Landelijke bietenrooid
smonstratie te Fijnaart.
ZATERDAG 2 2 OCTOBER 195 5.
689
Deze derde landelijke demonstratie van bieten-
rooimachines en -werktuigen mocht zich in een
zeer grote belangstelling verheugen.
De weersomstandigheden waren goed te noemen
voor de tijd van het jaar, de zon liet echter verstek
gaan, doch dit mocht het geheel niet schaden.
De grote belangstelling voor deze demonstratie
is zeker ook in niet geringe mate toe te schrijven
aan het steeds toenemende probleem van de ar
beidsvoorziening in de landbouw.
Vooral hier in het Zuiden is dit probleem na de
watersnood van 1 Februari 1953 wel zeer a'ctueel
geworden.
De grote kapitaalsinvestering die dit vraagt zal
in sommige gevallen echter nog wel een rem zijn
om tot aanschaf van een rooier over te gaan.
Dat verschillende loonwerkers, die met hun be
drijf wensen bij te blijven, deze gelegenheid heb
ben benut, stemt tot grote tevredenheid vooral
van vele minder kapitaalkrachtige boeren.
Door verschillende loonwerkers zijn dit seizoen
reeds volledige rooimachines aangeschaft en wordt
hiermee reeds behoorlijk werk verricht.
Om nu tot een overzicht der demonstratie over
te gaan, dient nog opgemerkt te worden het vrij
grote verschil tussen de vroeger (1951 en 1953)
gehouden demonstraties en deze.
Toen waren het overwegend de lichters en kop-
apparaten, alsmede kopschoffels die te zien waren,
thans waren het overwegend de grotere machines
die in flinken getale aanwezig waren.
Voor de kleinere bedrijven, waar men in meer
dere gevallen toch nog wel over enige eigen ar
beidskrachten beschikt, is de methode van werken:
eerst koppen met kopschoffels en daarna lichten
met éénrijige lichter met paard, toch zeker nog wel
aanbevelenswaardig. Met deze werkmethode kun
nen blad en kop zeer zuiver worden gewonnen. Dit
is vooral als product voor 'n goede silage van groot
belang. Het zware werk wordt er vrijwel geheel
mee weggenomen en men verkrijgt er altijd nog
enige tijdsbesparing door van 10 a 15 Wanneer
men de mogelijkheid heeft om bij het werken met
de kopschoffels het loof rechtstreeks op een wagen,
waarvoor een paard gespannen is, te gooien dan is
de arbeidsbesparing 20 ten opzichte van normaal
handwerk en later opladen van 't blad.
Om al de verschillende mogelijke methoden en
combinaties van methoden hier te behandelen is
niet de bedoeling.
Wanneer men geïnteresseerd is bij de diverse
mogelijkheden zowel voor groot als klein bedrijf,
kan het zeer nuttig zijn publicatie nr. 31: „Nieuwe
werkmethoden in de Suikerbietenoogst" door Ir
A. Moens bij het I. L. R. te Wageningen te bestel
len (prijs ƒ3,
Daarin worden uitvoerig alle mogelijkheden
vanaf geheel handwerk tot volledig machinaal
rooien toe behandeld.
Wil men goed met diverse machines, zowel zaai-
als dun- en oogstmachines kunnen werken, dan
zal men reeds in de herfst bij het ploegen moeten
zorgen voor behoorlijke gelijke ligging van het
land. Dan is het meestal mogelijk om in 't voorjaar
met weinig werk een zeer gelijkmatig zaaibed te
verkrijgen. Dit is beslist noodzakelijk om alle ver
dere machinale bewerkingen goed te kunnen uit
voeren.
Bepalen wij ons nu tot de gedemonstreerde ma
chines (in volgorde van het programma).
No. 1. Éénrijige scharenlichter voor ongekopte bie
ten. Weha van A. Westerhof te Bedum.
Deze lichter getrokken door een paard, dat daar
mee niet totaal belast wordt, kon vrij regelmatig
doorwerken, dank zij de aanwezigheid van een
kleine draaiende torpedo. De vrij onregelmatige
stand der bieten (over 't gehele perceel) n.l. soms
vrij hoog boven de grond en dan weer geheel in de
grond, leverde voor vele werktuigen wel moeilijk
heden op.
