WAT MOET DAT MET DIE SPILLEN? De fruitboom wordt steeds kleiner en kleiner aio ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD r De laatste tientallen jaren is er zeer veel veranderd in de Nederlandse fruitteelt. Dit aanvankelijk als stiefkind behandelde aanhangsel van het landbouw- of veeteeltbedrijf kwam tot wasdom en zocht zelfstandig zijn eigen weg. Zelfs in de Betuwe wordt het romantische beeld van imposante hoogstammen met vreedzaam daar onder grazende koeien geleidelijk schaarser. Twee ruggen uit één varken snijden i.e. een „melk- rug" en een „fruitrug" blijkt eens te meer een lastige opgave. Tegelijk met deze nieuwe ontwikkeling veranderde de boomvorm. Eerst werd de lange stam van de hoogstam geëlimineerd. Zo kreeg men de struik. Een hele verbetering, de langste ladders konden worden afgeschaft. Na verloop van tijd kreeg ook deze struik geleidelijk een nieuwe vorm. Hij werd op zwakker onderstammen geplant, kleiner en smaller opgekweekt. Daarmee maakte de vrije spil zijn entree. Verder is de evolutie nog niet gevorderd. We leven dus momenteel in het „spillen-tijdperk". Uit het voorgaande blijkt dat de bomen steeds kleiner en lager werden. Zal men op dit punt in de toe komst nog verder gaan? Dan kunnen de boompjes in bloempotten gekweekt en bij nachtvorst of hagen binnengehaald worden. WIE ZAL DAT BETALEN Naarmate de bomen kleiner wer den, plantte men er uiteraard meer per ha. Deze toename is nogal in grijpend: hoogstammen op 10 X 10 m 100 bomen per ha; struiken op 7 X 6 m 240 bomen per ha; spillen op 4 X 2 m 1250 bomen per ha. Vanzelfsprekend stijgen de plant- kosten in vrijwel gelijke mate. Zelfs het onvertakte twijgje dat als „één jarige spil" de wereld wordt inge stuurd, komt inclusief 2V2 m lange gecreosoteerde paal al op minstens ƒ2,50 a ƒ3,—. Vermenigvuldig met 1250, tel er vervolgens de verdere kosten van planten, aanbrengen van bescher ming tegen wildschade e.d. nog bij op en U hebt een idee wat het „in steken" van een moderne boom gaard momenteel kost. En dan is men nog niet aan het plukken. Eerst moeten de boom pjes nog enkele jarèn héél goed worden verzorgd, b.v. bespoten worden met bestrijdingsmiddelen, die ook niet bepaald voor een zacht prijsje aangeschaft moeten worden. HET KLEINE WORDT GE-EERD Men zal zich als buitenstaander afvragen of deze gang van zaken verantwoord is. Zulke hoge kosten maken voor die dwergboompjes, die bovendien nog als„juffertjes" behandeld moeten worden, willen ze niet voortijdig verongelukken of teleurstellende re sultaten geven. Deze argwaan is begrijpelijk. De vrije spil is pas enkele jaren sterk op de voorgrond gekomen en er is nog weinig ervaring mee opge daan. Aanvankelijk stond dan ook menig fruitteler sceptisch tegenover deze nieuwigheid. Ook nu is beslist nog lang niet iedereen overtuigd van de kwa liteiten van de spil. En daar is reden voor. Want ideaal is deze boom- vorm allesbehalve. De vraag is slechts: is er iets beters? Verreweg de meeste telers zijn van mening van niet. Bij nieuwe aanplant wordt daarom bijna uitsluitend de spilvorm gekozen. De bezwaren en nadelen neemt men noodgedwongen op de koop toe. vooral. ^>ak omdat gebleken is dat een ha met Ar»;Tlc uoompjes minstens evenveel kilo's fruit kan opleveren dan een ha met grote hoge bomen. Theo- retich lijkt het of een hoge boom meer op moet leveren. Voor die extra hoogte moet je immers geen extra pacht- of polderlasten betalen. Dat klopt echter niet. Men plukt niet meer fruit en moet juist wel extra kosten betalen. Plukken, dun nen enz. op hoog niveau is tijdrovend en daardoor duur. Niets goedkoper dan met beide benen op de begane grond de boompjes verzorgen en het ooft direct in de kist leggen bij de pluk! KOETJES DIE VLUG EN VEEL MELK GEVEN Ook verder zijn er verscheidene voordelen van de kleine boomvorm op te sommen. Het belangrijkste is wel de vroege productie. Vaak bereikt mén na 4 Jaar al een flinke opbrengst, dank zij het grote aantal boompjes per ha, die allemaal op een vroeg vruchtbare onderstam staan. Hierdoor worden de hogere aanplantkosten dubbel en dwars goedge maakt. Tevens zijn de vruchten die men van goed verzorgde jonge spillen oogst als regel van voor treffelijke