Van huis en haard verdreven RADIO ONDER Tuinbouwlantaarn RUBRIEK „UIT HET BEDRIJFSLEVEN" ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1254. 565 De West-Duitse Bondsrepubliek is een dichtbevolkt land geworden met 203 inwoners per km2, voor al wanneer men een vergelijking trekt met het nabuurland Frankrijk, dat slechts 78 inwoners op dezelfde oppervlakte telt. De hoofdoorzaak van deze toename der bevolking is gelegen in de geweldi ge volksverhuizing, die zich als een gevolg van de Tweede Wereldoorlog voltrokken heeft. Uit de ge bieden, die bij Polen en Rusland werden ingelijfd, kwamen 4% millioen personen naar West-Duits- land. Uit Joego-Slavië, Roemenië, Hongarije, Polen en andere Oost-Europese landen kwamen er nog een 3% millioen, terwijl ongeveer 1% millioen vluchtelingen uit Berlijn en de Russische zóne van Duits land de overbevolking compleet maakten. De meeste van deze mensen zijn Duitsers, al waren ze soms reeds eeuwen geleden uit hun vaderland vertrokken. Onder hen bevonden zich 300.000 verdreven boerenfamilies en 200.000 landarbeidersfamilies. Men kan wel zeggen, dat de West-Duitse Bondsrepubliek veel gedaan heeft om deze berooide vluchtelingen weer in het arbeidsproces op te nemen en hun huisvesting te verschaffen. Op een tocht door Beieren enige maanden geleden, maakten we kennis met een nieuwe ontginning, die voor en door deze vluchtelingen was uitgevoerd en die weer aan vele boerenfamilies nieuwe mogelijkheden gaf. de DVJRE ONTGINNING. De betreffende ontginning in de buurt van Ro senheim aan de voet van de Alpen, was slechts enige honderden ha groot. Ongeveer 50 jaar geleden had men er turf gewonnen en 1 meter veen achtergelaten, waarmee niemand verder raad wist in dit slecht ontwaterde en onbegaanbare gebied. In Nederland zouden we er dalgrond van gemaakt hebben, doch dit gaat niet in een gebied waar alleen leemachtig, ondoorlatend zand aanwezig is. Dus moet men genoegen nemen met het overgebleven veen en daar een redelijke bouwvoor van zien te maken. De vele stobben, die op het veld zijn achtergeble ven, vertellen van de taaie strijd, die de ontginners met de grond hebben moeten voeren en de foto's, die de cultuurconsulent ons liet zien verduidelijken het beeld. De in Beieren daarmee belaste Overheids dienst kocht het land en financierde ook de verdere ontginning van de grond. De grond, die een zuurgraad had van 2.83.3, heeft een zware voorraadbemesting nodig gehad, zodat we graag geloven dat dit met de ontginning zo'n 6300,per ha heeft gekost. De gebouwen zien er van buiten aardig uit met de witgekalkte wanden en zijn van binnen geriefelijk en eenvoudig ingericht. We werden door de cultuurconsulent gebracht naar het 13 ha grote bedrijf van boer Schlab, die zich hier een nieuw bestaan heeft opgebouwd, na dat zijn voorvaderen ongeveer 200 ]aar geleden vanuit de Rijn-Palts naar Joego-Slavië vertrokken waren. Hij is dankbaar voor het nieuwe bestaan dat hem op deze wijze verschaft is. Dat kan ook wel want zijn gebouwen hebben bijna ƒ60.000 gekost, zijn bedrijfskapitaal van ƒ13.500 behoeft hij maar ge deeltelijk terug te betalen. Naast de rente van een hypotheek betaalt hij 7080 gulden lasten per jaar. Ondanks dat hoopt de nieuwe boer, dat het gezeg de de eerste generatie dood, de tweede nood en eerst de derde brood niet van toepassing zal zijn op deze ontginning, waar hij zonder enig geld of be zittingen en