De teelt van lanêonnenvten in Zeeuwsch-Ylaanderen U oogst succes ZATERDAG 16 APRIL 195# 269 door Ir. P. R. BOUMAN, III Oogsttijd. In principe dienen we te oogsten op het moment, dat de opbrengst maximaal is geworden. Langer wachten verhoogt het risico, tenzij de weers omstandigheden zodanig zijn, dat de gemaaide erwten te lang op de natte grond moeten liggen voor zij kunnen worden geruiterd. Uit proeven is gebleken, dat de maximale op brengst droge stof of productie) reeds werd be reikt, wanneer de erwten op stam nog ruim 25 vocht bevatten. Op dat moment kan theoretisch met maaien worden begonnen. Een gelukkige omstandigheid is, dat de kwaliteit van de geoo; erwten bij vroeg maaien in het algemeen beter is, dan van later geoogste erwten door: a. betere korrelkleur van de erwten, b. minder voorkomen van kalkerwten en schim- melvlekken, c. minder wormstekigheid, d. een iets zachter schil, en waarbij de verdere voordelen zijn: e. gemakkelijker machinaal oogsten, f. minder korrelverlies. Vroeg maaien geeft dus de hoogste opbrengst van de beste kwaliteit en de minste risico, mits het weer op de oogstdagen droog is en het dan nog vrij vochtige erwtenstro spoedig, aan niet te zware ruiters wordt gezet. Voorlopig bepalen we het geschikste oogst- moment nog met onze zintuigen. In de toekomst vinden we wellicht evenals bij de gerst een eenvoudig middel om te bepalen wanneer de maxi male droge stof productie is bereikt, waarna de boer, al naar de weersomstandigheden, zo spoedig mogelijk tot oogsten kan overgaan. In 1954, een moeilijk oogstjaar, lagen de oogst- data nogal uit elkaar. Op 28 Juli, 30 Juli, 31 Juli, 2 Augustus, 3 Augustus en 4 Augustus werd in 10 of meer gevallen geoogst. Oogstwijze. De wijze van oogsten heeft sinds 1950 een ge weldige verandering ondergaan. De enquête gaf het volgende resultaat: Zicht: 29 Maatmachine al o£ niet voorzien van lich ters enz. 24 Erwt enschof fel ploegje 51 Krol maaigamituur 44 Mc. Bain erwten-maaiapparaat 3 Leverton 2 Onbekend 1 154 Het aantal 154 op 140 percelen duidt er op. dat soms door omstandigheden met twee werktuigen is gewerkt, bijvoorbeeld half gepikt, half ervvten- schoffelploegje of zelfs met half Krol en half met Mc. Bain. Ruiteren: al of niet ruiteren; ruiteren met de hand of ge bruik maken van een trekker-hooischuif voor de aanvoer. Het afdekken van de ruiters met bijvoorbeeld klaver is nergens geschied. Het gebruik van vierpootsruiters verdient aanbeveling. Dorsen. a. direct van het veld, b. vanuit de schuur uit de tas. a: combine lange ruiters of zwad, velddorsmachine langs ruiters of zwad, stationnaire dorsmachine, waarbij de erw ten per wagen of per hooischuif uit het zwad of onder de ruiter worden aange voerd. b: eerst de erwten per wagen vanaf de rui ter of zwad in de tas gebracht, waarna met stationnaire dorsmachine of staande combine wordt gedorst. De bewaring van erwten in het stro of in de zak is geen probleem, mits ze voldoende droog zijn. In 1954 gaf de bewaring grote moeilijkheden, daar de erwten vaak niet droog ingeschuurd of gedorst werden. In zulke omstandigheden is direct dorsen en daarna kunstmatig drogen bij lage temperatuur het beste. Opbrengst. De opbrengst in 1954 van ronde groene erwten variëerde van ongeveer 14002400 kg per gemet, waaruit blijkt, dat er mogelijkheden