Wormziekten bij paarden
Pluimveeziekten
De eerste lessen van
het veulen
Veulenziekte
300
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Gok uw paarden hebben ingewandswormen
U voert de wormen zonder dat U het weet.
De bestrijding is eenvoudig en grondig uit
voerbaar. Oudere paarden zijn allen besmet met
wormen en ondervinden er ogenschijnlijk niet veel
schade van.
Door de mest van de oudere paarden worden
telkens de jonge generaties weer besmet.
Veulens en andere jonge paarden zullen, zon
der wormen, met minder voer, meer groeien.
Het voer wordt dan beter door
de dieren benut.
Wormen knagen voortdurend
aan de binnenkant van de dar
men. Dieren zonder wormen
hebben meer weerstand tegen
allerlei ziekten.
Voorkomen is ook hier beter dan genezen
Als U wacht tot de dieren mager worden van
de wormen, kost een behandeling meer en is het
resultaat veel minder.
Waarom zou U de wormen nog ooit weer de
kans geven om uw jonge paarden aan te tasten
Er bestaan nu uitstekende bestrijdingsmiddelen.
U heeft nu de kans om op uw bedrijf alle
darmwormen uit te roeien.
De weg van wormei via larve tot volwassen
worm is lang en op hun zwerftocht door het
lichaam zijn de larven evenmin te bestrijden als
die van de runderhorzel.
Alle in het najaar nog opgenomen larven heb
ben nu hun einddoel bereikt: ,,de darm" van de
paarden.
Dit is de enige plaats waar ze op eenvoudige
wijze verdelgd kunnen worden.
De wormen zitten nu als ratten in de val
Ook dit jaar zullen weer een aantal veulens
tengevolge van veulenziekte sterven.
Wat is veulenziekte
Als we dit begrip ruim nemen, vallen hier
onder alle oorzaken van ziekte en dood bij veu
lens voordat de zuigperiode is afgelopen. Zo ge
zien is het een verzamelbegrip waarin zeer veel
ziekten met uiteenlopende oorzaken zijn samen
gevat, De voeding van de drachtige merrie en de
erfelijke aanleg van het veulen zijn hierbij van
belangrijke betekenis.
In de practijk meer gebruikelijk wordt onder
veulenziekte verstaan de ziekte van veulens ten
gevolge van bepaalde infecties. In dat geval w§rdt
bedoeld, dat een aantal soorten ziekteverwek
kende bacteriën het lichaam van het jonge dier
binnendringen langs de plaats, waar ze het ge
makkelijkst de kans krijgen. Dit is bij het jonge
veulen de navel en ook het maagdarmkanaal.
Aan de navel blijft in het begin een natte
bloederige weefselstomp achter. Dit weefsel is
niet opgenomen in de verzorging door de bloeds
omloop van het lichaam en is gedoemd af te ster
ven. Mede hierdoor is dit een gunstige voedings
bodem voor bacteriën, welke plaatselijk een ont
steking kunnen veroorzaken en langs de bloed
vaten zich naar binnen toe kunnen verplaatsen,
waardoor uiteindelijk de bacteriën zich met de
bloedsomloop door het gehele lichaam kunnen
verspreiden. Af en toe komt een leknavel voor,
waarbij urine door de navel tevoorschijn komt.
Dichtmaken branden of afbinden) van een lek
navel kan het ontstaan van veulenziekte in de
hand werken.
Het darmkanaal van het pasgeboren dier heeft
nog niet het afweervermogen, dat op oudere leef
tijd bestaat, zodat hier, door de dai'mwand heen,
allerlei bacteriën onder bepaalde omstandigheden
de kans krijgen om binnen te dringen en zich in
hoofdzaak ook door middel van de bloedsomloop
door het lichaam kunnen verspreiden.
De bacteriën, waarvan aangenomen wordt, dat
ze veulenziekte veroorzaken, zijn zeer uiteen-
indien U weet dat uw veulens nu en in de toe
komst, niet in dezelfde weiden komen als de an
dere paarden.
Het is van belang om niet alleen kleine strongy-
duidelijk, soms lijkt het alleen maar of de pasge
boren veulens langzamerhand trager worden en
sterven ze zonder typische verschijnselen.
Gewrichtsontstekingen, welke ontstaan door
een verspreiding van bacteriën met het bloed,
vormen meer het typische beeld van wat men
onder „veulenziekte" verstaat. De spronggewrich-
ten zijn nogal dikwijls aangetast in die gevallen.
Soms betreft het één gewricht, vaak ook meer
dere. De eigenaar ziet dan kreupelheid of een
stijve gang optreden, gepaard gaande of vooraf
gegaan door diarrhee. Als een veulen kreupel
loopt, denkt U dan vooral niet, dat de merrie wel
op het been getrapt zal hebben, die kans is maar
gering.
