11 taarn Gebrs de Jongh ONDER de SPREITVORMING SECTOIV ZATERDAG 2 2 OCTOBER 195 5. 687 Zeer hoog zijn op het ogenblik de prijzen, die worden betaald voor het hardfruit. Er zullen ver schillende telers zijn, die er wel wat voor voelen om hun bedrijf uit te breiden. En inderdaad is het verleidelijk om in een seizoen, als we thans heb ben, plannen te maken om een oude boomgaard te rooien en opnieuw in te planten, of een stuk open 'land met bomen te beplanten. Uw lantaarnman wil zich niet mengen in uw plannen. Hij kan slechts «de vurige hoop uitspreken dat alle oude boomgaar den in Zeeland gaan verdwijnen, want die horen bier niet meer thuis. Wat er verder gebeurt, zal iedere fruitkweker voor zich moeten uitmaken. Toch willen wij deze week eens dieper ingaan op dat probleem van de nieuwe inplant. Want een probleem is het toch inderdaad naar onze mening. Wanneer wij er voor staan, voelen wij het tenmin ste zo aan. De eerste vraag, die bij ons opkomt, is dan: Welke rassen, zal ik aanplanten? We hebben zoveel rassen in ons land, dat een keuze al zeer moeilijk wordt. Dan komt daarom de vraagZal ik zomerrassen nemen of win ter rassen? Zal ik het met appels proberen of zouden peren meer mogelijkheden geven? We kunnen doorgaan. We weten echter, dat de Zeeuwse fruit kweker bij de tijd is. Hij zal steeds de aandacht vestigen op iets nieuws, dat goede kansen kan geven. Daarom is er grote belangstelling voor nieuwe rassen in de fruitteelt. We herinneren ons nog een vergadering, belegd door de afd. Kapelle en Omg. van de N. F. O., waar vorig jaar Ir Van Hennik over deze dingen sprak. De belangstelling was enorm groot. De laatste jaren is er speciaal uit de appelbus heel wat nieuws gekomen. Omdat pr de laatste jaren een streven is om het sortiment zomerrassen uit te breiden, willen wij deze week hieraan spe ciale aandacht schenken. We menen uit te mogen gaan van de wetenschap, dat de zomerrassen, die we nu hebben, over het algemeen maar matig voldoen. Vooral de kwaliteit van enkele zomerrassen is aan de slechte kant. Toch zien we de laatste jaren dikwijls een hoge prijs voor het zomerfruit. Een reden temeer dus om niet zonder meer hieraan voorbij te gaan. Op het ogenblik hebben we als voornaamste zomerrassen Yellow Transparant Perzikrode Zomerappel, Zigeunerin en James Grieve. Dit zijn de meest voorkomende rassen in Zeeland. Zijn deze rassen dan niet goed meer? zult zich afvragen. Misschien is „slecht" een te groot woord voor deze rassen, maar er kleven toch vele bezwaren aan. De vroegrijpende Yellow Transparant (Made leine) geeft nog al eens een te lage productie. Dit jaar in het bijzonder. Dit is een bezwaar. Daar naast is de boom bijzonder vatbaar voor kanker. Ook op vorm en kleur van de appel is nog al wat aan te merken. Ook de perzikrode zomerappel heeft nadelen en bezwaren. Het is een zeer productief ras. Boven dien waren de laaste jaren de middenprijzen zeer hoog. In geldelijke opbrengst werd de Cox Orange zelfs geëvenaard. Hieruit kan de conclusie worden getrokken, dat de gunstige rijpingstijd en de rode kleur door de handel wordt gewaardeerd. Een groot nadeel is echter de meligheid, welke zeer vlug optreedt. Als men er na de pluk niet terdege op let, is er een gro te kans, dat men na enkele dagen reeds bemerkt, dat ze waardeloos zijn. Dit is een zeer ernstig be zwaar, dat de oorzaak is van een grote reserve bij het aanplanten van dit ras. Over de Zigeunerin het volgende: De rijpingstijd valt gunstig. De boom is tamelijk gezond en de vrucht heeft een goede kleur. De smaak is echter uitgesproken slecht en met een Zigeunerin zal men heus geen reclame maken voor meer fruitgebruik. Als onze kwekers zelf hun pro- duet moesten eten dan zou ongetwijfeld de Zigeu nerin binnen zeer korte tijd uit Zeeland verdwenen zijn, alleen al om de smaak. Rest dan nog de James Grieve. Dit is ongetwij- feld de beste der zomerappels. Hij heeft een fijne smaak en wordt doör de consument gewaardeerd. De laatste jaren is dit ras dan ook op grote Schaal aangeplant. Op het ogenblik is er echter een aarzeling merkbaar ten aanzien van dit ras. De oorzaak? Volgens Uw lantaarnman ligt deze bij de teler zelf. Die plukt namelijk de James Grieve veel en veel te vroeg. En als ze dan geplukt zijn, maar zo gauw mogelijk naar de veiling, want straks komt de stip. Enkele jaren terug trapte de handel nog