bouwlan
NaTA:
KWEEKGRAS
ONDER
de
Aanplanten van fruitbomen.
GEBRs DE JONGH
ZATERDAG 5 NOVEMBER 195 5.
735
BEMESTINGSPRC*EVEN BIJ AARDBEIEN.
In het plaatsje Bruchem, in het hartje van de
Bommelerwaard, is in de winter van 19491950
een bemestingsproefveld voor aardbeien aangelegd.
Deze proeftuin, gelegen op een paar honderd meter
afstand van de rijksweg Utrecht—Zaltbommel
Den Bosch, is ook bij vele Zeeuwse kleinf ruil kwe
kers bekend. Het is een terrein van ongeveer 1 ha
groot en er zijn uitgebreide bemestingsproeven op
aangelegd. Dit proefveld kwam tot stand door een
nauwe samenwerking van de Vereniging tot Be
vordering en Verbetering van de Tuinbouw in de
Bommelerwaard, de Albatros Superfosfaatfabrie-
ken N. V. en het Rijkstuinbouwconsulentschap te
Geldermalsen.
Reeds jarenlang bleek er in de Bommelerwaard
behoefte te bestaan aan een meerjarig bemestings--
proefveld. Toen kwam in 19491950 bovengenoem
de samenwerking. De V. V. T. B. huurde een ter
rein, de A. S. F. zorgde voor de financiële zijde
van de exploitatie en de Rijkstuinbouwvoorlich-
tingsdienst leidde de proefnemingen.
Zo kwam een proefveld tot stand van bijna 1 ha
groot. Het hoofdgewas was de Deutsch Evern;
daarvoor zijn we trouwens in de Bommelerwaard.
In verband met de vruchtwisseling werden ook
proeven genomen met andere groentegewassen.
Deze week willen wij het echter hebben over de
aardbeienbemesting. Een belangrijk punt, waarover
nog lang niet het laatste woord is gezegd. Wij kun
nen daarom slechts blij zijn met dit initiatief, dat
thans in eerste instantie aan de openbaarheid is
prijs gegeven door middel van een uitvoerig rap
port, dat een overzicht geeft van de ervaringen in
de jaren 1950, 1951 en 1952. De vermelde conclu
sies moeten nog als voorlopig worden beschouwd,
omdat bemestingsproeven in het algemeen pas dui
delijk resultaten aangeven wanneer ze verschei
dene jaren oud zijn; zeer zeker is dit op kleigrond
het geval.
Uit een profielonderzoek bleek dat de grond be
staat uit een goed van kalk voorziene stroomgrond
van plm. 45 afslibbaar, die naar beneden gelei
delijk lichter wordt. De grond was vrij rijk aan fos-
forzuur en er was vooral behoefte aan kali, zo leer
de een grondonderzoek.
Proeven.
Er werden verschillende proeven genomen.
1. Proef met 5 N- en 4 K-trappen bij aardbeien
ondër platglas. De bedoeling van deze proef is
na te gaan in welke verhouding N en K moe
ten worden gegeven bij aardbeien onder plat
glas.
Toegediend worden 060210180 en 240 kg
N en 0130260 en 390 kg K2O per ha. De fos-
forzuurbemesting is steeds 120 kg P2O5 per ha.
2. Onderzoek naar de invloed van het weglaten
van N, P of K uit de bemesting en het toedie
nen van basisch en zuur werkende meststoffen.
3. Vergelijking van enkele organische meststof
fen en kunstmest. De bedoeling van deze proef
is na te gaan in hoeverre de toepassing van
organische meststoffen bij aardbeienteelt zin
heeft.
4. Onderzoek naar het juiste tijdstip der bemes
ting.
5. Proef met 4 N-, 4 P- en 4 K-trappen.
De bedoeling van deze proef is om na te gaan
hoeveel N, P en K aardbeien in de volle grond
nodig hebben. Er wordt gegeven:
080160 en 240 kg N per ha;
050100150 kg P2O0 per ha;
0150300450 kg K2O per ha.
6. Proef met een chloorhoudende kalimeststof.
De bedoeling hiervan is na te gaan of gebruik
van K-zout schadelijk is.
Samenvatting van de resultaten.
Uiteraard kunnen wij van de resultaten der eer
ste drie jaren slechts een samenvatting geven. Wij
hopen echter dit zo goed mogelijk te doen, opdat
men een inzicht krijgt in de resultaten die de eer
ste drie proeven hebben opgeleverd.
Omdat ook in Zeeland de teelt van aardbeien
onder glas zeker een kans kan maken, willen wij
ook aan de resultaten hiervan aandacht schenken.
Uit de genomen proeven blijkt, dat de aardbei op
een stikstofgift van meer dan 180 kg N per ha
reageert met een zeer welige bladontwikkeling,
lange bladstelen en zeer donkere bladontwikkeling.
