Machinaal inkuilen is nog steeds pionieren
baconvarkens UI
feiwitrijk!
-
maarssen - akkrum vraagf brochures
o CONTENT
mej u* PRESIDENT^
ZATERDAG 23 APRIL 195 5.
289
Enige tijd geleden werd een inkuildag gehouden,
waarop de verschillende aspecten van het inkuilen
uitvoerig zijn behandeld. Hieronder geven we de
indrukken van deze dag, zoals deze door Ir H. de
Groot, Rijkslandbouwconsulent werden samen
gevat.
Deze kwam tot de conclusie, dat de tijd van pio
nieren nog niet voorbij is. Pionier zijn betekent,
dat men risico moet nemen. Dit moeten wij zeker
ook voor ogen houden wanneer wij praten over
de grote machines, die enige jaren geleden werden
aangeschaft. Helaas heeft dit hier en daar geld
gekost, maar ik beschouw deze grote machines als
een ontwikkelingsphase. De grote belangstelling
voor het machinaal inkuilen toentertijd heeft er
zeker toe meegewerkt, dat wij nu beschikken over
machines, die belangrijk minder investering vra
gen. Dat wil niet zeggen, dat hierbij alle kinder
ziekten overwonnen zijn. Uit de voordrachten en
de discussie is wel naar voren gekomen, dat zich
soms moeilijkheden kunnen voordoen. Anderzijds
hebben de ervaringen in Noord-Holland geleerd»
dat met deze machines heel wat te bereiken is.
Wel moet bedacht worden, dat er wel weer eens
een nieuwe machine zal worden aangeboden of
veranderingen bij bestaande machines aangebracht
zullen worden. Het is dan zeer waardevol, dat het
Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie
hiermede proeven gaat nemen en tot een voor
lopige beoordeling komt. In de practijk moet daar
na blijken wat de nieuwe snufjes waard zijn. Goede
werkmethoden zijn echter altijd van belang.
In dit verband kan ook nog worden gewezen op
de discussie over het punt of men al dan niet
naar 100 moet streven. Dit geldt voor meerdere
punten, bijvoorbeeld een eenvoudig melassepompje
of een melasseverstuiver, machinaal inkuilen of
gemechaniseerd inkuilen zoals dat in 1954 in Z.W.-
Friesland is gedaan Met het oog op de zuivel zou
den wij ons niet met minder dan 100 tevreden
moeten stellen. Het na melken voeren van het
kuilvoer blijft steeds van belang en niettegenstaan
de de arbeidsmoeilijkheden moet men hieraan vast
houden.
Het is m.i. juist geweest om hier alleen de pro
blemen rond het machinaal inkuilen te bespreken,
zoals wij tot nu toe op deze dagen hebben gedaan.
Maar er is iets voor te zeggen om het probleem
ruimer te stellen en ook andere kuilmethoden
hierbij te betrekken.
Een gemeenschappelijk punt bij de methoden
is de afdekking. De waterpersing geeft nogal enig
risico. Maar afdekken tegen inregenen is altijd
van belang en was in 1954 weer van grote beteke
nis. Met de resultaten van het inkuilen in 1954
kunnen wij niet tevreden zijn. Of deze slechtere
resultaten nu te wijten zijn aan inregenen of aan
het te nat aanrijden van het gras, is niet te zeg
gen. In ieder geval is uit meerdere voordrachten
weer gebleken, dat het aanrijden van wat droger
materiaal zeer gunstig is.
Droger materiaal betekent relatief minder kos-
ten van het conserveermiddel. Voor de individuele
boer is er echter de moeilijkheid, dat hij niet weet
welk weer hij zal hebben bij het inkuilen In veel
gevallen zal hij er zich bij de bestelling van het
conserveermiddel op moeten baseren, dat de om
standigheden ongunstig kunnen zijn en zal hij de
hoeveelheid niet krap moeten berekenen. Een com
binatie van boeren zal zich minder bezwaarlijk
kunnen aanpassen. Het is niet juist om bijvoor
beeld een laag percentage melasse bij nat gras te
gebruiken. Dat risico is te groot. Ik wil echter
no,g wel eens onderstrepen, dat het gewenst is om
meer monsters kuilvoer te laten onderzoeken, niet
alleen op pH, droge stof, verteerbaar ruw eiwit
en zetmeelwaarde, maar ook op boterzuur en am-
moniakfractie.
