De Fruitteelt in de kop van Schouwen. SATERDAG 30 APRIL 1955. 301 ®es rassen, die in totaal reeds 78 van het totaal aantal geplante bomen vormden, ril. Conference 21 Beur ré Alexandre Lucas 15 Doyenne du Cornice 14 Triomphe de Vienne 10 Beurré Hardy 10 en Bonne Louise d'Avranches 8 Ten opzichte van de periode 1950/1951 blijkt de belangstelling voor Beurré Alexandre Lucas, Doyenne du Cornice en Triomphe de Vienne sterk verhoogd te zijn, terwijl die voor Préeoce de Tré- voux, Comtesse de Paris, St, Remy en Bonne Louise d'Avranches is gedaald. Zoals reeds eerder opgemerkt, worden nog slechts weinig pruimen geplant. Zo al wordt ge plant, gaat de meeste belangstelling uit naar de vroege rassen Early Laxton, Czar en Ontario, die gemiddeld nog de beste resultaten opleveren. Productie. In de jaren vóór 1953, toen de invloed van de inundaties van 1 Februari 1953 nog niet merkbaar was, schommelde de totale fruitproductie tussen de 35 en 45 millioen kg. Per fruitsoort wordt dit ge specificeerd in onderstaande tabel. Appels 20.000.000 a 25.000.000 kg Peren 8.000.000 a 12.000.000 kg Pruimen 2.500.000 a 3.000.000 kg Kersen 400.000 a 500.000 kg Kruisbessen 1.000.000 a 1.250.000 kg Rode bessen 700.000 a 800.000 kg Zwarte besen 700.000 a 800.000 kg Frambozen 80.000 a 100.000 kg Bramen 300.000 a 350.000 kg Aardbeien 700.000 a 1.200.000 kg Per jaar vertoont de productie kleine schomme lingen. Mede als gevolg van het in productie komen van jonge aanplantingen valt er een stij gende tendenz waar te nemen. Naar verwacht kan worden, zal van het door de inundaties van Febr. 1953 verloren gegane areaal 80 in de toe komst opnieuw worden ingeplant. Aangezien het toepassen van nieuwere plantsystemen en de aan plant van nieuwere rassen een snelle en hogere productie in de hand werken, ma,g worden ver wacht, dat de totale productie in de vrij nabije toekomst niet onbelangrijk zal stijgen. Dit zal vooral gelden voor appels en, zij het dan in min dere mate, voor peren, waarvoor, zoals reeds eer der opgemerkt, bij nieuwe aanplant of herinplant de meeste belangstelling bestaat. Cultuurpeil. Uit de gemiddelde kg-opbrengst per ha en de middenprijs per kg kan men zic-li een indruk vor men van het peil, waarop de cultuur staat. Ter vergelijking met de cijfers van Nederland in de periode 1950/1951 worden in onderstaand overzicht de cijfers van Zuid- en Noord-Beveland gekozen. Van Schouwen zijn namelijk onvoldoende gegevens beschikbaar, omdat het fruit van dit eiland in Rot terdam wordt geveild, terwijl in de andere delen van Zeeland overwegend na 1945 werd geplant en de boomgaarden daar in genoemde periode dus nog niet in productie waren. Nederland: Z.- en N.-Beveland: Appels 5500 kg a 191-: ct 6500 kg kr 24 ct Peren 7500 kg a 20 ct 7500 kg a 30 ct Pruimen 4200 kg a 26 ct 6000 kg a 27 ct Kersen 2800 kg k 50 ct 2700 kg a 51 ct Hieruit blijkt, dat de kg-opbrengsten van appels en pruimen boven het landsgemiddelde liggen en dat de middenprijzen, vooral die van 'peren, over de gehele linie hoger zijn. Dit laatste moet in de eerste plaats worden toegeschreven aan het goede sortiment. Bedrijfsvormen. De fruitteelt in Zeeland wordt in verschillende bedrijfsvormen uitgeoefend. Het gemengde be- drrjfstype, d.w.z. fruittee't in combinatie met ak- De fruitteelt in de kop van Schouwen dateert van latere datum dan de fruitteelt in verschillende andere delen van Zeeland als Zuid-Beveland en Walcheren, waar de fruitteelt al vele jaren in be langrijke mate bijdraagt in de bestaansmogelijk heden van de bevolking. De geïsoleerde ligging van Schouwen en de ge ringe mogelijkheid tot afzet in eigen omgeving, zullen zeer zeker mede oorzaak geweest zijn, dat in die tijd voor de fruitteelt geen belangstelling