Van boerderij en organisatie UIT DE PROVINCIE 668 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD -*l OOST ZEEUWS-VLA ANDEKEN. 11 October. Na een prachtzomer, is ook het na jaar tot heden goed. Het bietenrooien gaat best. Verschillenden werken met een klein rooiploegje, maar het bevalt toch niet zo best. Men duwt te veel grond met de bieten uit de grond, deze zit vast tegen de biet en kost veel moeite om het er af te kloppen. Steekt men de bieten met de spa, dus op de gewone manier, dan valt met één klop de grond er nu gemakkelijk af, omdat deze er dan los tegen aan zit. Boven dien gaat het steken van de bieten dit jaar prima. Alhoewel zo'n plgegje go^i werkt, zit er dit jaar weinig voor deel in. De kilo-opbrengst is goed, maar het gehalte is slecht. Bij de eerste twee leveringsdagen was het gemiddelde ge halte bij de Coöperatieve in Sas van Gent 15.1 Men hoort van velen, dat het gehalte niet hoger ligt dan 1415 en bij anderen zelfs nog lager. Velen hadden een goed gehalte ver wacht, gerekend naar de goede zomer. Door de vele regens, even vóór het bietenrooien, zijn de bieten opnieuw gaan groeien en bijna alle percelen ver tonen thans een prachtige groene kleur. Er ligt bijna geen enkel per ceel, dat rijp is. Hopelijk zal met dit mooie weer het gehalte wat oplopen, maar het wordt geen jaar met een goed suikergehalte. De aflevering van het land gaat goed en waren er vorige jaren moei lijkheden door een te nat najaar of door een te drukke aflevering aan de fabrieken, dit jaar zijn er weer moei lijkheden wat betreft het vervoer per schip. Iedere bietencampagne heeft zijn moeilijkheden, zodat er altijd stof is om over te spreken. WALCHEREN. 10 October. De demonstratie met moorplocgen is eindelijk toch nog doorgegaan. In 1953 moest deze demonstratie te Oostkapelle worden afgelast door het ongunstige weer en begin September van dit jaar was het eveneens te nat, zodat opnieuw via de radio werd bekendgemaakt, dat de demonstratie geen doorgang kon vinden. Hoewel op Woensdag 28 Sep tember 's morgens nogal wat regen viel, en de organisatoren van deze de monstratie eerst nog in twijfel stonden of het toch moest worden uitgesteld, bleek het weer later wat mee te wer ken en waren er 's middags vele bezoe kers, die de werking van deze moor- ploegen kwamen bezichtigen. Voor deze demonstratie was een per ceel uitgezocht, dat zeker ongunstig genoemd mag worden. Een dunne bouwvoor van hoogstens 15 cm en daar onder direct gemene groene klei tot op grote diepte. Achter op het perceel was de grond veel beter dan vooraan bij de weg. De éénscharige wentelploeg, met een verstelbare moorvoet achter elk rister, was voor deze grond feitelijk onge schikt, omdat de vereiste trekkracht op deze grond te groot is voor 3 paar den. Op lichtere gronden lijkt deze ploeg voor paardentractie zeer ge schikt. De tweescharige rondgaande ploeg, getrokken door een rupstrekker, lever de mooi werk. De totale diepte van bewerking met deze ploeg is afhanke lijk van de dikte van de bouwvoor. Wanneer men met deze ploeg 30 cm zou ploegen, zou men ook nog 20 cm dieper kunnen moren, maar bij deze dunne bouwvoor moest men deze ver houding aanhouden en werd het 15 cm ploegen en ruim 10 cm moren. Deze werkmethode heeft het voor deel, dat het perceel direct op winter- voor geploegd wordt. De diepe ondergronder leverde even eens zeer goed werk en is in staat om tot TO cm diep te woelen. Op het de monstratieperceel was de werkdiepte ongeveer 50 cm, in verband met de diepte der drainage. Deze ondergron der ploegt niet, maar woelt alleen en laat het perceel er meer of minder grof bijliggen. Het geheel vormde een mooie de monstratie, waarbij de fa. Den Herder te Lewedorp heeft getoond, dat zij over prima materiaal beschikt, dat zelfs op deze knikklei goed werk levert. In de eerstvolgende jaren zal echter nog moeten blijken of deze diepe be werkingen op deze klei een goed resul- tat zullen opleveren, in verband met doorlatendheid en opbrengst. NOORD BEVELAND. 