D
BRIEVEN
N. O. P.
ONDER
UIT DE
ZATERDAG 21 MEI 1955.
375
de
iEZE week wmeii wy het licht van onze tuinbouwlantaarn laten vallen op het klein-
fruit en daarvan in het bijzonder de aardbeienteelt. Het is immers zo, dat met de
aardbeien de nieuwe oogst aan de veilingen begint. Dat was 25 jaar geleden het geval en dat
is thans nog zo.
In dezen is er geen nieuws onder de zon. Wel is er een groot verschil waar te nemen
met betrekking tot de overgang van de oude naar de nieuwe oogst. Tot voor enkele jaren was
er steeds een pauze in de fruitaanvoer op de veilingen. Zeker vier tot zes weken was er geen
aanvoer. Die tijd is voorbij. Zonder pauze gaat het ene seizoen in het andere over. Terwijl de aard
beien van de koude grond worden aangevoerd in de maand Juni, zijn'er ook nog Golden Delicious
en Jonathan van de oude oogst, soms zelfs in behoorlijke hoeveelheden. „Het gehele jaar door fruit
van Nederlandse bodem" is thans geen ideaal meer, maar werkelijkheid.
Vandaag willen wij dan eens kijken hoe 'het staat met de aardbeienteelt in onze provincie.
In de loop van de volgende weken hopen wij nog wel nader hierop terug te komen, want het is
een onderwerp waar heel veel over te zeggen valt. En niemand zal willen ontkennen dat voor de
Zeeuwse kleinfruittelers de aardbei een belangrijk product is.
Onze provincie behoort immers nog altijd tot één der aardbeiencentra van ons land.
Gezien in het licht van de nationale aardbeienproductie is de productie van Zeeland echter
maar heel gering.
De aardbeienteelt
Wanneer wij de statistiek bekijken, blijkt hier
uit, dat b.v. in 1953 in ons land ruim 20 millioen
kg aardbeien van de koude grond werden aange
voerd. Hiervan werd op de Zeeuwse veilingen
ongeveer 1 millioen kg aangevoerd. Dat is dus
maar 5 van de totale productie van ons land.
Bezien we daarentegen de cijfers van Brabant,
dan blijkt hieruit dat in deze provincie ruim 11
millioen kg aardbeien werden aangevoerd, of 55
van de totale Ned. productie. Er zijn echter teke
nen welke er op wijzen dat de aardbeienteelt in
Brabant terug gaat lopen. De sterke industriali
satie in deze provincie maakt het voor de aard
beienkwekers bijzonder moeilijk om mensen vast
te krijgen voor de pluk. Voor plaatsen als Zun-
dert, Öudenbosch, enz., is dit een groot probleem
geworden. Wij geloven dat in Zeeland dit pro
bleem nog niet zo groot is en daarnaast kunnen
we constateren dat de belangstelling voor de aard
beienteelt in onze provincie de laatste jaren bij
zonder is gestegen. Men ging beseffen dat in ver
gelijking met andere aardbeiencentra de teelt in
Zeeland dreigde achteruit te gaan. Aan de ziekte
bestrijding werd weinig of geen aandacht ge
schonken. Het plantmateriaal was meestal af
komstig van verouderde en niet gezonde planten.
De planten kocht men meestal van een buurman
en men vroeg zich niet af of deze wel goed waren
en een rendabele teelt zouden waarborgen. De
resultaten van deze gang van zaken werden zicht
baar en de Zeeuwse aardbeienteelt liep sterk
terug.
De kweker maakte er niet meer van wat er
van te maken viel. Maar toen leerde men weer de
echte Zeeuwen kennen. De echte Zeeuw, die niet
bij de pakken gaat neerzitten, maar die weet dat
hij verder moet en beter. Er kwam een ernstig
streven naar verbetering. Zeker mag hierbij de
Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst niet vergeten
.worden. Deze ging zich meer en meer met de
aardbeienteelt bemoeien. Er werd voorlichting
gegeven omtrent de ziektenbestrijding. Het plant
materiaal werd geselecteerd. Nieuwe aardbeien
rassen werden beproefd en men ging op excursie
naar andere aardbeiencentra.