De behandeling. Niet alle veulens met veulen
ziekte zijn ongeneeslijk. Na een tijdige behande
ling treedt soms nog algeheel herstel in. In dit
verband zijn er thans nieuwe geneesmiddelen,
welke een vooruitgang betekenen, ook bij de be
handeling van „veulenziekte". Het is noodzake
lijk om tijdig uw dierenarts te roepen als U af
wijkende verschijnselen waarneemt.
Voorkomen is beter dan genezen. Laat uw
merrie veulenen in een goed gereinigde stal op
Door deze winter zijn wormeieren en larven
practisch allen in de weide omgekomen.
BESTRIJDING
Als U al uw paarden nxi een wormkuur geeft,
komen ze practisch wormvrij in de weide.
De weide, die nu zo goed als wormvrij is, wordt
dan niet opnieuw besmet.
Indien U zich met de kuur tot de drachtige
merriën wilt beperken, dan is dit alleen raadzaam,
indien U weet dat uw veulens
nu en in de toekomst, niet in
dezelfde weiden komen als de
andere paarden.
Het is van belang om niet
alleen kleine strongyluswcrmen,
maar vooral ook de grote spoel-
wormen te bestrijden. Deze doen meer schade dan
algemeen wordt aangenomen.
Indien U voor en na het instellen van een
wormkuur de mate van besmetting op uw bedrijf
wilt kennen, dient U van elk paard een mestmon-
ster door uw dierenarts of door de Provinciale
Gezondheidsdienst voor dieren te laten onder
zoeken.
Belt vandaag nog uw dierenarts hierover op,
of bespreekt in ieder geval binnenkort met hem
de wijze waarop een wormkuur tegen beide soor
ten van wormen gegeven kan worden.
(Brochure Wormziekten bij het paard, te ver
krijgen bij de Secretaris van het Centrum Paar-
denbelangen, Anna Paulownastraat 26, Den Haag,
bij de Provinciale Gezondheidsdiensten voor Die
ren en bij de Landbouwvoorlichtingsdienst.)
een schoon strobed. Laat zo mogelijk de navel op
de natuurlijke wijze afspringen en behandelt deze
één keer met een opdrogend ontsmettingsmiddel
als b.v. jodiumtinctuur. Laat moeder en veulen,
als het weer niet al te slecht is, spoedig buiten.
Laat ze in ieder geval van alle zonneschijn profi
teren. Een voorbehoedende behandeling van
merrie en veulen met entstoffen of serum is mo
gelijk. De mening over de waarde hiervan loopt
nogal uiteen. De voeding van de drachtige en de
zogende merrie is voor het weerstandsvermogen
zeggen:
Tuberculose
Deze ziekte komt in onze Provincie zeer sterk
verbreid voor. Dit is een uitzondering in ons land,
want in de meeste provincies behoort kippentu-
berculose tot één van de zeldzaam voorkomende
ziekten.
Plet ziektebeeld in de koppel is vrij vaag. Men
heeft regelmatig wat sterfte, de zieke kippen ver
mageren en lopen soms wat kreupel.
Bij slachting is het beeld wat eenvoudiger te
onderkennen, witte haardjes in lever en milt en
knobbeltjes aan de darmen.
Deze ziekte is gemakkelijk uit te roeien, mits
men het maar serieus doet. In het algemeen kan
gezegd worden, dat de ziekte te langzaam verloopt
om onder jonge hennen een kans te krijgen.
Wanneer men ieder jaar alle oude hennen op
ruimt en vervangt door jonge, dan is men al een
heel eind op weg.
Wanneer eenmaal tuberculose is geconstateerd,
dan is het goed om de besmette koppel op te
ruimen en enkele maanden geen kippen te hou
den. Men moet zich echter niet beperken tot de
kippen alleen, maar resoluut al het pluimvee op
ruimen, d.w.z. ook de eenden, pauwen, kalkoenen,
parelhoenders, enz. Verschillende malen hebben
wij b.v. al aan kunnen tonen dat één enkele pauw
of kalkoen de ziekte op de volgende generatie
kippen overdroeg.
Het hok moet natuurlijk goed schoongemaakt
worden, ontsmet met creoline en gewit worden.
Een eventuele ren moet zéér diep worden om
gespit.
De jonge hennen moeten natuurlijk nooit tus
sen de oude kippen worden opgefokt. Fok ze ge
rust een eindje van huis op in een zomerhokje en
haal ze pas thuis als de andere hennen weg zijn
en als het hok ontsmet is.
Dit moet men trouwens niet alleen bij tuber
culose doen, maar in het algemeen moet men deze
werkwijze volgen.
Het leucosecomplex
Onder deze naam worden een aantal verschijn
selen samengevat, die vermoedelijk wel één
ziekteoorzaak hebben.
van het jonge dier van bijzondere betekenis. Geeft
een veelzijdig rantsoen, dat naast een redelijke
hoeveelheid eiwit de noodzakelijke mineralen er.
vitaminen bevat. Laat de dieren zoveel mogelijk
genieten van zon en weidegang. De drachtige mer
rie kan de gewone werkzaamheden verrichten,
maar verlangt in geen geval de uiterste inspan
ning van het dier.
