NOTULEN
Zitdagen
Boekhoud
Bureau.
Zaai Pirolinegerst
EX
j D D E li BUSO
No. 2301. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 19 NOVEMBER 1955.
43e Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
van de Hoofdbestuursvergadering der Zeeuwsche Landbouw Maatschappij
gehouden op Maandag 14 November 1955 om 10.30 uur in de „Prins
van Oranje>\ te Goes.
OPENING.
De Voorzitter, de heer Ir M. A. Geuze, heet alle
aanwezigen hartelijk welkom op deze Hoofdbe
stuursvergadering.
Spreker memoreert in treffende bewoordingen het
overlijden van de Vice-Voorzitter der Z. L. M., de
heer Scheelede Putter, nadat deze nog zo kort
tevoren de hoogtijdagen van de Kring Hulst had
medegemaakt.
De woorden van de Voorzitter worden door het
Hoofdbestuur staande aangehoord.
Hiernaast wijst de Voorzitter, alvorens met de
behandeling van de agenda te beginnen, met een
inleidend woord op de ontwikkeling van de verhou
dingen in de wereld.
Het is nog niet lang geleden, dat Minister Zijl
stra zei, dat we aan de vooravond van een tweede
industriële revolutie staan. De ontwikkeling van
de atoomenergie is de laatste jaren zeer snel ge
gaan en opent op velerlei gebied ongekende per
spectieven. In het eerst waren wij allen bevangen
door vrees en angst met het oog op de bijna alles
vernielende kracht van de atoombommen; de nieu
we energiebron werd n.l. alleen gebruikt en ge
noemd in verband rnet oorlogsdoeleinden.
Nadat dit alles wat bezonken is en v,e weer wat
tot ons zelf zijn gekomen, is er, naast deze vrees,
ook plaats ontstaan voor nieuwe hoop. In de laat
ste tijd hebben we geleerd, dat er ook voor vredes
doeleinden gebruik kan worden gemaakt van deze
atoomenergie. Voor de tweede helft van de twin
tigste eeuw zitten hier zeer grote mogelijkheden
iu. En juist omdat deze Minister een zo uitermate
deskundig persoon is, mogen we aannemen, dat de
mogelijkheden, die er in de toepassing van deze
atoomenergie liggen, enorm zijn en bij benadering
niet zijn te overzien.
Sedert 1945 hebben er ook op onze landbouw
bedrijven zeer grote veranderingen plaats gehad.
In deze 10 jaar is er, zowel wat betreft het tempo,
als wat betreft de methode, als wat betreft de on
derlinge verhoudingen, enorm veel veranderd.
Wanneer we eens rustig de tijd nemen om dit te
overdenken, zullen we allen tot de conclusie moe
ten komen, dat er op onze bedrijven op velerlei ge
bied een ommekeer heeft plaats gehad.
In Amerika, waar de technische ontwikkeling
het verst gevorderd is, gaat men er steeds meer
toe over om machines te laten bedienen door ma
chines. De tijd van het fabricage proces met be
hulp van de lopende band, waarbij de machine be
diend wordt door arbeiders, ligt in verschillende
industrieën weer al achter ons. Het gaat er nu om,
om de mensen, die de machines bedienen, ook weer
te vervangen door machines. Niemand weet, wat
ons op dit gebied nog te wachten staat en wat er
mogelijk is, vooral ook, wanneer men de bekende
energiebronnen, zoals steenkool en olie, gaat ver
vangen door andere.
Hoewel de landbouw niet in zo'n sterke mate
direct door deze ontwikkeling zal veranderen, zal
in de toekomst de toepassing van nieuwe methoden,
vooral in de sector van de landbouwwetenschap,
gunstige resultaten kunnen opleveren.
'Niettemin zijn ook de veranderingen in de land-
OOSTBUKl.: Woensdag 23 November, in Café „De
Windt".
ZIERIKZEE: Donderdag 24 November, in Hotel
„Huis van Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 24 November, in Calé
„De Eendracht".
KORTGENE: Donderdag 24 November, in Hotel
„De Korenbeurs".
SEROOSKERKE: Vrijdag 25 November, in Café
„Huysse" van 9.00 tot 1.30 uur.