Door deze onregelmatige stand was het werk
niet zoals men het graag ziet, n.l. dat vrijwel alle
gelichte bieten blijven staan. Dit is dan een groot
gemak bij het verder werken in handwerk. Wan
neer zoals hier het geval was, veel bieten worden
omver getrokken of geschoven, geeft dit tijdver
lies en meer grond in het blad dan normaal be
hoeft te zijn. Wanneer in meer-gelijkstaande bie
ten hiermee gewerkt kan worden, zal dit euvel
zeker niet te zien zijn. De bieten werden verder
vrijwel alle geheel gelicht en er was weinig punt
verlies te constateren. Moet nauwkeurig worden
afgesteld.
No. 2. Een drierijige lichter voor ongekopte bie
ten van C. van Liere te Wolf aartsdijk.
Deze pennenlichter wordt aangebouwd aan de
driepunts-ophanging van een trekker. Hiermee
moet zeer nauwkeurig worden gereden daar deze
lichters slechts uit één enkele iets gebogen pen
bestaan met vrij scherpe punt. Wanneer slechts
enkele c.m.'s uit de juiste rijrichting wordt gere
den worden de bieten reeds niet voldoende gelicht.
De bieten bleven meestal behoorlijk goed staan,
doch een gedeelte werd niet voldoende gelicht om
verder met de hand te kunnen worden opgetrokken.
Dit is een zeer eenvoudige methode welke bij goe
de toepassing (n.l. een 10 a 12 dagen gelicht laten
staan en dan verder met de hand lichten) meestal
tot een hoger suikerpercentage kan leiden. Dit
geldt ook voor de vorige beschreven lichter.
No. 3. Eénrijig kopapparaat van A. Westerhof
te Bedum.
Dit vrij licht gebouwd apparaat gaf (misschien
al weer door de vrij onregelmatige hoogtestand der
bieten) slechts matig kopwerk te zien. Deze metho
de geeft zeker geen arbeidsbesparing te zien ten
opzichte van werken met de kopschoffel, waarbij
het blad direct zijwaarts op ruggen kan worden
gedeponeerd.
No. 4. Tweerijig kopapparaat van fa. Van Driel
en Dorsten N. V.
Hiermede werd goed werk verricht, mits precies
werd gereden. De capaciteit ligt dubbel zo hoog
als de vorige, doch het loof moet ook met hand
werk worden verwijderd.
No. 5. Eenrijïge lichter voor gekopte bieten van
A. Westerhof te Bedum.
Dit werk was behoorlijk goed te noemen; het
lichten is voor een paard slechts een peulschilletje,
vereist n.l. slechts geringe trekkracht. Van deze
lichters werken er in Zeeland reeds vele tot te
vredenheid der gebruikers. Ook in het land van
Altena, Langstraat en West-Brabant ziet men bij
kleinere bedrijven verschillende dezer lichters pri
ma werk leveren.
No. 6. Bietenoogstmachine Catchpole Cadet met
loofverzamelaar van fa. Kuiper te Halfweg.
Deze machine, evenals de volgende een volledige
rooimachine, maakte behoorlijk werk, hoewel de
koptarra wel wat hoog was. Het kopmes is later
waarschijnlijk iets dieper afgesteld, waardoor dit
beter kopwerk te zien gaf.
Een solide sterk gebouwde machine.
No. 6a. Bieteitoogstmachine Catchpole Cadet van
fa. Schipper te Goes met voorraadbak en loofver
zamelaar.
Met deze machine wordt, het loof afgevoerd en
kunnen 3 rijen op één lang zwad worden gebracht.
De bieten worden verzameld in een voorraadbak
en kunnen worden gedeponeerd op hopen op het
vooreind. Dit geeft wanneer men machinaal kan
laden met grijper of voorlader wel zekere voor
delen.
Om ook het loof snel te kunnen laden is daar
voor ook weer een bladlader nodig. Wanneer men
op grote bedrijven tot zover mogelijk wil mechani
seren, zit in deze combinatie met bietenlader en
met bladlader (weer twee aparte werktuigen) wel
iets in. Gaf vrij goed werk te zien.
No. 7. Bietenoogsicombiiiatie Roerslev van fa.
Van Driel en Dorsten N. V. Hoofddorp.
