DE BOERENJEUGD
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEE NSCHAP ZEELAND
„BOERENPSALM"
ANONZE
^BIJEENKOMSTEN
UIT DE
Hoofd bestuurs
vergadering.
ZATERDAG 9 APRIL 1055
259
Redactie: C. J. v. Damme, A. C. Breure, L. de Jager, Z. Poppe, M. Sanders en M. Murre.
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Sportdag.
Dit jaar zal de sportdag op Noord-
Beveland worden gehouden. Er is
reeds heel wat werk voor verzet onder
de deskundige leiding van de heer Goe-
dee uit Goes, zodat de organisatie
mede dank zij de ruimere financiële
bijdrage uit de provinciale kas aan
alle eisen zal kunnen voldoen.
Voorlopig wordt Zaterdag 28 Mei als
datum gekozen. Het programma zal in
samenwerking met de sportcommissie
worden opgesteld en kan over enige
weken gepubliceerd worden. De leden
zullen vrije toegang hebben op vertoon
van hun ledenkaart.
Excursies.
Hoewel de excursiecommissie nog
niet vergaderd heeft, meent het be
stuur dat behoefte bestaat aan een bin
nenlandse excursie van 2 a 3 dagen
bv. naar Groningen en Friesland en
een excursie naar het buitenland die 4
a 5 dagen duurt.
De excursiecommissie zal verzocht
worden zo spoedig mogelijk een pro
gramma te ontwerpen.
Ploegwedstrijden.
Aan de landelijke ploegwedstrijd van
de P. J. G. N., die op 16 April in Spijke-
nisse wordt gehouden, zal de L. J. G.
vertegenwoordigd worden door A. van
Dijke uit 's-H. Arendskerke, L. C.
Groenewege uit St. Maartensdijk en A.
Verkruijsse uit Schoondijke. Ter tege
moetkoming in de onkosten zal hen
een subsidie in het vooruitzicht gesteld
worden. Besloten wordt verder het
initiatief te nemen tot het houden van
een ploegwedstrijd voor het Zeeuws
kampioenschap. De landarbeiders-,
landbouw, en landbouwjongerenorga-
nisaties in Zeeland die aangesloten zijn
bij de Stichting Technisch Plattelands
Jongerenwerk, zullen allen worden uit
genodigd aan de organisatie hiervan
deel te nemen. De wedstrijd zal waar
schijnlijk eind September of begin
October plaatsvinden.
Vergadering Provinciale Raad.
Deze zal plaatsvinden op Zaterdag 7
Mei te Goes. Naast de gebruikelijke
punten zal er deze vergadering een
nieuwe voorzitter gekozen moeten wor
den daar de huidige voorzitter, M. C.
Risseeuw, zich niet herkiesbaar stelt.
Het Hoofdbestuur zal tevens met het
voorstel komen de voorzitter volledige
vergoeding van reis- en verblijfkosten
te verlenen, alsmede een billijke
vacatie.
Conferentie op Hedenesse.
Voor verloofden en jonggehuwden
wordt eind April een conferentie op
Hedenesse gehouden. Besloten wordt
bier medewerking aan te verlenen en
mej. M. Sanders als staflid namens de
L J, G. -aan te w^zen.
I.
HET wordt in bepaalde kringen en helaas ook onder de plattelandsbevol
king langzamerhand steeds meer gewoonte niet langer te spreken van
„boer" maar van „landbouwer". Ergens is dat wel te begrijpen als men
zich bedenkt hoeveel scheldwoorden er met het woord zijn gevormd. Ik citeer
„boerenkarhengst", „boerenhufter" dit laatste is dubbel: hufter is een oud
woord voor boer „boerentrien". Dit is dan een zeer parlementaire bloem
lezing: onze taal kent nog een paar scheldnamen die in dit verband zouden pas
sen, maar die ik hier maar niet opsommen zal. Intussen, door deze scheldwoorden
wordt de gebruiker meer onteerd, dan de boer.
AFD. 's-HEER ABTSKERKE—NISSE
DER L.J.G.
Zaterdag 2 April heeft deze afdeling
op feestelijke wijze het 10-jarig bestaan
herdacht in een gecombineerde feest-
vergadering.
De vergadering werd geopend door
de voorzitter, de heer Nijsse, met een
welkomstwoord en een korte terugblik
op de tien jaar waarin onze afdeling
steeds getoond heeft zich van haar
taak bewust te zijn.
Daarna genoten wij van een koffie
maaltijd. Na de maaltijd declameerde
mej. Nieuwenhuijse een berijmd ver
slag van het 10-jarig bestaan der
Z. P. M. Een klucht werd opgevoerd
door de dames Van de Vrie en De
Jonge. De Korstanje vertolkte de
schets: „Het jaar drieduizend".