kwaliteit. Groot, mooi gekleurd en gaaf, mede doordat de wind er minder schade aan kan doen. Daarbij komt, dat enkele der meest aanbeve lenswaardige rassen, te weten Golden Delicious en Winston, bij uitstek thuishoren op zwakke onder stammen. En tenslotte vergemakkelijken de in ha gen geplante kleine bomen, mede door hun gelijk matige grootte, het gebruik van aangepaste werk tuigen. Vooral voor behandeling met een klein mo del nevelspuit, straks automatisch te bedienen, biedt de vrij lage en smalle spi'lehaag groot voor deel. Alles ook de snoei wordt ingesteld op vroe ge en grote productie, desnoods ten koste van de levensduur. Men wil geen bomen die 50 jaar mee kunnen. Liever de boompjes „uitmelken" en dan 5-jarige Golden Delicious" als spil op type IX. (Foto Min. L. V. V.) maar weer vervangen. Jonge bomen leveren in hoofdzaak kwaliteitsfruit, al een de nieuwere ras sen worden goed betaald. Elke boomgaard een fruitfabriek, productie aan de lopende band. Degra deren ook de kippenhouders door middel van kunst licht en krachtvoer hun pluimvee niet tot legmachi- nes? De strijd om het bestaan (van de mens), schijnt dat nodig te maken. WHAT IS IN A NAME? We wezen er reeds op dat niet iedere fruitteler evenveel waardering heeft voor de vrije spil. Ster ker nog, op sommigen werkt het woord „spil" zelfs als de bekende rode lap op de bekende stier. Meestal komt dit doordat er verwarring is over deze boomvorm. Menigeen verwart de vrije spil met de geleide of echte spil, die in Noord-Brabant een tijdlang werd gepropageerd. Deze geleide spil was inderdaad een onding. Hij werd zó sterk gesnoeid, dat er wel veel schot, maar veel te weinig fruit aan groeide. De vrije spil is in feite niets anders dan een vrij smalle struik met een sterke harttak. Een kleine struik, die een wat handiger vorm heeft gekregen. Jammer dat de naam spil er aan te pas is geko men, achteraf bekeken. Daardoor is veel wanbegrip ontstaan. Want de peren worden al vele jaren uitsluitend op kwee geplant, min of meer in hagen. De kwee heeft dezelfde nukken a's type IX. Een Bonne Loui se op kwee lijkt meer op een spil dan een Cox's Orange op type IX. Maar de bedoelde Bonne Louise is altijd een struik genoemd en de Gox's heet vrije spil, al is hij „zo breed als schoppenboer" TYPE IX IS EEN ZORGENKINDJE Met dat alles is het een niet te loochenen feit, dat de (appel) vrije spil ook vrij veel bezwaren heeft. Deze houden vooral verband met de zwakke on derstam type IX. Bomen op IX zijn zorgenkindjes. Ze moeten in de watten. Ze hebben broze wortels en waaien vlug om, ze vormen gemakkelijk een „eigen" wortel, ze zijn extra vatbaar voor kanker en vragen mede daarom doorlopend een prima verzorging. En voor al: ze stellen hoge eisen aan de grond. Óp minder geschikte bodem is de groei te zwak en dan is Lei den in last. Op te natte grond, te droge grond, slempige grond, oude boomgaardgrond enz., zal IX veelal teleurstellen. Ook met sterkere onderstammen zal men in dergelijke gevallen geen topresultaten be hagen, maar naar verhouding toch wel betere. Zowel door minder goede verzorging als door (Vervolg van pag. 309.) De kleine boerenbedrijven schakelden meer en meer over op de fruitteelt. Doordat deze bedrijven als klein landbouwbedrijf over een zekere opper vlakte grond beschikten, is dit wellicht oorzaak, dat in de kop van Schouwen geen z.g. dwergbedrijfjes gevonden worden. Men had om te beginnen in de regel wel enkele ha's ter beschikking. Waar de teelt vaak werd aangevat door lieden die geen opleiding als fruitkweker hadden gehad, is het welhaast vanzelfsprekend, dat de kwekers in dit gebied openstonden voor voorlichting. Dankbaar werd gebruik gemaakt van de cursussen, die op dit gebied gegeven werden en het hunne er toe bij droegen, dat de kwekers op de hoogte kwamen en bleven van de eisen van die tijd. Toen in 1928 de idee geopperd werd te komen tot stichting van een Lagere Tuinbouwschool in de kop van Schouwen, werd deze idee algemeen ge steund en kwam de Lagere Tuinbouwschool annex Proeftuin te Haamstede tot stand. De pioniers in dit gebied beseften zeer wel, dat voor hun kinderen een opleiding op een tuinbouw school onmisbaar zou zijn, wilden zij in de toekomst