wel eens in deze val. Nu niet meer. Enkele jaren terug betaalde men zeer hoge prijzen voor de eerste James Grieve, die niet te eten waren van wege de stip. Nu wordt de handel voorzichtiger en deze wacht tot de vruchten goed op kleur zijn ge komen. Toen zagen we ook de prijs omhoog gaan. Dit bezwaar is dus door overleg te verhelpen. Een ander bezwaar is de teerheid van deze appel. Men moet deze appel zeer zorgvuldig en vooral droog behandelen want anders zien we zeer veel butsplekken. Vooral ook voor de export is het van belang dat dit ras zorgvuldig vvo£dt behandeld. Dikwijls moet het hiervoor immers worden overgepakt in een malig fust en dikwijls ook is dat funest voor de appel. Toch is de James Grieve nog moeilijk te vervan gen en bij een goede be- en verhandeling zal hij zijn plaats zeker behouden. Nieuwe rassen Thans komen wij aan de nieuwe rassen ter ver vanging van ons zomer-sortiment. Vele namen zijn bekend. Het is echter overalproberen. Toch willen wij zien wat er is. Allereerst de Close. Deze wordt op het ogenblik genoemd als de voornaamste belager van de Yel low Transparant. Er is echter nog weinig van be kend. Als er voldoende belichting is, is de kleur der vrucht wel goed. Ze worden dan voor 't groot ste deel rood. De vorm is echter minder fraai. De ze is hoog en zeer onregelmatig. De smaak is tame lijk maar niet beter dan de Yellow. Het is een zomerappel en de houdbaarheid is in verband hier mede wel voldoende. De rijpheid is practisch gelijk met de Yellow of iets later. Het is een flinke en stevige boom welke niet bijzonder vroeg vruchtbaar is. Over de vatbaarheid voor ziekte zijn nog geen klachten gekomen. Toch durft Uw lantaarnman de Close nog geen aanwinst te noemen. Een ander vroegrijpend ras is de Eodi. Deze komt met de rijpheid precies tussen de Yel low en de Perzikappel in. De boom is vroeg vrucht baar. De vruchten zijn van een flink formaat, groen van kleur en niet bijzonder smakelijk. Verder is nog bekend dat bij het rijpen klachten voorkomen over het barsten der vruchten. Dit zijn bekende en ernstige nadelen en deze manen tot uiterste voorzichtigheid bij de aanplant. Over de Stark Earliest is wel wat meer bekend. Deze nieuwe ster heeft in de fruitkwekerswereld heel wat stof doen opwaaien. Men heeft er dan ook hoge verwachtingen van. Het ras heeft goede eigenschappen en wordt algemeen genoemd als de vervanger van de perzikrode zomerappel. In 1948 werd dit ras naar ons land gebracht door een Zeeuwse teler, die al jaren bezig is om betere vervangers voor de zomerrassen op te sporen. Uit een 40 tal variëteiten kwam dit ras naar voren. Na een scherpe selectie op de bomen, kwam deze teler in 1952 voor het eerst aan de markt met de Stark Earliest. Hij noemde hem de „Scarlet Pim pernel". De eersté indruk van de vrucht is goed. Als ze plukrijp is, heeft ze een mooie rode blos en een gele ondergrond. Als ze voldoende belicht is, is de vrucht bijna helemaal rood. Als men ze enige dagen laat narijpen, komt de kleur nog meer tot haar recht. Het vruchtvlees is wat aan de vaste kant, maar dit is niet hinderlijk. Ze is sappig en zachtzuur en de smaak is stukken beter dan die van de Yellow Transparant en de Perzikrode zomerappel. De vruchten zijn wel wat kiein van stuk, maar mooi van vorm. Het meeste succes werd verkregen op type 9. Van vatbaarheid voor bepaalde ziekten is tot op heden niets gebleken. Dit zal dus zeker niet erger zijn dan bij andere rassen. Ook de goede houdbaarheid is een groot voordeel. Zonder dat er ook maar iets aan de kwaliteit ver mindert, kan men ze rustig een week wegzetten. Ook zijn goede resultaten verkregen met bewaring in het koelhuis, maar dit zal waarschijnlijk wei niet nodig zijn voor dit ras. Uw lantaarnman at be gin OctoDer nog vruchten welke uit het koelhuis kwamen en ze waren nog van prima kwaliteit. Gezien aeze resultaten geloven wij, dat voor dit ras een goede toekomst is weggelegd. Er is immers behoefte aan vroege en goedgekleurde appels en hieraan voldoet dit ras. Verder wordt voor export een appel gevraagd, die tegen een stootje kan. Ook hieraan wordt voldaan. In Frankrijk is dit ras ook al bekend en heet daar Super Precose. Een variatie in dit ras is echter mogelijk want in Frankrijk hebben ze geen rooe blos maar zijn gestreept. Vorm en smaak zijn daar echter precies eender als in Zeeland. Omdat echter de mooie