De demonstratie met aardappeltransporteurs „SHELL" W-N 101 PSEUDO-VOGELPEST EN VARKENSPEST. Doodspuiten Aardappelloof GEBRS. DE JONGH 503 DEZE demonstratie werd gehouden in de lucht gekoelde aardappelbewaarplaats van „De Wilhel- minapolder" te Wilhelminadorp bij Goes. 's Morgens had een beoordeling van de aanwezige machines plaats en 's middags werd voor het publiek gedemonstreerd. De aardappelbewaarplaats van „De Wilhelmina polder" leende zich zeer goed voor het houden van een dergelijke demonstratie. Voor het goed slagen van een demonstratie speelt het weer meestal een grote rol. Dit was voor deze demonstratie niet direct noodzakelijk, alhoewel het toch bijzonder mooi weer was. Een demonstratie met bovengenoemde werktuigen heeft eigenlijk nog nooit plaats gehad. Van daar dat het zeer interessant was om deze werktuigen eens naast elkaar aan het werk te zien. Het doel van deze demonstratie was het vertonen van transporteurs, welke in de eerste plaats geschikt zijn voor het inbrengen van aardappelen in cellen van een luchtgekoelde aardappelbewaar plaats. Daarnaast zou ook met deze transporteurs het vervoer van zakgoed en balen stro gedemon streerd worden. Wanneer tijdens de demonstratie alle machines gelijk zouden werken, zou dit veel ruimte en materiaal vergen. Vandaar dat de machines om beurten gewerkt hebben. Het publiek kon zo doende elke machine aan het werk zien. Dit gaf de regelingscommissie echter handen vol werk. De algemene eisen, die men aan een transpor teur moet stellen, zijn de volgende: 1. arbeidsbesparing, liefst door 1 man te be dienen; 2. geen beschadiging van de aardappelen; 3. moet handelbaar zijn; 4. oversteek moet groot genoeg zijn. Hiermede wordt bedoeld een grote afstand vanaf de wielen (onderstel) tot op de plaats, waar de aardappelen op de grond vallen; 5. voorzien van schudrooster en dit moet zo aangebracht zijn, dat de losse grond, die er door valt, ook makkelijk te verwijderen is; 6. voldoende veilig. Wanneer de transporteur in de hoogste stand staat, moet deze NIET terug of omver kunnen vallen. Van landbouwerszijde wordt nog wel eens als eis gesteld, dat de transporteur voor alles geschikt moet zijn, zowel voor los goed, b.v. aardappelen, hooi en schoven als voor zakgoed en balen stro. Of dit ooit te verwezenlijken zal zijn is een grote vraag. Maar al te vaak komt het nog voor, dat men eerst een aardappelbewaarplaats bouwt en dat men daarna uitziet naar een transporteur. Dit geeft soms grote moeilijkheden, daar men dan niet een geschikte transporteur kan kopen. Veel beter is het daarom eerst een transporteur te kiezen en dan daarnaar het te bouwen gebouw in te richten. Wanneer we de transporteurs, welke op de de monstratie aanwezig waren, nader bekijken, dan kunnen we deze als volgt indelen: Groep I: Transporteur met 1 band. Groep II: Transporteur met 1 band -f een dwarsband los van de eerste. Groep III: Transporteur met 2 banden. GROEP I. De tot deze groep behorende transporteurs waren niet voorzien van een uitlooprooster of -goot, die mogelijk wel bij te leveren zal zijn. Voor het vidlen van de aardappelbewaarplaats met buitenluchtkoeling moet men met de gehele transporteur in de cel. Dit vraagt veel ruimte in de gang. Een brede gang is daarom nodig, daar men ook nog met een wagen lanns de transporteur moet kunnen. Tot deze groep behoorden: a. „Robur" van de N.V. Robur te Honselersdijk. Een stevige en keurig afgewerkte transporteur met wat weinig oversteek (3 m). Mede door de twee dubbele zwenkwieltjes was de wendbaarheid goed. Bij het omlaag draaien van de band wordt het onderstel langer en hijst de transporteur niet zo vlug. Het werk met los gestorte en opgezakte aardappelen was goed. Het was op deze demon stratie de enige transporteur, die balen stro tot op een behoorlijke hoogte (4e laag op een luehtban- denwagen) eveneens goed verwerkte. b. „Atro" van de firma C. v. d. Klooster te Anna Paulowna en G. J. Oonk te Wieringerwaard. Vertegenwoordiger: N.V. Massee en Zn te Goes. Een eenvoudige, wat