ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU \Z 'ii-x dctaiologiscb voor Zeeland MIDDEL SUKd No. 2286. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1955. 48e Jaargang. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.) de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen (Bverzicfii Het is met de economische toestand in de wereld als mét het weer van deze zomer. Mooi, vast weer met hier en daar wat overdrijvende wol kenvelden, maar veel zon en droog. In de landbouw verloopt de oogst daardoor regelmatig en het is na verleden jaar een verademing voor de boeren hun werk vlot te kunnen afdoen. Spanningen blij ven aldus uit. De economische toestand in de we reld, in ieder geval in de Westelijke wereld, is eveneens gunstig. Er wordt volop geproduceerd en goed geld verdiend. De koersen van de aandelen op de effectenbeurzen stijgen dat liet een lust is en verleiden menigeen tot een gokje. De algemene welvaart stijgt en ieder tracht daarvan zijn deel te bemachtigen, hetgeen begrijpelijk is. De zo lang als een zwaard van Damocles boven ons hoofd han gende oorlogsdreiging lijkt verder weg dan in de laatste 10 jaar het geval was. Russen en Amerika nen putten zich uit in alle mogelijke vriendelijk heden en de wereld accepteert de nieuwe toestand met vreugde. Natuurlijk vragen velen, die dieper over al deze dingen nadenken dan de grote massa, zich af, waardoor een en ander komt. Is er werke lijk in Rusland een ernstige landbouwcrisis aan de gang, waardoor de productie van voedsel beneden het peil blijft om de snel groeiende Russische be volking behoorlijk te voeden? Willen de Russische machthebbers hun zo lang onderdrukte volk ein delijk eens laten meedelen in de welvaart, die bij voorbeeld het Amerikaanse volk reeds deelachtig is? Voelen zij misschien de dreiging, die er in hun rug uitgaat van de Aziatische mensenmassa's, die als zij eenmaal in beweging komen, op een stoom wals zullen lijken? Keren zij zich daarom wat meer naar het Westen? Of is het alles slechts een nieu we, slimme communistische taktiek, die ons Wes terlingen in slaap moet sussen? Het zijn allemaal brandende wereldvragen, waar op de deskundigen en de toekomst het antwoord zullen moeten geven. Vragen echter, die in nauw verband staan met de economische wereldtoestand en daarom weer met onze eigen landbouw. Onze Nederlandse landbouw is immers sterk afhankelijk van exportmogelijkheden. En daarom weer van voedseloverschotten of te korten op deze aarde. Tevens van een zo vrij mo gelijk handelsverkeer tussen de volkeren. Daar wij bovendien een zich sterk industrialiserend land ziin, geldt in steeds meerdere mate hetzelfde voor onze industrie. Een factor, die voor beide sectoren van belang is, is het kostenpeil. En in dit verband weer de hoogte onzer lonen. Het is nu wel alge meen bekend, dat er tal van besprekingen gewijd wot den aan het loonvraagstuk hier te lande. Voor lopig blijven deze nog binnenskamers, al laten tel kens. bevoegde personaliteiten hun licht op deze belangrijke kwestie schijnen. Wij hopen hierop in een volgend Overzicht terug te komen en willen terugkeren naar ons eerstgenoemde onderwerp. Wij kregen van het Landbouwschap een keurig overzicht van de economische toestand in Nederland in de eerste 46 maanden van 1955. De voornaamste punten van deze studie zullen wij hier laten volgen. TERNEUZEN: Woensdag 10 Augustus in Hotel „Des Pays-Bas." ZIERIKZEE: Donderdag 11 Augustus in Hotel „Huis van Nassau." MIDDELBURG: Donderdag 11 Augustus in Café ,,De Eendracht." ST. PHILIPSLAND: Zaterdag 13 Augustus in Hotel „De Druiventros." THOLEN: Zaterdag 13 Augustus in Hotel „Hof van Holland." In de economische ontwikkeling van ons land blijft over