üimbouwlantaarn
On«lcrt»i|9
ONDER
de
varkens
door
ZATERDAG 15 OCTOBER 195 5.
671
HET BORGSTELLINGSFONDS
Het eerste deel van onze tuinbouwlantaarn van
deze week is niet bestemd voor tuinders die goed
in hun „slappe was" zitten. Iemand die overal en
voldoende geld te pakken kan krijgen kan het lezen
van dit artikel wel gevoeglijk achterwege laten
want voor hem is het niet bestemd. De zaak ligt
echter anders voor iemand die geen „ouwe kous"
heeft of geen andere bronnen aan kan slaan en
die toch voor de noodzaak staat zijn bedrijf te ver
beteren, beter gezegd: te intensiveren.
Daarom willen wij, zij het heel in het kort, wijzen
op het borgstellingsfonds voor de Landbouw. DA
fonds kan o.a. aan tuinders medewerking verlenen
bij de verbetering van hun bedrijven. Het fonds
stelt zich dan „borg" voor geldleningen, die de
tuinders bij hun banken opnemen, teneinde daarme
de noodzakelijke voorzieningen in hun bedrijf te
betalen. Het fonds is over het algemeen echter
slechts borg voor 50 van het vereiste bedrag. De
andere helft moeten de tuinders op de een of ande
re manier zelf kunnen opbrengen.
Aan deze voorwaarden kunnen velen voldoen,
maar er zijn er echter ook die niet in staat zijn
die eerste helft volledig te verzorgen. Dit is geen
schande, want kleine voorzieningen kosten in deze
tijd al direct handen vol geld. Lang niet iedereen
beschikt over een bankrekening waarvan het saldo
toereikend is om zonder meer enkele duizenden
guldens te bestemmen voor bedrijfsverbeteringen.
Toch is het in vele bedrijven noodzakelijk om be
paalde voorzieningen te treffen en wij denken
daarbij in de eerste plaats aan de groentebedrijven
in onze provincie. Hoe dikwijls komt het bij onze
tuinders op Walcheren b.v. niet voor dat een op
groeiende zoon in het bedrijf wordt opgenomen.
Het gevolg kan dan zijn dat de beschikbare arbeids
kracht juist iets te groot wordt in verhouding tot
de aanwezige productiemiddelen. Dan is het mis
schien nodig om het aantal ramen platglas uit te
breiden. Het geld ontbreekt echter en in d e geval
len kan het borgstellingsfonds reeds gedeeltelijk
hulp verlenen want dit zal borg zijn voor hoogstens
de helft van het benodigde bedrag.
In verschillende andere delen van ons land zijn
daarnaast Waarborginstituten voor de tuinders op
gericht. In deze waarborginstituten treden provin
cie, gemeenten en veilingen als garanten op voor
hen die geld nodig hebben dat niet wordt gedekt
door de 50 die het borgstellingsfonds reeds dekt.
In Noord-en Zuid-Holland werken dergelijke waar
borginstituten reeds en in Gelderland is men in een
vergevorderd stadium van voorbereiding. In Gel
derland verwacht men dat hiervoor ook veel be
langstelling van de zijde der fruittelers zal zijn
waarbij men vooral aanvragen verwacht voor het
rooien van onrendabele boomgaarden en het even
tueel opnieuw inplanten daarvan, verder voor de
aankoop van machines, het bouwen van bewaar
plaatsen enz.
In Zeeland kent men nog niet een waarborginsti-
tuut. Wel kan men hier ook gebruik maken van
het borgstellingsfonds. In elk geval, zal het dan
dus ook mogelijk zijn om borgstelling te krijgen
voor 50 van het voor de verbetering van het be
drijf benodigde geH
Geen aspirine.
Wij menen er goea aan ie uoen om te wijzen op
deze mogelijkheid. Er kan immers in bepaalde ge
vallen behoefte bestaan aan iets dergelijks, ook in
Zeeland. Toch moeten wij nog iets anders opmer
ken. Mensen die wel eens hoofdpijn hebben nemen
een aspirientje en dan gaat het in de regel wel
weer over. Zo ligt het niet met een lening welke
een tuinder krijgt onder garantie van het borgstel
lingsfonds. Deze is geen aspirine waardoor zijn be
drijf vanzelf verbetert. Als voor een bepaalde inves
tering een bedrag is toegewezen dan zal de tuinder
terdege moeten bedenken dat met het geleende
geld gewerkt moet worden. Daaraan zit onherroe
pelijk vast: rente betalen en aflossingen voldoen.
En een ieder weet dat het daarvoor benodigde geld
niet zomaar op de rug groeit. De ervaring leert
echter dat de resultaten aan de verwachtingen be
antwoorden. Voor de tuinders die het nodig hebben
kan het borgstellingsfonds dus een waardevol hulp
middel zijn bij de verbetering van hun bedrijven.
