Een zaak van levensbelang ZATERDAG 30 APRIL 195 5. 315 DE LAATSTE SCHAKEL Ondanks alle zorg besteed aan teelt en handels- klaarmaken valt het wel: eens op dat ons mooie fruit in zo erbarmelijke staat aan de consument wordt aangeboden. Partijen die in goede staa*: nze •veilingen verlieten, zijn spms bij aankomst niet of nauwelijks kenbaar; iets wat aanleiding kan geven tot klachten van de kopers en van de consumenten. Het blijkt wel, dat het niet ieders werk is om fruit te vervoeren. En het is van belang dat de kopers of hun personeel de verlading zelf controleren ten einde klachten, ontstaan tijdens het verveer, zoveel mogelijk op te vangen. en de directie. Tot verleden jaar was de Proeftuin een zuiver Zeeuwse aangelegenheid. Dientengevolge be stond het bestuur alleen uit Zeeu wen, waarbij de Directeur van de Maatschappij „De Wilhelminapolder" als voorzitter optrad. De vroegere „wandelleraar" Camman en de latere rijkstuinbouwconsulenten hebben zich steeds belast met de leiding van het technische gedeelte. Nu het proefstation een landelijk karakter heeft gekregen, is de bestuurssamen stelling zodanig, dat uit alle fruit- Streken van ons land vertegenwoor digers in het bestuur zitting hebben, samen met een aantal Zeeuwen die het dagelijks bestuur vormen. Ook van het nieuwe bestuur is de Direc teur van de Maatschappij „De Wil helminapolder" voorzitter. De Rijks- tuinbouwconsulent treedt op als directeur van het laboratorium en de tuin. Uiteraard kan hij niet dagelijks aanwezig zijn, zodat wat betreft het laboratorium één van de weten schappelijke onderzoekers - aangewe zen is als eerst aangewezen inge nieur. De „chef" van de proeftuin geeft leiding aan het daar werkzame personeel, bovendien leidt hij de tal rijke excursies rond, geeft les aan de fruitteetlschool enz. Hiermede heb ik in 't kert het ontstaan en de ontwikkeling geschetst van Zeeland's Proeftuin. Ik zru echter niet volledig zijn, wanneer ik niet met grote erkentelijkheid gewaagde van de loyale mede werking en de grote steun, die wij teeds mochten ontvangen van de Maatschappij „De Wilhelmina polder" en haar Directeur Dit heeft zeker voor een niet gering gedeelte bij- dragen in het succes^,van „Zeel id' Proeftuin". Met de wens dat de geschetste ontwikkeling op deze voet mag doorgaan en jt Proef, tation steeds in de voorste gelederen te vinden zal zijn, ein digen we. J. KAKEBEEKE. .vi'olfaartsdijk. (Vervolg van pag. 313.) huis tot huis, ock voor export naar België en West- Duitsland. Bij vervoer per spoor dient de nodige aandacht te worden besteed aan de wijze van stapelen van de kisten en aan het openen van de ventilatieluiken. Wordt een wagon echter gekoppeld dadelijk achter een sterk rokende locomotief, dan kaï. tijdens het vervoer ernstige schade aan het product optreden, tenzij de luiken gesloten gehouden worden. Vervoer van product met koelwagons of koel auto's blijft nog hoge uitzondering. Het binnen landse vervoer beperkt zich tot geringe afstanden en in ons gematigd klimaat zijn ook België en West- Duitsland nog betrekkelijk dicht bij. De opmars van de spil in Zeeland's Proeftuin. Z. L. M.-EXCURSIE OOSTENRIJK. De inschrijving voor de 10-daagse reis naar Oos tenrijk en omringende landen is thans definitief gesloten. Nieuwe aanmeldingen kunnen derhalve niet meer worden geaccepteerd. Resumerend kan het bovenstaande als volgt worden weergegeven: 1. Ter voorkoming van beschadiging of bederf dient alle transport van tuinbouwproducten zo snel, doeltreffend e voorzichtig mogelijk plaats te vinden. 2. Het vervoer van fruit kan niet aan iedere wille- keu.ige expediteur worden overgelaten. Een zekere mate van vakkennis is hiervoor vereist. 3. Bij het vervoer en het handelsklaarmaken van fruit dient te worden gestreefd naar beperking van het aantal te verrichten handelingen. 4. Verpakken en wikkelen van fruit dienen in de eerste plaats om beschadiging tijdens het vervoer tegen te gaan. 5. De ontwikkeling wijst er op, dat het verpakken en wikkelen in de toekomst als regel zal ge schieden na het veilen. 6. Spreiding van de aanvoer over de dag, de week en het seizoen kan leiden tot aanzienlijke loon- besparingen bij de veilingen. 7. Bij de stichting van een pakstation, neerzet- ruimten en koelhuizen is perronbouw, met aan sluitende spoor- (en water-) wegen, aan te be velen. 