On cl crtvifs Laat de wintertijd niet ongebruikt voorbij gaan. 641 NIEUWE MOGELIJKHEDEN OM CURSUSSEN TE VOLGEN. In vele afdelingen der Z. L. M. zijn de laatste weken pogingen aangewend om tot oprichting van land- en tuinbouwcursussen en cursussen voor volwassenen in verschillende onderwerpen te ge raken. In de meeste gevallen werd dit streven met succes bekroond en kon voor de aanvrage van Rijkssubsidie worden gezorgd. Wij kunnen ons evenwel niet aan de indruk onttrekken, dat de behoefte aan land- of tuinbouw- onderwijs in cursusverband in feite toch groter moet zijn, dan het aantal aanvragen, dat bij ons is binnengekomen, doet vermoeden. Algemeen kan worden geconstateerd, dat de eisen, die aan de landarbeider en ook aan de boer voor een doelmatige exploitatie van het bedrijf wor den gesteld, thans zwaarder zijn dan voorheen. En het zal een ieder duidelijk zijn, dat deze eisen in de toekomst eerder zwaarder dan lichter zullen wor den. Terwijl op de landbouwscholen reeds vele din gen worden onderwezen, bestaat er zeker nog be hoefte aan onderwijs in speciale en actuele onder werpen. Men denke alleen maar eens aan de kostbare landbouwwerktuigen, die in nog steeds toenemen de mate aan de landarbeiders moeten worden toe vertrouwd. Een goede scholing van de landarbeider zal onge twijfeld leiden tot betere arbeidsmethoden en ver hoging van de arbeidsproductiviteit. Daarnaast zal door vereenvoudiging en verlichting van het werk de landarbeid aantrekkelijker worden, waar door ook het aanzien van het landarbeidersberoep stijgt. Vooral na de tweede wereldoorlog heeft een sterke afvloeiing van landarbeiders naar niet-agra- rische beroepen plaats gevonden. Het is duidelijk, dat dit proces nog steeds voortduurt. Hiervoor zijn vele aanwijsbare oorzaken e één daarvan is wel, dat de waardering voor het landarbeidersberoep zo gering is. In steeds toenemende mate zal, om deze trek uit de land- en tuinbouw af te remmen, gezocht moeten worden naar die wegen en middelen, welke een betere binding met de bedrijven beogen. Het moet dan ook van groot belang worden ge acht, dat de landarbeider meer en meer een ge schoolde kracht op het bedrijf wordt. Wij willen hierbij dan nog eens uitvoerig ingaan op de z.g. speciale cursussen in de verschillende onderwerpen, waarbij ook cursussen zijn, wélke nog niet eerder in dit blad werden vernoemd. LAND- EN TUINBOUWCURSUSZEN: Motorenkennis. Tractorenkennis. Landbouwwerktuigen. Landbouwbedrijfsleer. Plantenziekten. Plantenteelt. Bemestingsleer. Grasbehandeling. Polderkennis. Landbouwboekhouden. Aardappelselectie. Paarden- en rundveekennis. Veevoeding. Veeverloskunde. Machinaal melken. Handmelken. Fruitteelt. Plantenziektenbestrijding. Kleine-fruitteelt. Tuinbouwboekhouding. CENTRAAL BI REAU GEEFT DE BOER EEN STERKE MARKTPOSITIE. (Vervolg van pag. 640.) TECHNISCHE DIENST. De technische- resp. bouwkundige dienst heeft een bijzonder druk jaar achter de rug. Het aantal aan gesloten coöperaties, die overgingen tot vernieuwing en uitbreiding van hun apparatuur was dermate groot, dat niet altijd tijdig aan de verstrekte opdrach ten kon worden voldaan. Er is geregeld voor onge veer 10 millioen gulden aan opdrachten tegelijk in uitvoering. V ERE DELI N G SBE DRIJF. Het veredelingsbedrijf voor landbouwgewassen te Hoofddorp kan op een succesvol jaar terugzien. Wederom konden nieuwe C. B.-rassen op *de rassen- lijst worden geplaatst, waardoor het aantal eigen ras sen is gegroeid tot 37, hetgeen meer dan het dubbele is van het C. B. naar aantal opvolgende kweker. Voorts is steeds grote aandacht besteed aan het verkrijgen van goede rassen van andere kwekers uit andere landen. In 1954 was Nederland als volgt be- teeld met rassen in handen van het Centraal Bureau t.w. rogge voor 99 erwten voor 85 stambonen voor 74 voor voergerst voor 58 wintertarwe voor 25 en haver voor 5 In het bijzonder met betrekking tot de phytoph- thora-resislentie neemt de arbeid op het Veredelings- bedrijf te Hoofddorp internationaal een eerste plaats in. Toch dient men zich af te vragen, of dit door de boeren opgezette werk in dezelfde vorm voortgang kan vinden, aangezien enerzijds de beloning van de kwekersarbeid aanleiding geeft dit vraagstuk op te werpen, terwijl anderzijds de overheid ruime midde len toeschuift aan algemene