ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
NOORD-BEVELAND
NOORD-AFRIKA
Beziüivieg op onze laak
TERUGBLIK
362 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Redactie: C. J. v. Damme, A. C. Breure, L. de Jager, Z. Poppe, M. Sanders en M. Murre.
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Van
naar
DOOR
N. FILIUS
Openingsrede op de P. E. vergadering
van de Voorzitter, AL C. Bisseeuw.
Deze vergadering en de feestelijk
heden van de afgelopen weken hebben
iets gemeen, n.l. dat ze de mensen tot
bezinning kunnen brengen. Deden we
dat deze week bij de herdenking van
het heugelijke feit, dat Nederland 10
jaar geleden bevrijd werd, op deze ver
gadering zullen we dat weer moeten
doen met de vraag, of we de juiste
koers varen.
Het is met zulke dagen precies zo
als met de jaarwisseling.
Pagina's vol worden geschreven,
waarin met zeer welluidende volzinnen
de lezer geattendeerd wordt op de
noodzaak en de moeite, die ieder voelt
en doet, om zo verdraagzaam mogelijk
met elkaar samen te werken.
Iedereen is op de bewuste dagen met
de beste bedoelingen bezield, maar
wanneer het een week verder is, blijkt
er in de praetijk eerder een verscherp
te verhouding, dan een toenadering
overgebleven te zijn.
Ieder wil zijn groep graag als de
juiste zuil zien uitgroeien. De ervarin
gen uit de oorlog, welke voor vele op
richters der L. J. G. in vele gevallen
als drijfveer dienden om een algemene
organisatie op te bouwen, vinden we
bij het gros van de tegenwoordige
leden niet meer terug.
Begrijpelijk, omdat de voorbije oorlog
voor vele leden enkel nog maar ge
schiedenis is en reeds veel meer ge
praat wordt over een volgende oorlog.
Dat alleen echter bewijst al, dat er
grote problemen zijn, welke dringend
om een oplossing vragen. Nu is het zo,
dat elke generatie een stuk verantwoor
delijkheid draagt voor de volgende. Zo
ook thans.
Wanneer wij thans niet proberen om
in een algemene organisatie de basis te
leggen om de leden rijp te maken voor
het gezamenlijk bespreken van moge
lijkheden en moeilijkheden, om met res
pect voor een ieders principe de juiste
weg te vinden, heeft de volgende gene
ratie het volste recht, ons dit als een
ernstige tekortkoming te verwijten.
Zeer dikwijls zullen wij voor beslis
singen komen te staan, waar we ons
niet bij \'oorbaat via een bepaalde uit
gestippelde hjn van af kunnen maken,
doch waar we zelf de volle verantwoor
ding voor dragen.
Niét bet recht van de sterkste, van
de meeste stemmen zal altijd mogen
gelden, maar ook de meningen van de
kleine groepen moeten aanvaard kun
nen worden..
Beseffen wij als leden van een alge
mene organisatie, dat wij de samenwer
king met zeer vele levensbeschouwelij
ke. maatschappelijke en culturele groe
peringen niet mogen en kunnen weige
ren? Zoals gezegd, dit eist een grote
opofferingsgezindheid der leden en ik
twijfel er wel eens aan o-f wij daar
vandaag de dag voldoende van door
drongen zijn.
Wanneer ik tot slot terug kom bij
mijn uitgangspunt, de bezinning op on
ze taak, dan hoop ik, dat U als leden
der P. R. zult meehelpen deze voorne
mens te helpen bestendigen.
Moge de L. J. G., hoe klein en onbedui
dend ze ook moge gelijken bjj de grote
politiek, het gesprekscentrum zijn, waar
de jonge plattelanders van nu zieh
kunnen bekwamen voor hun taak welke
ze straks in de maatschappij te vervul*
len hebben, mede tot heil van ons Ne*
derland 10 jaar gelednn bevrijd
werd.
(Slot.)