Misschien zult U zich afvragen: Maar wordt er
toch gebruik gemaakt van het borgstellingsfonds?
Een antwoord op deze vraag lazen wi; in de Memo-
(Advertentie.)
VOOR DE LANDBOUW.
rie van Toelichting op de Landbouw begroting
1956 want daarin schrijft Minister Mansholt o.m
„De belangstelling bij land- en tuinbouwers voor
borgstellingen van het Borgstellingsfonds voor de
landbouw, neemt nog steeds toe. Per 30 April 1955
waren plm. 2800 borgstelllnge verleend tot een
totaal bedrag van 18.500.000.
Hiervan waren 1100 gevallen afkomstig uit de
sector akker- en weidebouw tot een bedrag van
5,8 millioen en plm. 1700 gevallen uit de tuin
bouwsector tot een bedrag van 12,4 millioen. De
betrokken land- en tuinbouwers voldoen vrijwel
zonder uitzondering aan hun verplichtingen tot be
taling van rente en aflossing op de leningen waar
voor borgstellingen zijn verstrekt".
Hieruit zien we dus iets van de ontwikkeling van
het borgstellingsfonds waarvan naar onze mening
in Zeeland nog te weinig bekend is.
Beter bewaarfruit.
Wij ontvingen dezer dagen de brochure „Beter
bewaarfruit" welke is samengesteld door het Cen
traal Bureau van de tuinbouwveilingen en in wel
ke brochure zeer.belangrijke aanwijzingen worden
gegeven voor het koelen en bewaren van fruit.
Deze brochure is samengesteld naar aanleiding
van de ongunstige ervaringen welke de laatste ja
ren zijn opgedaan met het koelen en bewaren van
fruit. Zij is samengesteld naar een reeds vroeger
uitgegeven publicatie van de Provinciale Commis
sie van veilingen in Limburg.
Verder is aan de samenstelling medewerking ver
leend door de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst,
de Nederlandse Fruittelersorganisatie en het Insti
tuut voor Bewaring en Verwerking van Tuinbouw
producten. Na de inleiding waarin er op wordt ge
wezen dat een goede bewaring begint bij de teelt
en waarin wordt verteld hoe 25 van de totale
productie van hard fruit 450 millioen kg) kan
worden bewaard in koelhuizen en bewaarplaatsen,
wordt een overzicht gegeven van de teelt en de
oogst. Bij de behandeling van de grondsoort lezen
we dat vruchten geteeld op zwaardere gronden
later plukrijp zijn dan die van lichtere gronden.
Ook geven bomen op zwart gehouden grond een
sneller rijpende vrucht dan bomen in gras: De in
vloed van de onderstam wordt behandeld en gewe
zen wordt op de noodzaak van een göède ziektebe
strijding. Uiteraard wordt ook zeer veel aandacht
besteed aan het oogsten, sorteren e' transporte
ren van het fruit.
Zeer nuttig zijn de wenken die worden gegeven
voor opslag in koel' uis en bewaarpla ts. Goudrei-
nette met weinig kleur voldoet best een bewaar
plaats zo lezen we .en handper behalve
Comtesse de Paris, zijn er niet geschikt voor. Ge
sproken wordt verder over de controle tijdens de
bewaring. In het begin moet men zeker om de
maand alles co-troleren en later dient men dit nog
vaker te doen. Nooit moet men uitsorteren en de
rest weer verder koelen. Zeer overzichtelijk is de
tabel waarin wordt weergegeven de gevoeligheid
voor bewaarzlekten bij appelen.
Een andere tabel geect weer de belangrijkste
handelingeh '*'elke men dient te verrichten bij het
koelen en bewaren van fruit.
Verder is er een tabel welke een overzicht geeft
van de pluktijd en bewaarduur van appels en peren.
Ook in Zeeland hebben vele kwekers tot hun scha
de moeten ondervinden dat niet tot in het oneindi
ge kan worden bewaard. Wij kennen er verschillen
de die reeds dikwijls een tol hebben moeten beta
len aan het bewaren van fruit. Dit is jammer, want
het kan anders. Daarom wordt er in bedoelde bro
chure ook met klem op gewezen dat het regelma
tig voorzien van de markt een eerste vereiste is.
Daarom ook is er die tabel waarin de bewaarduur
wordt aangegeven.
Deze brochure is op de veilingen verkrijgbaar.
We kunnen slechts hopen dat elke fruitteler die te
maken heeft met het bewaren van fruit, kennis zal
nemen van hetgeen in „Beter Bewaarfruit", wordt
verteld. Wij weten wel dat ondervinding ook eenr
goede leermeester is, maar dat kan veel geld kos
ten en het is goéd dat het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen dit alles nog eens' extra onder
de aandacht heeft gebracht van-hen dia bewaar
fruit hebben.
