Akkerbouwproductie Praatavond Voorlichtingsavonden De Aid. „ZAAMSLAG" der Z. L. M. €92 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Oogst 1955 Bij het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn de uitkomsten gereed gekomen van de in Septem ber j.I. gehouden oogstraming, waaraan het vol gende is ontleend. GRANEN. Verwacht wordt een totale opbrengst van 1.739 millioen kg, hetgeen 76 millioen kg meer is dan in 1954. Tarwe vertoont bij een hogere hectare-opbrengst (+9%) een lagere totaalopbrengst dan vorig jaar, n.l. 350 millioen kg, tegen 397 millioen kg in 1954 12 wat een gevolg is van een inkrim ping van het areaaL De totale opbrengst van de rogge wordt geraamd op 457 millioen kg, tegen 512 millioen kg in 1954 11%). Deze lagere productie is zowel het ge volg van een lagere hectare-opbrengst, als van een kleiner areaal. De productie van gerst, haver en mengsels van granen bedraagt thans respectievelijk 264 (v.j. 207), 575 (v.j. 465) en 92 (v.j. 84) millioen kg. PEULVRUCHTEN. De totale opbrengst van de erwten is thans 131 millioen kg tegen 92 millioen kg in 1954 42 waarvan groene erwten 108 millioen kg 34 schokkers 16,4 millioen kg 71%) en capueij- ners en grauwe erwten 6,1 millioen kg 213 OLIEHOUDENDE- EN VEZEL GEWASSEN e.d. De totale opbrengst van de oliehoudende zaden is eveneens aanzienlijk hoger dan vorig jaar en bedraagt thans 55 millioen kg 22 Hoewel de opbrengst per ha van kool- en raap zaad en karwijzaad lager was dan vorig jaar (resp. 7 en 11 is de totale productie, als gevolg van de uitbreiding van de beteelde opper vlakte, respectievelijk 13 en 63 hoger. De totale opbrengst van het gerepeld vlas wordt geschat op 186 millioen kg tegen 163 millioen kg in 1954 14 KNOL EN BOLGEWASSEN. De opbrengst per ha van de consumptie- en voe deraardappelen is 9 hoger dan in 1954. De totale productie is echter, als gevolg van de inkrimping van het areaal, 3 lager en wordt thans geraamd op 2.831 millioen kg. De totale opbrengst van de fabrieksaardappelen is vrijwel gelijk aan die in 1954. De invloed van de inkrimping van de oppervlakte blijkt nagenoeg te zijn opgevangen door de hogere opbrengst per ha. De totale productie van zaai-uien bedraagt 97 millioen kg tegen 114 millioen kg in 1954 15 OOGSTRAMING SEPTEMBER 1955 Geoogste op- vlakte 1955 DEFINITIEVE RAMING ha Kool- en raapzaad7.433 Blauwmaanzaad1.996 Karwijzaad3.197 VOORLOPIGE RAMING Granen Tarwe89.256 w.v. wintertarwe34.748 zomertarwe54.508 Rogge153.884 Gerst69.890 w.v. wintergerst3.673 zomergerst66.217 Haver170.680 Mengsels van granen29.065 Peulvruchten Groene erwten30.977 4.887 1.989 Opbrengst 1954 1955 2.711 865 1.840 3.604 3.869 3.301 3.086 3.294 3.171 3.303 3.267 3.105 kg Schokkers. Kapucijners en grauwe erwten... Oliehoudende- en vezelgewassen e.d. Mosterdzaad Kanariezaad Vezelvlas: gerepeld lijnzaad.. 2.862 2.861 2.361 2.529 1.209 1.644 3.920 3.857 3.960 2.971 3.782 3.847 3.779 3.369 3.169 3.494 3.358 3.049 603 1.680 39.192 Knol- eij bolgewassen Vroege aardappelen 2) Cons.- en voederaard (incl.'pootaard.) 