alleen met z'n werkkracht is aangeko men. Het bedrijf van 13 ha, waarvan 1 ha bos, geeft, zo vertelde ons de cultuurconsulent, net eer. ge n het hele jaar door werk. Het bedrijf krijgt boer Schlab na enige jaren in eigendom. Voor de Staat bete kent dit, dat bij een totale uitgave van een kleine ƒ11.000 per ha, ongeveer ƒ90.000 op het gehele bedrijf verloren wordt. Hoewel er alle mogelijke kosten en arbeid aan deze bedrijven worden besteed, kan men toch niet zeggen dat de grond rijke oogsten voort kan bren gen. Aardappelen, rogge en voederbieten kunnen op deze grond worden verbouwd en als het in gras wordt gelegd kan een koe er 'n melkproductie van 3000 kg per koe op bereiken. Zo is het ook beter te begrijpen, dat niet alle vluchtelingen volledig boer willen worden. Wc- be zochten ook 't landbouwbedrijf van de timmerman Schlarch, die met 3.7 ha en kleinere bedrijfsgebou wen van de landbouw een soort nevenverdlenste had gemaakt en dus ook minder van de opbrengst van dit kleine bedrijf afhankelijk was geworden. OOK GROTERE BEDRIJVEN. Er zijn eenter ook grotere veenbedrijven van oudere datum in Beieren, want niet voor niets bezit dit deel van Duitsland een 200.000 ha veen, waar van de helft reeds ontgonnen is, terwijl de rest on geschikt is of in handen van eigenaren is die niet voor ontginning voelen. De 170 ha grote Moorwirtschaftstelle „Karolinen- feld" is een nederzetting op zichzelf met uitgebrei de bedrijfsgebouwen en woningen voor het perso neel, die er zijn mogen. Ook in Beieren trekt de industrie de goede werk krachten weg, wanneer deze niet op allerlei manie ren gebonden worden. Het bedrijf heeft veel vee, omdat organische mest nodig is om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Dit mesttransport is met een aparte laadinstallatie overigens zeer sterk gemechani seerd, evenals alle andere werkzaamheden. Toch kan men op dit bedrijf nog 1 vaste arbeidskracht vinden op nauwelijks 5 ha en bestaan 38 van de kosten uit lonen. Daar staat tegenover dat merk waardig genoeg voor een dergelijk bedrijf naast 55 koeien en 50 stuks jongvee ook 200 kippen en 100 varkens worden gehouden. Dergelijke bedrijven bieden ook weer plaats aan vele vluchtelingen, die hun werkkracht productief maken in een nieuw land. Het is echter goed te be grijpen, dat ook onder deze groep de drang naar zelfstandigheid groot is en daar hun verleden en gegevens achter het IJzeren Gordijn verdwenen zijn, is het ook niet vreemd dat er onder deze cate gorie meer landgoederenbezitters huisden dan op grond van de werkelijkheid verantwoord genoemd kan worden. Toch waren een jaar geleden reeds 50.000 bedrij ven aan vluchtelingen uitgegeven. Weliswaar is het derde gedeelte van deze bedrijven kleiner dan 2 ha, doch ook een ongeveer even groot gedeelte komt boven de 10 ha uit. Gemiddeld zijn de bedrijven 10 ha groot, waar van gemiddeld ruim de helft uit bravisnd jbe - t. Aan middelen heeft dit de regering een slordige 800 millioen gulden gekost. Doch uiteindelijk zal dit bedrag ook wel weer zijn vruchten opbrengen in een land dat dichtbevolkt is en wat z'n voedsel voorziening betreft meer dan ooit op andere landen is aangewezen, nu de bevolking in West Duitsland sterk is toegenomen en de graanschuren van het veel dunner bevolkte Oost-Duitsland naar de andere kant opengaan. B. WONINGBOUW: PROBLEEM NUMMER 1. In de maanden September en October zal de ru briek „Uit