instellingen. EXPORT BELANGRIJK. Ook de export heeft veel aandacht gehad. Deze bedraagt vele millioenen guldens. Producten die het Centraal Bureau exporteert zijn o.m. behalve ge wone granen, ook brouwgerst, peulvruchten, zaaigra nen, poot- en consumptie-aardappelen en voorts ge neeskruiden. Aan de uitbreiding van de outillage voor verschillende van deze producten is in het coöperatieve millieu veel aandacht besteed. Wij den ken met name aan die voor speciale producten als zaaigranen, brouwgerst en peulvruchten. Deze cursussen worden in het winterhalfjaar gehouden en duren 24 k 40 lesuren. Het lesgeld be draagt circa 5, De eisen van toelating zijn: het bezit van het diploma van een Algeméne land- of tuinbouwcursus of een land- of tuinbouwschool, indien men nog geen 21 jaar is. Een cursus, welke hierboven niet is vermeld, doch waarvan wij aannemen, dat hiervoor belangstelling bestaat is de Vlasrepelcursus, Voorts kunnen cursussen worden gevolgd, met als onderwerp: Paardengebruik, Voederwinning,. Mestbewaring enz. Het zal in het algemeen nuttig zijn, indien de werknemers in de land- en tuinbouw met de vele mogelijkheden op de hoogte worden gebracht en de boer kan hierbij een stimulerende invloed uit oefenen. Naast het volgen van genoemde korte cursussen bestaan er vele mogelijkheden om meer uitgebreide kennis in bepaalde onderdelen te vergaren, met name de opleiding voor de diploma's Spuiten in de landbouw en Spuiten in de Tuinbouw. Deze opleidingen duren =t 90 uren, waarbij de vak ken techniek, plantenziekten en landbouwveiligheid worden behandeld. De lessen worden mondeling gegeven, terwijl het lesgeld 25,per persoon bedraagt. Bij een succesvol examen krijgt de leer ling een diploma van de Stichting Examens van de Georganiseerde Landbouw. Dit laatste geldt eveneens voor de opleiding tot Trekkerbestuurder in de Land- of Tuinbouw. Deze opleiding omvat 180 uren, verdeeld over 2 winters in de vakken: motor- en tractorenkennis, landbouw werktuigen, natuurkunde, E. H. B. O, landbouw veiligheid en wegenverkeersrecht. Het lesgeld bedraagt 25,per persoon per win ter. Deze winter is er voor het eerst gelegenheid op geleid te worden voor het diploma: PRAKTIJKGEBRUIK VAN DE TREKKER" De opleiding hiervoor duurt 90 uren in de vakken Brandstoffen, smering, kennis 4 tact- en 2 tact- motoren, wieltrekkers, rupstrekkers en praktisch gebruik van de trekker. Deze cursus, waarvoor eveneens een lesgeld van 25,is verschuldigd, kan worden beschouwd als een aanvulling op de thans vaak gegeven cursussen van 30 lesuren in motorenkennis en landbouwwerk tuigen. Tenslotte kan men opgeleid worden voor het diploma Dorsmachinist, waarmede 200 uren ge moeid zijn. 3ïen kan zich voor nadere inlichtingen wenden tot het Bestuur van de plaatselijke afdeling der Z. L. 31. of rechtstreeks tot hef Secretariaat der Z. L. M., Landbouwhuis te Goes. BELANG VAN HET GRONDONDERZOEK IN NEDERLAND In ons land wordt per jaar een bedrag van 300 millioen gulden aan kunstmest uitgegeven ofwel een bedrag van f 130,per ha. Hieronder zijn nog niet eens de organische meststoffen be grepen, waarvan alleen een zeer globale schatting mogelijk is. Het zal echter duidelijk zijn, aldus Ir. F. Dechering, directeur van het Beririjfslabora- torium voor Grond- en Gewasonderzoek te Ooster beek, in een onlangs gehouden radiocauserie, dat het hier om grote bedragen gaat en dat iedere boer en tuinder er bij gebaat is de meststoffen op zijn bedrijf zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Geld, besteed voor de aanschaf van kunstmest, is meestal goed besteed geld; vaak kan het immers dubbel en dwars worden terugverdiend door hogere opbrengsten en betere kwaliteit van de gewassen. Toch is dit lang niet altijd het geval. Ten opzichte van de bemesting worden vaak grote fouten gemaakt. Dikwijls wordt te weinig kunst mest op een arm perceel gestrooid, waardoor, on danks bemesting, toch geen bevredigende opbreng sten worden verkregen. Anderzijds is het denk baar, dat kunstmest wordt gestrooid op percelen, die al voldoende plantenvoedende stoffen bevat ten. In dit laatste geval had de bemesting mis schien geheel achterwege kunnen blijven. De boer had zijn geld in de zak kunnen houden in plaats van het als het ware weg te gooien. Deze lukrake wijze van bemesting