Bij ons binnentreden in de kasbah,
passeerden we eerst een bidon ville
(bidon is het Franse woord voor vat).
Je ziet er gezinnen wonen in hutten en
holen, welke gemaakt zijn van ben-
zinevaten en jutezakken. Hierna kwa
men we terecht in een gewirwar van
steegjes en trappen. In sommige nauwe
straatjes leunden de eeuwenoude huis
jes met de bovenste helften tegen el
kaar, zodat het daglicht er nauwelijks
doordrong. Soms konden twee man
elkaar nauwelijks passeren. Het vuil
werd er provisorisch opgehaald door
ezeltjes met grote manden op hun rug.
In de straatjes met ontelbare win
keltjes hangt de koopwaar aan de
gevels. Zindelijkheid is een onbekend
begrip, zo hangt het vlees bij de slager
open en bloot vóór z'n winkel. Het is
begrijpelijk, dat talloze vliegen e.d. daar
gretig gebruik van maken. De ogen
van een schaap schijnen voor de Ara
bieren een lekkernij te zijn, evenals de
kop en de poten. Deze ziet men dan
ook overal in manden liggen.
De bakker bereidt zijn gebak (met
veel honing) voor de deur, daarnaast
is weer iemand aan het maïskolven
roosteren. Daartussen spelen en bede
len ontelbare al of piet geklede kinde
ren. Het afval ligt géwooh op de straat
en verspreidt er een vreselijke stank.
De kroegen zitten vol met mannen, die
een soort dominospel spelen. Overal
hoort men de doordringende Arabische
muziek. Nu en dan moet men uitwijken
voor een bedelaar of bedelares, die een
voudig op de straat ligt. Nooit zag ik
zoveel afschuwelijke vormen van in
validiteit, welke een mens kunnen
treffen.
We namen ook nog een kijkje in een
Arabische school, waar de meester met
de karwats in de hand voor de klas
stond. In geheel Algiers krijgt 85
van de inheemse jeugd enigerlei onder
wijs.
Tot slot van ons verblijf in deze Ara
bische wereld brachten we nog een be
zoek aan een moskee, het bedehuis der
Mohammedanen. De Mohammedaanse
godsdienst wordt door 15 van de
wereïrfcevolking beleden. Omstreeks
het jaar 600 werd de stichter van de
Islam Mohammed, in Mekka geboren.
Een tocht naar deze plaats, welke nu
bedevaartsplaats is geworden, is voor
vele Arabieren een vervulling van hun
grootste levenswens. De Arabische
naam van hun God is Allah en hun leer
is geschreven in de Koran. Bij 't be
treden van de moskee werden er door
de gids weer een aantal voor ons onbe
grijpelijke formules gebezigd- We zagen
de gebedszaal en ook hier was er weer
een duidelijke afscheiding voor mannen
en vrouwen. Het is wel duidelijk gewor
den, dat men als man in deze gebieden
enigszins hoger gewaardeerd staat dan
als vrouw.
We kochten nu de nodige souvenirs,
waaronder een complete sluier en na
men afscheid van onze gids, die ons
voor een betrekkelijk bescheiden, be
drag van onschatbare waarde is ge
weest en zo was er weer een einde ge
komen aan ons verblijf in Neord-
Afrika.
Nadat we een stempel in ons pas
poort hadden afgehaald bij dezelfde
inspecteur, die ons de toegang ver
leende, waren we gerechtigd om te ver
trekken. We gingen wederom per boot,
doch nu met de „Ville d'Oran", een
zusterschip van de „Ville de Tunis".
Dat ik niet fluitend aan boord ging,
laat zich begrijpen, doch alle angst voor
zeeziekte was overbodig. Geen wind,
kalme zee en een verzorging, welke
ook nu weer af was. Zelfs paardenren
nen, compleet met totalisator en al, al
was 't dan met houten paarden, werden
georganiseerd. Ook werden we weer
ineens een uur ouder, omdat de Noord-
Afrikaanse tijd een uur verschilt met
de onze. De aankomst in Marseille ver
liep vlot; de auto stond nog hoog en
droog op de derde verdieping.