bestond. Toen in het begin van 1900 de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij Schouwen-Duiveland via Zijpe verbinding gaf met overig Nederland en de lijn Brouwershaven-Burgh in 1914 tot stand kwam, werd ook Westelijk Schouwen ontsloten en ontston den verschillende mogelijkheden; waaronder ook voor de tuinbouw, die hierdoor gelegenheid kreeg haar producten dagelijks van het eiland af te voeren naar de consumptiegebieden, in dit geval de stad Rotterdam. De steeds toenemende moeilijkheid voor jonge boeren om een eigen bedrijf te stichten, liet zich in dit gebied ook steeds meer en meer gelden, wat oorzaak was dat deze zich gingen interesseren voor de mogelijkheid om op een kleine oppervlakte door intensieve cultures een bestaan te vinden. Daarnaast bestonden er vele kleine boerenbedrij ven in de kop van Schouwen, die gedeeltelijk door bijpachten van grond in Schouwen tot een opper vlakte moesten geraken, waarop een bestaan te vinden was. Dit pachten van land werd in de jaren na de oorlog 1914-1918 steeds moeilijker, omdat ver schillende eigenaars-pachters in die tijd hun grond gingen verkopen voor de toen geldende hoge koop prijzen, waardoor deze gronden vaak in handen kwamen van kapitaalkrachtige grote boeren, die de grond in eigen gebruik namen. Ook deze kleinere boeren kregen belangstelling voor meer intensieve cultures, waardoor de tuin bouw in de kop van Schouwen haar intrede deed. Enkele fruitteelt bedrijven werden in de jaren 1915 en 1916 gesticht op de lichte gronden in de kop van Schouwen, die we wel als de voorlopers van de toen snel uitbreidende fruitteelt in dit gebied kunnen beschouwen. Geplant werden appels en peren in hoofdzaak op wild onderstam. De geselecteerde typen onderstam waren in die tijd nog onbekend. Voor deze aan plantingen werd als onderteelt gewoonlijk de zwarte bes gebruikt, die in die tijd op vrij grote schaal geteeld werd en gunstige resultaten opleverde door de te maken prijs. .grote veranderingen (Foto Min. L. V. V.) Grove tuinbouw in de vorm van de teelt van bonen, erwten, witlof enz. werd in de jonge boom gaarden mede de teelt, die de eerste moeilijke jaren moest helpen overbruggen. De uitkomsten van deze eerste bedrijven kregen spoedig belangstelling bij de bevolking. De gronden langs de duinrand, die uit lichte zandgrond bestaat, bleken door haar natuurlijke ligging en waterhoudend vermogen uitstekend ge schikt voor de fruitteelt en grove tuinbouw. Dank zij de verbinding per Rotterdamsche Tram weg Maatschappij konden de producten dagelijks worden afgevoerd naar de Coöperatieve Tuinbouw veiling der Zuid-Hollandsche Eilanden te Rotterdam, welke gelegen in het consumptiegefoied, mogelijk heden bood voor de toekomst. Door samenwerking van de vervoerders werden spoedig voordelige vrachttarieven bedongen, waar door de verschillende teelten van grove tuinbouw producten werd gestimuleerd; wat alles te samen meewerkte om in de eerste jaren van een jonge boomgaard, de ondernemer toch een bestaan te geven. (Zie verder pag. 310, 3e kolom.) kerbouw, is overheersend. Dit valt te verklaren door het feit, dat de fruitteelt vaak uit de land bouw is ontstaan. Het aantal zuivere fruitteelt- bedrijven is in de minderheid. Het is echter zó, dat in de gemengde bedrijven het areaal fruit over wegend goed wordt verzorgd. In de meeste geval len kent men een geheel geseheiden bedrijfsvoe ring, waarbij de fruitaanplant wordt geleid door een deskundig bedrijfsleider. Wat de grootte van de bedrijven betreft is het aantal kleine en middelgrote bedrijven, in tegen stelling tot wat vaak wordt gemeend, overheer send. Dit geldt speciaal voor de oudere centra als Kapelle-Biezelinge, Wemeldinge en de Zak van Zuid-Beveland. De gemiddelde