De PIROLINE gerst
Ook in Zeeland is brede aanpak in de
herverkavelingsgebieden vereist.
In memoriam PIETER SCHEELE.
ZATERDAG 9 JULI 1955.
D. J. VAN DER HAVE
voor Zs©l3Jid
MIDDELBURG
No. 2282. Frankering bij abonnement: Terneuzen
43e Jaargang,
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
TOEN de Z. L. M. een commissie in het leven riep om de voorlichting in de herverkavelings
gebieden ter hand te nemen, zal wel niemand vermoed hebben, dat de eerste activiteit naar
buiten een excursie naar de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal zou zijn.
Overigens was de keuze van deze gebieden niet willekeurig, daar reeds enige jaren bekend was,
dat de ruilverkavelingen, die in dit gebied gaande zijn, niet alleen op zichzelf zeer ingrijpend wor
den opgezet, doch ook door werk op breed maatschappelijk en cultureel vlak worden begeleid. De
genen, die indertijd de bijeenkomsten van de Volkshogeschool Zeeland hebben bijgewoond, en daar de
heer Roseboom hebben horen spreken, zullen zich nog wel het één en ander hiervan herinneren.
Maar niets is belangrijker dan het zelf gezien te hebben. En zo vertrok de vorige week een ge
zelschap van 45 personen, leidinggevende personen uit zoveel mogelijk maatschappelijke groe
peringen samengesteld en vrijwel alle gezindten vertegenwoordigende, naar deze gebieden.
De Z. L. M. hoopt daarmee een stimulans gegeven te hebben het werk in de herverkavelings
gebieden op allerlei terrein te gaan aanpakken.
Want het effect van de vele millioenen, die in deze gebieden in cultuurtechnische werken ge
stoken worden, zal eerst dan zo groot mogelijk zijn, wanneer de bevolking ook maatschappelijk
en cultureel op een hoogte wordt gebracht, die met die van de cultuurtechnische werken verge
leken kan worden. Alleen zó kan er een hogere welvaart worden bereikt. Waarbij, zoals de heer
Roseboom het uitdrukte, welvaart zó gezien moet worden, dat levensgeluk boven rijkdom gaat.
Op 1 Juli stierf te zijnen huize te Kapelle-Bieze-
linge onverwacht Pieter Scheele, onze Vice-Voor-
zitter, en 5 Juli werd hij onder zeer grote belang
stelling op de Algemene Begraafplaats aldaar ter
aarde besteld.
Onze gedachten gaan, nu we dit schrijven, in
de eerste plaats weer uit naar zijn vrouw en kin
deren. welke deze slag zo plotseling getroffen
heeft en die hem zo ineens hebben moeten missen.
Ook wij zullen veel aan Scheele missen. Hij heeft
in het Zeeuwse boeren-organisatieleven veel be
tekend en hij heeft vele jaren de Z. L.M. zijn beste
krachten gegeven. In 1920 reeds secretaris van de
afd. Biezelinge geworden, werd hij Voorzitter van
de Kring Oost Zuid-Beveland en tevens Hoofdbe
stuurslid in Sept. 1930. In datzelfde jaar werd hij
nog tot Dagelijks Bestuurslid van de Maatschappij
benoemd. Toen in de oorlóg in 1942 het Boekhoud-
bureau der Z. L. M. gevaar liep en daarom tot een
aparte coöperatie werd omgevormd, werd Scheele
na korte tijd Voorzitter van het Bestuur, een func
tie, die hij steeds tot nog toe met grote liefde en
ambitie, heeft waargenomen, evenals zijn Voorzit
terschap van onze Belasting-Commissie. Toen men
de aansluiting van de Maatschappij bij de Land
stand wilde bewerkstelligen was Scheeie één van
de leiders van de oppositie en van hem stamt de
bekende uitspraak: ,,Op onze Zeeuwse boeren
werkt het Agrarisch Front als een rode lap op een
stier". Na de bevrijding van Zuid-Nederland nam
hij mede het initiatief tot de heroprichting van de
Z. L. M. en onder zijn verantwoordelijkheid kwam
deze tot stand. Ook was Scheele één van de eerste
Bestuursleden van de Stichting voor de Landbouw
in Zeeland.
