GEBRs. DE JONGH LUCERNE Triomphe du Nord" Wanneer blijft het voorkeursrecht van de pachter buiten toepassing? Neem de juiste Fokvarkens GOES import i Selectiebedrijf export van Groente- en Landbouwzaden ZATERDAG 16 APRIL 1950 271 IN DE PRACTIJK spreekt men regelmatig van het voorkeursrecht van de pachter. Eigenlijk is dit niet geheel juist uitgedrukt. Volgens de wet op de vervreemding van landbouwgronden staat het de verpachter in beginsel vrij, het verpachte aan een ieder te verkopen. Evenwel de Grond kamer dient na te gaan of er bij verkoop van een verpachte boerderij aan een derde „ernstige redenen" aanwezig zijn, welke het passeren van de pachter zouden rechtvaardigen. Zijn dergelijke redenen niet voorhanden, dan heeft de pachter het eerste recht van koop, mits hij bereid is de maximumprijs te betalen en voor .een normale duur pacht. En tenslotte moet de Grondkamer beoordelen of over dracht aan de pachter niet uit landbouwkundig oogpunt bezwaar ontmoet, dus geen splitsing in het leven roept, het land niet te verwijderd is gelegen, enz. Waaruit kunnen nu die „ernstige redenen" bestaan op grond waarvan de pachter zyn aan spraak op voorkeur bij verkoop teloor ziet gaan De wet noemt een drietal gevallen, die steeds als voldoende redenen worden beschouwd om de pachter te passeren: a. Verkoop aan de Staat, aan een provincie, ge meente of waterschap. Het doet er niet toe voor welke do'eleindén deze openbare lichamen aan kopen, bij dergelijke overdrachten vindt het recht van voorkoop van de pachter geen toepas sing. In de practijk komt men nog al eens de opvatting tegen, dat bijv. de gemeente alleen voorgaat als zij aankoopt ten behoeve van niet- agrarische doeleinden (bouw- en industrie terrein) doch dat anders de pachter voorkeur heeft. Deze mening is niet juist. b. Verkoop aan de echtgenoot, aan bloed- Df aan verwanten in de rechte lijn (kinderen, ouders) deze vallen buiten de wet of. in de zijlijn tot in de tweede graad (broers of zusters van ae verkoper) of aan een' pleegkind. Deze uitzondering is begrijpelijk. Neven en nichten zijn hier dus niet onder begrepen. Niet temin komt men nog wel eens gevallen tegen, dat een kinderloze oom zijn verpacht bedrijf graag aan een hem dierbare neef wil overdoen. Wordt dit nu door het voorkeursrecht van de pachter uitgesloten Het zal de scherpzinnige lezer al wel duidelijk zijn, dat dit niet steeds het geval behoeft te zijn. Het staat immers de Grondkamer vrij cm ook overdracht aan een neef als een „ernstige reden" te beschouwen, die het voorkeursrecht buiten werking stelt. De Grondkamer moet dit doen bij overdracht aan kinderen of broers en zusters. Zij mag dit doen bij overdracht aan verder verwijderde familie leden. De Gondkamer heeft in deze zaken dus grote vrijheid. Wij veronderstellen, dat. zij als regel niet zonder.rpeer de.neef boven.de pachter zal laten gaan. Er züllèn dan wel bijv^. bijzon dere banden tussen deze oom en neefmoeten be-. s'taafr.'^Dfe CeMrate Grohdkanjei- heeft een. der- gelijke overdracht aan. een nêdf met passering van de pachter afgewezen, hoewel de Grond kamer deze had goedgekurd. Men kan deze mo gelijkheid omzeilen door eerst aan de broer, zo deze nog in leven is, te verkopen, waarna deze dan aan zijn zoon overdraagt. c. Als een bijzondere reden wordt ook beschouwd het feit, dat de pachter naar het oordeel van de Grondkamer als een slecht landgebruiker moet beschouwd worden. d- Als. een particulier verpachte grond koopt voor bouwterrein of andere niet-agrarische doeleinden en aannemelijk maakt, dat hij het perceel voor dat doeleinde wil gebruiken en blijkens een ver- klaring van Gedeputeerde Staten zich geen gel- dend uitbreidingsplan tegen een dergelijke be- - stemmiftg verzet, zal