\-\ ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND BOERENPSALM L. J. G. Sportclub Oost-Zeeuws-Vlaanderen Van onze bijeenkomsten VORMINGSCENTRUM „HEDENESSE" WEEKEND VOOR JONGE MENSEN 30 APRIL—1 MEI Hoe gaan wij samen door het leven? 27» Redactie: C. J. v. Damme, A. C. Breure, L. de Jager, Z. Poppe, M. Sanders en M. Murre. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes. 99 Alle sportvrienden worden uitgeno digd voor onze jaarvergadering, welke gehouden wordt op Zaterdag 16 April (heden) te Terneuzen bij de heer H. de Vrieze, café „Du Commerce", Markt 1. Aanvang 7.30 uur stipt. Programma Opening. Notulen. Mededelingen. Interessante lezing door sportleraar. Pauze. Jaarverslagen. Bestuursverkiezing. Bespreking zomerprogramma. Rondvraag. Sluiting. Namens het Bestuur: T. DIELEMAN, voorzitter D. de VISSER, secretaris. Z.P.M. afd. ZAAMSLAG. De Z.P.M.sters van deze afdeling kwamen op 25 Maart bij elkaar. En niet in een vergaderlokaal waar je al tijd nog huur voor moet betalen, maar gewoon bij een der leden aan huis. Dit was niet gek, vooral niet omdat er op deze avond een inleiding werd gehou den over woninginrichting. Ook was er deze avond een declamatiewedstrijd, waarvoor een speciale jury was uitge nodigd, bestaande uit twee dames en één heer. De presidente opende deze vergade ring met een welkomstwoord, in het bij zonder tot jury, gasten en nieuwe leden. Na de notulen werden er plannen be raamd om a.s. zomer een fietstocht te maken. De meesten bleken voor het na tuurbad „De Tromp" te zijn, dus werd besloten daar heen te gaan. De pitrietcursus zal waarschijnlijk be gin Mei beginnen, terwijl voor de cur sus in spreekvaardigheid zich nog ver schillenden konden opgeven. Voor de reis naar de bollenvelden waren nog plaatsen beschikbaar. Na deze besprekingen volgde een de clamatiewedstrijd. Deze verliep vlot en bleek helemaal niet saai te zijn zoals eerst gevreesd werd. Het was voor de jury dan ook lang geen gemakkelijke taak om de prijswinnaressen aan te wij zen, Mej. Ellen behaalde tenslotte de eerste prijs. De presidente overhandig de haar een boekwerk. Tweede werd mej. T. Dekker. Zij ontving twee sprookjesbundels van Andersen. Derde werd mej. S. van Driel, die een map postpapier kreeg, terwijl mej. L. Diele- man met een troostprijsje werd be dacht. De inleiding over „Woninginrichting" bleek leerzaam te zijn. Achtereenvol gens werden de keuken, huiskamer en Slaapkamer behandeld. Ook de electri- sche artikelen als stofzuiger, strijkijzer, Wasmachine o.d. werden niet vergeten. Er volgde nog een kleine discussie, Waarna de bijeenkomst gesloten werd met het zingen van het L.J.G. lied. II. ET is niet de taak van de kunstenaar een fotografie te leveren van uiterlijke kenmerken of deze oppervlakkige ken merken door quasie-artistieke overdrijving als het wezen lijke te presenteren. De kunstenaar heeft de opdracht de verborgen gronden waaruit de uiterlijke kenmerken voortvloeien te onthullen, om ons daarmee een spiegel voor te houden. Niemand kent zijn eigen gelaat zonder ooit in de spiegel te hebben gekeken. De moeilijkheid is nu maar, voor de kunstenaar zowel als voor de geportretteerde bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden. In schriften uit de Middeleeuwen vinden we de boeren beschre ven als wilde, vechtlustige lieden: Van di kerels wil ik singhen si siiii van kwader aerd." (Anoniem.) En nog dragen de Walcherse boeren een groot mes. Een rudiment uit de middeleeuwen. Wil dat nu zeggen dat vechtlust een uitgestorven boerenken- merk is, of is dat een niet wezenlijke bijkomstigheid Dit is een aardig voor beeld van bijkomstigheden, die ons op een dwaalspoor kunnen brengen. En als een kleinigheid, als het mes van de Walcherse boer al het gevaar van op een dwaalspoor raken in zich bergt, hoe moet het dan wel niet gaan met de moderne landbouwtechniek? De moderne landbouwtechniek ver andert het