Rondom de P. B. O.-heffingen voor de fruitteelt gewenste vorm TUINBOUW. (Wordt vervolgd). GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE BIETENDUNMACHINE. ONDERLING B0ERENVERZEKER6NGSF0NDS 238 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Er is in een algemene vergadering met klem ge protesteerd tegen de voorgestelde hoogte van de P. B. O.-heffingen voor de fruitteelt sector en de aftrekregeling. Dit protest weerklonk n.l. in de zaal van het Jaarbeursrestaurant te Utrecht tijdens de algemene vergadering van de N. F. O. Eigenlijk stond deze vergadering geheel in het teken van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisa tie, zy het dan, dat Dr. Ir. F. P. Mesu een interes sante lezing over het Deltaplan hield. Bij monde van de Voorzitter, de heer C. Boude- wijn, werd op de hem eigen wijze een uiteenzetting gegeven van de gang van zaken iin het Landbouw schap met 'betrekking tot de heffingsregeling van de fruitteelt en de erkenning van organisaties, die in aanmerking zullen komen voor aftrek. Plaats en erkenning van de N. F. O. De heer Boudewijn begon n.l. met er op te wijzen, dat het Bestuur zich genoodzaakt heeft gez:en dit punt aan de orde te stellen, omdat door het Land bouwschap in haar jongste vergadering van 16 Maart 1955 het verzoek van de N. F. O. om voor de aftrekregeling in aamimerking te komen, is verwor pen met 20 tegen 3 stemmen. Het zou hem veel waard zijn geweest, indien hij een ander geluid had kunnen laten horen. De houding van het Bestuur van het Landbouwschap dwingt ons er echter toe deze zaak openfoaar te behandelen, aldus de heer Boudewijn. Spreker zette vervolgens uiteen op welke gron den naar zijn mening de N. F. O. wel in aanmerking moet komen voor de aftrekregeling. Steeds hebben wij verklaard, dat de P. B. O. een baungrijke aangelegenheid voor de land- en tuin bouw was, waaraan de N.F.O. haar volle mede werking moest verlenen. Bij het tot stand koenen van hoofdafdelingen is er ook steeds sprake ge weest van een prettige samenwerking. Bij het vast stellen van de heffingsverordening en de vraag welke organisaties voor aftrek in aanmerking moesten komen werd door het bestuur van het Landbouwschap echter geen rekening gehouden met de adviezen van de Hoofdafdeling Tuinbouw. Integendeel, de adviezen werden in dit opzicht zon der meer terzijde gelegd. Verder was o.m. door de N. F. O. verzocht als ge specialiseerde organisatie in de fruitteelt in aan- marking te komen voor de aftrekregeling. Destijds was de N. F. O. bij de samenstelling van de afde lingen van het Landbouwschap als representatief voor de fruitteelt aangemerkt. Doch bij de behandeling van de aftrekregeling besloot het bestuur van het Landbouwschap uit sluitend de Standsorganisatie in de Landbouw in aanmerking te doen komen. Dit is een discriminatie van de vak-technische organisaties. De heer Boudewijn had echter het volle vertrou wen in de beslissingen van de S. E. R. Immers de S. E. R. heeft in haar vergadering van 11 Maart 1955 een uitspraak gedaan, dat bij de aanwijzing van de verenigingen, waarvan de leden voor contri- butieaftrek in aanmerking komen een breed stand punt moet worden ingenomen en dat discriminatie dient te worden voorkomen. Hoewel hij zich over de uitslag dus geen zorgen maakte, is het ten zeerste te betreuren, dat het be stuur van het Landibouwschap een dergelijk stand punt heeft ingenomen. Gaat het om erkenning van het N. F. O. als standsorganisatie Het komt one voor, dat de strijd welke nu ron dom de erkenning van organisaties ontbrand is voor de N. F. O. een gevaarlijke kant heeft. Stel, dat het adres van de N. F. O. aan de S. E. R. waar in gevraagd wordt om alsnog in aanmerking