8. De mate van mechanisatie van het intern trans port is afhankelijk van de te verwachten be sparing op lonen e.a. Bloeiende Goudreinette met een onderteelt van bessen. voor zaaibed- onkruidbestrijding in bieten, uien, maïs, bloembollen enz. een product van N. V. NOURY VAN DER LANDE'S EXPLOITATIE HIJ. Deventer. Verkrijgbaarbij; Jebo»Depots, Verdugt«Agenten en PluUei^i Gooper$Ue*, (Advertentie) Een belangrijk gedeelte van de gebruikers van tuinbouw gronden in Zeeland is pachter. Van hen behoort weer het merendeel tot de pachters van boomgaarden. Deze feiten zijn voor het Bestuur van de Z.L.M. indertijd aanleiding geweest, een commissie te belasten met. het onderzoek naar de meest gewenste pacht van boomgaarden. De commissie bracht in 1949 rapport uit en stelde daarbij vast dat gedurende een jaar of zes de pacht prijs voor een boomgaard die door de verpachter is aangelegdde pachtprijs van de blote grond niet te boven zou moeten gaan, om dan te stijgen totdat de maximum-pachtprijs betaald wordt op het moment dat de boomgaard in volle productie is. Voor een boomgaard van goede kwaliteit en in volle productie, achtte de commissie onder de toen malige omstandigheden een pacht van f 500,— per ha. redelijk. Indien de pachter de boomgaard aanlegt, is deze eigendom van de verpachter. Zodoende is het re delijk te achten, dat de pachter het bedrag, dat hij in de aanleg heeft gestoken, weer binnen afzienbare tijd terugkrijgt. Dit kan aldus de commissie door de pachtprijs een aantal jaren niet te verhogen boven het peil van bouwland, weiland of tuingrond, waardoor het verschil in pachtprijs de pachter ten goede zou komen. Bij een rentevoet van 3Vi zou de termijn, waarin de pachtprijs niet verhoogd wordt, 21 jaar moeten bedragen. Daarnaast heeft deze Z.L.M.-commissie nog gezocht naar een aan vulling voor de vergoeding, die de pachter moet worden uitgekeerd, als hij het gepachte verlaat op een tijdstip, waarop het door hem belegde kapitaal nog niet is vrijgekomen. Hierbij is de commissie er steeds van uitgegaan, dat de verpachter bij de voorgestelde regelingen een redelijke kans op een behoorlijk rendement moet maken. o Rapporten worden snel vergeten en hoewel het onderhavige rapport verschillende malen aange haald is in andere geschriften, is het goed een ver gelijking te trekken met het heden. Hoe staat het er nu met de pachtprijs van boomgaarden voor. Bij de invoering van de Wet op de Vervreemding van landbouwgronden, zijn een aantal richtlijnen voor de beoordeling van de pachtprijs uitgegeven, waarbij a's hoogste pachtprijs voor boomgaarden in volle productie een prijs van f 500,wordt genoemd als deze opgekweekt is door de pachter of reeds 12 jaar of langer bij hem in gebruik is. Bovendien moet cle boomgaard dan voor 10 jaar of langer gepacht voorden, daar anders voor ieder jaar jiat de boomgaard minder wordt verpacht, een korting wordt toegepast. Daarentegen kan voor boomgaarden van zeer goede kwaliteit, die in volle productie zijn, niet zijn opgekweekt door de pachter en niet tevoren bij hem in gebruik geweest zijn, op dezelfde voorwaarden een pachtprijs van ten hoogste f 750,per ha. wor den gevraagd. Weliswaar kunnen de Grondkamers per provincie nog nadere regelen stellen, doch dit is in Zeeland niet gebeurd, zodat de bedoelde nor men en de bepaling dat voor de pachtwaarde van de boomgaard gebruikswaarde en leeftijd in aan merking genomen, van kracht zijn. Overigens zal men zich steeds hebben te re aliseren, dat het aan vaste normen binden bij boom gaarden veel moeilijker is dan bij andere landbouw gronden, vooral vcanneer zowel met bedrijf suitkom- sten als met de belangen van de verpachter reke ning gehouden moet worden, zoals het ontwerp Pachtwet voorschrijft. o Veel meer dan bij bouw- en weiland zal dus de beoordeling van een billijke en juiste pachtprijs bi) boomgaarden afhangen van de verhouding tussen verpachter en pachter, die uiteindelijk de door hem opgestelde pachtovereenkomst aan de beoordeling van de Grondkamer hebben te onderwerpen. Het is dus wel zaak dit goed vast te leggen in een overeenkomst, teneinde later niet in moeilijk heden te geraken. Heiaas treden deze moei'ijk- heden nog maar al te veel op, wanneer later blijkt dat de nog vaak mondeling gesloten overeenkomst voor één der beide partijen teleurstellende resul taten oplevert. Hoewel dit ook zeker bij de normale pachtovereenkomsten het geval kan zijn, moet in dit verband toch in de eerste plaats wel de deel- pachtov er eenkomst worden genoemd, die in feite niet meer thuishoort in onze huidige maatschappij, omdat de zelfstandigheid en het dragen van het volle risico voor de pachter zijn uitgesloten. Daar om staat deze vorm van pacht een goede exploitatie vaak in de weg en wórdt het vertrouwen tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen nogal eens ondermijnd, doordat de eigenaar de gang van zaken niet voldoende kan beoordelen. Evenals het recht op een billijke vergoeding bij de afloop van de pacht, zal hier sprake kunnen zijn van een rem op de meest rationele exploitatie. In dit opzicht is het ontwerp van de nieuwe Pachtwet zeker een verbetering, daar inplaats van de vroeger gebruikelijke termijn van 10 jaar, nu een termijn van 20 jaar voorgesteld wordt. Het kan als een tekortkoming van dit ontwerp worden beschouwd, dat hierbij alleen sprake is van insteken, terwijl daarnaast ook gevallen voorkomen waarin de pachter het opkweken geheel voor z'n rekening heeft genomen. Daar in beide gevallen de pachter belangrijke investeringen gedaan heeft, zou deze bepaling d goede verhoudingen op het gebied van de pacht van boomgaarden kunnen helpen beoordelen. B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 11