De ervaringen met aangezuurde wei of wei met
melasse of droge melasse zijn voor het machinaal
inkuilen niet onverdeeld gunstig. Ook hier is de
tijd van pionier zijn nog niet voorbij.
Maar al zal er nog pionierswerk nodig zijn, ik
meen toch te mogen constateren dat er uit al het
geen naar voren is gebracht de conclusie kan wor
den getrokken, dat er duidelijke perspectieven bij
het machinaal inkuilen zijn. In ieder geval geldt:
hoe U ook inkuilt, doe dat goed.
U. twijnstra's oliefabrjeken n.v.
(Advertentie)]
(Vervolg van pag. 288).
Maaidorsen geeft een grote ar
beidsbesparing en zal in de toe
komst meer ingang vinden.
Op de middelgrote akkerbouw
bedrijven kan een maaidorser
rendabel worden gebruikt.
De oplossing van het stropro
bleem moet worden gezocht in
een royale capaciteit van de
maaidorser, zodat uitsluitend on
der behoorlijke omstandigheden
behoeft te worden gewerkt.
De graan-oogst vormt meestal
een arbeidstop in combinatie met
dc aardappeloogst.
De automatische aardappel
rooier moet hierin uitkomst bren
gen. Vooral nu de automatische
bictcnrooier in grote getale wordt
aangeschaft. We krijgen dan de
schakel maaidorser, automatische
aardappelrooier, automatische
bietenrooier en we verwachten,
dat met deze combinatie ook in
de drukke tijd van het jaar niet
meer mensen zullen nodig zijn dan
één man op 15 hectare.
Op de lichtere gronden is deze ontwikkeling
aan de gang.
Op deze bedrijven komen ook mechanische
laad- en losinrichtingen (laadschop, laadvork,
frontlader, grijper, e.d.) aan de orde, omdat op
het gemechaniseerde bedrijf voor het laden in
handwerk eenvoudig geen mensen meer aanwezig
behoren te zijn.
Voor dit doel zullen dit jaar door ons Instituut
op een bedrijf in de Noord-Oost-Polder proef
nemingen met een Hanomag frontlader worden
gevolgd.
De installatie, beschikbaar gesteld door de
N.V. Wervo te Den Haag, zal op de Jaarbeurs
worden tentoongesteld.
Technische kennis.
Het behoeft geen betoog dat de gebruiksresu-
taten van werktuigen mede zullen worden be
paald door de technische kennis van de ge
bruikers.
Enerzijds moet de kennis van de gebruikers,
dus van de boer én de arbeiders, worden opge
voerd, anderzijds is het van belang, dat het ge
bruik van werktuigen eenvoudiger wordt. Dit
laatste is nodig omdat niet de minste waarÖorg
aanwezig is dat de toekomstige gebruikers wer
kelijk zullen worden opgeleid.
Ook al spreken we de wenselijkheid daarvan
nog zo vaak uit.
Gaat uw eerste knecht of voorman
mee naar de Jaarbeurs
Op sommige bedrijven wordt de boer het
♦,centrum van technische kennis" en hangen de
La ad- en los-werkzaamheden zijn in de landbouw
nog onvoldoende gemechaniseerd. - Een grasoplader
in actie.
arbeiders erbij. Dit is fout. Men moet de ver-
antwoordelijkijheid voor het gebruik en de ver
zorging van werktuigen overdragen aan de ar
beiders en hen:
a. gelegenheid geven om technische kennis op
te doen;
b. belonen voor een goed gebruik en een goed
onderhoud. Tegenover een kleine premie staan
soms enorme besparingen op reparaties
Ook het kleine eren.