Deze combinatie van éénrijige korfrooier met
eenrijïge kopper met zijafvoer vroeg vrij veel
kracht waardoor de trekkerwielen soms zelfs slip
ten op deze vrij zware grond. Wanneer met deze
combinatie op zavelgrond kan worden gewerkt
zal men daar geen moeite mee hebben. Het
systeem is een vorklichter waardoor nogal veel
grond meegenomen wordt aan de biet. Het grond-
tarrapercentage was dan ook vrij hoog doordat
deze vrij taaie grond moeilijk los liet.
Zowel loof als bieten komen in flinke ruggen
dwars op het veld te liggen. Matig werk, te hoge
tarra.
No. 8. Bietenoogstmachme Peter Standen van fa.
Magnus en v. d. Heijden te Steenbergen.
Deze machine brengt de bieten en het loof in
dwarszwaden op het veld. Gaf matig werk te zien.
No. 9. Eenrijïge bietenoogstmachine Stoll met
Bosse hoogkipper van H. J. Hoegen Dijkhoff Jr, te
Doetinchem.
Deze vrij dure combinatie (voor IV2 tons hydrau
lisch geheven kipper wordt apart 3500,— berekend
plus 8035,voor de machine), gaf behoorlijk
werk.
Met deze kipper kunnen de bieten op een niet te
hoge wagen worden gelost. Of deze combinatie ren
dabel te gebruiken is zal voorlopig nog een open
vraag blijven. Het loof wordt afgevoerd en er kun
nen 3 rijen op een zwad worden gebracht.
No. 10. Eenrijïge bietenoogstmachine Stoll van
H. J. Hoegen Dijkhoff Jr.
Deze reeds veel verkochte machine maakte goed
werk. Is uitgerust evenals de vorige met scharen-
lichters.
Bieten en loof worden in dwarszwaden op het
veld gebracht.
Van dit type werken reeds vele tientallen door
het gehele land, meestal tot volle tevredenheid.
No. 11. Eenrijïge bietenoogstmachine Kemli van
J. J. C. de Lignie te Herkingen.
Deze machine, uitgerust met lichtscharen, heeft
iets meer mogelijkheden dan de vorige. In de
draaiende korf bevindt zich nog een soort draaien
de worm, waardoor de reiniging onder ongunstige
omstandigheden nog iets intensiever kan zijn.
Maakte vrij goed werk. Er schijnen zich met deze
machine enkele moeilijkheden voor te doen wat
betreft breuk van enkele onderdelen. Wanneer
deze moeilijkheden overwonnen zijn zal deze ma
chine van Nederlands fabrikaat meer kansen gaan
maken.
No. 12. Een rijïge I. H. C. bietenoogstmachine van
fa. Heesters te Roosendaal.
Dit betreft een pas geïmporteerde machine van
Franse oorsprong. Daar de machine buiten wer
king kwam door het breken van een ketting was
hierover vrijwel geen oordeel te vormen. Te ver
melden valt dat de bieten in een achtergehangen
tweewielige kipbak worden meegenomen, die aan
het eind van de gang kan worden leeggestort, plm.
1 ton laadcapaciteit.
Het loof wordt in dezelfde gang gekopt en weg
geslagen en komt vrijwel waardeloos voor voe»
doeleinden verspreid over het veld.
No. 13. Eenrijïge bietenoogstmachine Bosch van
fa. Heesters te Roosendaal.
Deze machine uitgerust met lichtscharen, brengt
zowel bieten als loof op dwarszwaden op het land.
Gaf behoorlijk resultaat.
No. 14. Tweerijïge bietenoogstmachine Mansholt
van Vicon te Nieuw Vennep.
Bij deze machine moet eerst vooraf worden ge
kopt, in dit geval met een tweerijïge kopper. Het
loof wordt zijwaarts afgevderd met een Lelyhark-
keerder. Dit is nog slechts provisorisch werk, daar
door de fabrikant aan een tweerijïg kopapparaat
wordt gewerkt, waardoor met dezelfde werkgang
gekopt zal worden en het loof zijwaarts afgevoerd.
Het principe van deze machine is geheel afwij
kend van alle andere machines. Hier wordt n.l.
gewerkt met 2 draaiende krukstangen per rij bie
ten.
Door de voortgaande beweging der machine
tegelijkertijd met de opwaartse slag van de kruk
stangen wordt de biet als 't ware iets draaiend uit
de grond gerukt. Juist door deze handeling blijlt
er weinig grond aan de bieten.
De bieten worden op een achter de machine ge
hangen wagen via een transportband gebracht.
