De arbeidsvoorziening gedurende de verpiegingsperiode erverkavelingsgebieden TAXATIE GEWASSEN OOGST 1955 IN HET VOORMALIGE RAMPGEBIED. COMMISSIE KLEINE BOEREN-VRAAGSTUKKEN. COMMISSIE BOERDERIJENBOUW. HUit de RUNDVEE-RESTITUTIE OP SCHOUWEN EN DUIVELAND. Valse meeldauw in Uien „Shell'' zineb zinkcarbamaat GEBRS. DE JONGH, Z\ lET?T>AO JüN! 193 3. IL/ET landelijk Contactorgaan voor de arbeidsvoorziening in de landbouw, een orgaan, dat -* resulteert uit de samenwerking tussen de Directie voor de Arbeidsvoorziening en het Land bouwschap zendt ons het volgende bericht, betreffende de te verwachten moeilijkheden met de arbeidsvoorziening in de komende maanden. De werkgelegenheid beweegt zich in ons land nog steeda op een zeer hoog niveau. Tot dusvere was de werkloosheid in 1955 nog weer belangrijk geringer dan in de overeenkomstige periode van het, wat de werkgelegenheid betreft, reeds gun stige jaar 1954. De geregistreerde arbeidsreserve (geheel werkloos zijnde personen en zij, die werk zaam zijn op aanvullende werken) was per 31 Mei j.l. 1,27 (39.674 arbeiders) van de gehele man nelijke beroepsbevolking. Indien men dit cijfer vergelijkt met de werkloosheidscijfers in het na jaar van 1954, toen vanwege de bijzonder ongun stige weergesteldheid alle beschikbare arbeiders aan de oogstwerkzaamheden moesten deelnemen, dan blijkt dat de werkgelegenheid thans vrijwel even groot is als in deze periode het geval was. Het is duidelijk, dat onder deze omstandigheden een zekere spanning op de arbeidsmarkt onver mijdelijk is. Dat deze spanning op korte termijn zal afnemen, mag niet worden verwacht. Integendeel moet worden aangenomen, dat de arbeidsvoorziening in de komende maanden als gevolg van de normale seizoenbeweging nog moeilijker zal worden. In het licht van de totale werkgelegenheids situatie zijn de moeilijkheden bij de arbeidsvoor ziening in de landbouw dit voorjaar niet bijzonder groot geweest. De lage temperatuur heeft de nor male groei der gewassen belemmerd, waardoor de seizoentoeneming van de agrarische werkgelegen heid beneden het normale peil is gebleven. Toch moest in de maand Mei meer hulp wor den geboden krachtens de door de Directie voor de Arbeidsvoorziening van het Ministerie van So ciale Zaken en Volksgezondheid en het Landbouw schap getroffen regeling inzake de arbeidsvoor ziening in de landbouw dan zulks in 1954 het geval was. Vooral de toepassing van de A-regeling, waar bij de landarbeiders, die uit overschotgebieden naar tekortgebieden worden vervoerd, een dienst verband aangaan met de boeren, was omvang rijker dan in het vorige jaar. Vergelijking van de cijfers over de maanden Mei 1955 en Mei 1954 beeft het volgende beeld: Werkzaam volgens: Mei 1955 Mei 1954 de A-regeling 1.014 arb. 738 arb. de B-regeling 192 arb. 318 arb. Totaal 1.206 arb. 1.056 arb. Uit deze gegevens blijkt duidelijk, dat een ver schuiving is opgetreden van de B-regeling, volgens welke de arbeiders in groepsverband meestal voor korte perioden in dienst van de uitvoe rende lichamen landbouwwerkzaamheden verrich ten, naar de A-regeling. Hieruit kan worden af- Vervolg van pag. 464.) HUISHOUDELIJKE ZAKEN. De Secretaris wijst er op, dat het echtpaar Doot- jes nog steeds in het Landbouwhuis -vertoeft. Van wege het plaatsgebrek is het noodzakelijk enkele speciale voorzieningen te treffen waarvoor de goedkeuring van de vergadering wordt gevraagd. De vergadering geeft het secretariaat machti ging de nodige voorzieningen te treffen. RONDVRAAG. De Voorzitter roept nog een bijzonder woord van welkom toe tot de heer Baron Collot d' Escury, die zojuist is binnengekomen. De heer Klompe vraagt zich af of de termijn om in aanmerking te komen voor lid van verdiensté niet te hoog is gesteld. De Voorzitter is van mening, dat deze termijn zeer zeker geen wijziging behoeft. Ieder jaar ko men nog verscheidene personen in aanmerking voor benoeming tot lid van verdienste. De heer Van Maldeg m wijst er op, dat de ge ïnundeerde boeren van hun vergoedingen niet rond kunnen komen en vraagt op welke wijze zij in hun onderhoud moeten voorzien. De Voorzitter antwoordt, dat zij een aanvraag in kunnen dienen voor levensonderhoud via de P. B. H.