het voorkeursrecht yan de pachter eveneens buiten toepassing moeten folij- ven.'' Verschillende malen hebben Grondkamers uit gemaakt* dat hef belang van de koper bij de over dracht een ernstige reden vormde om de pachter te passeren. Zo bijv. een geval waarin de koper land had aangekocht orn in een ruilverkaveling zoveel grond te kunnen inbrengen, dat hij recht kreeg op subsidie voor de houw van een boerderij. Men weet dat men dan over tenminste 10 ha. in eigendom moet beschikken. De Grondkamer Gél- derland keurde deze overdracht, goed. VERMORZEL DE HORZEL. De meest geschikte tijd om de runderhorzel te bestrijden is nu aangebroken. De larven worden nu zo groot, dat ze gemakkelijk te vinden en te be strijden zijn. Men kan de bulten uitknijpen en de larven dodenmén kan ook één of ander insecten- dodend middel gebruiken. Het beste kan men zich tot de dierenarts wenden. Door de: bestrijding van deze plaag wint men niet alleen melk en vlees, maar later brengt ook de huid meer op. Bovendien (benut het dier het voedsel beter. Er zij op gewezen, dat één keer be strijden niet voldoende is. Ook bij larven komen „achterblijvers" voor. C. V. In een ander geval had de verkrijger een klein bedrijfje waarvan hij nog grond zou moeten afstaan, terwijl de pachter over 18 ha. beschikte. Ook deze overdracht werd aanvaard. De Centrale Grondkamer dacht er echter anders over en vernietigde de beide goedkeuringen van de Grondkamer. Daaruit is de conclusie te trekken, dat meestentijds zwaarder wegende belangen van de verkrijger boven die van de pachter het voor keursrecht van de pachter niet buiten werking stellen. Worden evenwel door verkoop aan een derde de landbouwbelangen gediend, het in één hand brengen van land en gebouwen bijv. (Grondkamer voor Drenthe) dan kan een dergelijke overdracht met terzijdestelling van de pachter wel weer ge nade vinden. Althans in de ogen van de Grond kamer. Van de Centrale Grondkamer zijn op dit purit nog geen richtinggevende uitspraken bekend. En bij dc grote vrijheid van inzicht., die de Grond- kamers bij de beslissingen omtrent deze aangelegen heid hebben, zullen de beslissingen van de Centrale" Grondkamer hier de vereiste lijn in moeten bren gen. HET RANTSOEN VOOR DE ZEUG. Om spijsverteringsstoornissen te voorkomen, moet de eerste dagen na de geboorte de zeug wei nig voedsel worden gegeven. Het lichaam moet weer enigzins in normale conditie zijn. Wanneer direct normale hoeveelheden worden gegeven, dan kan dit gemakkelijk leiden tot spijs verteringsstoornissen. De eerste dagen na de geboorte geeft men een lauwwarme slcfciber van ondermelk of karnemelk met wat haver of gerstetmeeL Wanneer de ontlas ting terug blijft, dan geeft men het dier een paar maal per dag een eetlepel Engelse zout. Na 2 a 3 dagen wordt het voedselrantsoen gelei delijk verhoogd. Het toe te dienen voer dient ener zijds voor onderhoud van de zeug en anderzijds voor melkvorming. Een zeer goede melkvorming is nodig en daarom moet een eiwitrijke voeding worden gegeven. Indien enigzins mogelijk geeft men de zeug wei- degang. Na enige dagen kunnen de biggeii mee naar buiten. In de winter geeft men dé biggen voor opname van mineralen dagelijks een graszode in het hok, hetgeen de gezondheid ten goede komt. Voor onderhoud geeft men de zeug Vz1 kg krachtvoer, terwijl voor melkvorming per big Vz kg krachtvoer extra wordt verstrekt. De zeug moet meerdere malen per dag gevoerd worden, minstens 3 maal. Zoals reeds gezegd is, moet eiwitrijk meel ge bruikt worden en men kan hiervoor eiwitrijk zeu gen- of eiwitrijk biggenmeel gebruiken. Naast het meelran'tsoen kan nog een paar kg voederbieten worden gegeven, waarbij dan tevens wat extra mineralen worden verstrekt. Om het doodliggen