IJZENDIJKEZaterdag 26 November, in Hotel
„Lievense".
bouw zeer groot. Wanneer een aantal jaren ge
leden iemand ons verteld zou hebben, dat het moge
lijk zou zijn het vlas met de machine te plukken,
waarbij het netjes in bossen is gebonden, zouden
we het niet geloofd hebben. Het is echter werkelijk
heid geworden en we beschouwen het reeds als een
normaal verschijnsel.
Ook op het gebied van de koopkracht zien we
veranderingen optreden. In Amerika is het in
komen zodanig gestegen, dat, in tegenstelling met
enkele jaren geleden, toen 2/3 van de inkomens
boven 2.000 dollar lag, nu reeds 2/3 van de in
komens boven 3.000 dollar ligt.
De koopkracht is daar dus sterk toegenomen,
waardoor de vraag naar consumptiegoederen sterk
steeg. De productie-capaciteit en productiviteit
worden hierdoor geprikkeld steeds toe te nemen.
We zien dan ook, dat in Amerika deze twee belang-
tijke economische grootheden met tientallen pro
centen zijn toegenomen.
De eerstkomende tien 'jaren kunnen we dan ook
niet vergelijken met een voorgaande periode, b.v.
1930 tot 1940, hoewei ws op het ec-rste gezicht zou
den zeggen, dat er wel overeenstemming bestaat
tussen onze tijd en deze vóóroorlogse periode.
Momenteel hebben we weer, evenais toen, grote
zorgen over de steeds toenemende overschotten
aan landbouwproducten. We mcgen echter niet
vergeten, en dienen ons steeds goed te realiseren,
dat we te doen hebben met een geheel gewijzigd
wereldbeeld. Ook op het gebied van de overschot
ten is er zeer veel gewijzigd. In 1930 hadden we
te doen met zwakke internationale samenwerking,
terwijl het overleg meer tijd kostte dan tegenwoor
dig.
De internationale mogelijkheden van overleg
dienen nog versterkt te worden, waardoor zeker
goede resultaten bereikt kunnen worden. De mo
menteel aan de gang zijnde internationale confe
rentie over een nieuwe tarwe overeenkomst in Ge
nève is hier een voorbeeld van.
De tweede overeenkomst, die nu afloopt, zal ver
vangen moeten worden door een nieuwe. Daar
Engeland buiten de tweede overeenkomst was ge
bleven, waren velen met pessimistische gedachten
naar Genève gegaan. Men verwachtte n.l., dat een
derde internationale tarwe-overeenkomst niet meer
tot stand zou komen. Reeds tijdens de openings
zittingen is echter gebleken, dat geen van de ver
tegenwoordigde landen het aandurft te zeggen,
dat er geen overeenkomst meer moet komen.
Amerika voelt er alleen iets voor als Engeland
nee doet, terwijl Engeland zijn beslissing zal laten
afhangen van de vast te stellen minimum en maxi
mum prijzen.
Men zal steeds moeten proberen elkaar door
middel van overleg te vinden.
Twee belangrijke punten, waaraan wij allen de
nodige aandacht zullen moeten besteden, zijn:
1. Een enorme technische ontwikkeling in de
komende jaren;
2 Een steeds toenemend internationaal overleg,
waardoor onze bestaansgronden gewaarborgd
blijven.
De Voorzitter wenst vervolgens Ir J. D. Dorst
geluk met zijn benoeming tot Voorzitter van het
Zeeuwse Visserijbestuur.
NOTULEN.
De notulen van de vergadering, gehouden op 22
Juni 1955, worden zonder op- of aanmerkingen
goedgekeurd en vastgesteld.
MEDEDELINGEN.
Akkerbouw. Koolzaadprijs.
De Voorzitten' zegt, dat sedert de laatste keer
werd vergaderd, de garantieprijs van het koolzaad
door de Minister werd losgelaten, wat pas bekend
werd gemaakt, toen het koolzaad voor het komen
de seizoen reeds was gezaaid. Het Landbouwschap
heeft tegen het in dezen gevoerde beleid ernstige
bezwaren gemaakt. De Minister heeft toegegeven,
dat zijn beslissing op een ongelukkig moment
openbaar werd gemaakt, terwijl hij er achteraf ook
y<ftn overtuigd is, dat dit beter op een ander tijd
stip had kunnen plaats hebben. Gedane zaken
nemen echter geen keer
Tarvveprijs.