rode blos van zoveel belang is, kunnen wij enkel maar deze raad geven: Wees voorzichtig bij de aankoop van plantmateriaal van dit ras en schaf enkel goedgekeurd plantgoed aan. Verder hebben we bij de vroege zomerappels nog de Ear ley Mac Intos. Deze rijpt iets later dan de perzikappel. De vruchten zijn mooi van vorm en uitstekend van smaak. Dit ras heeft echter het grote nadeel, dat het onderhevig is aan beurtjaren. Hierdoor is een aanbeveling hiervoor ook erg moeilijk te geven. Voor de James Grieve is tot op heden geen goede vervanger gevonden. Misschien is dat niet nodig ook. Ze vraagt een goede verzorging en hieraan kan elke goede fruitkweker voldoen. Men noemt nog wel Tydeman's Earley Wor- chester en Rode James Grieve. Eerstgenoemde heeft ook nogal wat bezwaren, maar wegens plaatsgebrek kunnen wij hierop niet nader ingaan. Het voornaamste is echter, dat men reeds enkele jaren in Engeland dit ras heeft en daar is men er niet enthousiast over. Toch menen wij, dat het misschien hier wel beproevenswaardig is. De Rode James Grieve is een mutatie van de gewone James Grieve. Uitgezonderd de kleur ia het eender als de gewone James Grieve. Al was het enkel maar dat men moest wachten met pluk ken tot de vruchten rood zijn, dan was dit al een verbetering. Maar als men de gewone James Grie ve maar lang genoeg aan de bomen laat hangen wordt de kleur ook goed. De samenvatting van het lantaarnpraatje van deze week is dus: Alle vernieuwing is geen verbetering. Voor vervan ging van Yellow Transparant en James Grieve Ls nog weinig goeds aan te geven. Voor Perzikappel en Zigeunerin kan zeker de Stark Earliest als een vervanger worden genoemd. Wanneer dit ras haar plaats zou weten in te nemen, zou het een belang rijke verbetering van ons zomersortiment zijn. Uit een geheim week boek van Bram uit de Slikhoek. 18 Oct. De eerstgezaaide tarwe staat al weer boven. Het is altijd een mooi gezicht, die fijne dunne groe ne sprietjes tussen de kluiten te zien doorkomen eerst schuchter, doch elke dag worden ze wat forser en spoedig kleuren ze de gehele akker groen. Veel te vroeg stapt de boer over zijn gezaaid graan of er nog niets uitkomt en plotseling, als door een wonder, staat het ineens boven. Hij loopt er verge noegd over, want hij kan zaaien, maar dan moet hij maar stil afwachten. Is er genoeg vocht in de grond, is de temperatuur hoog genoeg? Zo peinst de boer en hij is knap blij als de zijen zich vertonen. Het weer is nog steeds prima en we vergelijken het elke dag nog met het natte najaar van vorig jaar. Het werk schiet goed op, al worden we telkens geremd door de geringe afvoer der bieten. Er schijnt door de laatste regen op vele plaatsen nog al groei in de bladeren der bieten te zijn gekomen en daardoor is het gehalte soms lelijk terugge lopen. Het is natuurlijk alles geen verlies, daar de bieten zelf door vocht-opname meer opbrengst per ha geven, doch wanneer het suikergehalte zo rond de rode streep komt te liggen, vinden we het maar zó. Het lichten der bieten gaat van 't najaar op niet al te zware grond best, doch op zware grond heeft de lichter nogal wat te verduren en is het werk ook minder. We hebben mooi werk gezien van de Stoll-rooimachinës op niet te zware grond. Op de zware grond moet het werk minder zijn geweest, doch dit hebben we niet gezien. De grond is nu goed droog, maar wanneer dit niet het geval is, rijdt men de grond erg uit elkaar door het vele fr rijden met tractor en machine en lijkt een gerooide kavel wel met de aardappelploeg bewerkt, doch nu is het goed uitvoerbaar. De mechanisatie schrijdt ook bij het bietenwerk voort en wanneer straks het arbeidersareaal nog afneemt, zullen we er blij mee zijn, dat het reeds zovèr is, want daardoor zullen we bieten kunnen blijven telen. De suikerbietenteelt, die van zoveel belang is voor de boer en ons gehele volk, mag toch niet verdwijnen, want wat anders hebben we nog niet. Toen de meekrap door de chemische kleurstofbe reiding moest verdwijnen, is de suikerbiet geko men, een gewas, waar veel aan verdiend is, door boer, fabrikant en handelaar. We kunnen haar daarom niet missen. (Advertentie). bij aardappelen voorkomt U veilig ■ft voordelig ■ft bedrijfszeker ft zonder kleurverandering ft zonder smaakbeïnvloeding met Vraagt inlichtingen bij: POSTBUS 35 GOES

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 7