11 October. En zo zitten we nu al weer midden in de bietencampagne. Over een paar dagen hopen we de eerste gehalten in de brievenbus te vinden. Verleden jaar was voor Noord-Beve land het gemiddelde gehalte 15.95, het jaar daarvóór 16.52 En nu dit jaar? We hebben heel wat hoop; voor al met deze koude nachten en overdag zon, kan het gehalte nog flink stijgen. De laatste jaren wordt er heel wat ge klaagd over het gehalte, dat in een 15-tal jaren zoveel is gedaald. Nu zijn er verschillende omstandig heden, die het gehalte aan suiker ne gatief beïnvloeden, zoals het verhoog de stikstofverbruik en de vergelings- ziekte. Niemand zal dat kunnen ont kennen. Daartegenover staat, dat het plan- tenaantal zich in voor het gehalte gun stige zin heeft gewijzigd. Ook zijn we vroeger gaan zaaien, de bieten kunnen beter uitrijpen en een uitgerijpte biet bezit meer suiker. Wèl is de wortelopbrengst gestegen. Zou het dan net zo wezen als met het vet in de melk? Want vroeger zo heeft cmke Sible uit Holwerd me wel eens verteld kon je koeien hebben met uiers als pulpbalen, zo groot. En uit die uiers als pulpbalen kwam heel veel melk, maar die melk had maar weinig vet. En toen men later het vet gehalte probeerde te verhogen, zie, daar ging de plas melk kleiner worden. Zou diezelfde tendenz wortelop brengst en gehalte bij de suikerbiet beheersen? En dat, als we de eerste gaan opvoeren, de laatste daalt? We geloven, dat dit toch wel erg actueel probleem van onze gehalte daling nog nooit eens goed tot de bodem toe werd onderzocht. En het komt ons voor, om het hoger stikstof- verbruik en de vergelingsziekte enkel aansprakelijk te willen stellen voor deze daling, een maar wat lichtzinnig antwoord is, een goed werkende veilig heidsklep voor een niet-weten. Een heel ander punt is de mechani satie van de bietenoogst. Gissen we goed, dat elke correspondent van deze rubriek daar tóch al over rept? (In derdaad. RED.) En ook, dat ze alle maal gewagen van hun voorgesteld be zoek aan de bietenrooidemonstratie in Brabant? Gister geprobeerd met een werprad- rooier het bietenloof te spreiden. Eerst wilde het niet zo goed vlotten, maar naderhand ging het prima. Daar zit wel wat in. Wanneer men de gehele herfst de handen vol heeft, komt men er niet gauw toe, het blad te spreiden met de riek en in zulk geval zal dit niet spoedig rendabel zijn (hangt af van de navrucht). Maar, uitgevoerd met de werpradrooier, gauwer, ge loven we. ZUID-BEVELAND. 11 October. Tot nu toe zou men de weersomstan digheden, wat de hoeveelheid neerslag betreft, normaal kunnen noemen. Dat betekent voor de boer, dat het werk beter en vlugger dan normaal kan plaats hebben. Het is niet te droog om zaailand te ploegen, maar ook niet te nat, zodat een gunstig zaaibed ge maakt kan worden. Ongetwijfeld zal dit de uitzaai van wintertarwe nog stimuleren. Het kost minder moeite, dan we gewend zijn,, ter wijl de kans op een goede opkomst er zekerder door wordt. Het risico van uitwinteren zal in het algemeen ech ter groter zijn dan in de laatste jaren, daar het merendeel van de rassen, die uitgezaaid zijn of zullen worden, tot de matig wintervaste behoren. Nog hier en daar moet er een per ceel aardappelen gerooid worden. De meeste liggen echter in de kuil of zijn in de bewaarplaats gebracht. En niet te vergeten, dat een belangrijk gedeel te reeds is afgeleverd. In de bewaar plaatsen met buitenluchtkoeling kun nen we thans in koude nachten de temperatuur omlaag gaan brengen. Hierbij dient er zorg voor te worden gedragen dat overdag, wanneer de bui