De oorzaak van het uitblijven van het bekend
maken van de garantieprijs voor tarwe, oogst 1956,
moet gezocht worden in verschillen van mening
ten aanzien van de kostprijs-berekeningen van het
L. E. I., o.a. op het gebied van de gemiddelde op
brengst.
In verband met gemiddeld toenemende opbreng
sten, meende het L.E.I., dat bij haar kostprijs
berekening moest worden uitgegaan van een hoge
re opbrengst. ,De vertegenwoordigers van het
Landbouwschap 'waren het hiermede echter niét
eens, daar de opbrengsten van het veel verbouwde
ras Heines VII door de sterke roestaantasting sterk
tegenvielen. Men heeft hiernaar nu een onderzoek
ingesteld. Spreker meent, dat de beslissing van
het Landbouwschap, om liever een te laat bekend
geworden garantieprijs, dan een foutieve garantie
prijs te krijgen, juist is geweest.
M onopol ieheff ing en
Naar de mening .van de Voorzitter is dit één van
de belangrijkste punten van de tegenwoordige land
bouwpolitiek. Met deze heffingen wil men voor
komen, dat er tijdelijk sterke dalingen in het bin
nenlands prijsverloop van de voedergranen optre
den.
Tot ons leedwezen moet echter geconstateerd
worden, dat de methode van uitvoering slecht vol
doet. Door allerlei gebreken bestaan er steeds ont
duikingsmogelijkheden, waardoor het fonds minder
geld binnen krijgt, dan waarop het recht heeft.
Door allerlei manipulaties met de fixatie werd het
spec.deren van de handel in de hand gewerkt. Op
verschillende punten wordt nu naar verbetering
gezocht, o.a. door het verbeteren van het fixatie-
recht. Men moet nu verder afwachten hoe één en
ander zal werken.
Als nieuwe idee is naar voren gekomen het op
leggen van vaste heffingen Voor alle granen, waar
bij de heffingen niet van week tot week gewijzigd
zullen worden, maar een vaste heffing voor een
lange periode zal worden vastgesteld. De Minister
denkt hierbij aan een periode van een jaar. Het
risico is, dat, wanneer aan het begin van het sei
zoen een heffing wordt vastgesteld en de schattin
gen niet goed blijken te zijn, de binnenlandse prij
zen waarschijnlijk ongunstig zullen worden bè-
in.vloed.
Ook zitten we nog met de moeilijkheid, dat de
veehouderij tegen monopolieheffingen is, daar hier
door het veevoer kunstmatig duur wordt gehouden.
Bij export zijn de resultaten dan minder gunstig
dan bij vrije import. We zullen er naar moeten
streven met de Overheid en andere sectoren in de
landbouw tot een goed sluitende regeling te komen.
Consumptie aardappelfonds.
De Voorzitter deelt mede, dat we. hoewel er in
het afgelopen seizoen 4V2 millioen werd besteed
in de aardappelsector, niet tevreden kunnen zijn
over het prijsverloop van de aardappelen. Naar
sprekers mening had er nog méér gedaan moeten
worden.
De heer Van de Hoek, Adjunct-Secretaris van het
Bedrijfschap voor aardappelen, heeft nu een nota
opgesteld voor een nieuwe regeling. Hierbij is hij
er van uitgegaan, dat de regeling in ieder geval
eenvoudig moet zijn. Hij stelt voor, om voor alle
aardappelen, die in Nederland worden geteeld, dus
ongeacht de bestemming en ongeacht waar ze wor
den geteeld, één minimumprijs vast te stellen. Voor
komen zal echter moeten worden, dat, met het oog
op deze minimumregeling, méér aardappelen wor
den verbouwd, waaruit volgt, dat deze garantie
prijs dus niet hoog zal kunnen zijn. Wanneer we
(Advertentie.)
5 meer opbrengst. 50 besparing op Uw
stikstofbemesting.
ük
TELEFOON 441 - KAPELLE - BIEZELINCE I