Tuinbouw en bodem ZATERDAG 30 APRIL 1955. 31» ZEELAND heet te zijn het land van de vette, vruchtbare klei. Inderdaad bezit de grond in vele polders van nature een groot productie vermogen. Er zijn echter ook streken, waar het bodemprofiel verre van ideaal kan worden genoemd, althans landbouwkundig gezien. In de meest ongunstige gevallen is de grond nauwelijks te gebruiken als grasland. Denk aan de moeren van Yerseke, waar het zoute veen dicht aan de oppervlakte ligt. Op andere, overigens niet ongeschikte plaatsen, is gebrek aan spuit en gietwater een belemmering om over te gaan tot intensivering van de cultures. Trouwens, op heel de waterbeheersing in het Zuidwestelijk zee kleigebied valt nogal wat aan te merken. Ondanks alle moeilijkheden van bodemgesteldheid, harde zeewind en minder gunstige ligging ten opzichte van de grote steden, is de laatste halve eeuw een fruitcentrum ontstaan dat tot de belangrijkste van West-Europa kan worden gerekend. Deels is dit zeker een gevolg van de aanwezigheid van geschikte, verspreid liggende gronden. Ook het betrekkelijk gunstige klimaat geen nachtvorsten van betekenis speelt een rol. Verder is de energie van de hardwerkende teler om iets goeds te produceren, een factor van gewicht bij deze ontwikkelingsgang. Moeite noch kosten worden ge spaard wanneer het gaat om de teelt van een prima product. Daarnaast schrikt men er niet voor terug schrale zandgronden, eertijds elzenbos of woestenij, te herscheppen in bloeiende boomgaarden. Zeeland is en blijft in de eerste plaats de provincie aan de zee ontrukt. Dit ontrukken gaat met veel risico, zorg en moeite gepaard. Daarna komen nog de onderhoudskosten van buitendijken en afwatering, die tenslotte zware lasten leggen op de goede aarde. Van dit alles weet ook de fruitteler mee te praten, als hij na een moeizaam seizoen, de laatste appel plukt en in de fruitkist neerlegt in de jonge polders is de appel goed op zijn plaats mechanisatie. Deze zeer intensieve fruittuinen, kleine boomvormen op zwakke onderstammen, kun nen korte tijd na dc aanleg reeds grote hoeveel heden fruit van prima kwaliteit voortbrengen. Uit eindelijk moet een en ander resulteren in betrek kelijk lage productiekosten. OVERVLOED EN GEBREK Naarmate de grond ouder wordt, neemt de kans toe, dat hij periodiek in andere handen overgaat. Landhonger noopte, vooral de laatste eeuw, tot een angstwekkende splitsing van bedrijven. Her en der liggen de perceeltjes, in gebruik bij één persoon, in de polder verspreid. Een dergelijke situatie is in de oude kernen karakteristiek voor het normale bedrijfstype. Het hoeft geen nader betoog, dat dit moet leiden tot een stijging van de kostprijs, althans voor bepaalde producten. Te meer wanneer er spra ke is van een minder gunstige bodemgesteldheid. Denk aan kalkarme, slempige gronden, die hoge eisen stellen aan de waterbeheersing en bemesting. Gelukkig is er gelegenheid tot specialisatie, dank zij de variatie in vruchtsoort, ras en onderstam. De .de kwaliteiten van een maagdelijke grond. gezinsbedrijven met slechts enkele ha grond doch voldoende eigen werkkrachten, zijn aangewezen op de teelt van zacht fruit en aardbeien. Hier geen hoge investeringen aan plantmateriaal en geen lange wachttijden op voldoende productie. Wel arbeids intensief en minder kwetsbaar, dank zij de mogelijk heid om, zo nodig, snel van de ene teelt op de andere over te schakelen. Zo heeft elk bedrijf, klein en groot, zijn eigen karakter. Over beste gronden gesprokende kwaliteit van een.maagdelijke grond in een pas bedijkte pol der zijn voldoende bekend Hier lijken de bodem reserves onuitputtelijk; geheel zonder enige bemes ting is de productie groter dan elders in de lande. Vele grondgebruikers moeten genoegen nemen met een wat minder ideaal bodemprofiel. Van een ge makkelijk roofbouw plegen is geen sprake. Integen deel, de verzorging van de grond met behulp van massa's organisch materiaal .is vooral in tuinbouw- kringen een dure plicht. Te meer omdat onze voor ouders, meestal onwetend, hierin tekort zijn ge schoten. Voor de tuinbouw de betere gronden reserveren. Dit laat nogal wat te wensen over als we in som mige boomgaarden om ofis heen kijken, zo omstreeks midzomer. Voedingsziekten kan men dan te kust en te keur aanschouwen. Chlorose en necrose wis selen elkaar af. Met tekorten aan ijzer, koper, man gaan, magnesium en zink wordt de teler geconfron teerd. Gewoonlijk met behulp van bespuitingen tot redelijke proporties terug te brengen, maar voor komen is altijd beter dan genezen. Het heeft geen zin cm deze tekorten aan diverse elementen te ver doezelen. Ze zijn te beschouwen als symptomen van een ongezonde voedingstoestand. Disharmonie onder de grond moet wel resulteren in een afwij kende bladstand. Zo spreekt het blad een tale tot degenen die opmerken en luisteren willen. „DE TUINBOUW HEEFT DE BESTE GRONDEN NODIG De laatste jaren is dit een bekend gezegde ge worden. Een grote investering van kapitaal en ar beid per oppervlakte-eenheid is dan pas verant