Een goede verzorging van de merrie vóór de
geboorte, het doen plaatsvinden van de geboorte
onder zo hygiënisch mogelijke omstandigheden
noodzakelijk.
Een goede voeding en hygiëne na de geboorte
is ook van bijzondere betekenis.
Waarschuwt U vooral tijdig uw dierenarts bij
het waarnemen van de eerste ziekteverschijnselen.
Bij het paard kennen we verschillende onaange
name eigenschappen, die de gebruikswaarde ver
minderen. Deze eigenschappen zijn veelal verkre
gen eigenschappen, maar kunnen ook op erfelijke
aanleg berusten.
Door een deskundige omgang met het veulen is
het mogelijk, dat aangeboren karakter-afwijkingen
zich naderhand weinig of riet zullen openbaren.
Het is bekend, dat de gebruikswaarde van paarden
van deskundige fokkers vaak gunstig is; ze zijn in
de omgang betrouwbaarder en bij verschillende
handelingen, b.v. bij het beslaan, verzetten ze zich
minder.
Het paard gehoorzaamt, omdat het door ervaring
vertrouwen en respect voor de leiding van de mens
heeft gekregen. Reeds de eerste levensweken moe
ten pogingen worden aangewend om dit respect
te verkrijgen, want naderhand kan het te laat zijn.
Men dient zo spoedig mogelijk bij het geleiden het
veulen een halster aan te leggen, om het terstond
aan gehoorzaamheid te gewennen.
Tevens is het af en toe opnemen van één der
benen een zeer nuttige handeling (hierover kunnen
vooral de hoefsmeden meespreken). Met een zeke
re mate van beslistheid dienen deze oefeningen te
worden uitgevoerd en daarbij dient rustig met het
veulen te worden omgegaan (belonen); een goed
paard kan reeds in zijn jeugd door een ruwe be
handeling worden bedorven.
Men diene er anderzijds rekening mede te hou
den, dat een veulen nimmer overdadig moet wor
den aangehaald, want hierdoor kunnen zich zeer
onaangename eigenschappen ontwikkelen.
Men onderscheidt het ziektebeeld in verschil
lende vormen, waarvan voor ons de belangrijkste
zijn:
a. de ingewandsleUcose;
b. de neurolymphomatose of kippenverlamming.
a. Bij het eerste ziektebeeld valt vooral de
zeer sterk vergrote lever op, die doorzet is met
spekachtige haarden. Hetzelfde is het ge\«l met
andere organen, o.a. de milt. De lever kan zéér
groot worden en tenslotte sterven de dieren.
b. Bij de verlammingsziekte ziet men als regel,
dat de kippen door de poten zakken en op de duur
niet meer kunnen lopen. De eetlust en zelfs de
leg blijven zéér lang ongestoord. Door de verlam
ming kunnen de dieren zich tenslotte niet meer
redden en ze gaan ten gronde.
Aan leucose is niets te doen, de ziekte gaat
door en het enige wat men nog kan doen is regel
matig de zieke uitselecteren cn opruimen.
De ene kippenstam js veel gevoeliger voor deze
ziekte als de andere. Aangezien er echter in ons
land nog niet veel gedaan wordt om z.g.n. resis
tentie, d.w.z. minder gevoelige dieren te fokken,
is het nooit van te voren met zekerheid te zeggen
of ongekochte jonge hennen erg vatbaar zullen
zijn of niet.
Men neemt tegenwoordig wel aan dat de smet
stof van deze ziekte vooral in de jeugd wordt
overgebracht van de oude hennen op de jonge.
Men dient daarom bij de opfok van kuikens en
jonge hennen een zéér strenge isolatie tussen de
jonge hennen en de oude toe te passen.
Isolatie betekent in dit geval opfokken zo ver
mogelijk van de oude hennen af, apart drink- en
voermateriaal, aparte klompen, enz. Zijn de jonge
hennen eenmaal 5 maanden oud geworden, dan is
het besmettingsgevaar geweken.
Dit is een heel belangrijk punt voor de Zeeuwse
opfokkers. Zij zullen er zich op toe moeten leg
gen om hun opfokhokken zéér goed te isoleren
van de oudere hennen. Het is de taak van de
V.P.Z. om hierop toe te zien. Het moet in de toe
komst zo worden, dat alleen hennen die goed ge-
isoleerd worden opgefokt, worden gekeurd en van
een vleugelmerk voorzien. W.
Maandelijkse
Paard eng ezondheidskalender
't Is al weer eind April en de kuikens die van 't najaar onze oude hennen moeten vervangen,
zijn al bijna allemaal geboren.
In verband met het feit dat vele veehouders in onze Provincie regelmatig jonge hennen of
kuiken kopen, is het goed om nog eens het een en ander over de belangrijkste pluimveeziekten te