Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw
ZATERDAG 9 APRIL 1955
261
ZITDAG BOEKHOUDBUREAU
ZEVENBERGEN
op 14 April 1112.30 uur in Hotel Tholenaar.
ZITDAGEN ADVIESBUREAU
Het adviesbureau van de Stichting voor de
Landbouw in Noord-Brabant zal voor getroffen
landbouwers en landarbeiders van de watersnood,
alsmede voor oorlogsgetroffenen, zitdagen houden
te:
ZEVENBERGEN op Donderdag 14 April a.s. in
Hotel „Tholenaar" des voormiddags van 10-13 uur.
Verder elke Dinsdag voormiddag op het kan
toor der provinciale Stichting voor de Landbouw
te Tilburg, Spoorlaan 46 en elke Maandagvoor
middag in Café van Dijk te Almkerk.
Het is ter bevordering van een vlotte afwer
king gewenst dat men op de zitdagen steeds de
bescheiden meebrengt over het geval waarover
men advies of inlichtingen wenst.
MEDEDELING VAN DE
KEURINGSDIENST NOORD-BRABANT
Aangifte veldkeuring
De formulieren voor de komende veldkeuring
zijn in de afgelopen dagen aan de ons bekende
adressen toegezonden.
Degenen, die nog geen formulier ontvingen,
kunnen dit aanvragen aan ons kantoor, Hoog
straat 122 te Roosendaal.
Voor ieder perceel moet een afzonderlijk for
mulier worden ingevuld.
Ook wintergewassen kunnen nog worden aan
gegeven. De aangifte sluit op 1 Mei a.s.; Koolzaad
dient echter voor 15 April a.s. te worden opge
geven.
Voor de telers in Westelijk Noord-Brabant zul
len dit jaar de volgende zitdagen worden ge
houden:
Dinsdag 19 April te Kruisland in Café de Nijs,
yan 913 en van 1416 uur.
Woensdag 20 April te Dinteloord in Hotel Vla-
mings, van 914 uur.
Donderdag 21 April te Steenbergen in Hotel
Concordia, van 914 uur.
Vrijdag 22 April te Fijnaart in Hotel de Beurs,
yan 914 uur.
Zaterdag 23 April te Standdaarbuiten in Café
A Roks, Kreek D 84, van 914 uur.
De Directeur van de Keuringsdienst
Noord-Brabant,
R. HAGENOUW.
Gipsbonnen 1954 vervallen
Aan belanghebbenden wordt ter kennis ge
bracht, dat de gipsbonnen met opdruk „1954" zijn
vervallen en niet meer door de handelaren of
coöperaties kunnen worden geaccepteerd.
DE RIJKSDIENST VOOR LAND-
BOUWHERSTEL INSPECTIE
NOORD-BRABANT.
MECHANISATIEPROBLEMEN
OP ZANDGROND
II.
In een vorig artikel gaf ik U een korte be
schouwing over het wezen van onze Werktuigen-
Coöperaties.
We zullen nu de Combinaties eens de revue
laten passeren, daar dit ook een vorm van samen
werking is, die veel waardering ondervindt en
steeds meer wordt toegepast.
Wat zijn nu eigenlijk de essentiële verschillen
tussen deze twee vormen Over het algemeen is
het zo:
Een Werktuigen-Coöperatie is een instelling,
waarin alle handelingen in statuten zijn vastge
legd en door een notaris zijn bekrachtigd. De
aansprakelijkheid is geregeld.
Een Combinatie daarentegen bestaat gewoonlijk
uit een aantal boeren, welke onderling een af
spraak maken om gezamenlijk één of meer werk
tuigen aan te kopen en te gebruiken.
Doordat de aansprakelijkheid in een Werk
tuigen-Coöperatie in de statuten is vastgelegd, is
het ook gemakkelijker om aan crediet te komen
voor aan te kopen machines.
De Coöperaties zijn over het algemeen groter
en men kan dan ook grotere werktuigen kopen,
.welke anders^ niet rendabel zijn.