-kantoren. De heer Verbrugge wijst er op, dat men in Zeeuws-Vlaanderen niet tevreden is over de opvat ting van de Plantenziektenkundige Dienst met be trekking tot de bestrijding van de coloradokever. In dit verband zou Zeeuws-Vlaanderen als be smet gebied aangemerkt worden, omdat er in Bel gië veel coloradokevers voorkomen. De Secretaris antwoordt, dat omtrent dit punt juist een schrijven ontvangen is van de Directeur van de Plantenziektenkundige Dienst, waarin er op gewezen wordt, dat een bespreking aangaande de ze kwestie weinig zin heeft. Toch is in de Geweste lijke Raad voor het Landbouwschap besloten een bespreking aan te vragen. SLUITING. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. geleid, dat vele landbouwers doordrongen zijn van de noodzaak om bij de huidige situatie op de arbeidsmarkt de nog aanwezige landarbeiders voor langere perioden aan het landbouwbedrijf te bin den. De behoefte aan arbeiders in de industrie is zo groot, dat lesse arbeiders, die uit de landbouw worden ontslagen, in de meeste gevallen direct werk in andere bedrijfstakken kunnen vinden. Zij zijn dan zodra de seizoenbehoefte weer toe neemt, niet meer voor de landbouw beschikbaar. Het is dan ook een zaak van welbegrepen be drijfsbelang, dat de boeren de losse landarbeiders zo lang mogelijk in dienst houden en met name de minder drukke periode tussen de verplegings- en oogstwerkzaamheden overbruggen. Indien dit niet geschiedt, is de kans groot dat ook door mid del van de aanvullende regelingen in de oogst- periode onvoldoende hulp kan worden verleend, omdat de benodigde arbeiders dan niet beschikbaar zullen zijn. Alleen indien de boeren de arbeids voorziening van hun bedrijf zoveel mogelijk veilig stellen, zullen de Directie voor de Arbeidsvoor ziening en het Landbouwschap bij normale weers omstandigheden de tekorten tijdens de oogst- periode kunnen aanvullen. Landbouwers in het voormalige rampgebied, die van mening zijn, dat in 1955 de oogstresultaten op één of meer van hun percelen tengevolge van de watersnood 1953 nog zodanig zullen zijn, dat de kosten niet door de opbrengst kunnen worden goed gemaakt, kunnen hiervan aangifte doen bij de Plaatselijke Bureauhouder, aldus deelt de Rijks dienst voor Landbouwherstel mede. De aanmelding dient te worden gedaan minstens 3 weken vóór de vermoedelijke oogstdatum, onder vermelding van: a. gewas; b. grootte van het per ceel; c. ligging van het perceel; d. vermoedelijke oogstdatum. Gezien het feit, dat alleen vergoeding plaats heeft, indien de kosten niet door de opbrengst worden gedekt, wordt verzocht, om bij betrekkelijk geringe afwijking in de stand van het gewas, geen aangif te te doen. Voor de getroffenen in de Polder Kruiningen en op Schouwen-Duiveland geldt een afwijkende rege- •:..g, welke belanghebbenden reeds bekend is. BIJZONDERE UITKERING VOOR LEVENSONDERHOUD. De Rijksdienst voor Landbouwherstel deelt voorts mede, dat ook voor het oogstjaar 1954 een bijzonde re uitkering voor levensonderhoud via het Ministe rie van Maatschappelijk Werk en/of het Nationaal Rampenfonds zal kunnen worden verleend. De uit kering zal evenals over het oogstjaar 1953, alleen worden toegekend aan die land- en tuinbouwers, die op grond van hun bedrijfsuitkomsten en hun overige privéinkomen, niet in staat zijn geweest in 1954 een redelijk inkomen voor levensonderhoud te verwerven. Het is dus geenszins de bedoeling om via deze regeling alle bedrijfsverliezen te compen seren, doch slechts om een redelijk inkomen voor levensonderhoud te garanderen. Indien men meent voor een dergelijke regeling in aanmerking te komen, dan kan men zich voor het invullen van een aanvraagformulier wenden tot zijn Plaatselijke Bureauhouder. De aanvragen moeten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór 1 Augustus 1955 zijn ingediend GIPS VOORZIEN ING 1955. De gipsvoorziening dreigt ernstig te worden ge stagneerd doordat uitgereikte gipstoewijzingen niet voldoende snel bij de kunstmestleverancier worden ingeleverd. Alleen indien de landbouwers hun bon nen onmiddellijk na ontvangst bij bedoelde leveran cier inleveren kan een tijdige aanvoer worden ver zekerd. De Rijksdienst voor Landbouwherstel ver trouwt dan ook op de medewerking van alle betrok kenen, ondanks de overigens geringe bezwaren, welke aan een vroegtijdige ontvangst van het gips zijn verbonden. Het bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn vergadering van 15 Juni 1955 benoemd tot voorzit ter van de Commissie Kleine