moeten zijn om de lage opbrengsten op een hoger peil te bren gen. De stro-opbrengst variëerde van ongeveer 1200 1700 kg per gemet. Afzet. De verkoop van erwten, af boerderij, geschiedt overwegend als boerenschone partij. Sommige landbouwers hadden hun erwten in 1954 reeds vooruit gecontracteerd tegen een vast gestelde prijs per kg. De deelnemers aan de enquête deelden in bijna alle gevallen mee, of de erwten aan de coöperatie werden geleverd of aan de particuliere handel werden verkocht. Het re sultaat was ongeveer hall om half. Een tiental landbouwers leverde een deel van hun erwten aan de coöperatie en het andere deel aan de handel. Vandaar worden erwten grotendeels op de Beurs te Rotterdam verkocht. En wel:: als boerenschone partij of als bewerkte partij. De partijen, die, bewerkt worden, worden zoveel mogelijk geschoond, o.a. ontdaan van wormstekig heid en, voor zover mogelijk, van gevlekte erwten enz. en gesorteerd. Bij de sortering onderscheiden we: grof, dit zijn erwten groter dan IVx mm doorsnee, fijn, dit zijn erwten van 6—7% mm doorsnee, peen, dit zijn erwten kleiner dan 6 mm doorsnee. Verder kennen we de aanduiding S export, 6 export, waarmee aangeduid wordt, dat maxi maal 3 respectievelijk 6 piksel (gevlekte e.d.) in de partij mag voorkomen. Wormstekigheid is vrij gemakkelijk te verwijde ren. gevlekte erwten echter moeilijk. Voor con- sumpliepartijen gaat men wel handlezen en tegen woordig maakt men reeds gebruik van het zoge naamd ..eleetrisch oog", dat de gevlekte erwten uit de partijen verwijdert, maar voor toepassing op grote schaal nog wat duur is. Erwten met te veel gevlekte exemplaren worden bestemd voor de splitterijen, die na het ontdoen van de schil de erwten tot snlfterwten maken. Vanzelfsprekend blijft bij de bewerkingen het piksel over, dat voor voererwten wordt bestemd. Rentabiliteit. Wij hebben grote bezwaren tegen een rentabili- teitsberekening per gewas, daar dergelijke bereke ningen leiden tot verkeerde bedrljfsbegrotingen. Toch geven we hier een overzicht om een indruk te geven van de kostenverhoudingen, zoals deze voor kunnen komen: Kostprijs 1 ha kleine groene erwten. Werkzaamheden. Datum m. u. p. u. t.u. Maart 15 3.5 3.5 zaaiklaar leggen -15 3 6 zaaien 99 15 2 2 ineggen >9 15 1.5 N strooien 99 20 2 2 rollen 99 28 2 2 onkruid eggen April 15 3 3 machinaal wieden Mei 4 50 handwieden 99 15 3 3 machinaal wieden 99 26 25 er door lopen voor grote onkruiden Juli 20 10 kanten pikken 99 21-22 12 12 maaien met schof felapparaat 99 21-22 24 grond er uit 99 24 35 schudden ruiters naar 't land 99 24 2 2 brengen ruiteren Aug. 15 21 14 mennen 25 2 2 ruiters ophalen Dec. 15 20 dorsen en afleveren Directe uren 221 48 3.5 li (Advertentie.) m- -r.- m het vernevelbaar strijding in granen Indirecte uren: zoals onderhoud gebouwen, hagen knippen, onderhoud werktuigen, afhalen kunstmest, kanten maaien, sloten schoonmaken, draineren m.u. p.u. t.u. over 't geh. jaar 45 5 0.5 overige bemesting 7 4.5 (stalmest, super -fkali) grondbewerking 34 45 15 (stoppelen wintervoren) directe uren 221 48 3.5 Totaal 307 102.5 19 Kostprijsberekening 307 m.u. k ƒ1,10 337,70 Soc. lasten 21 (vaste arbeiders 70,98 102.5 p.u. k ƒ1,— 102,50 19 t. u. k 4,— 76,— Werk door derden: Dorsen 3300 kg a ƒ2,— per 100 kg 66,— Spuiten knopmade en