Daar we vroeger terug waren dan
we gedacht hadden en mijn beide reis
makkers nog nooit de Rivièra hadden
gezien, besloten we dit gebied te gaan
bekijken. Dit kon zonder bezwaar, hoe
wel de begroting drastisch gewijzigd
moest worden. Zo gingen we op weg.
Ons eerste oponthoud gold Toulon,
de eerste oorlogshaven van Frankrijk.
Veel heeft\deze stad tijdens de laatste
oorlog door bombardementen geleden.
Duizenden burgers kwamen hierbij om
het leven. Overal ziet men dan ook nu
nog ruïnes, als een bewijs en jammer
lijk resultaat van de dwaasheid der
mensen.
Vooral de oorlogsschepen, welke in
grote getale en grote verscheidenheid
aanwezig waren, trokken onze aan
dacht. Zelfs een vliegtuigmoederschip
ontbrak niet. We zagen er ook nog een
groot deel van de Amerikaanse Mid
dellandse Zee-vloot. Langs de kust wa
ren nog vele oorlogsschepen en vlieg
tuigen aan het oefenen. Zo konden we
zelfs een oefenbombardement tussen
enige heuvels van nabij gadeslaan.
Van Toulon gingen we naar St. Ra
phael, het feitelijke beginpunt van de
eigenlijke Rivièra of zoals de Fransen
het ook wel noemen Cote d'Azur, d.w.z.
Azurenkust. St. Raphaël is een drukbe
zochte badplaats. In 1799 ging Napo
leon, terug van zijn Egyptische veld
tocht, hier aan land. Tijdens de laatste
oorlog landden de geallieerden op het
4 km lange strand, dat er ligt. In Can
nes logeren ieder jaar meer dan 100.000
touristen. We zagen hier ongekend luxe
jachten van diverse millionnairs in de
haven liggen en auto's die op zichzelf
al een vermogen vertegenwoordigen.
In Juan les Pins ziet men het mondain-
ste hotel van de Rivièra, n.l. „Eden
Roc" met een eigen park en strand. In
Antibes komen vooral de aristocraten.
Churchill en de Hertog van Windsor
hebben hier hun privé-strand. Ook
Picasso, de bekende schilder, woont
hier.
Tot slot werd nog een bezoek ge
bracht aan het Prinsdom Monaco. Een
klein onafhankelijk staatje van ca. 150
ha. alwaar geen belastingen worden
geheven. Een punt, dat verleden jaar
al op het programma stond, werd nu
afgewerkt, n.l. een bezoek aan het In
stituut van Océanographique. Fantas
tisch wat wü hier zagen aan wonder
lijke vissen en planten uit de zee.
De terugweg naar huis werd gemaakt
dwars door de Alpen via de Route Na
poléon. In 1815 nam Napoleon dezelfde
weg naar Parijs, nadat hjj van Elba
ontvlucht was. Hij deed daar 20 dagen
over. De weg is zeer bochtig met grote
stijgingen en hellingen. Het warme
klimaat was nu spoedig voorbij. Op de
toppen lag soms een weinig sneeuw.
We vertoefden nog wat rond Digne,
bekend door de moord op het echtpaar
Drummond en passeerden de plaats
waar zich dit opzienbarend drama
heeft afgespeeld. Na Valence kwamen
we in grote overstroomde gebieden.
Deze overstromingen waren veroor
zaakt door het aanhoudende noodweer,
dat enige weken tevoren had gewoed
en waarvan wij in Noord-Afrika in de
couranten hadden gelezen. Een achttal
me isen en wat vee was er het slacht
offer van geworden. Overal zagen we
weer 't beeld van roeibootjes met men
sen, die naar hun woning of bedrijf
gingen. Weliswaar zag men niet veel
verwoeste gebouwen, maar 't was toch
een troosteloos gezicht met hier en
daar een huisje met nog het dak boven
water. Reeds verschillende malen heeft
men hier al met overstromingen van
de rjvier te kampen gehad, maar nog
nooit zoals nu, zulk een groot gebied
en in zo'n snel tempo.