Boeren-vraagstukken de heer Dr Ir W. J. Droesen te Roermond en tot plaatsvervangende voorzitters de heren G. C. v. d. Schelde te Utrecht en Ir G. M. L. Otten te Meppël. Het bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn vergadering van 15 Juni 1955 benoemd tot voorzitter van de Commissie Boerderijenbouw de heer J. A. van Nieuwenhuyzen te Ooltgensplaat en tot plaatsvervangend voorzitter de heer H. J. de Boer te Utrecht. DE FINANCIERINGSREGELING BIJ rr "OUW VAN BOERDERIJEN. Er kunnen zich een drietal gevallen voordoen bij de bouw van boerderijen in het herverkavelingsge- bied. Voor elk dezer gevallen gelden enige speciale regels, waarvan ten behoeve van belanghebbenden hieronder een korte uiteenzetting volgt. Voor nade re inlichtingen wende men zich echter steeds tot het Bureau van Uitvoering. a. Verplaatsing van onbeschadigde gebouwen. Indien het in het belang van een goede uitvoering van de herverkaveling wenselijk is dat bedrijfsge bouwen worden verplaatst, kunnen de gelden voor de bouw van het nieuwe pand door de Herverkave lingscommissie worden voorgeschoten. De eigenaar treedt op als bouwheer. Het oude gebouw wordt om niet afgestaan aan de S.B.L. De eigenaar moet de waardevermeerdering betalen, die het nieuwe ge bouw heeft ten opzichte van het oude. Deze waar devermeerdering wordt vastgesteld op basis van de normen in de Wet op de Vervreemding van Land bouwgronden. Dit bedrag kan door de eigenaar des gewenst in de vorm van herverkavelingsrente met een 30-jarige annuïteit worden afbetaald. b. Vergroting van gebouwen in verband met de sanering. Bedrijven, die bij de definitieve toedeling over eni ge jaren vergroot zullen worden (d.i. gesaneerd) zullen in het algemeen ook vergrote bedrijfsgebou wen nodig hebben. Indien deze vergroting aanzienlijk is, zodat het bedrijfspand van karakter verandert, is het moge lijk dat in de kosten van deze vergroting een subsi die wordt verleend. Kleine verbouwingen vallen niet onder de subsidieverlening. De Herverkaveiingscommissie beoordeelt deze gevallen in samenwerking met de Dienst voor We deropbouw en Volkshuisvesting. De subsidie kan maximaal 40 bedragen van de kosten der vergro ting zoals de door het Bureau van Uitvoering en de Dienst voor Wederopbouw worden goedgekeurd. Desgewenst kan het gedeelte van de kosten, dat voor rekening van de eigenaar blijft, door de Her verkavelingscommissie worden voorgeschoten en in de vorm van een 30-jarige annuïteit (herverkave lingsrente) worden afgelost. c. Herbouw van verwoeste of beschadigde be drijven. Hierbij zijn twee mogelijkheden te onderscheiden: le. Er is geen verplaatsing of vergroting in het geding. In dit geval verloopt de herbouwfïnancie- ring geheel volgens de normen van de Wet op de Watersnoodschade. Het Bureau van Uitvoering be oordeelt alleen, of de herbouw op de voorgestelde plaats, past in het plan van de herverkavelings- werken. 2e. De verwoeste of beschadigde gebouwen moe ten worden vergroot of verplaatst. In deze gevallen gaat de financiering volgens de Wet op de Waters noodschade voorop. Daarnaast wordt door het Bü- reau van Uitvoering en de Dienst voor de Wederop bouw en Volkshuisvesting nagegaan of een aanvul lende subsidie van de Herverkavelingscommissie op grond van de regels in a en b nodig is. De eigenaar treedt ook hier als bouwheer op. De Voedselcommissaris voor Zeeland maakt be kend, dat getroffen rundveehouders op Schouwen en Duiveland, die in de 2e helft van Juli 1955 run deren wensen te ontvangen, in mindering op het schade-tegoed bij Landbouwherstel, van nu af tot en met Donderdag 14 Juli een aanvrage kunnen doen bij Dhr. F. C. Hanse, P. B. H. te Zierikzee. Advertentie)' bestrijdt U uitstekend met Vraagt inlichtingen bij: POSTBUS 35 - GOES of bij: P. den Boer, Prov.weg B 129, Renesse, Tel. 51. Fa. C. Colpaart Zn., C 18 Woensdrecht, Tel. 36. Fa. Joh. v. d. Ende Zn., Borssele, Tel. K 1105- 261 en 269. Fa. Gebrs. Den Herder, Serooskerke, Tel. K 1189- 358 en 442. Fa. I. Hubregtse Co., 's-Gravenpolder, Tel. K 1103-398 en 245. M. Meeuwsen, Dorpsweg 25, Bruinisse, Tel. 84. J. van Oosten, Oostweg 11, Krabbendijke, Tel. 109. D. J. de Regt, Kamperland, Tel. K 1107-389 A. Rijnberg, St. Annaland, Tel. 91. A. J. Triou, Oostburg, Tel. 110. J. A. Weststrate, Axel, Tel. K 1155-746

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 9