het Bedrijfsleven" welke voor de A.V.R.O. wordt verzorgd door het Verbond van Ne- derlandsche Werkgevers, het Centraal Sociaal Werkgevers-Verbond, het Kon. Nederlands Land- bouw-Comité en de Kon. Nederlandse Midden standsbond. gedurende negen achtereenvolgende weken op Donderdag van 12.5013.00 uur, gewijd zijn aan het belangrijke vraagstuk van de woning bouw. Negen vooraanstaande, deskundige sprekers zul len in de eerstvolgende weken in de serie „Woning bouw: probleem nummer 1" hierop hun licht laten schijnen. Wij prijzen ons gelukkig, dat de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, Z.Ex. Ir H. B. J. Witte, deze rij van sprekers zal openen. Het programma van deze speciale serie luidt als volgt 1/9 Ir II. B. J. Witte, Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting: Woningbouw: pro bleem nummer 1. 8/9 Ir J. J. G. van Hoek, oud-voorzitter van de Raad van Bestuur v. h. Bouwbedrijf, Direc teur N.V. Wernink's Beton Mij, Leiden: De Nederlandse bouwnijverheid en haar moge lijkheden. 15/9 J. Dura Dzn, Voorzitter van de Raad van Bestuur voor het Bouwbedrijf, Directeur N.V. Dura's Aannemingsmaatschappij, Rot terdam: De mens in de bouwnijverheid. 22/9 S. J. Meok, Voorzitter van de Nederlandsche Bond van Huis- en GrondeigenarenDe huren en de woningbouw. 29/9 L. de Groot, Voorzitter Kon. Nederlandse Middenstandsbond (Erevoorz. v. d. Ned. Bond van Schilderspatroons)De midden stand produceert en houdt woningen in stand. 6/10 J. A. van Nieuwenhuijzen, Voorzitter der Commissie Boerderijenbouw van het Land bouwschap, Ooltgensplaat: Boerderijbouw is méér dan woningbouw. 13/10 Mevr. B. Kortekaasden Haan, Presidente van de Nederlandse Huishoudraad: Een huis is nog geen woning. 20/10 K. Oosterhuis, Voorzitter der Afdeling Werkgeversbelangen van het Kon. Neder- landseh Landbou w-Comité, Ulrum: De land arbeiderswoning vraagt de aandacht. 27/10 Ir F. J. Philips, Vice-Voorzïtter van het Pre sidium van de Raad van Bestuur der N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken: Woning bouw; een oplosbaar probleem! DE FRUITTEELT EN DE BENELUX. In België wordt dit jaar een redelijke oogst van appelen en peren verwacht, zo lazen wij enige tijd geleden in een vakblad dat doorgaans goed inge licht is. In tegenstelling tot ons land zal de appel- oogst in België goed zijn en ook peren zijn er veel. Een groot verschil dus met ons land, waar de perenoogst redelijk belooft te worden, maar waar de appeloogst slechts de helft van normaal zal be dragen. Dat de zaken zo liggen is gelukkig voor de Bel gische fruitkwekers en jammer voor de Nederland se. Maar het is niet anders. Maar dezer dagen hebben wjj toch even onze ogen uitgewreven en onze bril eens extra recht ge zet om te zien of wij het goed lazen. We zagen namelijk de minimumexportprijzen voor Neder lands en Belgisch fruit welke zijn vastgesteld voor het 3e kwartaal van 1955. Toen wij dit lazen hebben wij ons afgevraagd hoe het nu eigenlijk is met de fruitteelt in de Benelux. Wij weten niet hoe de minimumexportprijzen worden vastgesteld. Er zullen wel allerlei factoren van handelspolitieke aard een rol bij spelen, maar ze gaven ons toch stof tot ernstige twijfel aan de juistheid van de Nederlandse tuinbouwpolitiek in de Benelux. De minimumprijzen zien er als volgt uit: Voor appelen: Bij export van Nederland naar België 16 Juli tot 31 Aug. Bfrs 6,50 is 0,50 per kg. September: Cox