te komen voor een aftrekregeling, door de S. E. R. wordt ingewilligd. Bestaat er dan geen gevaar, dat de N. F. O. die in wezen reeds als standsorganisatie voor de fruittelers optreedt, ook naar buiten als zodanig aangemerkt zal worden? Is het gevaar dan niet groot, dat de N. F. O. het slachtoffer gaat wor den van het zo gevreesde driezuilensysteem? Dit gevaar is o.i. niet denkbeeldig en mogelijk ware het daarom verstandiger geweest een andere oplossing na te streven. De hoogte van de heffingen. In voornoemde algemene vergadering van de N. F. O. werd door de heer Boudewijn tevens uit voerig stil gestaan bij de voorgestelde heffingen voor de fruitteelt. Destijds was door het bestuur van het Landbouwschap een heffing voorgesteld van 6,voor z.g.n. grasfooomgaarden en 15, voor de overige boomgaarden. Door de Hoofdafde ling Tuinbouw van het Landbouwschap werd echter geadviseerd deze heffingen terug te brengen op een heffing, welke in een redelijke verhouding staat tot de heffing voor akker- en weidebouw, n.l. 3, en ƒ6,— of hoogstens ƒ9,—. Ook dit advies vond bij het bestuur van het Landbouwschap geen gena de. In haar vergadering van 16 Maart 1955 stelde het bestuur de heffingen, na enig loven en bieden, n.l vast op 3,voor grashoomgaarden en 12, voor de overige boomgaarden. In Zeeland zal men dus, indien bedoelde normen door de S. E. R. wor den goedgekeurd, over het algemeen 12,per ha boomgaard moeten gaan betalen. Afgezien nog van het feit, dat deze heffing o.i. niet in een redelijke verhouding staat tot de heffing van 3,voor een ha bouwland, lijkt de verhouding tussen 3,grastooomgaard en 12,overige boomgaard o.i. ook nergens op. Naar onze mening zijn er geen redelijke argumenten aan te voeren om de 12,heffing per ha te verdedigen. (Vervolg van pag. 237.) b. Indien de erwtenbladrandkever te laat of on voldoende is bestreden wat eigenlijk niet mag voorkomen kan een kleine stikstofgift wat helpen. c. Op zware gronden kan een kleine stikstofgift de daar soms matige loofontwikkeling bevor deren, alhoewel het effect veelal niet groot is, afgezien van het nut ervan. Een gift van 50 kg kalk^Ipeter per geniet, aangewend vlak voor of bij het zaaien, is dan veelal meer dan voldoende. Teveel stikstof heeft meerdere malen een na delig effect te zien gegeven. Veel stikstof houdt de normale ontwikkeling van stikstofbindende wortelknolletjesbacteriën tegen. Dit was in 1954 op verschillende percelen, die voor de helft met stikstof waren bemest, duidelijk te zien. Grote hoeveelheden stikstof doen vooral op lich te gronden de erwten teveel in het stro groeien. Bij de stikstofbemesting op erwten dient ook te worden bedacht, dat eventueel aanwezige onkrui den scherper op stikstof kunnen reageren dan de erwten, zodat we dan bezig zijn de onkruiden te bevoordelen ten opzichte van de erwten. Zelfs bij gebruik van kalkstikstof voor de on- kruidbestrijding is later waargenomen, dat de niet door kalkstikstof gedode onkruiden sneller gingen groeien, dan op een niet met kalkstikstof behan deld gedeelte van een perceel. FOSFAAT. In het overzicht is aangegeven hoe vaak en welke gemiddelde hoeveelheid, uitgedrukt in kg super per gemet is aangewend, daarbij betrokken op de fosfaattoestand van de grond, voor zover deze laatste bekend was. P-citroen <25 25—35 36—50 51—60 61—80 >80 onbekend Aantal 7 35 31 6 8 1 52 Niet bemest 1 1 0 0 1 1 5 Gem. gilt 160 180 180 165 150 0 170 Advies R.L.V.D. 300 250 200 150 100 0 Voor zover grondonderzoek is toegepast wordt wiet de adviezen in vele gevallen geen rekening ge houden per gewas. In 66 van de 140 gevallen werd de beroemde 2 baal super per gemet toegepast. De tijd van aanwending kan aldus worden aan gegeven