Daarnaast fungeerde Scheele als lid van de
Pachtkamer te Middelburg, was hij dijkgraaf van
de polder, waarin zijn bedrijf lag, was hij een
grote liefhelbber van de paardenfokkerij, immers
voorzitter var de Zuid-Bevelandse Bond van Paar
denfokkers en de Hengstenvereniging. Hij be
kleedde kerkelijke functies en was voorzitter van
't Bestuur van de Christelijke Nationale School
ter plaatse. In 1946 werd hij benoemd tot Ridder in
de Orde van Oranje-Nassau.
Scheele was een godvrezend man en hij stak dit
niet onder stoelen of banken. Hij was een man die
de strijd meed, maar hem niet vreesde als het
moest. Hij was een zeldzame natuur, met een gro
te en vriendelijke belangstelling voor iedereen,
wat hem tot een beminnelijke en geziene persoon
lijkheid maakte in geheel Zeeland en daarbuiten.
Hij had vele vrienden en zijn heengaan zal bij ons
allen een grote leegte achterlaten. De Z. L. M.
heeft veel aan hem te danken en Bestuur en Secre
tariaat zullen persoonlijk allen de beste herinne
ring aan hun Vice-Voorzitter Scheele mogen be
houden. Hij heeft een rijk leven gehad en wij had
den zo gaarne dit najaar, wanneer hij had willen
aftreden, zijn 25-jarig jubileum tevens herdacht.
Maar God is enkel Majesteit.
G.
ONTWIKKELING VAN DE RUIL
VERKAVELING.
Met 7500 ha gereed, 20.000 ha in uitvoering en
11.000 ha in voorbereiding zijn deze rivierklei-
ruilverkavelingen alleen wat grootte betreft al
belangrijk.
Merkwaardig is, dat de ruilverkaveling in de
laatste 10 jaren een hele omwenteling heeft door
gemaakt. Die van Brakél ging niet verder dan
het ontsluiten van het gebied met wegen en water
lopen en het enigszins vergroten van de percelen.
De boeren bleven rustig in de dorpen en langs de
dijken wonen en dus ook ver van hun land.
Bij de volgende ruilverkaveling van Hedel-
Ammerzoden ook in de Bommelerwaard ge
legen werden de boerderijen langs nieuwe
wegen een eindje buiten het dorp geplaatst.
En in de nu op gang zijnde ruilverkavelingen
in het Oosten van de Bommelerwaard en het -Land
van Maas en Waal worden de boeren naar het
land gebracht, dat opnieuw ontgonnen en ontwa
terd, goed grasland en redelijk bouwland gewor
den is. Een vergelijking met de herverkavelings
gebieden dringt zich daardoor aan ons op, omdat
ook daar boeren vanuit de dorpen verplaatst moe
ten worden.
Zo worden de eertijds lege komgronden door
ontsluiting en ontginning een bron van nieuwe
welvaart voor de bevolking.
Deze veranderingen grijpen diep in en hebben
invloed op de levenssfeer. De overgang van het
slecht ingerichte dijkbedrijfje naar de moderne
lichte woning midden in de polder, is heel groot
en vereist een andere levensstijl.
Scholing, algemene ontwikkeling, opvoeding en
verenigingsleven moeten evengoed op hoger plan
worden gebracht. Er moeten dorpshuizen komen,
alsmede gebouwen voor de kruisverenigingen en
andere verenigingen die aan het welzijn van de
plattelandsbevolking een bijdrage kunnen leveren.
Toneel en handenarbeid worden op hoger plan
gebracht, er wordt gedaan aan vormingswerk
onder de jeugd en de maatschappelijke werkster
en de gezinsverzorgster moeten geïntroduceerd
worden als noodzakelijke krachten in de platte
landssamenleving.