Bij Combinaties zijn meestal slechts enkele
leden, welke over het algemeen met eigen kapi
taal werken en ook niet die grotere machines aan
schaffen. Deze zijn hier ook niet zo gauw rendabel.
De leden van een Coöperatie beschouwen de
werktuigen veelal als eigendom van derden, ter
wijl bij een Combinatie deze veel eerder worden
gezien als eigen bezit.
Dit is een groot voordeel voor de Combinaties,
daar men dan over het algemeen zuiniger met de
werktuigen omspringt.
In het verleden had de Werktuigen-Coöperatie
het grote voordeel dat zij subsidie kon krijgen
voor de werktuigen welke in de eerste 2 jaren na
oprichting werden aangeschaft. Dit was bij de
Combinaties niet mogelijk, doch terwijl de leden
van de Werktuigen-Coöperaties huur moeten be
talen voor de door hen gebruikte werktuigen, be
talen de leden van de Combinaties alleen gezamen
lijk de reparatiekosten. Zij slaan dit gewoonlijk
om per ha cultuurgrond, zodat de „grotere" leden
naar verhouding ook meer betalen en vanzelf ook
meer gebruiken, dus zo reëel mogelijk opgericht.
Welke werktuigen worden veelal in Combina
tie aangeschaft
Het is begrijpelijk dat op een bedrijfje van
10 ha een vorentrekker, aardappelrooier en sor
teerder nooit rendabel te maken zijn. Er zijn dan
ook tal van Combinaties, die deze werktuigen
hebben aangekocht. Daarnaast worden dikwijls
ook gezamenlijk een cambridgerol of een weide-
sleep geëxploiteerd. Gecombineerde hooiharken
ziet men in mindere mate in combinatie, daar dit
werktuig meestal op dezelfde tijden bij de leden
in gebruik moet zijn. Zaaimachines en graan-
maaierzelfbinders zijn veel in combinatie in ge
bruik. Zo ook met veescheerapparaten en het
laatste jaar komen ook de veereinigers aan bod
voor gezamenlijk gebruik. Men ziet ook wel dat
een 2-paards wentelploeg wordt gekocht en men
gebruik maakt van buurmans paard om zijn grond
dieper te kunnen bewerken.
Door de Werktuigen-Coöperaties wordt veel
om advies gevraagd wat betreft aankoop werk
tuigen, tarieven afschrijving, onderhoud, e.d.
Bij de Combinaties is dit in mindere mate het
geval, al moet worden gezegd dat bij eventuele
aankoop dikwijls eerst om advies gevraagd wordt
welk type het best zal voldoen.
Zoals we kunnen zien, kleven er aan beide
vormen nadelen tegenover de grote voordelen,
welke hierbij tot uiting komen. Zonder deze ge
zamenlijke exploitatie van landbouwwerktuigen
zouden thans in onze rationalisatie grote moeilijk
heden ontstaan. We zijn, als gevolg van de na
oorlogse omstandigheden, gedwongen om te me
chaniseren, anders raken we achter.
Er zijn in het Consulentschap Tilburg thans 20
Werktuigen-Coöperaties, waarvan er 19 behoorlijk
tot goed werken. Deze Coöperaties bestaan 47
jaar en het is nog een vraag wat er in de toekomst
met deze Vereniging zal gebeuren. Hoogstwaar
schijnlijk zullen vele blijven bestaan, doch er zal
gereorganiseerd moeten worden. Het is b.v. ge
bleken, dat vele werktuigen, die bij oprichting
waren aangekocht, aan diverse Coöperaties kapi
talen hebben gekost, omdat nu eenmaal niet ieder
werktuig geschikt is om gezamenlijk geëxploiteerd
te worden. We noemen hier o.a. de kunstmest
strooier, een onmisbaar werktuig, doch in coöpe
ratief verband aan geweldige slijtage onderhevig.