mee kunnen en opgewassen zijn tegen de eisen, die het vak aan hen zou stellen. De streek kwam er zodoende beter voor te staan. Regelmatig breidde de fruitteelt zich uit. Al naar er behoefte aan een bedrijf ontstond, werden daar- voor in aanmerking komende gronden ontgonnen en in exploitatie genomen. De veelal uit oude bosgrond bestaande terreinen werden diep gespit en voor fruitteelt in orde ge maakt. Het gehele gebied in de kop van Schouwen veranderde hierdoor van aanzien. De eertijds be staande bos-weilanden met hun akkertjes en elzen hagen verdwenen en in de plaats daarvan kwamen de boomgaarden. De fruitteelt in de kop van Schou wen breidde zich uit van enkele ha's van voor 1915 tot 280 ha in 1952. De in het begin gevolgde plantwijze op wild onderstam met tussenteelt van zwarte bessen werd verlaten in de tijd dat de geselecteerde onderstam haar intrede deed. Mislukkingen op dit gebied bleven niet uit. Immers zou ook hier de ondervin ding moeten leren, hoe de verschillende typen het op deze gronden zouden doen. Het blijver- en wijkersysteem deed zijn intrede. Het zwaartepunt bleef bij de aanplant van appels. Naar schatting bestaat 70 van de aanplantingen uit appels, 20 uit peren en 10 uit pruimen. Pruimen komen in de nieuwe aanplantingen in mindere mate terug. De vroege vruchtbaarheid op typen-onderstam men en de gelijkmatige groei van deze bomen voerde weer nieuwe plantwijzen in. De eisen, die aan het sortiment en het product worden gesteld, maken dat vele bedrijven die 20 tot 30 jaar oud zijn, als ver ouderd aangemerkt moeten worden en door rooien of omenting verjongd moeten worden. De kwekers zien deze toestand zeer wel in en ijveren in deze richting om hun bedrijven op peil te houden. De watersnoodramp op 1 Febr. 1953 was oor zaak, dat 100 ha fruitboomgaard in de kop van Schouwen verloren ging. Het gehele gebied tussen Hoge en Lage Zoom van Haamstede tot Renesse ging bij deze ramp verloren, benevens nog enkele aan sluitende gebieden, met een jaarproductie van circa 1.500.000 kg fruit. Door herverkaveling en sanering verwachten we hief weer een geheel nieuw opgezet fruitteeltgebied. Eind 1955 en 1956 zal dit gebied weer kunnen wor den ingeplant, waartoe wel haast alle getroffen kwekers zullen besluiten. Tengevolge van deze ramp zal na herinplant een nieuw, modern fruitteeltgebied ontstaan in de kop van Schouwen. De nieuwste plantmethoden zullen worden toegepast, haagsysteem en spillenaanplant met de meest gevraagde soorten appels en peren zullen de verdronken boomgaarden vervangen. Ver wacht wordt, dat de productie per ha aanmerkelijk opgevoerd zal worden, wat er toe zal leiden dat de kostprijs gedrukt wordt, waardoor de bestaansmoge lijkheid op deze bedrijven verhoogd zal worden. Het ziet er naar uit, dat de fruitteelt in de kop van Schouwen, het beeld van dit landschap ook in de toekomst zal blijven beheersen. De gronden lenen zich bij uitstek voor deze cultuur en de bevolking heeft bewezen dat zij met de teelt, landelijk gezien, zeer goed mee kan. Betere verbindingen, intensiever verkeer en uit breiding van de bevolking stimuleren in deze rich ting, waardoor de bevolking in de kop van Schouwen een cultuur zal handhaven, die in belangrijke mate heeft bijgedragen en hopenlijk zal blijven bijdragen tot de welvaart in dit gebied. H. VAN TOLEDO. planten op minder goede grond zal het voorkomen dat spillen-aanplantingen min of meer mislukken. Evenals er vroeger menige struikvormboomgaard een fiasco werd. Ondanks mogelijke teleurstellingen bij sommige telers zullen voorlopig hagen van kleine bomen (vrije spillen) het moderne plantschema blijven be heersen. Wel verwachten we dat naast type IX op minder goede grond in de toekomst ook op andere, iets sterkere onderstammen zal worden geplant, o.a. op VII, II, enz. De plantafstand zal dan wat ruimer moeten zijn, b.v. 5 X 3 of 4% X 3 m. Uit alles b'ijkt, dat men nog niet uitgestudeerd is. De fruitteler die in het spillen-tijdperk leeft wordt beslist niet slapende rijk. De zorgen zijn ge* bleven, wellicht in sommige opzichten groter ge worden. Maar is dit dynamische niet te verkiezen boven verstarring?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 6