De verdere terugweg naar huis ver
liep zonder bijzonderheden, wel maak
ten we nog zowat alle weersomstandig
heden mede, vorst, gladde wegen, zon,
regen en mist. Tot slot, bij onze thuis
komst, storm en hoog water, wat al
direct de nodige bezigheden gaf.
Zo was er dus weer een einde geko
men aan een reis, welke ons als 't ware
een blik vergunde in een andere we
reld, niet alleen met een andere na
tuur en klimaat, maar ook met andere
mensen; mensen van een ander ras,
maar toch ook levende wezens met ver
langens en verwachtingen. Eén der
eerste verwachtingen, n.l. een mens
waardig bestaan, is er voor velen nog
niet weggelegd. Toch zal op de duur
deze massa mensen van 250 millioen,
welke de Arabische liga wordt ge
noemd, een macht worden waarmee de
blanke wereld rekening moet houden.
We kunnen dit nu al zien in landen als
India en China, welke in een tiental
jaren zijn uitgegroeid tot machten die
van zich doen spreken.
Daar ik geen politiek overzichtschrij
ver ben, wil ik thans het verslag be
ëindigen van een reis, welke ons niet
alleen wat meer, maar ook eens wat
anders van de wereld liet zien.
Bij een afscheid horen enkele woor
den, die meestal een terugblik op de
afgesloten periode bevatten.
Zo is de levensloop van een ieder te
verdelen in verschillende perioden.
Voor mij is van deze perioden o.a.
mijn L. J. G.-tjjd een zeer belangrijke
geweest, welke er in bijzondere mate
toe heeft bijgedragen, mijn algemene
vorming, die in de maatschappij zeker
als onmisbaar beschouwd moet worden,
uit te breiden.
Hoewel het niet altijd gemakkelijk
was om onverwachts van het dagelijk
se werk over te schakelen op het ver
enigingswerk, zal ik mede door de pret
tige samenwerking met de andere
hoofdbestuursleden, steeds met voel ge
noegen aan deze tijd terugdenken.
Ik wil ook de nieuwe voorzitter van
harte gelukwensen met het feit, dat
hij de mogelijkheid waarneemt, om in
deze functie die kennis en ervaring op
te doen, welke op zijn verdere leven on
getwijfeld zijn stempel zullen drukken.
Louis, ik heb je reeds leren kennen
als een actief lid, die zowel in de eigen
streek als op provinciaal niveau veel
werk verzet hebt, en ik twijfel er niet
aan, of je zult ook nu weer je plaats
weten te vindon.
Je zult ervaren, dat dit werk bijzon
der nuttig is om te voorkomen dat je
gaat verstarren in een eigen beperkte
gezichtskring vanwege het werk van
alle dag. Ik wens je hiermee veel suc
ces toe.
Tot slot wil ik alle leden, die mij dit
jaar hun vertrouwen schonken, hier
voor van harte danken. Helpt ook in
de toekomst het werk van Uw vereni
ging steunen. U kunt hier zelf zo ge
weldig veel van profiteren. Dat is reeds
bewezen in de 10 jaar van ons bestaan.
M. C. RISSEEUW.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
Diegenen, die op Zaterdag 4 Juni met
de extra bus mee willen naar de sport
dag in Kortgene, moeten zich opgeven
bij onderstaande personen. Opgaven
vóór of op Zaterdag 21 Mei bij vooruit
betaling van 2,50.
Mej. C. Ie Clercfc Z74, Retranchement.
Mej. K. Rïsseeuw, Veerhoek, Oostburg.
J. Haak, Oranjepolder 3, Biervliet.
Ook deelnemers aan korf- en voetbal,
als individuele nummers moeten zich
opgeven.
J. HAAK.