He fruitteler en zijn organisaties: Tuinbouirnummer voor Zeeland MIDDELBURG ZATERDAG 30 APRIL 1955 No. 2272 Frankering bij abonnement: Terneuzen 43e Jaargang. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.) de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen IN dit Tuinbouwnummer van het Zeeuwsoh Landbouwblad mag een artikel over de verschillende organisa tievormen, die in de fruitteelt voor komen, zeker niet ontbreken. De ac tualiteit van een dergelijke uiteen zetting spreekt des te meer, nu kort geleden het Landbouwschap, de Pu bliekrechtelijke Bedrijfs Organisatie in de Land- en Tuinbouw, in werking is getreden en er over de p'aats, die de tuinbouw, en met name ook de fruitteelt, hierin zal bekleden, nogal wat discussie gaande is. Het maat schappelijk leven is de laatte tiental len jaren in ons land zeer ingewikkeld geworden en hieraan is ook het land bouworganisatiewezen niet ontkomen. Het gevaar voor de gewone fruit teler hiervan is, dat deze de kans loopt door de vele bomen het bos niet meer te zien. Wat doen de verschil lende organisaties voor hem en waar van moet hij lid zijn en welke'moet hij steunen? Wij zuilèn trachten in onderstaande regelen enig inzicht te verschaffen en daaraan tevens een korte beschou wing over het ingestelde Landbouw- sch ;p vast te knopen. De drie organisatievormen, die voor de fruitteler van groot belang ge acht moeten worden, zijn de stands- organisatie, de vaktechnische organi satie en de economische afzetorgani satie. Dat wij de standsorganisatie voorop stellen is niet willekeurig, doch welbewust gekozen, want een standsorganisatie heeft tot haar grote doel en taak alle belangen van de stand, vóór welke en dóór welke zij is ingesteld, naar voren te brengen en te verdedigen, waar dat nodig is. Zowel de economische als de techni sche, de sociale als de culturele dus. Dit wil geenszins zeggen, dat de standsorganisatie alles, dat met één van vier bovengenoemde zaken ver band houdt, zelve moet uitvoeren. Er is nog een verschil tussen het waken over en voor de belangen van de boe- ren- en tuindersstand en het uitvoe ren van bepaalde onderdelen, die op zichzelve zeer belangrijk voor het be drijf kunnen zijn. Wij zien in de prak tijk juist dikwijls, dat op initiatief of met de steun van de standsorganisa tie, instellingen tot stand kwamen of verenigingen werden opgericht, die van groot nut bleken te zijn voor de boeren- en tuindersstand. Ook waar dat mogelijk en nodig was en is wordt medewerking verleend aan de uitvoering van regelingen van Over- heids- of semi-overheidsinstanties, waarbij steeds de belangen van de landbouwstand naar voren dienen te worden gebracht en daardoor ge diend. Elk goed bestuurslid en elke functionaris van een standsorganisa- tie zal zich deze, soms lang niet ge makkelijke taak, steeds voor ogen die nen te houden. De buitenwereld en de Overheidsdienaren zullen hen moeten zien als de voorvechters van de boerenstand. De boeren en tuin ders zullen hun totale belangen vei lig moeten weten bij hun voorman nen. Het gaat - immers om het be houd en de welvaart van hun stand, yan wat zij zijn. Het gaat om wat zij veelal van hun voorvaderen hebben geërfd en van wat zij aan hun kinde ren willen nalaten: een gezond be drijf, een redelijk en veilig bestaan. Wie standsbewustzijn heeft moet lid zijn. Is het niet vanzelf sprekend, dat een ieder, die met zijn stand meeleeft en die het er goed mee voorheeft, lid van de standsorganisatie is, dé ver gaderingen bezoekt, meedoet aan de verkiezingen van de besturen, waar in immens de flinksten en de besten uit de stand zelve behoren te komen, en het werk ervan steunt. Er zullen wellicht lezers ziin, die dit te idealistisch vinden voorgesteld, maar wat is een mens zonder idealen en hoe zou ooit iéts tot stand zijn ge komen zonder ideeën en idealen? Bo vendien ziet een ieder, die in een provin cie als Zeeland om zich heen kijkt en iets van de historie van land- en tuinbouw af weet, welk een grote invloed een standsorganisatie als de Z. L. M. op de ontwikkeling van tal van zaken op het platteland heeft gehad en nog heeft. Juist de Z. L. M. is een prachtig voorbeeld van onze boven staande stelling, dat een standsorgani satie niet alles zelve uitvoert, waar mee zij zich in de loop der jaren heeft bemoeid of waarvoor zij be'ang- stelling had. Immers Keuringsdienst, Gezondheidsdienst voor dieren, Grond kamer, stamboeken, coöperaties enz. zijn al'.e uit de Z. L. M. ontstaan of met de sterke steun van de Z.L.M. Doet de Z.L.M. wat voor de fruitteler? Daar dit artikel