het geheel genomen nog steeds een op gaande tendenz waarneembaar, zij het dat deze gunstige toestand zich niet in alle sectoren van het maatschappelijk leven in dezelfde mate voordoet. I. ARBEIDSMARKT. Het aantal werklozen exclusief de arbeiders op objecten van aanvullende werkgelegenheden lag de eerste 6 maanden van 1955 aanzienlijk lager dan in de overeenkomstige periode van 1954. Ook de omvang van de tewerkstelling op deze objecten verminderde in belangrijke mate. Ondanks dit alles en ondanks de regelmatige toevloed van aankomen de jongeren naar de arbeidsmarkt lagen de aanvra gen van werkgevers voor personeel in deze periode hoger dan in het voorgaande jaar en vertoonden een stijgende tendenz. II. PRODUCTIE. In de industrie lag de gemiddelde dagproductie gedurende de eerste 4 maanden van 1955 ongeveer 12 hoger dan in de periode JanuariApril 1954. Voornamelijk concentreerde zich deze expansie in de metaalnijverheid. De productie per werknemer, de arbeidsproduc tiviteit dus, lag in deze periode ca 3 boven die van de overeenkomstige periode van 't vorige jaar, terwijl de personeelsbezetting bij vergelijking van de beide tijdvakken met ongeveer 6 is toegeno men. De toename van de industriële productie is dus vooj- ca 2/3 toe te schrijven aan vergroting van de personeelsbezetting, voor ca 1/3 aan toename van die productie per werknemer. Voor de land- en tuinbouwsector als geheel is uit de aard der zaak wegens het optreden van oogst- seizoenen e.d. geen maandelijks algemeen pro ductie-cijfer voorhanden. Wel zijn cijfers bekend over enkele belangrijke sectoren. Wat de aanvoer van melk bij fabrieken en stan- daardisatiebedrijven betreft ouenbaar zich de on gunstige voederpositie in een verlaagde aanvoer gedurende de eerste maanden. In April had zich deze teruggang weer hersteld, ondanks het feit dat de melkveestapel blijkens de Mei telling ten opzichte van 1954 met 2,6 was verminderd. De productie van botër lag op een enigszins lager, die van kaas en gecondenseerde melk op een enigszins hoger niveau, vergeleken bij het vorige jaar. Bij de veilingaanvoer van groenten en fruit ver toonden de cijfers over de eerste vier maanden van 1955 een contrasterend beeld ten opzichte van die van 1954. De hoeveelheid aangevoerde groenten bleef, vooral in de eerste maanden, sterk achter bij die van 1954; de prijsindex daarentegen lag op een aanzienlijk hoger niveau. Bij de fruitaanvoer lag de situatie juist omgekeerd; hogere aanvoeren bij lagere prijzen. ï>e woningbouw vertoonde duidelijk de invloed van de ongunstige weersomstandigheid aan het begin van dit jaar. Het aantal voltooide woningen in de periode JanuariMei 1955 bleef met ruim 4.000 ofwel 20 bij dat van de overeenkomstige periode van 1954 ten achter. III. PRIJZEN EN LONEN. Het indexcijfer van de groothandelsprijzen be woog zich gedurende de eerste 5 maanden van 1955 binnen enge grenzen om het gemiddelde van het jaar 1954. In de prijzen van het gezinsverbruik deden zich ge durende deze periode practisch geen wijzigingen voor. Ook het prijsindexcijfer van de kosten van levens onderhoud va ngezinnen, van hand- en hoofdarbei ders vertoonde een grote mate van stabiliteit. Het lag in de maanden JanuariMei 1955 1 a 2 boven het gemiddelde van 1954. Het indexcijfer van de bruto uurlonen van vol wassen mannelijke arbeidskrachten onderging de eerste vijf maanden van 1955 geen verandering. IV. VERBRUIK EN BESPARINGEN. De uitgaven voor consumptieve doeleinden lagen in de eerste 4 maanden van 1955 op een ca 10 hoger niveau dan in de overeenkomstige period® van 1954. Vooral de aankopen van duurzame con sumptiegoederen zijn sterk toegenomen, n.l. met 15 Het verbruik per hoofd van de bevolking nam