106.284 24.363 Kleigrond (incl. uitval)I (excl. uitval) Zand- en veengrond (incl. uitval) (excl. uival) Fabrieksaardappelen37.524 Zaai-uien 2)3.952 8.649 52.326 53.958 25.588 23.647 19.892 26.635 28.507 24.775 24.820 19.641 28.136 24.516 Stro van: per ha 1955 in van 1954 93 140 89 Totale 1954 ton opbrengst 1955 1955 in van 1954 16.599 615 3.214 109 100 120 96 115 121 114 103 102 122 117 129 396.505 227.250 169.255 511.764 206.927 10.791 196.136 464.737 83.540 80.743 9.616 1.936 18.798 2.414 5.254 349.889 134.016 215.873 457.223 264.348 14.130 250.218 575.017 92.111 108.222 16.410 6.064 109 2.904.313 110 104 1.059.241 114.286 172.044 2.830.848 1.491.638 1.296.369 1.339.211 1.059.806 1.055.790 96.887 113 393 163 88 59 128 89 128 131 128 124 110 134 171 313 1.090 1.535 141 641 926 144 1.586 2.535 160 1.137 4.259 375 5.344 5.770 108 163.083 185.739 114 783 850 109 23.895 27.366 115 97 100 85 89.256 4.098 4.678 114 450.854 417.562 93 w.v wintertarwe 34.748 3.697 4.010 108 217.147 139.355 64 zomertarwe 54.508 4.558 5.104 112 233.707 278.208 119 153.884 4.587 4.782 104 760.681 735.837 97 69.890 2.221 2.875 129 139.579 200.919 144 w.v. wintergerst 3.673 2.936 3.729 127 9.991 13.696 137 zomergerst 66.217 2.181 2.827 130 129.588 187.222 144 170.680 3.752 3.879 103 533.730 662.126 124 Mengsels van granen 29.065 3.080 3.368 109 82.867 97.889 118 Groene erwten 30.977 2.216 2.494 113 62.518 77.252 124 4.887 2.381 2.598 109 8.003 12.698 159 Kapucijners en grauwe erwten 1.989 2.166 2:533 117 1.776 5.038 284 Kanariezaad 1.680 4.998 8.396 1) Beteelde oppervlakte en opbrengst per ha gemeten maat. 2) Oppervlakte cijfers voorlopig. DENKT AAN DE OPFOK VAN UW VEULENS Interessante uitkomsten van het mestonderzoek van veulens op wormeieren Gedurende de laatste weken is er een groot aantal mestmonsters van veulens onderzocht op vvezig waren: 1650 spoelwormeieren en 175 strongyluseieren. Er waren zelfs enkele dieren met 7000 spoel- wormen, terwijl bij sommigen de uitslag geheel negatief was. Hieruit volgt dat veulens van 4 a 6 maanden oud dikwijls reeds een flinke besmetting met spoelwormen hebben. We raden iedere eigenaar van één of meer veulens aan om een mestmonster op te sturen naar het Laboratorium van de Gezondheidsdienst voor Dieren te Goes. Het onderzoek geschiedt koste loos en U krijgt bericht in welke mate uw veulens met wormen besmet zijn. Zo nodig stelt U zich dan met uw dierenarts in verbinding om de dieren te laten behandelen. Indien U achttienmaanders heeft, welke niet geheel naar wens ontwikkelen, doet U verstan dig om ook daarvan nu een mestmonster op te sturen, evenals van alle oudere paarden, welke in een te schrale conditie zijn, zonder dat U de oor zaak kent. Indien uw veulens er nu best uitzien, is dat geen reden om gerust te zijn en af te wachten tot ze misschien wat magerder worden. U kunt de schade dan niet meer geheel voorkomen en feite lijk is U dan al te laat. Wenken bij het opsturen van mestmonsters: 1. Laat geen veulens of paarden met een worm- kuur behandelen voordat U de uitslag van een mestonderzoek weet 2. Het opsturen van een goed gevuld lucifers doosje met verse mest is voldoende. 3. Leeftijd en naam van het dier vermelden. 