In het bijzonder de fa. A. van Liere en Zn. te
Kapelle zette een fel offensief in voor de verbete
ring van de aardbeienteelt. Zij bouwden een
selectiebedrijf op met als doel: enkel gezond
plantmateriaal. Ook waren zij het die een proef-
yeld aanlegden. Waar zij ze maar konden be
machtigen, haalden zij nieuwe planten. Soms ging
het met de grootste moeite, maar het lukte en
er kwamen nieuwe planten. Daarom:Hulde
aan deze mannen die durfden te wagen enmet
succes uit de strijd kwamen. Honderdduizenden
goede, gezonde planten werden door hen afge
leverd.
Dc rassen
Tot op heden waren de hoofdrassen voor Zee
land nog steeds de Jucunda en Madame Moutot.
Rondom Kapelle en Goes trof men bovendien nog
.wat Deutch Evern en Madame Lefebre aan. De
laatst genoemde wordt voor 100 voor verse
consumptie geplukt omdat deze aardbei zich niet
zonder dop laat plukken. Momenteel is er echter
met betrekking tot het sortiment een belangrijke
.verandering waar te nemen. De Climax deed en
kele jaren geleden haar intrede. Aangezien dit ras
in het bijzonder werd gevraagd voor de verwer
kende industrie (o.a. diepvries) kwam het zeer
spoedig tot ontplooiing.
Ook voor de verse consumptie is de Climax
zeer geschikt. Nog andere sterren verschenen
aan het aardbeienfirmament. Wij noemen de
BOWA, Machereau's Fruhernte, Regina, George
Soldwedel, Ydun. Deze rassen worden in hoofd
zaak geteeld voor verse consumptie. Wanneer men
Ze bewonderde op het proefveld van de fa. van
Liere, stond men dikwijls paf. Wat een bloemen,
®gt een planten, wat een vruchten bij deze rassen.
Vooral de Machereau's Fruhernte en de Regina
kwamen zeer goed uit de bus. Vele telers kwamen
de laatste jaren op genoemd proefveld. Zeer velen
kochten ook spontaan een hoeveelheid planten
van deze nieuwe rassen om een proef te nemen.
Zo zien we dat de aardbeienteelt in Zeeland en
dan speciaal in het gebied van Kapelle-Biezelinge
in nieuwe banen wordt geleid. En de resultaten
Deze zullen in de toekomst zeker zichtbaar wor
den. Er moet nog veel gebeuren. We zijn er nog
niet, maar het vraagstuk heeft de aandacht.
Ook de veilingen gaan begrijpen dat zij ten
aanzien van de aardbeienteelt een taak hebben.
Dat zij in dezen stimulerend moet werken ten
aanzien van verpakking enz.
Voorheen was het zo dat het overgrote deel
van de aardbeienproductie werd geveild voor de
industrie en verdween in het vat. Thans zien we
een streven om meer en meer voor verse consump
tie te gaan telen.
De teelt van de nieuwe vroege rassen leent zich
hier zeer goed voor. De telers gaan hierbij uit van
het standpunt: Wat in andere plaatsen mogelijk is,
moet in Zeeland ook kunnen. De wil is er en de
weg zal dan zeker worden gevonden. Bovendien
is de klimatologische ligging van Zeeland voor
deze teelt zeker niet ongunstig. België is onze
naaste buurman en steeds een goede afnemer vap
aardbeien in doosjes. Daarom zien wij voor de
toekomst een steeds grotere aanvoer van verse
consumptie-aardbeien in Zeeland.
Over de eigenschappen van de verschillende
rassen en de verdere plannen om de teelt op een
hoger plan te brengen een volgende keer.
Koelhuisfruit in grote hoeveelheden
In een snel tempo gaat de afzet van de voor
raden appels van de oude oogst verder. Dit is
nodig ook, want nog zijn de voorraden voor de
tijd van het jaar niet gering en hier komt bij dat
de kwaliteit van het fruit ook minder gaat worden.
Tot op heden zijn de weersomstandigheden nog
steeds gunstig voor het uitslaan van fruit uit de
koelhuizen. Als het wat warmer wordt, zijn de
vruchten direct nat en hebben dan veel tijd nodig
om weer op te drogen. Dit is nu juist niet bevor
derlijk voor de kwaliteit. In een snel tempo gaat
de scald- en stipvorming dan verder. Voor deze
ziekte, welke jaarlijks zeer veel geld kost, is tot
op heden nog geen oplossing gevonden.