licht uitgevoerde transpor teur, voorzien van vier zwenkwielen, waardoor de wendbaarheid zeer goed was. Had een oversteek van 4 meter. Met los gestorte en opgezakte aard appelen was het werk goed. Balen stro konden niet hoog genoeg opgevoerd worden. c. „Mietra" van Miedema te Winsum (Fr.) Een transporteur met het doel hiermede alles te kunnen verwerken, maar zodoende wat minder geschikt voor los gestorte aardappelen. Door een cardan aandrijving werd de band van boven aange dreven. De oversteek was voldoende en kon door een afglijrooster of -goot nog groter gemaakt wor den. De wendbaarheid was maar matig. Zakgoed werd goed verwerkt, maar bij het werken met pak ken stro was het niet mogelijk om één pak boven te krijgen. Overigens is het een stevige transpor teur. In de gemeente Knablbendijke heeft zich in de Iveek van 310 Juli een geval van pseudo-vogel- pest voorgedaan terwijl in de gemeente Hulst een geval van varkenspest werd geconstateerd. GROEF li Deze groep van transporteurs had twee trans portbanden, één die in de gang naast de cellen was opgesteld en een tweede, dwars hierop, die opge steld of opgehangen was in de cellen. De voor de eerste transportband benodigde ruimte in de gang is klein. Men kan er dus gemakkelijk met een wagen langs rijdenDe dwarsband dient voor het inbrengen van de aardappelen in de cel. a. „V. W." Type T.P. van de firma Visser te Witmarsum. Een stevige transporteur met een trogvormige band met V-strippen en een tweede band voor het inbrengen van de aardappelen in de cel. Deze was t.o.v. de eerste band dwars opgehangen. De dwars band was voorzien van een afschuiver, zodat op elke willekeurige plaats de aardappelen van deze band geschoven konden worden. Het hangt na tuurlijk van de lengte van de band af hoe ver men de aardappelen in de cel kan brengen. Daar de eerste band alleen verplaatst moet wor den wanneer men in een andere cel moet zijn, behoeft de wendbaarheid niet zo groot te zijn als van de transporteurs, genoemd in groep I. Met de oversteek van de eerste band is het pre cies hetzelfde. Daar de eerste band is opgesteld naast de cellen, is er weinig ruimte in de gang nodig. Voor een goede werking moet de eerste band vol liggen met aardappelen, daar deze anders te ge makkelijk terugrollen vanwege de wat kleine V- strippen. Zakgoed werd behoorlijk goed verwerkt, maar bij pakken stro was de opvoerhoogte te klein. Het is een niet te dure transporteur, die zeer goed geschikt is voor landbouwers, die een aard appelbewaarplaats met buitenluchtkoeling hebben. b. Firma L.. van Zoomen te Slootdorp. Een zeer lichte transporteur met 2 vlakke ban den, die op dezelfde manier was opgesteld als de ,,V. W." De eerste band is wat smal en voorzien van houten meenemers. Bij los gestorte aardappe len kan dit wel, maar voor zakgoed en balen stro is deze smalle band niet geschikt. Door het lage gewicht van deze transporteur is het verplaatsen zeer gemakkelijk. c. ,,Jabelmann" van de firma Van Driel en Van Dorsten te Hoofddorp. Deze transporteur bestaat eveneens uit twee delen en wijkt van de vorige in zover af, dat: 1. het geheel veel zwaarder is uitgevoerd; 2. de tweede band niet is opgehangen, maar in een z.g. toren is bevestigd en zowel op als heen en weer geschoven kan worden. De eer ste band bestaande uit een lattenrooster, komt weer naast de cellen te staan en de tweede brengt de aardappelen in de cel. Deze zwaar uitgevoerde aardappeltransporteur is dan ook speciaal geschikt voor zeer grote aard appelbewaarplaatsen. Aan het einde van de tweede band was een uit- loopgoot bevestigd, welke een volledige cirkel kon beschrijven. Hierdoor is het mogelijk, dat men de aardappelen overal even hoog in de cel kan storten. cL Firma v. d. Pol te Nijkerk. Een transporteur, die wat de tweede band be treft enige overeenkomst heeft met de vorige, ech ter met wat minder mogelijkheden. Ook aan de opvoerband (2e band) kleefden nog wat bezwaren. Daar deze transporteur, naar men vertelde, voor de eerste keer werkte, is het beter er niet