gehele beeld van het leven op het boerenbedrijf. Die landbouw techniek laat vrijwel geen enkel uiter lijk kenmerk van het boerenbedrijf en het boerenbestaan intact. Geen wonder dat de ontwikkeling van boer naar 'andbouwer zich in een duizelingwek kend en onrustbarend tempo voltrekt. De vraag rijst of de boer naast God van het hof: „De Goede Verwachting" niet thuis hoort in het Arnhemse openlucht museum. Felix Timmermans debuteerde in de letterkunde op zeer jeugdige leeftijd met „Boudewijn", poëzie van grote somberheid. Doodsverlangen en levens moeheid zijn de grote motieven van dit werk. Kort daarop is Timmermans ern stig ziek geworden. Na een langzaam en moeizaam herstel kwam hij tot het leven terug. En deze wandeling langs de rand van de dood bracht hem tot een gretige levenservaring niet alleen, maar ook tot een bruisende levensvreugde. Eerst schreef hij het haast overdadige boek „Pallieter". Een boek waarin de levensvreugde niet op kan. Hij weet er zelf geen raad mee. Daarvoor is hij, als hij dat boek schrijft, nog te jong. Dat komt later als zijn levensvreugde in verstilling en diepte wint. Eén van zijn rijpste boeken, uit die verstilling en ver dieping ontstaan, is „Boerenpsalm". Het is het simpele verhaal van een kneuterboertje, ergens in de Belgische Kempen. Hoe hij vrijt, trouwt, kinde ren krijgt. Hoe de kinderen die in leven blijven hun bestemming vinden. Hoe hij als weduwnaar achterblijft. Er is aan deze Wortel niets buitengewoon. Timmermans maakt van hem geen heroïsche figuur, of een halve heilige. Wortel doet dingen die bepaald niet door de beugel kunnen, en waar hij da nig mee inzit. Als de voormalige dienst bode van zijn buurman een kind gaat krijgen, zit hij niet zonder rede in angst dat de meid hem als vader zal aanwij zen. En het is helemaal geen uitzonde ring als ze hem op Zondagavond op een kruiwagen uit het café thuis brengen. Er is aan dat hele leven van Wortel niets bijzonders, behalve dan dat hij boer is. En juist omdat Wortel zo'n ge wone alledags mens is, kan het boekje eindigen met die prachtige boerenpsalm. Dat laatste hoofdstuk is eigenlijk een preek over twee texten: de psalmtext: Uw goedheid kroont de jaargetijden en de bede uit het Onze Vader: Geef ons heden ons dagelijks brood. Het is een gebed dat laatste hoofdstuk, met de steeds weerkerende gevarieerde keer- bede: Ik dank, o Heer, dat Gij mij als boer op -de wereld hebt gezet. In dit ge bed vallen alle uiterlijke kenmerken weg. Hier is geen sprake meer van spa of tractorploeg, dorsvlegel of combine, drek of kunstmest. Timmermans legt hier het boerenbestaan onder de rönt- genlamp van Gods scheppingsorde. En onthult hij, kunstenaar bij de gratie Gods, de grond van het bestaan van de boer naast God van het hof „De Goede Verwachting". V Nu de boer, in zijn luxe auto op weg naar de markt, zich uiterlijk in niets meer onderscheidt van de handelsreizi ger in scheermesjes, nu de eerste de beste taxichauffeur met de trekker rechte voren kan ploegen, nu geen boer meer met trots kan wijzen op gelijkma tig ingezaaide akkers omdat je het met de zaaimachine met geen mogelijkheid ongelijkmatig kan doen, nu kunstmest en kunstmatige inseminatie, broedma- chine's en kopersulfaat, schijnbaar de natuur aan de techniek dienstbaar heb ben gemaakt, nu moet de vraag land bouwer, d.i. leider van een bio-chemisch bedrijf, of boer, o.i. beschermer van een hem toevertrouwd deel van Gods schep ping, worden beslist. Maar voor deze vraag te beslissen zal men goed doen eerst eens aandachtig te zien in de spie gel die Felix Timmermans geslepen heeft. Daar zit Wortel oud en eenzaam ge worden. Zijn kinderen zijn het huis uit. Zijn vrouw is gestorven. Alleen zijn blind dochtertje Angelika is nog bij hem. En als hij zijn leven overziet, dan vindt hij alleen maar woorden van dank. Dank voor zegen en tegenspoed, Dank voor regen en zonneschijn. Dank voor alles, omdat