bedrijfsgrootte ligt tussen 2 en 3 ha. Naast deze overheersende groep van kleinere bedrijven komen, in vergelijking met andere fruit teeltgebieden, wel een vrij groot aantal grote be drijven voor. Met name o.a. circa een 25-tal be drijven boven de 25 a 50 ha en 2 bedrijven van 100 ha. Eén van de factoren waaraan de voorspoedige ontwikkeling van de fruitteelt in Zeeland is te danken, is het in een goede verhouding voor komen van klein-, midden- en groot bedrijf. In verband echter met de nieuwere inzichten op teelttechniseh en economisch terrein wordt het uit een oogpunt van wijziging van sor timent, arbeidsbezetting, enz., ge wenst geacht, dat voor bepaalde categorieën van bedrijven de mini mum-oppervlakte 5 ha bedraagt. In de herverkavelingsgebieden wordt er dan ook naar gestreefd deze minimum oppervlakte, in een aaneengesloten blok, te bereiken. Ongetwijfeld zal hierdoor in hel al gemeen een doelmatiger bedrijfs- type worden verkregen. Afzet. De afzet van het fruit vindt voor vrijwel de gehele oogst plaats via de veilingen. .tFoto Rjjkstuinb. Cons.) Pit- en Klein- steenvruchten: fruit: Goes 43 33 Kapelle 38 46 Vc Krabbendijke 11 21 c/o Middelburg 3 4 Fijnaart 3 3 c/c Terneuzen 2 3 100 100 Zoals reeds eerder werd opgemerkt, wordt het fruit van het eiland Schouwen en Duiveland te Rotterdam geveild. Dat ook de Zeeuwse veilingen met hun tijd weten mee te gaan, moge hieruit blijken, dat voor al na de bezetting veel tot stand is gekomen op het gebied van sorteer- en pakstations en koel huizen. Gezamenlijk beschikken de veilingen thans over 4.800.000 kg koelruimte, waarvan 1.135.000 kg geschikt voor zgn. gasbewaring. Daarnaast bedraagt de koelruimte bij de telers die over een eigen koelhuis-beschikken 2.200.000 kg, waarvan 580.000 kg geschikt is voor gasbewa ring. Voor luchtgekoelde bewaarplaatsen bestond tot op heden weinig belangstelling, hoewel deze groeiende is. De totale capaciteit van luchtgekoel de bewaarplaatsen bedraagt 700.000 kg. Gezien het sortiment en de kwaliteit, komt bij een normale oogst in Zeeland d: 10. millioen kg fruit voor koelen en bewaren in aanmerking. Met een opslagcapaciteit van ruim 7.000.000 kg slaat Zeeland zeer zeker een goed figuur. Een verschuiving van de productie naar bewaar- rassen zal in de toekomst een grotere opslagcapa citeit, in de vorm van koelhuizen en/of bewaar plaatsen, vergen. Verwacht mag worden dat men zich tijdig zal weten aan te passen om een zo doel matig mogelijke spreiding in de afzet te verkrijgen. Ten aanzien van het sorteren en verpakken kan worden opgemerkt, dat 35 a 45 van de aanvoer via de centrale sorteer- en pakstations wordt ver werkt. Per veiling is er een vrij sterk verschil in dit percentage. Door het aanschaffen van sorteer- machines enz., weten de veilingen zich aan te pas sen aan de eisen des tijds en zien zij kans. liet aan gevoerde fruit tot een betrouwbaar handelsproduct te verwerken. Rooien en vernieuwen. Tenslotte nog iets over de „verjongingskuur" die ook de Zeeuws fruitteelt ondergaat. De gerooide oppervlakte in de inundatiegebieden buiten be schouwing gelaten, werd in de oudere centra sedert 1951 jaarlijks 100 k 150 ha oude boomgaard gerooid. Deze gerooide oppervlakte wordt, meestal na 2 k 3 jaar, weer opnieuw ingeplant volgens de nieuwere inzichten. Indien dit proces nog enkele jaren wordt voortgezet en we bedenken daarbij dat t.z.t. in de inundatiegebieden, naar het zich laat aanzien, 1000 ha jonge aanplant ral ver rijzen, dan kan zonder overdrijving de conclusie worden getrokken, dat de Zeeuwse fruitteelt bin nen enige jaren een overwegend jong en modern karakter zal dragen. Hoofdassistent A. R. T. C. „Goes", M. J. NOORDHOEK.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 5