veel over te zeggen en af te wachten welke veranderingen zullen worden aangebracht. Er zitten echter wel mogelijkheden in. GROEP III. Dit zijn transporteursdie uit één geheel bestaan; ze hebben twee banden. De wendbaarheid moet gote zijn dan die van groep II, daar de gehele trans porteur meer verplaatst moet worden om de cel overal en geheel te vullen. a. „Diadeem" van de firma Boeke Huidekoper te Haarlem. Deze transporteur in de uitvoering, zoals op de demonstratie aanwezig, leende zich alleen voor los- gestorte aardappelen. Beide banden Waren van latwerk. Deze machine heeft veel ruimte nodig, maar uoor de grote wendbaarheid (2e band kan haaks op de eerste gesteld worden) kan er gemakkelijk mee gemanoevreerd worden. De tweede band heeft een lengte van 4 meter en daardoor is de oversteek groot genoeg. De storthoogte kan geregeld wor den van 0 tot ruim 4 meter. Het is een stevige transporteur, die zeer geschikt is voor grotere bewaarplaatsen. b. „Hygro Holland H 2 H" van de firma Webo te 's-Hertogenboc^u Bij deze transporteur is de lengte van de tweede band 5 meter en die van de tweede, welke zwenk- baar is, 2 meter. Beide banden zijn in hoogte ver stelbaar. De wendbaarheid is matig. Dit kan een bezwaar zijn bij het dikwijls verplaatsen van de ene naar de andere cel. De storthoogte varieert van 0 tot 3 Mi m. Dit is voldoende, maar de over steek van 3,20 meter is te gering. c. „Krebex" van de firma Krebex te Dinteloord. Deze aardappeltransporteur bestond uit een schud- rooster met korte opvoerband en een tweede band, welke alleen in de hoogte verstelbaar is. Haaks op het schudrooster kan een sorteerder geplaatst wor den. De 2e band kan ook gebruikt worden om aardappelen uit de cellen te halen, zakgoed te ver- transporteren en als leesband. Een transporteur dus met veel mogelijkheden en daarom meer geschikt voor een landbouwbedrijf met een aardappelbewaarplaats. Daar alles, afgezien van de sorteerder, achter elkaar staat en de tweede band niet zwenkbaar is, is veel ruimte nodig voor de opstelling van de machine. De wendbaarheid is matig, zodat het verplaatsen wat tijd vergt. De oversteek van 2,70 meter is aan de lage kant. Tijdens deze demonstratie werd er ook gedemon streerd hoe men tot nog toe in de Wilhelmina- polder de- aardappelen in de bewaarplaats brengt. Vanaf de wagen, die in de gang staat, plaatst men de zakken aardappelen op een electrische zakken- heffer. Door arbeiders worden de zakken er weer afgenomen. Via loopplanken, welke op met aard appelen gevulde veilingkisten worden geplaatst, brengt men de aardappelen op hun _plaats. De kis ten blijven in de cel tussen de aardappelen staan. Wanneer men over voldoende arbeidskrachten beschikt zal dit, aldus de heer De Groene, nog steeeds de goedkoopste oplossing zijn (75 cent per ton). Of men de cellen bij deze methode vol genoeg kan gooien, hangt natuurlijk af van de hoogte van het plafond, wat bij de meeste bewaarplaatsen niet voldoende zal zijn. Na de demonstratie gaf Ir Crucq, medewerker van het Instituut voor Landbouwtechniek en Ratio nalisatie te Wageningen, een uiteenzetting over de eisen, die men aan een transporteur moet stel len. Daarna besprak hij de machine en het gelever de werk. De Rapporteur, J. SCHEELE. (Hoofdassistent bij de R. L. V. DJ] Juni 1955. (Advertentie); doet U voordelig Q veilig doeltreffend met de bekende LOOFDODER Vraagt inlichtingen bij: POSTBUS 35 - GOES of bij: P. den Boer, Prov. weg B 129, Renesse, Tel. 51. Fa. C. Colpaart Zn, C 18, Woensdrecht, Tel. 36. Fa. Joh. v. d. Ende Zn., Borssele, Tel. 261 (K 1165) en Tel. 269. Fa. Gebr. den Herder, Serooskerke (W.), Tel. 358 en 442 (K 1186) Fa. L. Hubregtse Co, 's-Gravenpolder, Tel. 398 <K 1103) en Tel. 245. M. Meeuwsen, Dorpsweg 25, Bruinisse, Tel. 84. J. van Oosten, Krabbendjjfce, Tel. 109. D. J. de Regt, Kamjperland, Tel. K 1107-389. A. Rijnberg, St. Annaland, Tel. 91. A. J. Triou, Oostburg, TeL 110. J. A. Wests tra te. Axel. Tel. 74« 'W iikkï

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 7