hij Boer naast God mocht zijn. Omdat God het hem toevertrouw de zorg te dragen voor een deel van zijn schepping. „Dank op cither en snaren staat in mijn psalmboek. Maar ik heb alleen maar een oude bugel, waarop ik een dodenmars en een polka kan bla zen". Maar toch dank ik U „En laat Uwen Wortel, als tegendank nog vele jaren op zijn grond dat spijtig genoeg ook van het kasteel is. Dank op voorhand." Wij leven in de eeuw van de techniek. En het gevaar dat de techniek met de mens op de loop zal gaan is zeker niet denkbeeldig. Er zijn reeds vliegmachi nes die eenmaal op hoogte en snelheid gekomen door automatische instrumen ten wordt bestuurd, omdat het mense lijk reactie-vermogen te traag is en de piloot meestal bewusteloos wordt. Het is niet meer de mens, het is de machine die het arbeidstempo bepaald. In deze wedloop met tijd en mogelijkheden waarin ook de boer dreigt te worden meegezogen men leze slechts onver schillig welk landbouwblad, men rent mede en bezinning is verre te zoeken zal de mens onverbiddelijk het loodje leggen. Zie in de spiegel en herken U zelf als boer naast God van de hoeve „De Goe de Verwachting". Blijf door de trekker heen de grond voelen waarop gü staat en waarin ge werkt. „De aarde is als een vrouw. Een reuzin. Als iedere vrouw werkt ze U eerst tegen. Ge fleemt haar en floddert haar. En dan eindelijk geeft ze toe en geeft, geeft, geeft, dat ge het niet meer bij kunt houden." (Felix Timmermans in „Boerenpsalm") Blijf Boer, alle techniek ten spijt. Blijft de man die leeft van en voor de schep ping. Eenmaal zal de Babelse toren van intellect en techniek als 'n kaartenhuis ineenstorten. Laat dan ergens in do wereld de boer zijn die de ploegstaart niet heeft losgelaten; die stevig in de aarde staat, want dan zal het die hoer zijn vanwaar de mensheid opnieuw zal kunnen beginnen. „Een stem sprak tot hemel, zee en aard en de boer heeft haar gehoord: Terwille van de boer die ploegt Besta de wereld voor#." (J. W. F. Werumeus Buning). WILL BARNARD. DIT WEEKEND IS BEDOELD VOOR JONGEREN VANAF 18 JAAR, PAS GEHUWD OF NIET GEHUWD EN WIL SPECIAAL DE VRAAGSTUK KEN VAN HUWELIJK EN VER LOVING BELICHTEN. Er zullen tijdens dit weekend geen diepzinnige en moeilijke inleidingen ge houden worden. De opzet is ora de deelnemers te helpen met de practische vragen, waar ze in huwelijk en verlo ving mee te maken hebben. Leiding zullen geven: Mej. M. Sanders, lid hoofdbestuur Z.P.M. (Sluis); mej. Wika M. de Vlie ger, distr. seer. C.J.V.F.; de heer M. Al- lewjjn, C.J.M.V.-leider te Hoedekens- kerke en de heer Wika R. Wasterval, directeur „Hedenesse". De kosten voor dit weekend bedragen ƒ4 per persoon; 7,50 per „paar" (ver loofd of getrouwd). „Hedenesse" beschikt over drie slaapzalen (met goede bedden, dekens en vaste wastafels), een sportveld (waar we zeker gebruik van zullen ma ken), een eet- en een recreatiezaal en een grote keuken. Het ligt aan de ver keersweg BreskensSluis *12 km van Breskens) en het heeft goede busver dingen (in alle richtingen). Opgaven bij Wika R. Wasterval, Noordwal 57, Oostburg. Programma: Zaterdagmiddag: Aankomst. Het weekend wordt geopend. Zaterdagavond: „Wij leven maar eens". Dit boek van Anne de Vries wordt besproken. ZondagmorgenGelegenheid tot kerk gang. Zondagmiddag: „Spel van volwasse nen". Tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome Enkele schetsjes worden opgevoerd, die huwelijks- en verlovingsvragen behandelen. Naar aanleiding daarvan gaan we samen praten. Zondagavond: „Hoe zijn onze manie ren" Ieder „paar" mag twee schriftelijke) vragen stellen aan een forum, waarin onder andere zitting hebben een huisvrouw, een arts en een predikant. Sluiting om half negen, zodat ieder een, die dat wil, de boot, van half tien uit Breskens kan halen. Er is tijdens het weekend ruim schoots gelegenheid voor sport, spel, zang enz.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 11