Orange Pippin Bfrs 7,65 is 0,58 per kg. Goudreinette Bfrs 5,85 is 0,44% per kg. Overige rassen Bfrs 5,40 is ƒ0,41 per kg. Voor België gelden de volgende minimumprijzen: bij export naar Nederland 16 Juli tot 31 Aug. Bfrs 3,75 is 0,28% per kg. Sept. Cox Orange Pippin Bfrs 5,50 0.42 Goudreinette Bfrs 4,25 0,32 Overige rassen Bfrs 3.25 0,25 alles per kg. Voor export van Nederlandse peren naar België zijn de minimumprijzen: 16 Juli tot 31 Aug. Bfrs 6,50 0,49% Augustus Bfrs 6,0,45% Sept. Conference Bfrs 6,0,45% Overige rassen Bfrs 5,60 0,42% alles per kg. Voor de export van Belgische peren naar Neder land gelden de volgende minimumprijzen: 16 Aug. tot 30 Sept. Bfrs 3,25 per kg 0,25. Wij hebben ons afgevraagd hoe het mogelijk is, dat dergelijke grote verschillen in de minimum prijzen voorkomen. De Nederlandse regering neemt steeds ten opzichte van België een zeer soepele houding aan als het gaat over de tuinbouwexport, maar de fruitkwekers en de tuinders in het alge meen worden hiervan de dupe. Wanneer de prijs van het Belgische product daalt beneden de overeengekomen minimumexportprijs dan is reeds zeer dikwijls een volledig invoerverbod gegeven. Bij herhaling is de Belgische grens ge sloten geworden voor fruit, zowel als voor groenten. Voor zover ons bekend is, heeft de Nederlandse regering nog nimmer de grens voor de Belgische tuinbouwproducten gesloten. Toch heeft het Belgische product reeds dikwijls de prijs van het Nederlandse product sterk naar beneden geduwd. Herhaaldelijk ïs het reeds voor gekomen dat ons land werd overstroomd met Bel gische bloemkool. Het gevolg hiervan was dat de Nederlandse markt ook instortte. Wij hebben weer in de afgelopen weken grote hoeveelheden Belgische pruimen op de Nederland se markten gezien. Ze waren belangrijk minder van kwaliteit dan de Nederlandse pruimen, maar de mensen kochten ze, want ze waren goedkoop. Toen voor de Zeeuwse pruimen nog tot ƒ1,per kg werd betaald, waren de Belgische pruimen bij de grossiers in Rotterdam bij duizenden kilo's te koop voor 1,— per kg. En de grens bleef open. Neder land sluit immers niet de Benelux-grenzen. Bittere verwijten over deze politiek worden er daarom overal in de tuinbouwwereld gehoord. De ze toestand duurt nu reeds enkele jaren. Er is een Landbouwprotocol gekomen tussen Nederland, Bel gië en Luxemburg en op grond hiervan weert Bel gië zeer dikwijls onze producten. In Nederlandse tuïnbouwkringen zegt men: Op grond van het Landbouwprotocol kan dat niet gebeuren. Maar België doet het. Het is toch wel ten hoogste tijd geworden dat hierin verandering komt, want zo gaat het niet langer. Waarom moet de Nederlandse tuinbouw het kind van de rekening zijn? Dat heeft hij toch zeker niet verdiend? Wij konden niet nalaten deze week het licht van onze lantaarn te laten schijnen op dit schrijnende probleem in onze Benelux-verhouding. Ten eerste, omdat wij niet konden begrepen, waar om er dat grote verschil in minimumprijzen moet zijn en ten tweede, omdat wij zagen en hoorden van de grote concurrentie die de laatste weken de Bel gische pruimen het Hollandse product aandeden. Wij willen niets liever dan goede en vriendschap pelijke betrekkingen met onze Zuiderburen, maar het is toch wel hard nodig, dat er op tuinbouwge bied verandering komt in de gang van zaken, want zoals het na gaac, kan het beslist niet langer.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 5