In de pauze kregen we thee met ver
snaperingen. Na de pauze bracht de
heer Remeinse verslag uit van zijn be
levenissen in de L. J. G. Daar hij reeds
vanaf de oprichting der afdeling lid is,
kon hij ons heel wat vertellen.
De heer Minnaard declameerde daar
na: „De Generaal". Eén en ander
werd afgewisseld met muziek en bin
nenspelen.
Na een gezellig samenzijn met mu
ziek werd deze zeer geslaagde avond
door de presidente der Z. P. M. mej.
Nieuwenhuijse gesloten.
Z. P. M. SCHOCWEN-DUIVELAND.
Zaterdagmiddag 19 Maart j.l. hield
de Z. P. M. afdeling Schouwen-Duive-
land een vergadering in het „Huis van
Nassau" te Zierikzee, waar 14 leden
aanwezig waren.
Van de Stichting voor het Gebrek
kige Kind, „Loesje", was een brief bin
nengekomen, waarin werd gevraagd of
er belangstelling bestond stukjes zeep
ten bate van deze Stichting te ver
kopen. Hieraan was ook nog een soort
wedstrijd verbonden, n.l.: de club welke
de meeste zeep zou verkopen, kreeg een
gratis reis per bus naar Arnhem aan
geboden. Er werden wel enkele stuk
jes door de leden gekocht, maar nie
mand stelde zich beschikbaar voor het
verder doorvoeren van deze actie.
Na enkele ogenblikken werd overge
gaan tot het innen der contributie.
Vervolgens was bef punt bestuurs
verkiezing aan de orde. Met algemene
stemmen werd mej. Annie Deist als
secretaresse gekozen. De voorzitster
dankte namens de Z. P. M. mei. Corrie
Deïst voor haar trouwe medewerking,
welke zü verscheidene jaren hieraan
gegeven heeft.
Als bestuurslid werd aangewezen mej.
Ella de Jonge en als afgevaardigde van
P. R. mej. Jannie Bal.
Na de pauze werden 2 boeken op z'n
Amerikaans verkocht, die een aardig
sommetje opbrachten, ten bate van de
kas.
Mej. Corrie van Schelven besprak een
inleiding: „Een week-end op een Volks
hogeschool".
Daarna waren we gekomen aan de
rondvraag, waaruit werd besloten de
nieuwe melkfabriek te Zierikzee en het
modelhuisje te Nieuwerkerk te bezich
tigen.
Al eerder was besloten te trachten
een leerbewerkings-cursus te organi
seren.
Hierna sloot de voorzitster de ver
gadering, welke tevens kon worden be
schouwd als contact-middag tussen
oude en nieuwe leden.
We willen daar een ander woordge
bruik tegenoverstellen. In de scheep
vaart kent men de zeer trotse term:
Schipper naast God. Het is een term
uit de tijd van de zeilvaart, als de
„schipper" in de eindeloze maanden, dat
het schip voer tussen water en hemel,
inderdaad het laatste gezag scheen te
hebben. En nog vangt ieder officieel
scheepsdocument aan met de trotse
woorden: „Ik, schipper naast God
Boeren en schippers hebben meer ge
meen, dan zij zich vaak realiseren; ze
kennen daartoe hun wederzijdse bedrij
ven te weinig. Het zou blasphemie zijn,
indien een timmerman of een wagen
maker, een taxichauffeur of een trein
bestuurder, de directeur van een land-
bouwmaatschappij of een president
commissaris van een machinefabriek de
term: „Schipper naast God" zou trans
poneren en overnemen: een Boer heeft
daar alle recht toe.
„Schipper naast God van het schip
„La Belle Espérance."
„Boer naa.st God van het hof „De
Goede Verwachting."
Beide termen hebben recht van be
staan. Er zijn zelfs goede gronden
waarop de boer de schipper het gebruik
van dat predicant zou kunnen betwisten.
In de eerste plaats zou de boer kunnen
aanvoeren, dat hij de oudste rechten
heeft. Het is al vaak gezegd, maar het
kan helemaal geen kwaad het nog eens
zeer nadrukkelijk en scherp te stellen:
de Boer is aanvang van alle cultuur.
De eerste mensen op de aarde waren
jagers en zwierven door de bossen en
wouden van de oerwereld. Zij leefden
van wat zij vonden aan vruchten, van
de dieren die zij doden konden. Zij leef
den ten koste van de schepping. Het
moet een merkwaardig moment zijn
geweest, toen voor het eerst een mens
een zaadje zag vallen en op zijn hurken
gezeten bleef toezien wat er zou gebeu
ren. Het moet ergens in een sub-tro
pisch klimaat in het Oosten zijn ge
weest. Met enkele dagen groeide het
plantje op. Diep in gedachten zwierf
de man verder, totdat hij ergens aan
de rand van een open vlek in het bos
een primitief onderkomen bouwde en
een akker aanlegde: de eerste boer.