Voor dit werktuig moet b.v. ook bij diverse
Coöperaties de afschrijving worden herzien, daar
deze te laag is. Wonen de leden verspreid, dan
zal veel minder gebruik worden gemaakt van de
machines en krijgt men te veel transport.
Er zijn veel gecombineerde weidesiepen ge
kocht, doch deze worden door de veraf gelegen
bedrijven practisch niet gebruikt. Ook is gebleken
dat opzetstukken niet in een Werktuigen-Coöpe
ratie thuis horen en zo zijn er meerdere. Dit wil
geenszins zeggen dat deze werktuigen niet nodig
waren, integendeel, ze zijn zelfs noodzakelijk,
doch moeten op een andere manier worden ge
ëxploiteerd. Deze verandering in exploitatie zal
geleidelijk plaats vinden, ja, is zelfs al aan het
draaien.
De Werktuigen-Coöperatie heeft in deze reeds
zijn sporen verdiend door de werktuigen bij de
boeren meer bekend te maken en dit was één der
doelen van de gezamenlijke aankoop. De boer kent
ze nu en peinst over de mogelijkheid om een der
gelijk werktuig, dat in coöperatief verband te om
slachtig en nadelig bleek, zelf aan te schaffen als
eenling of desnoods in een combinatie. Dan kan
de Coöperatie dat werktuig, nadat het voor ge
zamenlijk gebruik ongeschikt bleek, verkopen en
moet zij geen nieuwe machines aanschaffen, doch
dit in handen geven van kleinere groepen.
Het zou me niets verbazen als we in de nabije
toekomst vele -combinaties zullen zien verschijnen
in één grote Coöperatie, welke laatste alleen die
werktuigen aanhoudt, die er geschikt voor zijn en
te duur zijn voor kleinere groepen.
Er is dan echter één punt waar meer aandacht
aan moet worden geschonken, n.l. het bedienings
personeel. Hoe dikwijls ziet men dat b.v. een
aardappelrooimachine niet wil werken, alleen om
dat de boer niet weet hoe de machine gesteld moet
worden.
Was daar deskundig personeel bij, dan zou deze
machine ook een betere naam hebben.
Dit geldt voor tal van machines en goed per
soneel bevordert het gebruik.
Het is een punt wat de laatste jaren op tal van
plaatsen is bewezen.
H. BASTIAANSSEN,
Specialist Werktuigen.
TUINBOUW
KOMKOMMERTEELT (II) Slot
Tussenbak
De tussenbak is een heel warme bak, die een
brede doch ondiepe mestgevel heeft. Deze bak
wordt meestal 2 weken na de pittenbak aange
legd. De breedte van de bak is 1.50 m, de diepte
1015 cm en de dikte van de mestlaag ongeveer
50 cm. Dit hangt vooral af van de tijd van aanleg.
Planten in tussenbak worden meestal verspeend
in pers- of bloempot. Perspotten enkele dagen van
tevoren maken en op de rij zetten anders is de
grond te koud. Wanneer men laat met de teelt
begint, wordt de tussenbak wel overgeslagen en
plant men rechtstreeks na verspenen in de pitten
bak, op de plantenrij.
Ook wanneer bij vroege teelt de broei plotse
ling te vroeg ophoudt, legt men gauw een tussen
bak aan. De planten laat men hier meestal onge
veer twee weken staan, waarna men ze over
brengt naar de plantenrij of blijvende plaats.
De plantenrij
Op vele plaatsen wordt vaak nog een planten
rij aangelegd. De planten worden hier of daar
tussen de half warme rijen aangelegd. Men brengt
een mestgevel aan van 90 cm breedte en ongeveer
40 cm diepte. Bakken worden afgedekt met een
stro- of rietmat. Midden onder het raam worden
7911 planten, al naar gelang de grootte, uit-
geplant.