De productie daalt echter, doordat veel vruchten
tot rotting overgaan vóór ze geoogst zijn. Dit is
enerzijds een gevolg van de zeer vochtige atmos;
feer onder het dichte bladerdek, anderzijds zal ook
de losse bouw van de vruchten een rol spelen. Sap
rijke, losse vruchten worden namelijk gemakkelijk
door schimmels aangetast. Onder glas, maar ook in
de volle grond, zal men de stikstofbemesting dus
niet te hoog mogen opvoeren. Dit blijkt ook duide
lijk uit de N-, P- en K-trappen proeven, genomen
bij aardbeien in de volle grond.
Uit de platglasproeven werd verder een aanwij
zing verkregen, dat stijgende stikstofgiften een
latere oogst geven, dus een lagere prijs. Stijgende
K-giften schijnen daarentegen een vroegere oogst
te geven. Wiskundig belangrijk zijn deze verschillen
echter niet. Uit de ligging van de veldjes kan ver
der de conclusie worden getrokken, dat de aardbei
geen al te warme grond wenst, maar zeker ook
geen grond, die erg rijk is aan voedingsstoffen. Bij
een matig K-gehalte van de grond (2025 d.-p.-m.
of plm. 0.020 waren de opbrengsten het hoogst.
Voortzetting van de proeven zal moeten leren,
welke NPK-verhouding de beste is voor aard
beien onder glas. Deze verhouding kon ook voor
aardbeien in de volle grond nog niet worden vast
gesteld. Hiervoor zijn meer dan 2 jaren onderzoek
nodig.
Aardbeien in de volle grond.
Bij de N—P K-trappenproeven bleek verder, dat
een verandering in de P- en K-bemesting slechts
weinig invloed op de opbrengst had. De oogst ver
lagende werking van hoge stikstofgiften noemden
wij reeds hiervoor.
Opvallend is het, dat de opbrengst op de onbe-
meste veldjes beter is dan op verschillende wel be
meste veldjes. Dit zou er op kunnen wijzen, dat be
mesting wortel ver branding zou kunnen geven.
Hieruit kan dus weer de conclusie worden getrok
ken, dat men bij de bemesting van de aardbei zeer
voorzichtig moet zijn en geen grote mestgiften in
eenmaal moet toedienen.
Het volgende staatje geeft een beeld van de op
brengsten der verschillende demonstratieveldjes:
Dit waren de cijfers voor 1951.
Onbemest 2,29 kg per veldje
Zuur werkende bemesting 2,13
Basisch werkende bemesting
kalk 2,08
Volledige bemesting P 1,99
Volledige bemesting N 1,97
In de praktijk gebruikelijke
bemesting 1,89
Volledige bemesting K 1,86
Voor 1952 was het anders. Toen luidden de op
brengsten
Volledige bemesting N 1,36 kg per veldje
Onbemest 1,34
Volledige bemesting P 1,29
Basisch werkende bemesting 1,26
Basisch werkende bemesting
kalk 1,25
Volledige bemesting K 1,24
In de praktijk gebruikelijke
- bemesting 1,22
Zuur werkende bemesting 1,17
We zien nu o.m., dat de zuurwerkende bemes
ting, die in 1952 op de tweede plaats van de rang
lijst stond, in 1952 naar de achtste en laagste plaats
was gezakt. Eén jaar bemesten met zuur werken
de meststoffen geeft dus goede resultaten, maar
voortzetting van deze bemesting geeft een snelle
daling van de opbrengst.
Het weglaten van de K uit de bemesting gaf in
beide proefjaren een sterkere oogstvermindering
dan het weglaten van P en N.
De opbrengstverschilien waarover wij reeds eer
der spraken, zal ook wel een rol spelen bij de ver
klaring bij de opbrengstverschilien die optraden
met de proeven bij verschillende bemestingstijd
stippen. Vooral in 1952 waren deze verschillen be
langrijk en duidelijk. Waarschijnlijk is dit een ge
volg van het feit, dat de lente van dit jaar droog
was.
Het bleek toen dat bemesting in het voorjaar
een zeer belangrijk lagere opbrengst gaf dan be
mesting in de herfst van het voorgaande jaar. Be
mesting in het Voorjaar was ook belangrijk slech
ter dan het verdelen van de bemesting over voor-
en najaar. Uit de proeven blijkt wel, dat de verschil
len niet elk jaar zo sprekend zijn als in 1952. Maar
de praktijk zal er toch verstandig aan doen met dit
resultaat terdege rekening te houden. Zolang we
niet van tevoren weten of een voorjaar droog of
regenrijk zal zijn, blijft het dus gevaarlijk om aard
beien in dit jaargetijde zwaar te bemesten. Een
zelfde waarschuwing kan worden gegeven voor
chloorhoudende K-meststoffen (K-zout 40 en 60
Ook hier kan de schade erg meevallen, maar als
er in het voorjaar weinig regen valt en het chloor
dus niet voldoende uitspoelt, kunnen er ernstige
bladrandverbrandingen optreden.
De resultaten, welke werden verkregen uit de
proeven met organische meststoffen, zijn nog niet
geheel duidelijk. In 1952 sloeg stalmest een goed
figuur, maar de hogere productie die toen werd
verkregen ging samen met een late oogst en dit
bracht weer latere prijzen.
