgang tot -ondergang geploeterd moest worden voor een bestaan, waarbij van een voldoend uurloon der gezinsleden geen sprake was, met als geveeg een uittocht van het platteland naai de industrie.' De nadruk zal dus veel meer gelegd dienen te worden op een bestaanszekerheid. Bij de beschou wing over de grootte van zulk een bedrijf, komen dan niet in 't geding het aantal werkkrachtèn, maar veeleer de vaste lasten per ha, die op een dergelijk bedrijf drukken. Als exporterend land is het zeker nodig, dat wij zo goedkoop mogelijk produceren om onze plaats op de wereldmarkt te behouden en zelfs uit te breiden, dus is het noodzakelijk om het bedrijf zo rationeel mogelijk te voeren. Omdat wij dit in de eerste plaats moeten zien vóór wij aan spraak op regeringsmaatregelen maken. Ten opzichte van de mechanisatie ligt nu de posi tie van het kleinbedrijf niet zo gemakkelijk. Toch zal men dit m.i. zoveel mogelijk dienen toe te pas sen, daar men anders te veel achteraan zal komen en de vele manieren, die het oude systeem met zich meebrengt, een te dure exploitatie veroorzaken. Door middel van coöperatief werken of door loon werken is dit ook maar ten dele op te vangen met name bij da grotere werktuigen, daar anders, door te grote omvang, het niet op tijd geholpen worden weer een belangrijke wijziging in de uitkomsten kan geven. Gezien al deze factoren zal men dus bij de groot te van 't bedrijf uit dienen te gaan van een zo'n laag mogelijke post vaste lasten per ha, dus naar een zo'n groot mogelijk bedrijf. Bezien wij thans de saneringsbedrijven in de herverkavelingsgebieden, met hun hoge bouwkos ten-bijdragen, grote investeringen, herverkavelings- renten, hoge polderlasten en de lage opbrengst- waarde der gronden, zo vraag ik mij af of hier niet ernstig te waarschuwen is tegen deze hoge lasten per ha kleinbedrijf, opdat er, bij het verdwijnen der hoogconjunctuur, niet al te veel slachtoffers zullen vallen. K. te O. Onderschrift van de Redactie. Wanneer er maar grond genoeg was, zou het voorstel van de inzender wel realiseerbaar zijn. Maar is het kleine bedrijf, zoals dit genoemd werd in het hoofdartikel, ook niet mede een gevolg van de geringe oppervlakte bschikbare grond? RED. DE RADIORUBRIEK. OP 28 NOVEMBER 1955. Nu de winter met rasse schreden nadert is het van belang na te gaan, op welke wijze de pluimvee houder kan voldoen aan de eisen, die aan de ver zorging van het pluimvee in de winter worden ge steld. Pluimveehouden in de winter" zal het onder werp zijn van een radiocauserie, welke in de radio rubriek van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening op maandag 28 november a.s., des avonds van 19.4520.00 uur over de zender Hilversum II, wordt uitgezonden. Ir P. H. den Duik, verbonden aan het Rijkstuin- bouwconsulentschap voor Bodemaangelegenheden te Wageningen, zal in aansluiting op de genoemde causerie enkele aanwijzingen geven over de fosfaat bemesting in de tuinbouw. vens van grondtarra, koptarra en kopverlies nu niet goed te vergelijken zijn. Rest nog een woord van dank voor de bereid willigheid van de leden der Vereniging voor Be drijfsvoorlichting, die belangeloos hun machines en trekkers hebben beschikbaar gesteld om te ko men demonstreren. Vooral wanneer men zelf nog druk in het werk zit is het een prestatie om een halve of soms een hele dag zijn machine beschikbaar te stellen. Dit goede voorbeeld mag dan ook tot navolging strekken. Wanneer met alle van een bepaald soort aanwezige machines in de Biesbosch wordt meege werkt kan meestal een goede en goedkope demon stratie worden gehouden. Namens de Commissie van Beoordeling. JAC. BURGERS, A. C. VERMEULEN, W. DE WAARD, H. GROENEVELD, rapporteur.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 4