De middelste plant blijft staan, de overigen
worden, als ze 2 a 4 zijscheuten hebben gevormd,
naar de blijvende plaats overgebracht. Over
brengen moet met zorg gebeuren. Met koud en
guur winderig weer planten we niet over.
Betere methode voor het opkweken
van plantmateriaal
Wanneer men over een kweekkas beschikt,
kunnen we ons heel wat moeite en zorgen sparen
bij het opkweken van komkommerplanten, n.l.
door planten te zaaien en op te kweken in een
kweekkas. We zaaien eerst in kistjes, vanuit de
kistjes worden de planten verspeend op het tablet
en van daaruit in bloem- of perspotten van 11 cm
verspeend. Wanneer we komkommers willen en
ten op de F onderstam, kunnen we geen kweekkas
missen, aangezien we hierbij de temperatuur en
luchtvochtigheid volkomen in de hand moeten
hebben. Tevens kunnen verschillende werkzaam
heden zoals verspenen en enten hier zeer gemak
kelijk uitgevoerd worden.
Gebruik geschikte potgrond
Gebruik bij het verspenen in bloem- of pers-
potten steeds geschikte potgrond. Wanneer de
potgrond van een slechte samenstelling is, zullen
de planten slecht of practisch niet doorgroeien.
Gewoonlijk ziet men dan dat ze na verplanten, als
de wortels uit de pot zijn gegroeid, pas aan het
doorgroeien gaan. We kunnen dan reeds ver
achter zijn met onze planten. Vooral de p.H.
(zuurgraad) van de potgrond speelt hierbij een
belangrijke rol. Nog kort geleden zag ik op een
bedrijf zeer ernstig magnesiumgebrek in jonge
komkommerplanten optreden. Na genomen grond
onderzoek bleek dat de p.H. veel te laag was. De
grond was dus zuur. Neem daarom steeds potgrond
met een goede p.H. voor het maken van perspot
ten of bloempotten.
Bij magnesiumgebrek ziet men dat het blad
vanaf de bladrand vergeelt. De vergeling dringt
geleidelijk dieper tussen de grote nerven door,
terwijl de bladrand gaat afsterven. Bij een flinke
aantasting gaat dit voort totdat nog vijf grote
nerven met een bandje groen er langs overblijven,
waarna de plant geheel kan afsterven.
Bestrijding
Blijkt na grondonderzoek dat de p.H. te laag
is, dan deze op peil brengen. Op zure grond wordt
magnesium in onvoldoende mate opgenomen.
Wanneer blijkt dat het Magnesiumgehalte te laag
is, dan geve men 200 a 300 kg kieseriet. Een te
hoog kaligehalte van de grond kan ook de opname
van Magnesium tegenwerken. Tenslotte kunnen
we bij optreden van magnesiumgebrek spuiten met
een 2 oplossing van magnesiumsulfaat, of ne
velen met 20 oplossing. Enkele malen om de
tien dagen herhalen.
Gieten
Het gieten moet tot een minimum beperkt blij
ven. Alleen na het verspenen, oppotten en ver
planten sproeien we de planten licht over met
lauw water. Overigens gieten we alleen als de
planten watergebrek vertonen.
Schermen
Wanneer de zon direct na het verspenen of
verplanten flink schijnt, gaan de planten slap
hangen. We kunnen dit voorkomen door een mat
over de bak uit te rollen, zolang de zon op de bak
staat.
Luchten
Luchten wordt bij de opkweek van de planten
practisch niet gedaan. We dienen namelijk steeds
een hoge temperatuur (30° C) en een hoge lucht
vochtigheid te hebben en te houden. Luchten is
echter niet bevorderlijk om de gewenste lucht
vochtigheid te behouden.
Alleen indien nodig midden op de dag bij
zonnig weer even een klein luchtje steken voor
luchtverversing.
We mogen echter niet luchten bij Oostenwind
in verband met het gevaar voor optreden van
spint.
De kweker zal zelf al deze dingen aan moeten
voelen om de teelt van komkommers succesvol uit
te voeren. H.