Het is in het belang van telers en handelaren en
de consument zal er een beter product door krij
gen.
CURSUSSEN IN TREKKERGEBRUIK,
PAARDENGEBRUIK EN SPUITEN
De Coördinatie Commissie Vakonderwijs irt
Zeeland, waarin zijn vertegenwoordigd de:
Algemene Nederlandse Agrarische Bedrijfs-
bond (A. N. A. B.), de Ned. Christelijke Landar-
beidersbond, afdeling Zeeland (N. C. L. B.). de
Nederl. R. K. Landarbeiderbond „St. Deusdedit"
(N. K. L. B.), de Zeeuwse Christelijke Boeren en
Tuindei-sbond (C. B. T. B.), de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij (Z. L. M.), de Nederlandse Fruit
telers Organisatie, kring Zeeland (N. F. O.) en de
Bond van Agrarische Loonbedrijven in Neder
land. afdeling Zeeland (B. O. V. A. L.) zal deze
winter een aantal cursussen organiseren in:
a. cursus „Praktijkgebruik van de trekker".
Deze cursus duurt ongeveer 90 uren over 2
winterhalfjaren. De lessen worden mondeling ge
geven in de vakken: algemene kennis van brand
stoffen, smering, gereedschappen, verkeersrecht,
veiligheid, kennis van de werking van 2-tact mo
toren, wieltrekkers, rupstrekkers en practisch ge
bruik van de trekker. Bij dit laatste vak wordt
behandeld het onderhoud, het opheffen van een
voudige storingen, de aanspanningsmogelijkheden
voor werktuigen en het gebruik op het veld.
Het lesgeld bedraagt f25,— voor de gehele
cursus, dus 1' 12,50 per winterhalfjaar. Na afloop
der cursus bestaat de gelegenheid examen te doen.
Bij voldoende deelname zal deze cui'sus worden"
gehouden te:
Haamstede, St. Philipsland, Rilland en Dom
burg.
Men kan hiervoor aanmelden bij het Secretari
aat der Coördinatie Commissie Vakonderwijs,
Grote Markt 28 te Goes.
b. Cursus Paardengebruik.
Bij voldoende deelname zullen in Oostburg en
Axel cursussen in paardengebruik worden geor
ganiseerd. Deze cursussen duren 25 a 30 uren,
verdeeld over 12 a 15 lessen en het lesgeld be
draagt f 5,per persoon. Les wordt gegeven in
het hanteren en in het bijzonder in het mennen
der parrden.
Aanmeldingen voor deze cursus dienen even
eens te v/orden gefricht aan het Secretariaat der
Coördinatie Commissie Vakonderwijs te Goes.
c. Cursus Vakbekwaamheid Spuiten in de
Landbouw.
Te Middelburg, Gees en Axel zullen cursussen
worden opgericht, waar men opgeleid wordt voor
het diploma Vakbekwaamheid Spuiten in de Land
bouw. Deze opleiding duurt 90 uur in één winter
halfjaar, waarbij les wordt gegeven door deskun
digen van de Rijkslandbouw- en Rijkstuinbouw-
vcorlichtingsdienst in de vakken: Plantenziekten,
de bestrijding daarvan en de techniek. Het les
geld bedraagt f 25,per persoon met reductie
voor meerdere rersonen uit een gezin.
Het examengeld bedraagt f20,
Aanmeldingen voor deze cursus gelieve men
te richten aan het Secretariaat van de B. O. V. A. L.,
Tulpstraat 13 te Goes of aan het Secretariaat der
Coördinatie Ccmmissie Vakonderwijs, Grote Markt
28 te Goes.
OVERNAMEPRIJS VOOR BACON
VARKENS WEDEROM VERHOOGD
De 'wikkeling van de a kensma kt jpent
voor het x 'rijfschap voor Ve en Vlees de moge
lijkheid de overnameprijs" voor baconvarkens ander
maal met 5 cent per kg te verhogen, zodat met
ingang van 10 oktober a.s. voor baconvarkens in da
tweede kwaliteitsklasse f 2.30 per kg koud geslacht
gewicht zal worden betaald.
Het verschil tussen richtprijs en overnameprijs
van de tot bacon verwerkte varkens, dat vanaf
de genoemde datum 17 cent per kg zal bedragen*
wordt in het Vleesfonds gestort.
De geldende prijstoeslagen op het slachten van
niet voor de baconbereiding bestemde varkens met
een koud geslacht gewicht van 63 tot en met 77 kg
blijven ongewijzigd.
v v V
V"
U. TWIJNSTRA'S OLIEFABRIEKEN N.V,
MAARSSEN - AKKRUM