Ieder voorjaar opnieuw heeft men er mee te
maken bij het uitslaan uit de koelhuizen. In de
wintermaanden heeft men hiervan geen last om
dat dan de temperatuurverschillen van koelhuis
en sorteerinrichting veel minder groot zijn.
De Bramley Seedling
Deze week is de laatste Bramley Seedling uit
de gascellen geveild. De prijs hiervan is dit jaar
niet meegevallen. Voor de exportkwaliteit werd
rond 35 cent per kg betaald, maar voor de keuken
en fabriekskwaliteit werd niet meer dan 9 tot 12
cent per kg betaald. Als men dan rekent, dat de
koelkosten op minstens 10 cent per kg gesteld
kunnen worden, blijkt hieruit wel ongeveer hoe de
opbrengstcijfers liggen.
Bij de sortering liep de kwaliteit namelijk ook
zeer uiteen. Uiteindelijk bleek toch dat het per
centage exportkwaliteit niet hoog ligt. Zeker
niet boven gemiddeld 50 Bij de meeste partijen
was er een sterke scaldvorming. Hiertegen kan
men als kweker weinig doen. Er zijn echter ook
partijen welke gebreken vertonen die reeds bij
de inzet aanwezig waren. Nog steeds zijn er teveel
kwekers die niet beseffen dat het koelhuis en dus
ook de gascel geen ziekenhuis is, waar het zieke
fruit ingestopt kan worden om het er hersteld
weer uit te halen.
Ten aanzien van het financiële gedeelte kan
men bij zulke partijen niet anders dan teleurstel
ling verwachten. Ook beneden de Huishoud I
maat moet men geen fruit in het koelhuis plaatsen.
De kosten van het koelen liggen naar verhouding
voor deze sorteringen veel te hoog.
Beste Jan,
Het dorre landschap van de polder de laatste weken toch ook eindelijk weer
veranderd in een vruchtbare vlakte, al zijn we nog een beetje achter bij jullie. Het
is hier altijd iets kouder en meer wind, zodat de beginontwikkeling wat trager
verlooptVóór Juni rekenen we hier nooit op een vlugge groei. En zo hopen we ook
hier weer op gunstig weer voor een nieuwe oogst. De restanten van de oude oogst
zijn echter ook nog aanwezig. Vorige week heb ik nog een perceel gezien waar een
aardappelkuil opgeslagen was, terwijl er om heen de ruggen lagen van de nieuwe
generatie. Het laatste vlas gaat nu ook de polder uit.
De voorjaarsinzaai, hoewel laat, is voorspoedig gegaan en de opkomst was
vlugger dan vorig jaar. De structuur, ook van de kapot gereden bietenpercelen,
was goed. Het valt voor een Zeeuw altijd op, dat zelfs de geheel zwart liggende
grond, eenmaal open getrokken, in korte tijd voldoende is opgedroogd voor de zaai-
machine. Het bietendunnen is begonnen. Opvallend is het bijna uitsluitend gebruik
van de korte hak en dan niet in gebukte houding, maar meestal op de knieën.
Het onkruid-probleem lijkt haast erger te worden met het ouder worden van
de polder; vooral muur- en melkdistel wordt een groot probleem. Laten we hopen
op veel warmte en weinig water in de komende tijd.
De landbouworganisaties bestaan deze zomer 10 jaar in de polder en dit feit
zal gezamenlijk worden herdacht. Gelukkig, dat ook hier een gezamenlijke band
tussen de pachters ligt.
Deze week dacht ik nog wat het over 50 jaar geweest zou moeten zijn om in
deze polder, indien ze toen was droog gemaakt, te moeten wonen. Verstoken van
electrisch, teleloon, radio, auto's, goede verbindingen, enz., maar ook verenigingen en
instellingen, had het hier gegaan zoals in vroeger eeuwen bij inpolderingen het geval
was, dat de eerste en tweede generaties ten gronde gingen en het gebied eigenlijk
voor de derde generatie pas normaal bewoonbaar was. Dat echter de voorziening van
deze hulpmiddelen veel financiële offers vraagt van de jonge bevolking, is begrij
pelijk. Er wordt op het oude land wel eens te gemakkelijk over de bedrijfswinsten
in dit gebied gesproken. Een groot deel ervan wordt gebruikt voor de verdere op-
boïiw van dit nieuwe land.
Je vriend uit de N.O.P.