tentemperatuur stijgt, de koude lucht, die zich in de bewaarplaats bevindt, niet kan ontsnappen. Veel partijen aardappelen zijn direct bij het storten met een kiemremmings- middel behandeld. Het risico van schil- beschadiging, zoals dat dit voorjaar wel voorkwam, heeft men dan genomen. Nu zijn de aardappelen veel droger bij elkaar gekomen dan vorig jaar, zodat het risico, dat men loopt, wel veel geringer zal zijn dan vorig jaar. Onder tussen is er een kleine oorlog ontstaan tussen de handelaren in deze middelen. De prijzen liggen belangrijk lager dan vorig jaar. Niet dat we ons daar nu zo druk over behoeven te maken. Het kan immers voor de boer alleen maar voordelig zijn, mits dat de kwaliteit van de middelen hieronder niet te lijden heeft. Het rooien van de suikerbieten ver loopt tot nu toe vlot. Ook de afvoer van het land verloopt zonder moeilijk heden. Minder gunstig is het gesteld met het vervoer naar de fabrieken. Er schijnt veel te weinig scheepsruimte beschikbaar te zijn. Het is te hopen, dat we iedere week ons vastgesteld kwantum kunnen afleveren, daar het a ders weer extra werk gaat vragen. Er wordt veel gebruik gemaakt van lichters, die over het algemeen goed werk leveren. Enkele telers hebben een volautomatische rooier aange schaft. De „StoH"-machine schijnt hierbij favoriet te zijn. De demonstra tie in West-Brabant zal uitmaken welke vorderingen er bij de mechanisatie van de bietenoogst het laatste jaar zijn ge maakt. De opbrengst valt beslist niet tegen. De eerste uitslagen van het suiker gehalte zijn echter minder hoopgevend. Wellicht dat de vrij koude nachten van de week en het mooie zonnige weer overdag hierin nog wat verbetering brengen. Ondertussen is zo hier en daar met het op wintervoorploegen een begin gemaakt. Hierbij dienen we nu reeds rekening te houden met het gewas, dat volgend jaar geteeld zal worden. Aard appelen vragen een diep losgemaakte grond, die tevens goed verkruimeld is. Van suikerbieten zou hetzelfde gezegd kunnen worden, alleen is het beter hier niet te diep voor te ploegen, daar het jonge bietenplantje zich soms min der goed ontwikkelt in „vreemde" grond. Zo zijn we nu reeds bezig met het leggen van een grondslag voor de oogst van volgend jaar. THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. De aardappels op de akkers zijn voor het overgrote deel geruimd. Vele boe ren zijn nu reeds klaar en op het mo ment, dat U dit artikel leest, zal zeker de laatste aardappel opgeraapt zijn; aannemende althans dat de arbeiders hun werk goed hebben gedaan. Na tuurlijk hebben zij dan ook de „abso lute" laatste niet, maar zó letterlijk zullen we het nu maar niet nemen. De aardappels zijn mooi droog aan de hoop gekomen en velen hebben dan ook van de gelegenheid gebruik ge maakt om de aardappels te behandelen met een anti-spruitmiddel. Wij ver namen dat men, zij het £an niet in ernstige mate, hier en daar kwaad in de knol vond. Is dit inderdaad in een partij het geval, dan is oppassen bij een behandeling met een conserverings middel zeker geboden. Voortdurende controle van de aardappels is een voor name eis. Ondertussen heeft de bietenoogst ook een aanvang genomen. De eerste leve ring is reeds achter de rug. De op brengst valt in het algemeen niet tegen. Ze is normaal te noemen, zon der meer. We hoorden enkele gehal ten noemen; deze waren geen van alle erg hoog. Dit viel ons wel wat tegen. Vrijwel alle bieten in ons district worden nog met de hand gerooid. Enige jaren geleden zag men bijna iédere boer zijn bieten lichten met een een voudige bietenlichter, die vele smeden hier vermochten te maken. Met dezelf de snelheid, waarmee ze destijds uit de smederijen kwamen, zijn ze een paar jaar later weer naar de „oud-ijzer- hoek" verwezen. Nergens ziet men deze dingen