„Boer naast God van de hoeve «De
Goede Verwachting."
De boer is het begin van alle cultuur
en beschaving. En daarmee wil niet
alleen gezegd zijn, dat, toen die eerste
boer zijn eerste akker ontgon, de cul
tuur werd geboren; het wil ook zeggen,
dat de boer, die zich zijn boer zijn be
wust is, de voedingsbodem van de cul
tuur is. Zonder «le boer is er werkelijk
geen beschaving denkbaar En daar
om is het juist zo'n bedenkelijk ver
schijnsel dat de landbouwer de boer
gaat verdringen. Want een landbouwer
is heel wat anders dan een boer. Een
landbouwer is een voedselproducent, die
van het bedrijf een bio-chemisch labo
ratorium maakt. Een landbouwer: dat
is de man, die een bedrijf uitoefent als
ieder ander, voor wie grond en vee
„grondstoffen" zijn of „machines" als
hout en schaafbank voor de timmerman.
Een landbouwer is een door de geest
van deze tijd aangepaste en daardoor
van zijn hoge standing gedegenereerde
boer. Want het boerenbedrijf is geen
bedrijf als ieder ander bedrijf. In tegen
deel het is een bedrijf als geen ander.
De lezing die Will Barnard op de
studiedagen in Vlissingen hield,
werd door hem in een artikel om
gezet. We meenden dat deze ideeën
een ruimere verspreidingkring ver
dienen.
RED.
In deze wereld, die geregeerd wordt
door de techniek, zijn de boer en de
kunstenaar de twee enige restanten
van beschaving en cultuur. Een hard,
maar waar woord. De techniek put de
wereld uit, pleegt roofbouw op de schep*
ping. Over 75 jaar is de aardolie oor-
raad uitgeput. Vele kolen- en ijzer
mijnen liggen verlaten: uitgeput. Door
ontbossing zijn grote stukken van de
wereld in woestenij veranderd. Een ge
hele archipel in de Stille Oceaan is
door atoomproeven onbewoonbaar ge
worden. En dit zijn nog maar een paar
losse grepen. Er zou een indrukwek
kende lijst zijn op te maken van der
gelijke verschijnselen. Een lijst om
duizelig en angstig van te worden. Een
lijst, die je haast de moed zou ontnemen
te zeggen wat toch gezegd dient te wor
den: namelijk dat, wil er nog ooit iets
van onze cultuur terechtkomen, de red
ding van de zelfbewuste boer zal moe
ten komen.
Alle beschaving is in de grond van
de zaak degeneratie en decandentie. Ip
Bijbelse termen gezegd: het leven is
een gestadig sterven. Maar juist in dit
proces, in deze vaart naar de dood
heeft de boer een wonderlijke taak. En
hier komen we aan het. punt, dat de
boer onderscheidt van landbouwer en
timmerman: het is de boer, die deze
kringloop van geboorte naar dood cul
tiveert. Hij onderhoudt deze kringloop
en, boer naast God, is hij het die de
opdracht heeft het leven in sta-rd te
houden. Juist door de dood in de kring
loop op te nemen. Om maar weer de
Bijbel te citerenals de graankorrel niet
in de aarde valt en sterft: zü zal geen
vrucht dragen.
Het boerenbedrijf is het enige, dat
gebaseerd is op de oerkracht en de
levensdrift van de schepping. Hieraan
heeft de boer zijn typische karaktertrek
ken ontleend, die aanleiding hebben ge
geven tot een stroom van goede en
slechte romans, novellen, gedichten en
toneelstukken over de boer. Helaas zijn
de meeste van deze werken blijven ste
ken in de uiterlijke, oppervlakkige ken
merken van een uitstervend boerenge
slacht. En hoewel deze uiterlijke ken
merken ergens een relatie onderhielden
met het wezenlijk bestaan van de boer,
zijn ze op zichzelf voor het boerenbe
staan niet wezenlijk.
Een duidelijk voorbeeld, bij een no
velle van Karei v. d. Woestjjne, sneed
Jozef Cantré een illustratie, voorstel
lende: de stervende boer.
Hier is de boer gekenmerkt door zijn
grote naar de greep van de spa ge
groeide handen. Met het voortschrijden
van de mechanisatie zal dit uiterlijke
kenmerk verdwijnen, maar het wezen
lijke van het bestaan van de boer naast
God, is daarmee niet verdwenen.
„Een diep rechtschapen ras:
in zijn eenzelvig streven
de macht'ge wortelstok,
ivaar zich een volk uit voedt
«Uit: „De Polder." Truus Gerhardt.)