Nieuw fundament voor het landbouwbeleid [y DU PUITS lucerne r ZATERDAG 16 JULI 1955. D. J. VAN DER HAVE So. 2283. Frankering bij abonnement: Terneuzen u*«uuw vj-I Zeeland ilDDELBURO 43e Jaargang, ZEEUWSCK LANDBOUWBLAD WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. MJ de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen DOOR de indiening van een wetsontwerp, dat zowel voortbrenging, afzet en redelijke prijsvor- ng van landbouwproducten behandelt, ais de voedselvoorziening in de wandeling Land bouwwet genaamd krijgt het landbouwbeleid een nieuwe wettelijke basis. Hiermee wordt voor het eerst een poging gedaan de Landbouwcrisiswet van 1933 te vervangen. Als zodanig kan dit streven van de Regering om de wetgeving aan de eisen des tijds aan te pas sen. worden toegejuicht en het is dan ook wel te verwachten, dat tegen dit ontwerp weinig be zwaren ingebracht zullen worden. In West-Duits land is ook juist dezer dagen een Landbouwwet door de volksvertegenwoordiging aanvaard. Temeer zullen er niet veel bezwaren zijn, daar het hier een raamwet betreft, die alleen een aan tal hoofdzaken behandelt en meer gedetailleerde zaken buiten beschouwing laat. De hoofdzaken, die deze wet wil regelen, betreffen de maatregelen, die de producenten in de landbouw kunnen be vrijden van de nadelige invloed der sterke schorh melingen van de conjunctuur. Naast het scheppen van bestaanszekerheid voor ondernemers en werknemers in het agrarische bedrijf, wil dit wetsontwerp zowel de bevolking als de industrie verzekeren van voedings- en grond stoffen tegen een redelijke prijs. Het belangrijkste punt bij deze zaak is ongetwijfeld wel hoe deze maatregelen tot stand gebracht moeten worden. Onze Minister van Landbouw heeft vooral in vergelijking met zijn collega's grote bevoegd heden. Te meerderheid van de Sociaal Economische Raad heeft reeds laten blijken, dat ze enige be zorgdheid op dit terrein koestert en graag zou zien, dat, door het volgen van een andere proce dure, de volksvertegenwoordiging een ruime gelegenheid krijgt zich over het beleid van de Mi ni? er uit te spreken. e Regering heeft in de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp echter duidelijk laten blij ken, dat ze deze bevoegdheden onmisbaar acht om een beleid te voeren dat snel kan reageren op nieuwe situaties. WAT DE MEERDERHEID S. E.R. WIL. VAN DE Deze meerderheid van de S. E. R. maakte er be zwaren tegen, dat het vaststellen van de nodige maatregelen in handen wordt gelegd van de Minis ter van Landbouw, die in enkele gevallen met zijn ambtsgenoot van Economische Zaken overleg moet plegen. Daarom geeft deze groep er de voorkeur aan, dat de maatregelen worden genomen bij algemene maatregel van bestuur, die bij de wet bekrachtigd zou moeten worden. 'Hiermee wil men zowel het gehele Kabinet als ook de volksvertegenwoordiging bij het beleid be trekken. 'Daar dit standpunt van de S. E. R. de samen stellers uiteraard bekend was, zetten zij in de me morie van toelichting uiteen, waarom het niet jtodig'is de, door de S. E. R.-meerderheid aange geven weg te bewandelen. In de eerste plaats wordt het hele Kabinet reeds 1?jj deze zaken betrokken door het overleg in de Ministerraad, die over alle zaken, die gemeen schappelijk overleg vereisen, besluit, terwijl ook nu de besluiten tot stand komen bij ministeriële beschikking. Wat de invloed van de volksvertegenwoordiging aangaat, wordt er op gewezen, dat deze haar taak haar behoren kan vervullen, doordat in het voor stel een bepaling is opgenomen, dat de Minister elk half jaar aan de Staten-Generaal verslag uit ihoet brengen. Dé volksvertegenwoordiging zal nu verder heb ben, te beslissen of ze de Minister van Landbouw deze bevoegdheden wil verlenen, i Daarbij zal ze zich er voor moeten hoeden deze zaak los te maken van de persoon van Minister Mansholt, die door zijn 10-jarig jubileum als minis ter hier een sterk persoonlijk stempel op gedrukt heeft. MEDEBEWIND VAN PUBLIEK RECHTELIJKE ORGANEN. De productschappen en bedrijfsschappen zullen een eigen plaats in het beleid moeten innemen, zo stelt dit wetsontwerp vast, dat tevens dé hoop uitspreekt, dat deze organen wanneer dit mogelijk i$ ook van hun verantwoordelijkheid zullen doen blijken, door het nemen van die maatregelen die het ingrijpen van de centrale overheid overbodig maken. In andere gevallen, waarbij deze lichamen deze bevoegdheden niet hebben, streeft het wetsont werp er naar deze bedrijfslichamen bevoegdheden Voor het medebewind te geven. Getracht wordt verder de regelingen betreffen de in- en uitvoer van landbouwproducten aan te passen aan een algemene in- en doorvoerwet die binnenkort zal worden ingediend. Wat het instellen van een in- en verkoopbureau voor de voedselvoorziening betreft, wordt gewezen op de verwarde internationale situatie en de grote spanningen, die tot dusdanige marktfluctuaties kunnen leiden, dat overeenkomsten voor het be drijfsleven onaanvaardbare risico's op zouden leveren. Een vooruitziende politiek ten opzichte van de voedselvoorziening van ons volk brengt met zich mee, dat de eventuele ongunstige risico's door de overheid aanvaard móeten