kan dan ook nimmer worden goedgepraat, want de boer heeft het in eigen hand een goede bemesting uit te voe ren. Dit is het geval, wanneer hij gebruik maakt yan de mogelijkheden van het grondonderzoek. DE BELANGSTELLING LIT DE VERSCHILLENDE HERVERKAVEL1NGS- G KB IE DEN OM TE VERTREKKEN NAAR ELDERS. Naar aanleiding van ons artikel „De laatste kans" ontvingen wij reacties over het geschrevene vanuit de polder Waarde. Zo werd er bezwaar tegen gemaakt dat wij ge schreven hadden over de geringe animo om te ver trekken in vergelijking met Schouwen en Duive- land. We hebben daarom de Herverkavelingscommis sie gevraagd ons de gegevens over het aantal aan meldingen te willen verstrekken. Deze commissie ,.was zo vriendelijk ons de gege vens van de laatste uitgifte te verstrekken. We tekenen hierbij aan, dat het beeld zuiverder zou zijn als een gemiddelde over 3 jaar gegeven zou kunnen worden, doch dit is niet mogelijk i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de overige gegevens. Verder is het aantal aanmeldingen maar een zeer betrekkelijke maatstaf, daar er onder de candidaten ongetwijfeld velen zijn die niet of nauwelijks als serieuze candi»aten kunnen worden aangemerkt. Het bedoelde overzicht, waarbij het aantal aan meldingen per grootte-klasse uitgedrukt is in het totaal aantal bedrijven, ziet er als volgt uit: Schouwen Zak v. Grootte klasse Dulveland Thoïen Waarde Z.-Bevel. 1—5 ha 2 1 14 6 5—10 ha 7 8 10 17 10—20 ha 8 10 15 2G—30 ha 13 9 20 8 groter dan 30 ha 11 5 13 6 In deze tabel is dus rekening gehouden met de spéciale omstandigheden in ieder gebied wat be treft de omvang en de verdeling over de grootte klassen. We zien dan dat van de bedrijven van 15 ha de animo het grootst is in Waarde, terwijl de Zak van Zuid-Beveland voor de klasse van 510 ha bovenaan staat. Men dient er echter wel aan te denken, dat de plaatsbare en geschikte candidaten meest komen van de bedrijven groter dan 10 ha, omdat de uit te geven bedrijven ook groter zijn dan 10 ha. Opvallend is verder dat Waarde ontbreekt in de groep 1020 ha en weer vrij sterk vertegenwoor digd is in de groepen boven de 20 ha. De hier genoemde percentages kunnen echter een verkeerde indruk geven, daar het hier waar schijnlijk slechts over 2 aanmeldingen in totaal gaat. In de polder Waarde komen n.m. slechts 13 be drijven boven de 20 ha voor. In ieder geval kan men uit deze cijfers wel con cluderen dat dit jaar de animo uit Waarde zeker niet ongunstig afsteekt bij die van de andere ge bieden, ook al ontbreekt deze in de klasse van 10—20 ha. Laten we hopen, dat deze schriftelijke animo nu ook in ha's omgezet kan worden RED. WENKEN VAN DE Stichting Aardappelbewaring voor de behandeling van consumptie-aardappelen met kiemremmingsmiddelen. 1. De aardappelen moeten op het moment van behandeling behoorlijk droog zijn. Het is ongewenst, dat zich teveel grond in de partij bevindt. 2. De partij moet zoveel mogelijk „ziektevrij" zijn. Er bestaat gevaar, dat bij aanwezigheid van „Phytophthorarot" deze rotting door het middel wordt gestimuleerd. Ook andere ziekten kunnen door kiemremmingsmidde len worden bevorderd. 3. In verband met de punten 1 en 2 kan wor den gezegd, dat. het ongewenst is onder slechte weersomstandigheden gerooide aard appelen direct na het rooien te behandelen. Vooraf moeten de aardappelen opdrogen, waarna de zieke knollen en de grond kunnen wf i 'en verwijderd. 4. Het kiemremm ingsmiddel moet zo gelijk matig mogelijk over de aardappelen worden verdeeld. Bij kuilbewaring moet langs de kanten en de bodem van de kuil meer poe der worden toegediend. 5. De hoeveelheid te gebruiken poeder be draagt 2 kg per 1000 kg aardappelen. 6. Met inachtneming vaa. het voorgaande wordt geadviseerd om in kelders en in schuren niet hoger te storten dan tot 2 m hoogte. Er is nog te weinig ervaring met deze op slag om reeds tot een grotere storthoogte over te gaan. 7. Het is onmogelijk de voordelen van het ven tilatiesysteem in gebouwen met buitenlucht- koeling volledig te vervangen door het ge bruik van kiemremmingsmiddelen. De aan wezigheid van een goed ventilatiesysteem is zeer belangrijk vanwege het drogend effect. Door deze droging kan de uitbreiding van Phytophthora grotendeels worden voori komen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 9