Dit systeem is onder behoorlijk droge omstandig
heden wel aardig, doch dit meerijden der wagens
met bieten geeft bij natte omstandigheden van de
grond zeker moeilijkheden met de verdere grond
bewerking.
No. 15. Eenrijïge Peter Standen bietenoogst
machine van fa. Groenewege te Rozenburg.
Deze machine, die matig werk leverde, (het kop
pen liet wel iets te wensen over) brengt zowel loof
als bieten op dwarszwaden.
No. 16. Laiiz bietenoogstmachine van Libau te
Roosendaal.
Deze tweerijïge pennenlichter brengt de bieten
ook rechtstreeks op een naastrijdende wagen.
Het koppen meet eerst vooraf öf met de kop-
schoffel, öf zoals hier plaats vond, met tweerijïge
kopapparaat worden uitgevoerd, waarna deze eerst
zijwaarts moeten worden weggewerkt.
Deze machine was niet op de beoordelingsdag
aanwezig zodat geen monsters zijn genomen voor
onderzoek op grondtarra, verlies enz.
Door de pennen kwam nog al veel grond aan de
bieten mee op wagen.
Een machine, die op lichte zavelgrond waar
schijnlijk bruikbaar zal zijn.
No. 17. Bladlader „Diadeem" van H. J. Hoegen
Dijkhoff Jr, Doetinchem.
Deze machine wordt aangedreven door de lucht-
bandwielen, waarop zich flinke nokken bevinden.
Het loof dat van enkele rijen op langszwaden is
verzameld, wordt daarmede mooi zuiver opgeno
men en kan vrij snel een wagen worden geladen.
De werkhoogte van de transportband is onder het
rijden verstelbaar met een handlier. Waarschijnlijk
is deze transportband voor meerdere doeleinden
geschikt.
No. 18. Bietenlader B. A. V. van fa. Magnus en
v. d. Heijden te Steenbergen.
Deze machine is bruikbaar wanneer de bieten
van 5 of 6 rijen in langszwaden op het veld komen
te liggen. Dit kan plaats vinden bij normaal hand
werk en bij het werken met de lichters, zowel één
als meerrijïge.
In enkele minuten kan daarmee een wagen ge
laden worden. Jammer is alleen dat deze machine
niet bruikbaar is om de bleten van de steeds vrij
zware dwarszwaden der grote machines op te laden.
No. 19. „Rational" bietenoogstmachine van fa. De
Schrijver.
Deze machine, die op de beoordelingsdag met
gewerkt heeft en waarvan geen monsters zijn ge
nomen voor tarrabepaling enz. is een tweerijïge
vorklichter. Naast de machine loopt een apart
aangehangen tweerijïge kopper, die het loof zij
waarts op rijen afvoert. De bieten worden recht
streeks op een naastlopende wagen gedeponeerd.
Het bezwaar hiervan kan zijn als genoemd bij nr.
14. Maakte ondanks de vorklichters matig werk.
Dit is nog een proto-type voor ons land en hiermede
zal verder moeten worden geëxperimenteerd.
No. 20. Klein bietenoogstmachine van Centraal
Bureau te Rotterdam.
Dit is voor ons land de eerste geïmporteerde
machine, die in Duitsland al eerder werkte met
pennenlichters.
Hier waren lichtscharen aangebouwd. De machi
ne, die dezelfde rij eerst kopt en dan de bieten
licht, brengt zowel bieten als loof in dwarszwaden
op het veld. Daar zeer snel werd gereden had deze
machine een grote capaciteit, wat waarschijnlijk
oorzaak was dat veel beschadiging aan de bieten
optrad. Met deze machine, die in gunstige prijs
klasse komt, zal ook verder worden geëxperimen
teerd.
Verder waren nog aanwezig enkele trekkers met
laadschoppen en grijpers, n.l. Ferguson, Hanomag,
I. H. C. en Nuffield. Met deze laadschoppen kan
behoorlijk goed bieten worden geladen wanneer
de grond waar de bieten gestort zijn, vrij gelijk en
liefst vast is.
Met de Hanomag met grijper kan heel snel uit
de dwarszwaden loof geladen worden.
In de toekomst zal van deze apparaten, waarmee
ook goed slootwallen, mest met de grijpers enz. ge
laden kan worden zeker meer gebruik gemaakt
worden.
G.