woord, als het fundament, de bodem, in goede conditie verkeert. Is dit niet het geval, dan leidt het tot te hoge productiekosten. Kort na het begin onzer jaartelling, toen deze provincie vorm en gestalte kreeg, zette de zee dunne kleipakketten af op de dikke, met zout doortrokken veenlagen: latere poelgronden. Machtige geulen werden opgevuld met zand en zavel: de kreekruggen. Afwisseling van trans- en regressies resulteerden in grote bodemverschillen op korte afstand. Op deze wijze ontstonden de eerste bedijkingen, de oude kernen van de verschillende eilanden. Land schappelijk gezien, de meest interessante streken van de provincie. Bodemkundig geen ideale gron den; storende lagen in het profiel nopen vaak tot een beperkte gewassenkeuze. Langs de kust liggen vele honderden ha duin zand; hier kent men geen storende banken. Het grondwater is zoet en volop voorhanden. Toch lag dit gebied eeuwenlang onproductief. Aan ontslui ting op grote schaal kan men. pas heden ten dage, in de eeuw van mechanisatie, danken.- De tuinbouw op de beste gronden Tuinbouw betekent hier in de eerste plaats fruitteelt. In de jongere kalkrijke polders is de appel naast de peer goed op zijn plaats. De slibhoudende zavel- en kleilaag ter dikte van nauwelijks 1 m, op een zan dige ondergrond, is uitermate geschikt voor de ont wikkeling van boom en struik. Bij deze zgn. af lopende profielen eist de waterbeheersing geen bij zondere zorgen. Een redelijke, natuurlijke drainage en voldoende opdrachtigheid in perioden met te weinig neerslag, zijn bij de teelt van tuinbouw- gewassen van onsclutbare waarde. Onder deze om standigheden mag men een optimale ontwikkeling van het wortelgestel verwachten. De bovengrondse groei is dan navenant. Verder is deze grond rijk aan plantenvoedsel, vooral aan kali en kalk. Kali fixatie, het probleem van de rivierklei in Midden- Nederland, is hier onbekend. Integendeel, kali overmaat heeft niet zelden tot gevolg, dat de op name van andere voedingsstoffen in het gedrang komt. Maar aan die overmaat is dan gewoonlijk de teler niet geheel onschuldig Op de ruime, rechthoekige kavels in de jonge bedijkingen treffen we de moderne aanplantingen aan, in de na-oorlogse jaren aangelegd. Met behulp van bedrijfsbodemkartering is getracht, de rechte boom op de rechte plaats te planten. Doelmatige verkaveling leent zich voor een ver doorgevoerde gelegenheid tot specialisatie ONDERWIJS. Aan de praktijkschool voor Landbouworganisa tie te Slootdorp slaagde voor het examen „Kennki van Tractoren en Tractorwerktuigen" de heer A. Luteijn te Oostburg. VAN MEEKRAP NAAR GLADIOLEN Nog betekent in Zeeland tuinbouw het telen van ^acht en hard fruit. Hoewel de grond op vele plaat sen in aanmerking komt voor het kweken van groentegewassen, is het tot een uitbreiding van be tekenis in geen enkele gemeente gekom n Klimato logisch zijn er verschillende voordelen, vooral in Zeeuws-Vlaanderen, die nog te weinig worden uit gebuit. Wat de toekomst betreft; op korte termijn zijn geen grote veranderingen te verwachten. Maar dat belangrijke verschuivingen op de lange duur niet uit zullen blijven, ligt voor de hand. Langzaam maar zeker wordt het Westland genoodzaakt veld te ruimen voor de stedebouw en binnen niet al te lange tijd moet dit ook in deze contreien te merken zijn. Dan is er nog de cultuur van bloembollen. Zandgronden op Schouwen en Walcheren zijn ge schikt of geschikt te maken voor het telen van irissen en narcissen. Sommige percelen misschien wel voor hyacinten. De laatste jaren probeert de gladiolenteler in onze provincie voet aan wal te krijgen. Als dit niet mag gelukken, zal het geen kwestie zijn van ongeschikte gronden. Vast staat, dat er vele honderden ha prima grond ir Zuidwest Nederland liggen, die in aanmerking komen voor het telen van gladiolen en tulpen. Het is niet on mogelijk, da* de cultuur van pitvruchten straks enige beperking ondergaat ten gunste van bloem bollen of andere tuinbouwgewassen. Vruchtwisse ling, dus verse grond, is in elke dag van tuinbouw van onschatbare waarde. Als het getij verloopt, is. het nodig dé bakens te verzetten en dit laatste is de Zeeuwen wel toevertrouwd. Indertijd moest de meekrapteelt plaats maken voor su'kerbieten. Omstreeks 1880 was Zeeland de belangrijkste suiker producent van geheel Nederland. Bij het tot stand komen van dergelijke teeltver schuivingen spelen vele, niet alleen bodemkundige, factoren een rol. Nu in de komende jaren grote veranderingen op til zijndenk aan herverkaveling en deltaplan kan het niet anders of dit moet straks leiden tot een ander bouwplan. Het al of niet geschikt zijn van de grond voor een bepaald gewas is immers veelal een kwestie van een goede waterhuishouding. Naar het zich laat aanzien, zal in de komende halve eeuw aan dit laatste eindelijk de nodige aandacht worden geschonken. Laten wij hopen, dat de tuinbouw er wel bij vare A. OP 'T HOF. De leerlingen van een groenteteéltcursus op excursie in Bergen op Zoom.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 13