in deze periode met 5 toe. Het thans bereikte peil van het verbruik ligt practisch even hoog al» dat van 1950, dus dat van voor de consumptiebe perking. Het saldo-tegoed bij de verschillende spaar-instel. lingen vertoonde eveneens een toeneming ten op zichte van 1954. Per ultimo April was het totale tegoed bij deze instellingen opgelopen tot ƒ5,3 milliard tegen 4,7 milliard einde 1954. V. BUITENLANDSE HANDEL. Zowel de invoer als de uitvoer van Nederland namen in de eerste 4 maanden van 1955 toe, ten opzichte van de overeenkomstige periode van het vorige jaar. De toeneming van de invoer bedroeg globaal 17 de toeneming van de uitvoer ca 12 Het dekkingspercentage (het percentage van. de invoer dat door uitvoer wordt gedekt) vermin derde van 88 in 1954 tot 80 in 1955. De prijzen waar voor geïmporteerd werd stegen met 3 Uitvoer- prijzen bleven constant. De uitvoer van agrarische producten lag in de zelfde periode ruim 5 boven die van de maanden JanuariApril 1955. Liet de handelsbalans''ëen niet onbelangrijk te kort zien, de betalingsbalans was gedurende het eerste kwartaal nagenoeg in evenwicht. Het saldo aan U. S.-$ vertoonde hierbij een tekort van 187 milioen, het saldo aan andere valuta een overschot van 121 miliioen. Er zijn verschillende tendenzen in deze ontwikke ling, die tot ernstig nadenken stemmen. Het voort durende tekort aan arbeidskrachten blijft een druk uitoefenen op het loonpeil. Maar onze kostprijzen mogen niet veel meer omhoog, willen wij kunnen blijven concurreren en dus exporteren. Het meerdere verbruik over de gehele linie vormt een zuigkracht, waardoor onze invoer stijgt. Een nieuwe loonsverhoging zou dit proces zeker ver snellen. Van de hoogconjunctuur profiteert de landbouw het minste. Een bedenkelijk feit, daar juist het ge hele platteland op verschillend gebied nog een lelij ke achterstand vertoont. Het zijn onderwerpen, waarop de aandacht gevestigd dient te blijven. Frans oordeel over Nederlandse landbouw. De vorige week bezocht een uitgelezen groep Franse jongere boeren als gast van de drie Centrale Landbouworganisaties, ons land en vertoefde ook één dag in Zeeland en omgeving. Het zich in een. landbouwkundige revolutie bevindende Schouwen- Duiveland werd doorkruist, terwijl daarna de prachtige coöperatieve suikerfabriek te Dinteloord werd bezichtigd. Aan een slotdiner, dat door de V. C. S. te Bergen op Zoom aan de buitenlandse gasten werd aangeboden, sprak de leider van de Franse groep, woorden van bewondering voor alles wat zij in de vijf dagen hadden gezien en gehoord. Wij willen onze lezers vooral niet onthouden, wat het meeste indruk op deze Fransen had gemaakt, omdat daaruit bleek, dat zij hun ogen en oren goed de kost hadden gegeven en omdat wij het met hun oordeel zo eens waren. De organisatorische samenwerking van de drie landbouw- en de drie landarbeidersorganisaties in het Landbouwschap was het eerste punt. Wat kan de landbouw daarmede een krachtige positie inne men temidden van de overige bedrijfstakken in Nederland, was hun oordeel. Het tweede, even belangrijke punt, was de grote en krachtige ontwikkeling van de boerencoöpera ties, waarbij zij speciaal noemden het coöperatieve veilingwezen, de boerenleenbanken, de geweldige Roermondse eiermijn en de suikerindustrie. Zolang wij in Frankrijk op deze twee terreinen nog zover achter zijn bij onze Nederlandse collega's, zal de positie van de gehele boerenstand aanzien lijk zwakker zijn dan bij U, zo luidde hun commen taar. Het is altijd goed door buitenlanders herinnerd te worden aan zegeningen, waaraan men zelve ge woon is geraakt en waarvan men de voordelen niet altijd duidelijk meer ziet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 1