niet te lang kan worden, willen wij na bovenstaande inleidende op merkingen overspringen op de uiterst belangrijke vraag, of de Z. L. M. ook ook voor de Zeeuwse fruit teler de organisatie is, die de. belan gen van zijn stand behartigt. Wordt deze vraag bevestigend beantwoord, dan vloeit daar vanzelf uit voort, dat iedere fruitteler er goed aan doet lid te zijn of te worden. Kijken wij eerst naar het verleden. Dan lezen wij in het standaardwerk over de Geschiedenis van de Zeeuwse Landbouw en van de Zeeuwse Land bouw Mij, geschreven door Professor 1» (Foto Meyboom.) Nu ons blad op Haar verjaardag verschijnt, is het ons des te meer een voorrecht Hare Majesteit Koningin Juliana ter gelegenheid van deze dag geluk te wensen en hieraan de bede te verbinden dat Zij nog lang gespaard moge blijven voor gezin land en volk. Aan de vooravond van de 10-jarige herdenking der bevrijding zien we in Haar het kostbare goed der vrijheid, waarvoor in bange jaren offers zijn gebracht, gesymboliseerd. Wanneer Zij zich tot Haar volk wendt met boodschappen, die getuigen van een rijk en diep geestelijk leven, ziet het Nederlandse volk, ongeacht rang of stand, in Haar de Vorstin van een Vrij Volk. Dr P. J. Bouman ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan der organi satie, op pagina 346, handelende over de periode na 1918, de volgende, veel zeggende zinsnede: „Ook de Zeeuwse Landbouw Maatschappij gin,g steeds meer aandacht schenken aan de tuin en ooftbouw en spaarde kosten noch moeite om door een betere organisatie van tuinders en fruitkwekers de zo noodzakelij ke voorlichting in ruimere kring te verbreiden". Op andere plaatsen wordt vermeld, dat de Z.L.M. bij haar tentoonstellin gen steeds veel aandacht besteedde aan de fruitteelt. De man, die als tuinbouwconsulent de Zeeuwse fruit teelt groot maakte, de huidige Direc teur-Generaal van de Landbouw, Ir A. W. van der Plassche, werd bij zijn vertrek uit onze provincie niet voor niets tot erelid der Z.L.M. benoemd. Vóór de oorlog verzorgde de Z.L.M. een uitstekend fruitteeltblad. Maar ook heden behartigt de Z.L.M. tal van belangen van de fruitteler. Wij denken, om maar wat op te noemen, aan het onderwijs, aan de Ir A. W. van der Plassche lagere tuinbouwschool te Kapelle. Aan de werkgeversaangele genheden, het afsluiten van de Collec tieve Arbeids Overeenkomsten, het daarbij zoveel mogelijk gelijkschake len van lonen, sociale voorzieningen en arbeidsvoorwaarden in land- en ■tuinbouw en het voorlichten individu eel en via het Landbouwblad over al deze zaken. Wij denken tenslotte aan pacht- vraagstukken, aan de gehele schade regeling met alles wat daaraan vast zat, aan de grote diensten op belasting en boekhoudkundig gebied door het Boekhoudbureau der Z.L.M., aan tal van verzekeringszaken, aan emigra tievoorlichting en bemiddeling enz., enz. Deze lang nog niet volledige op somming lijkt ons een voldoende ant woord op de hierboven gestelde vraag en wij begrijpen soms die fruittelers niet, die nog aarzelen lid te worden. De vaktechnische (N.F.O.) en de commerciële (veilingen) organi satie. Na de oorlog ontstond de N.F.O., een organisatie, die een bepaald on derdeel van de fruitteelt ging beharti gen, namelijk het technische. Een uiterst belangrijk onderdeel, maar toch niet het enige, zoals wij boven zagen. Er zijn nog heel wat fruittelers die de N.F.O. beschouwen als de standsorganisatie voor de fruitteelt. Zij maken daarmede een ernstige ver gissing, want de N.F.O. wil dit zelf in het geheel niet zijn. En daaraan doet zij ook verstandig. Want zoals men weet, kennen wij in ons land juist bij de standsorganisatie het drie-zuilen stelsel. Dat wil zeggen, dat er naast de algemene organisatie een christe lijke en een Rooms-Katholieke organi satie werkzaam zijn. Begaf dus de N.F.O. zich op het terrein van de standsorganisatie, dan haalde zij daarmede het zuilenstelsel binnen haar thans technische muren, hetgeen het uitstekende werk, dat zij op dit technische terrein doet, ten sterkste zou ondermijnen. De N.F.O. is veeleer te vergelijken met de in akkerbouw en veehouderij voorkomende vereni gingen van bedrijfsvoorlichting. Zij werkt ten nauwste samen met de tuinbouwvoorlichtin,gsdienst en de ambtenaren van deze dienst spelen een belangrijke rol in de gehele orga nisatie en bij de samenstelling van het Fruitteeltblad. Natuurlijk komt het wel voor, dat de N.F.O. zich beweegt op het gebied van de pacht, van de schadevergoedingen na oorlog en wa tersnood en van enkele andere zaken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 1