4. Het is gewenst om ongeveer vier weken na een wormkuur opnieuw een mestmonster op te sturen. Dit is nuttig voor U om het resultaat van de behandeling te kunnen constateren en voor uw dierenarts en de Gezondheidsdienst nuttig om te weten hoe of het resultaat met bepaalde wormmiddelen geweest is. 5. In geval U mest opstuurt van een behandeld dier, vermeldt U behalve de naam en de leef tijd ook „behandeld". Om een goede indruk te krijgen van de verbreiding van de wormziekten en van de behandelingsresultaten, worden de uitslagen van die monsters namelijk apart ge houden. De Gezondheidsdienst zal U zo goed mogelijk van dienst zijn met het onderzoek, maar rekent omgekeerd ook op uw volle medewerking voor het verzamelen van volledige gegevens. G. GROOTENHUIS. LONGWORMEN BIJ GRASKALVEREN EN PINKEN In verband met de weersomstandigheden van deze zomer is de besmetting met longwormen dit' jaar bijzonder gering geweest. De destructor in Hansweert heeft dan ook gedurende de laatste maanden aanmerkelijk minder gestorven pinken en graskalveren op hoeven te halen dan het vorig jaar in precies dezelfde periode. We moeten er echter rekening mee houden dat het voor sommige bedrijven slechts uitstel be tekent en dat er nu in de herfst nog wel dege lijk een flinke longworminfectie kan optreden. De beste raad die er is, luidt nog steeds: Zodra U hoort dat het jongvee gaat hoesten, zet U ze op stal en laat ze alleen weer in de weide als deze droog is. In het najaar is het gras echter niet dikwijls droog en daardoor worden die worminfecties dan ook sterk bevorderd. Zolang het hoesten aanhoudt, dient U de dieren wat extra^krachtvoer te geven, b.v. havermeel- slobber. Indien de dieren nog niet hoesten, is het aan te bevelen ze in een andere weide te doen. Mochten de dieren reeds ziek zijn, mindere eetlust hebben en achteruit gaan in conditie, waarschuw dan Uw dierenarts. G. GROOTENHUIS. Op WOENSDAG 26 OCTOBER, om 7 uur, zal in Café „Het wapen van Zeeland" te ZAAMSLAG een worden gehouden, waar aanwezig zal zijn de Alge meen Secretaris Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN. Ook toegankelijk voor leden der L. J. G. Namens het Bestuur, J. J. DE REGT—DEKKER, Voorzitter. F. P. DE KUBBER, Secretaris. Het Kringbestuur West Zeeuwsch-Vlaanderen der Z. L. M. en zusterorganisaties zijn voornemens om a.s. winter een serie op het gebied van CHEMISCHE BESTRIJDING te geven. Zij wil dit doen in samenwerking met de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. Deze avonden zullen zoveel mogelijk dorpsgewijs gehouden worden, of wel te Oostburg. Opgave kan tot uiterlijk 30 October 1955 geschie den bij de dorpsafdelings-secretarissen der Z. L. M. De kosten voor deelname aan deze avonden zullen 5,per persoon bedragen: le avond: Overzicht diverse bestrijdingsmiddelen. 2e avond: Bestrijding van insecten (erwten-insecten, koolzaad-insecten, thripsen enz.). 3e avond: Bestrijding van schimmels (vetvlekken- ziekte, vlekkenziekte, phytophthora, zaai zaad-ontsmetting enz.). 4e avond: Bestrijding onkruiden (granen, vlas, erw ten, weiland). 5e avond: Voorzorgsmaatregelen bij de bestrijding. 6e avond: Sproeimachines en doppen, spuit- en ver- neveltechniek. 7e avond: Samenvatting met lantaarnplaatjes. HET KRINGBESTUUR DER Z. L. M. WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 12