bladrandkever 60,— Werktuigenkosten S0,.., Zaaizaad200 kg k 0,65 130,— Bemesting: 150 kg kalksalp. k f 19,— 28,50 450 kg super k 10,45,— 200 kg kali k 12,— 21, diverse bemestingskosten 23,— Rente omlopend kapitaal 20,— Alg. kosten (kosten boekhouding e.d.) 30,— Pacht en onderhoud gebouwen 150,— Drainage materiaal 4,— Omzetbelasting 4,— Totaal bruto kosten ƒ1251,68 Af: opbrengst stro 2000 kg k f 65,130,— Netto kosten ƒ1121,68 Opbrengst 3300 kg. Kostprijs per kg ƒ0,34. Plantenziekten. BLADRANDKEVER. Reeds spoedig na het doorbreken der erwten, begint dit 4 mm lange grijsbruine snuitkevertje aan de jonge plantjes te vreten, zod t de randen van het blad een typisch gekarteld aanzien krijgen. De grootste schade wordt echter veroorzaakt door de larven. Deze leven in de grond en zijn dus niet direct te bestrijden. Zij vreten de stikstof- wortelknolletjes uit, waardoor de planten aan stik stofgebrek kunnen gaan lijden. De bestrijding moet daarom gericht zijn op het doden van de kevers, voordat zij eieren hebben ge legd. Uit de enquête bleek, dat practisch alle landbou wers de bladrandkever met D.D.T. hebben bestre den in een één- of tweemalige behandeling. Rond 10 April werd door de eersten begonnen. Tot eind April vonden bespuitingen plaats. VROEGE AKKERTHRIPS. Komt het meest voor in de buurt, waar het vorige jaar vlas heeft gestaan. In voorjaren met droog schraal weer (1954) kan deze thrips zeer schadelijk zijn. De vroege akker- thrips is ongeveer 1 mm lang, donker gekleurd, met zeer korte vleugelstompjes. Zij veroorzaken met hun monddelen witachtige vlekjes op de jonge plantendelen, waardoor de plantjes niet door willen groeien. KNOPMADE (verbranden). Zodra de bladeren, waartussen de onderste bloemknoppen verscholen zitten, uiteen beginnen te wijken, leggen de vrouwelijke 2 mm lange geel grijze mugjes met doorzichtige vleugeltjes de eitjes in de jonge knoppen. Uit de eieren komen de kleine witte of oranje-gele maden, die de bloem knop aantasten. Deze wordt ongeveer tweemaal zo dik als normaal. Dergelijke knoppen gaan niet open, zien er enigszins „verbrand" uit, verrotten of verdrogen en vallen af. Vaak heeft de laatste bloei van op normale tijd gezaaide erwten slechts last van deze aantasting. ERWTENPEULBOORDER: (wormstekig beid). Zodra de bloeiende planten een begin van peul vorming vertonen, kunnen de 7 tot 9 mm lange donkere, grijsbruine vlindertjes eieren afzetten op bloeiende erwtenplanten. We zien de vlindertjes vaak bij warm weer tussen 4 en 6 uur 's avonds. Uit de eitjes komen na 6 tot 19 dagen de rupsjes, die naar de peultjes op zoek gaan en daarin boren, pas tegen het einde van de bloei. In de peul vreten ze de zaden aan (wormstekigheid). Door de radioberichten opgeschrikt, zijn ook hier in de practijk enkele bestrijdingen uitgevoerd; soms was dit ook nodig. Het bestrijden van de worms'ekigheid verdient zeker de aandacht als dit nodig is, daar dan het percentage wormstekige erwten tot een minimum te beperken is. MANGAANGEBREK (kwade herten). De planten zijn bij mangaangebrek soms iets lichter van kleur. Het resultaat van mangaan gebrek zien we aan de geoogste erwten (vooral bij schokkers) en wel aan de binnenzijde van de zaad lobben een bruine of zwartachtige plek (kwade hart).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 5