worden, zo wordt ver der vastgesteld. BELGISCHE CONCLUSIE. In een uitvoerig artikel, waarin de instelling van een landbouwfonds in België wordt besproken, komt het blad „De Boer" ook terecht op het Neder landse ontwerp voor een landbouwwet. Het blad meent aan dit feit de conclusie te moeten verbin den, dat Nederland niet bereid is toenadering te zoeken tot de Belgische opvatting van het land bouwbeleid, daar immers alle tot nu toe genomen maatregelen met een wettelijke basis worden voorzien. Het blad vraagt zich af of men zich zou beijveren dit vast te leggen, als men het inzicht had dat sommige maatregelen gewijzigd, versoepeld of af gebroken zouden kunnen worden. Het komt ons voor, dat de Belgische Boerenbond teveel waarde hecht aan deze raamwet, door het te laten voorkomen of nu alles, wat het landbouw beleid betreft, ineens verstard wordt. Of zou men verlegen gezeten hebben om argu menten om het landbouwfonds, dat tot doel heeft de Belgische en Nederlandse landbouwpolitiek dich ter tot elkaar te brengen? Overigens heeft alle critiek van deze zijde de aanneming van het wetsontwerp tot instelling van dit fonds niet tegen kunnen houden en heeft Bel gië nu dus ook een landbouwfonds. Dit fonds krijgt inkomsten uit de invoer- en uit voervergunningsrechten, het Belgisch gedeelte van de Beneluxheffingen, de subsidies van het minis terie van Landbouw en een vierde gedeelte van de verhoogde slachtbelasting. Later wil men dan mischien de producenten nog bijdragen laten leveren. De drie eerstgenoemde bronnen leverden vroe ger hun geld af aan de Staatskas. Het geld zal verder weer gebruikt worden om de productie te ondersteunen (van kaas, melkpoeder en condens- melk), de marktregeling van producten die aan seizoenschommelingen onderhevig zijn, steun bij de afzet van producten (o.a. vlees, eieren en tabak) en steun aan de verwerking van een aantal pro ducten. De bezwaren van de Belgische Boerenbond be rusten speciaal op het inzicht, dat de Belgische productie niet aan „abnormale" concurrentie van het buitenland blootgesteld mag worden en de vrees dat dit fonds zal voeren tot een verregaand staatsingrijpen, met een daarbij behorend verlies van zelfstandigheid van de producent. Overigens verliest men daarbij teveel uit het oog, dat de toenemende productie in België zelf reeds lang tot ongewenste toestanden heeft geleid en i« de toekomst nog meer zal leiden. De fondsen dia de Belgische Boerenbond wel voor dit doel zcsj willen gebruiken subsidies van de minister ol fondsen van het bedrijfsleven zelf liggen der mate in de verre toekomst, dat ze als een aflei dingsmanoeuvre gekenmerkt kunnen worden. Laat ons het des te meer op prijs stellen, dal de Belgische volksvertegenwoordiging het gezon^ verstand gehad heeft een spoedig ingrijpen te ver kiezen boven een aantal leuzen voor de toekomst OOK IN FRANKRIJK Tenslotte menen we nog even de aandacht t« moeten vestigen op het zojuist ingestelde Franse landbouwfonds, dat ook al als een teken van de steeds toenemende productie beschouwd kan wor den. De inkomsten van dit fonds bestaan uit een hef fing die door de producenten betaald wordt en een even grote bijdrage van het Rijk. Daarnaast dragen de fondsen per product ook nog een zeker percentage van hun inkomsten af. Het fonds wordt bestuurd door een bestuur, waarin zitting hebben vier vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, vier van het ministerie van Financiën en Economische zaken en acht vertegenwoordigers van de landbouworga nisaties. De bijdrage van de boeren zal variëren van 130 tot 400 fr. per ha, afhankelijk van de provincies en de aard van het bedrijf. Het fonds zal voorschotten, leningen en subsi dies verstrekken voor de afzet van landbouwpro ducten en de hieruit voortvloeiende verliezen dék ken. Daarnaast .zal de voortbrenging van bepaalde producten gestimuleerd worden en de verbouw van nieuwe gewassen worden aangemoedigd. Men heeft ook in Frankrijk begrepen, dat de vlucht van de boeren naar de beschermde sectoren, de overproductie maar zal vergroten. Door steun te verlenen aan dé niet-beschermde sectoren wil men dit gevaar afwenden. Wat de stimulering van de uitvoer betreft, zal vooral gedacht moeten worden aan groenten, •fruit en vlees. TEKEN VAN OVERPRODUCTIE. De instelling van deze fondsen is helaas een teken van overproductie. Het betekent voor ons land, dat de export waarschijnlijk weer met meer moeilijkheden te maken zal krijgen en dat de be scherming van de eigen landbouw niet zonder spe ciale middelen nodig is. Als Nederlandse landbouw hebben we tegen deze ontwikkelingsgang maar één wapen dat effectief zal blijken te zijn: de gespecialiseerde productie van kwaliteitsproducten. Daarnaast kan de Overheid door het voeren van een actief landbouwbeleid de afzet van deze pro ductie helpen bevorderen. We hopen, dat het nu ingediende ontwerp hiervoor in de toekomst een goed fundament zal blijken te zijn B. (Advertentie.) De opbrengsten van de zijn weer buitengewoon hoog, KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF EN ZAADHANDEL K APELLE-BIEZE LINGE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 1