Daartegenover staat dat kunstmest (in dit geval
A.S.F.-korrels) in vrijwel alle gevallen betere resul
taten gaf. Dit soms zeer belangrijke verschil moet
worden verklaard door een snellere werking van
de stikstof uit de kunstmest.
Wij hebben helaas geen gelegenheid dieper in te
gaan op deze bemestingsproeven. Ons doel was
slechts de algemene lijnen er van aan te geven en
tevens onze waardering uit te spreken voor dit
werk in deze proeftuin, dat van groot belang is voor
onze Nederlandse aardbeienteelt. Herhaaldelijk
wordt in het eerste rapport gezegd, dat alles nog
slechts in het beginstadium verkeert. Men kan nog
Aangezien het hard fruit dit jaar tegen goede
prijzen wordt afgezet, zal men thans weer in over
weging nemen, om de oppervlakte hard fruit uit
te breiden. Alvorens tot aanplant over te gaan
dient men echter met verschillende factoren reke
ning te houden.
Welke tijd kunnen we het best aanplanten?
November is de maand waarin we het beste onze
fruitbomen kunnen aanplanten. Wanneer men
vroeg plant komen de bomen voor de winter nog
vast te zitten in de grond, maken voor de winter
nog nieuwe wortels en groeien in het voorjaar
direct door. Als men in de herfst plant, zullen zo
goed als alle planten aangroeien en behoeven we
dus een volgend jaar niet door te planten. Wanneer
we laat in het voorjaar planten belopen we de kans
dat sommige bomen niet aangroeien, terwijl we
minder jong schot krijgen in het eerste groeijaar
na het planten. Ook zullen we bij vroeg inplanten
een meer regelmatig opgroeiend gewas krijgen.
Grnoilkeuze van doorslaggevende betekenis!
Het wel slagen van een fruitaanplant hangt voor
het grootste gedeelte af van een goede grondkeuze.
Ook met het kiezen van soorten erï rassen zal men
met de verschillende grondsoorten rekening moeten
houden.
De bodemkarteringsdienst kan voor U nagaan,
of de grondsoort geschikt is om een bepaalde fruit-
soort aan te planten. Vóór het aanplanten moeten
we de grond voldoende diep losmaken, voorkomen
de vaste lagen verbreken, terwijl we tevens de
grond moeten egaliseren. Bedenk wel, dat de bomen
jaren lang op dezelfde plaats blijven staan en dat
we na de aanplant eventueel voorkomende vaste
lagen niet meer kunnen breken. Hier is een goed
begin meer dan het halve werk. Met de diepe grond
bewerking kunnen we gelijk stalmest of compost
onderwerken.
Aanplanten.
Bij het aanplanten van hard fruit dient men als
volgt te werk te gaan. Er wordt een lijn uitgezet
langs de rechte zijde van het perceel. Hierop wordt
zeer secuur een driehoek uitgezet met behulp van
een driehoekspiegel. Daarna de rijen met bonen- of
tomatenstokken uitzetten.
Wanneer men b.v. de stok tamelijk diep in de
grond steekt, kunnen we bij het graven van het
plantgat de stok laten staan. Als het plantgat op
diepte is, dan de stok optrekken en de boom plan
ten op het gaatje waar de stok heeft gestaan.
Plantgaten niet te diep maken. Bomen niet dieper
planten als ze in de kwekerij hebben gestaan. Wor
tels die beschadigd zijn met een scherp mes gaaf
bijsnijden. Een gave wond geneest sneller dan een
ruwe. Sprei de wortels goed uit in het plantgat,
waarna aanvullen met los verkruimelde grond en
gelijk wat Thomasslakkenmeel in het plantgat
strooien.
Geen verse stalmest bij de wortels in het plant
gat doen, i.v.m. het gevaar voor verbranding en
verdroging. Beter kan men na het planten nog met
wat mest rondom de bomen over de plantgaten uit
strooien. Bomen die in de herfst geplant zijn, kun
nen meestal in het volgende voorjaar al gesnoeid
worden (vormsnoei).
Diegenen die een flinke boomgaard willen aan
planten, zou ik willen aanraden, alvorens tot in
planten over te gaan, eerst advies in te winnen bij
de rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst.
Bedenk wel dit gemaakte fouten bij inplanten
practisch niet meer te herstellen zijn. Maak dus
eerst een goed overwogen plantplan. H.
geen vaststaande conclusie trekken, maar we zul
len er ongetwijfeld nog wel meer van horen en zij
die hebben te maken met de aardbeienteelt en in het
voorjaar en de zomer in de buurt van dit proef
veld komen moet zeker niet verzuimen er een be
zoek aan te brengen.
(Advertentie.)
en andere grasachtige onkruiden
op Uw braakliggende velden
NU bestrijden met
O doodt grasachtige onkruiden radicaal,
afgemaaid of niet;
is onbrandbaar en niet explosief;
9 heeft geen nadelige invloed op de pH
en structuur v. d. grond;
verstoort de microflora en -fauna niet.
Vraagt direct gratis en vrijblijvend uitvoe
rige beschrijving enz. bij
Postbus 35 GOES