van de biggen tegen te gaan kan gebruik gemaakt worden van een zeugenkooi of een droogstraallamp. BRANDGEVAAR DOOR p. ÏNFRAROOD^STRA ALLAMP, éen., /tweetal rcpi^imcrs van de ^Maahdèl-ijkse méüèdeli'ngeu 'yan d<* rijksinspectie voor het brand weerwezen" (November 1854 en Februari 1955) wordt gewezen op de gevaren, welke verbonden zijn aan een onoordeelkundig gebruik van straal- lampen in varkensstallen, kippenhokken, e-d. Aanleiding tot deze beschouwing is een artikel in het Duitse tijdschrift: „Brandschutz" waarin wordt medegedeeld, dat in S'leeswijk Holstein in tijd van drie weken drie branden zijn ontstaan door deze lampen, welke branden een schade van 780.000 DM hebben aangericht. Ook in Nederland hebben deze lampen branden veroorzaakt. In 1954 zes, die een schade aangericht hebben van ƒ69.200,en waarbij een aantal run deren, varkens en kippen zijn omgekomen. In Januari van dit jaar zag de toestand er ernstiger uit. Alleen al in deze maand zijn 9 branden veroor zaakt door infrarood-straalltaimpen. De schade be droeg -75.675,-12 runderen, 99 varkens en big gen en ongeveer 3.OO0.:stuks pluimvee zijm bij deze branden omgekomen. 1 Jn Amerika, Engeland en Denemarken bestaan reeds veiligheidsvoorschriften met betrekking tot het gebruik van deze lampen. Het gevaar van deze lampen is hoofdzakelijk ge legen in de onoordeelkundige behandeling en in de materialen, wélke bij de aanleg worden ge bruikt. Er zijn armaturen in.de handel, welke de gevaren tot een minimum terugbrengen. Het is noodzakelijk, dat men de installatie laat aanleggen door deskundigen, die weten welk materiaal zij moeten gebruiken en wat zfj moeten doen om het brandgevaar te verminderen. De lampen worden va-ak zeer heet. Ze mogen dus ■niet met brandbare stoffen in aanraking komen. In één van de branden hier in Nederland bleek, dat stro op een afstand .van 30 cm door de uitstralende, hitte in brand was geraakt. De afstand van de lamp tot de brandbare stoffen moet voldoende groot zijn. Dit kan wel eens moeilijk zijn, daar de dieren door het woelen het stro gemakkelijk ver schuiven. Een soherrri van gaas op 50 cm afstand van. de lamp zal echter reeds een behoorlijke be scherming hiertegen bieden. Het blijkt dus, d)at met enige voorzorg het brandgevaar vrijwel geheel voorkomen kan worden. PEULVRUCHTENINVOER IN WEST DUITSLAND. -Het blad ,-Ernahrungsdienst" van 2 April meldt dat in 1954 93.000 ton peulvruchten in Duitsland werden ingevoerd tegen 80.000 ton in 1952. De hoeveelheid van het jaar 1954 bestond uit 16.500 ton bonen, 51.000 ton erwten en 25.000 ton linzen. De stijging van de invoer wordt toegeschre ven aan de geringe opbrengst van de binnelandse oogst en aan de grotere vraag tengevolge van min der aanvoer van groente. Van de bonen was Italië de grootste leverancier met 5.000 ton, terwijl Nederland bovenaan stond bij de erwten met ongeveer 20.000 ton, gevolgd door de U. S. A. met 8.000ton, Frans-Marokko 8.000 ton, België 6.000 ton en Zweden 3.000 ton. De prijzen van de Nederlandse en Belgische groe ne erwten zijn ongeveer tot het dubbele gestegen door dé geringe voorraad. De importeurs hebben de laatste tijd nogal veel bezwaren tegen de hoge invoer van 16 a 17% inge- bracht, waarbij het argument naar voren gebracht is, dat bonen en erwten toch niet voldoende in Duitsland verbouwd worden om de teelt te bescher men. (Advertentie)' Cuff"? •sï*. 1.WVW/M (Advertentie.) IV voor beter hergroei meer drogestof-opbrengst hoger eiwitgehalte k uitstekende wintervastheid voordeliger prijs gunstiger bedrijfsresultaten Postbus 35 vérder ■ft wnpïidu'ct .ar N V NCURV&VANDERUNDÉ'S E'1 r. Wi Qtgfrtfc^ytrrjugt-Ag«nt«»l»gv. PhaUdijUiCjèftWige»;

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 7