meer gebruiken. Vermoe delijk zal de gedachte hieraan een rol spelen bij het mechaniseren van de bie tenoogst hier ter plaatse. Velen staan hier blijkbaar een beetje huiverig tegenover. Wij vernamen dat er een paar boeren waren die een lichter had den gekocht. Verder werkt onder Tholen een volautomatische „Stoll" bietenrooimachine. Uit betrouwbare bron vernamen wij, dat deze rooier best werk levert met een capaciteit van ruim 2 gemet per dag. Bieten en blad worden mooi ge scheiden aan lange hopen op het land geleverd. Over belangstelling had deze „Stoll" niet te klagen, want velen zijn reeds een kijkje gaan nemen. Deze week is er een bietenrooi demonstratie in Fijnaart. Daar zullen verschillende machines demonstreren, 't Is van hieruit niet ver, zodat wel licht velen van deze streek daar zullen gaan kijken. Goedwerkende machines hebben hier zeker toekomst. Temeer, omdat voor de bietenoogst dikwijls losse arbeidskrachten aangetrokken moeten worden. Heeft men een grote vaste kern, dan zal men hier niet zo spoedig tot overgaan. De ploegwedstrijden om het Zeeuws kampioenschap hebben Tholen niet veel lauweren gebracht. In de uitslag zagen we slechts één Tholenaar vermeld. Voor de selectiewedstrijd was toch vol doende animo! Het heeft ons dan ook bevreemd, dat we het gros van onze Thoolse ploegers, die toch hun man netje wel hadden kunnen staan, moes ten missen. Een volgend jaar beter hoor! SCHOUWEN EN DUIVELAND. 10 October. We zitten weer volop in de suiker bieten. Op de zwaardere gronden zijn de opbrengsten best. In het inundatie- gebied, is het heel wat minder en be draagt de opbrengst vaak maar goed en wel 30.000 kg per ha. De made van de bietenvlieg en de rupsen zijn daar zeker mede schuldig aan. Ook op de lichte gronden valt, als gevolg van de droogte, de opbrengst tegen. We heben het zaailand voor de win tertarwe klaar liggen, terwijl vele col lega's hun tarwe geheel of gedeeltelijk reeds gezaaid hebben. We zagen zelfs op een vroeg gezaaid perceel de eerste sprietjes al boven komen. Nu kunnen we op inundatie§;rond niet vlug te vroeg zaaien, vooral wanneer het wat koude, natte grond betreft. In zo'n ge val is het zeker goed, dat de tarwe wat flink ontwikkeld de winter ingaat. De dorsresultaten van deze zomer hebben er toegeleid, dat er weer heel wat meer Staring en Alba gezaaid wordt; evenals wat nieuwe rassen, waarvan Mado wel de voornaamste blijkt te zijn. Zodra we de laatste tarwe gezaaid hebben gaan we direct aan de slag om op wintervoor te ploegen in de ge- egaliseerde en inundatiegronden. We achten het van groot belang deze grond vooral droog om te ploegen en netjes te gipsen. Als we in droge toe stand ploegen hebben we ook het voor deel, dat we met de kunstmeststrooier kunnen gipsen. Dit geeft een veel betere verdeling dan wanneer dit met de schop gebeurd. Ook de ploegdfepte is nog van belang. Vorige week zagen we nog iemand 19 cm diep ploegen, hetgeen voor dat soort grond nog veel te diep is. Dat de mechanisatie nog steeds voortschrijdt, hebben we ook in de af gelopen week weer kunnen constateren. Het feit, dat twee vol-automatische bietenrooiers op ons eiland in bedrijf zijn gekomen, is hier het bewijs van. We zijn er eens een kijkje gaan nemen en zagen dat de machines best werk ten, hoewel bij de „Kemli" nog een constructiefout aanwezig was, waar door geregeld gestopt moest worden. Overigens was het kop- en rooiwerk best. Het loof blijft prima schoon, ter wijl de bieten beslist niet meer tarra hadden dan de hand gerooide. Wel bleek, dat de bieten goed gedund die nen te zijn. Wanneer twee bieten bij elkaar staan, dan wordt de grootste gekopt, terwijl de kleinste in het loof gekopt wordt. Overigens alle lof voor de „Stoll".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 4