Het wordt in deze gebieden gedaan, dank zij de
alles overkoepelende organisaties die door de be
volking zelf zijn opgericht.
„Stichting ter bevordering van de welvaart in
de Bommelerwaard", heet het lichaam waarmee
we in contact zijn gekomen.
Met als deelnemers de gemeenten, de water
schappen en allerlei kerkelijke en andere vereni
gingen op economisch, sociaal en cultureel terrein
is een lichaam in het leven geroepen. Dit lichaam
tracht de deelnemers ondanks alle moeilijkheden
de verschillende bevolkingsgroepen tot overleg en
samenwerking te brengen en daar in vele geval
len ook in geslaagd is.
Het zelf uitvoeren van het werk staat niet voor
op, doch veeleer het doen van onderzoekingen, het
geven van adviezen en het nemen van initiatieven.
Doordat bovendien het laatste jaar een bezoldigd
secretaris aangetrokken kon worden, is het werk
uitgegroeid boven een soort van vrije tijdsbeste
ding van de bestuursleden.
OVERKOEPELEND LICHAAM.
Daarboven heeft men nog de Stichting tot ont
wikkeling van komgrondengebieden, een interpro
vinciaal lichaam dat werkt van Dordrecht tot de
Duitse grens en in zekere zin beschouwd kan wor
den als toporgaan van alle welvaartsstichtin
gen in het rivierkleigebied.
Deze Stichting, die werkt met subsidie van Rijk
en provincies, kan geenszins als een verlengstuk
van de Cultuurtechnische dienst worden gezien,
zodat een vergelijking met de Herverkavelings
commissie dan ook in genen dele opgaat.
Deze Stichting heeft de beschikking over een
uitgebreide staf van specialisten, die niet alleen
het landbouwkundig onderzoek ter hand nemen,
doch tevens het cultureel en maatschappelijk op
bouwwerk aanpakken en stimuleren.
Zo kan het dan gebeuren, dat er plannen be
staan aan de in aanbouw zijnde proefboerderij in
de Bommelerwaard een vormingscentrum voor
jonge boeren te verbinden, waardoor deze buiten
hun zuiver land bouwtechnische opleiding nog wat
meer krijgen, dat voor hun latere leven van
waarde is
WAT WE ER VAN KUNNEN LEREN.
We mogen in Zeeland blij zijn, dat we op vele
punten vooral op landbouwtechnisch gebied
deze tot achtergebleven gebieden verklaarde stre
ken vóór zijn. Ondanks dat menen we de aandacht
te mogen vestigen op de opbouw van de stichtin
gen die verhoging van de welvaart der bevolking
beogen.
We kennen in Zeeland ook een aantal stichtin
gen die een soortgelijk doel nastreven en denken
hierbij aan de stichtingen „Nieuw Schouwen-Dui-
veland", „Nieuw Walcheren" en de „Stichting
Gemeenschap Eiland Tholen".
Afgezien van het feit of deze wel alle groepen
in zich hebben verenigd, mogen we wel vaststel
len, dat het werkterrein van deze lichamen veel
beperkter is en dat ze niet bemand zijn met een
vrijgestelde kracht.
Momenteel bestaan in Zeeland plannen een socio
loog aan te trekken, teneinde een onderzoek te
doen naar de sociale verhoudingen op Tholen.
Naast de vraag of volstaan kan worden met dit
ene onderzoek, lijkt het ons van belang, dat dit
soort zaken in nauw overleg met de bevolking
van deze gebieden wordt uitgevoerd.
Maar dan zal omgekeerd deze bevolking ook
moeten zorgen, dat de organen aanwezig zijn om
richting en vaart aan het werk te geven, dat met
de herverkavelingen samen moet gaan om deze
zo volledig mogelijk te doen slagen. B.
(Advertentie.)
staat weer best,
overtuigt u te velde.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
EN ZAADHANDEL
KAPELLE-BIEZELINGE.