De lezer mene niet, dat wij alleen het oog heb
ben voor een trekker, een maaidorser of een
bietenrooier.
Ook de bietenschrepel, het kopmes, de rooi-
tang, de \ork en de vceikar staan op de Jaar
beurs en zij verdienen evenzeer onze aandacht.
Jaarlijks worden vele millioenen arbeidsuren
met klein gereedschap gewerkt.
Vele fouten kleven aan het gereedschap, dat
wordt gebruikt. Deze zijn b.v. te zwaar, ondeug
delijk materiaal, niet de juiste afmetingen, enz.
Door ons Instituut worden thans verschil
lende gereedschappen systematisch onderzocht.
Dit onderzoek betreft voorlopig nog uitsluitend
de landbouwkundige waarde, in de toekomst zal
ook de deugdelijkheid van het materiaal worden
onderzocht.
Juist door het feit, dat de fabricage van ge
reedschap door vele kleine firma's wordt uit
gevoerd, is voor ons een stimulans geweest het
onderzoek ter hand te nemen.
Het veehouderijbedrijf.
In de veehouderij is het kardinale arbeidspro
bleem het melken. De melkmachine geeft een
belangrijke arbeidsbesparing, mits hij op de
juiste wijze wordt gebruikt.
Een arbeidstop is op vele bedrijven het hooien
en het inkuilen.
Door een systeem van voor beweiding en de
spreiding van het kunstmeststrooien kan de top
worden beperkt.
Technische maatregelen zijn voorts: ruiteren.
Door te ruiteren kan het binnenhalen over
een langere periode worden gerekt.
Om de investeringskosten te beperken wor
den proeven genomen met tunnelruiters, waarbij
de horizontale stokken door draad zijn vervan
gen. Het half-hooi kan met een ticme- of schuif
worden toegevoerd. Ook bij het inkuilen kun
nen deze diensten bewijzen.
Het inkuilen vormt vooral dan een top, wan
neer volgens de koude methode grote silo's in
één dag moeten worden gevuld en afgedekt.
Kleine silo's verdienen daarom de voorkeur
boven grote. Een andere oplossing is in zicht,
wanneer het practisch mogelijk blijkt, halfge-
vuide silo's de nacht over af te dekken met een
waterzak, een plastic zeil, gevuld met water.
De meningen over het gebruik van de water
zak zijn nog verdeeld, omdat soms niet de nodige
zorgvuldigheid is betracht of onvoldoende sterk
materiaal is gebruikt.
In voor- en najaar vormt vooral op de ge
mengde bedrijven de verzorging van het vee op
de stal een extra arbeidstop.
Hiervoor zijn drie remedies:
a. de stal en de opslag van voer e.d. doelmatiger
inrichten;
b. doelmatiger gereedschap gebruiken: vorken,
bezems en voerkarren;
c. doelmatige methode van werken uitvoeren.
Vereenvoudiging geldt voor alle werk.
1. de mest in één keer opscheppen en niet eerst
met de vork en daarna met de schop;
2. het aantal keren voeren van hooi b.v. be
perken;
3. de gehele voorraad voer in één werkgang
meenemen; op een kar en niet met emmers of
manden heen en weer lopen.
Dit zijn slechts voorbeelden. Bij al ons werk
doen we goed het volgende in acht te nemen:
Overbodige werkzaamheden en oponthouden
vermijden.
Zoveel mogelijk werkzaamheden combineren.
Statische arbeid vermijden, d.w.z. vasthouden
van zakken, handvaten, emmers, enz.
Niet staand of lopend werken als het zittend
kan.
Op ieder bedrijf kunnen dagelijks kleine ver
beteringen worden uitgevoerd en dit zal steeds
dat het welslagen van de mechanisatie hiervan
dat het welslagen van de machanisatie hiervan
voor een groot deel afhankelijk Sa.
100"/.
OE ptlrtl*
(rot* EN IcIoJito bedrQvon.
Vraagt («lichtingen!
Img.i v. OHol ft v. Dorstoa Hoolddorp
(Advertentie).