Een derde van de deelnemende landbouwers strooide de fosfaat in het najaar tot en met Decem ber. Twee derde wendde de fosfaat in het voorjaar aan, practisch allen voor het zaaien, een enkeling bij het zaaien of daarna. KALI. In het- overzicht is aangegeven hoe vaak en wel ke gemiddelde hoeveelheid, uitgedrukt in kg kali 40 per gemet is gegeven, daarbij betrokken op de kalitoestand van de grond, voor zover bekend. K gehalte Aantal Niet bemest Gem. gift Advies R.L.V.D. <14 14—18 10—23 24—27 >27 onbekend 8 32 25 9 11 55 0 8 9 5 6 21 155 115 90 60 60 90 250 200 150 100 0 In deze cijfers zit iets meer lijn dan bij die van de fosfaat'oemesting. Wordt bij de kolibemesting meer rekening gehouden met de adviezen der R.L.V.D. of heeft de ervaring de landbouwers ge leerd, dat in vele gevallen kalibemesting op per celen met een lage kalitoestand noodzakelijk is? De tijd van aanwending ligt ongeveer als bij de Josfaatbemesting, een derde der deelnemers strooi de voor Nieuwjaar, de rest daarna. ORGANISCHE BEMESTING. Uit de enquête bleek, dat de erwten in 32 geval len in groenbemesting, in 5 gevallen in stalmest en in 2 gevallen in een cobinatie van stalmest en groenbemesting stonden. Waarom zo Iaat? Wat ons in deze zaak eigenaardig aandoet is dit, dat, terwijl het Landibouwschap reeds in April 1954 werd ingesteld, nu pas de gevechten aan de gang zijn over de hoogte van de heffingen enz. Dit had per 1 Januari '55, op het moment dat de P. B. O. officiéél naar buiten ging rieden al aan de kant moeten zijn. Maandenlang heeft men geconfereerd over de heffing en aftrekregeiing voor de akker bouwsector en op het laatste moment creëerde men heffingen voor de fruitteelt en groenteteeltsector, zonder vooraf voldoende overleg te plegen. Het is daarom begrijpelijk, dat hierover nu de strijd gaat ontbranden. Het bestuur van het Landbouwschap had tijdig advies moeten vragen aan de Hoofdafdeling Tuin bouw. Zij had dan naar onze gevoelens veel narig heid kunnen voorkomen. Bij deze enkele losse opmerkingen willen wij het voorlopig laten. Wat de S. E. R. in deee gaat beslis sen valt niet te zeggen. Zeker is, dat over dit punt het laatste woord niet gevallen is. de L. Het is bekend, dat suikerbieten zéér arbeidsin tensieve gewassen zijn. Vooral het dunnen en op- eenzetten in het voorjaar en de oogst in het najaar vereisen veel arbeidskrachten. In verband met het nijpend tekort aan arbeidskrachten kost het de bietenteler dan ook heel wat hoofdbrekens om deze werkzaamheden, die dikwijls in korte tijd moeten worden verricht, bevredigend te laten verlopen. Een van de oplossingen van dit probleem is de mechanisatie die ook voor de bietencultuur goede mogelijkheden biedt. In een onlangs, speciaal aan dit onderwerp gewijde radio-reportage heeft de heer E. J. A. Hoogland van het Instituut voor Land bouwtechniek en Rationalisatie gewezen op de ge bruiksmogelijkheden van de bietendunmaehijne. Deze bietendunmachine, aldus de heer Hoogland, kan zowel voor een dun- of een dikstaand gewas worden gébruikt. Zij bestaat uit een aantal messenkoppen, die door de rij slaan en die voorzien kunnen zijn van messen of van verende tanden. Op deze wijce wordt een groot deel van de overtollige bietenplanten en on kruiden opgeruimd, zodat men dus een veel dun nere stand krijgt. De bietendunmachine heeft bij een snelheid van c.a. 8 km een zeer grote capaciteit. In ongeveer 1 uur kan men hiermee één nectare bewerken. Minder arbeid. Het streven is er op gericht het aantal bieten- planten, dat één arbeider per dag kan opeenzetten, te vergroten en daarnaast de tijdsduur, waarin deze werkzaamheden worden uitgevoerd, te ver korten. Lukt dat, dan behoeft men voor het opeen- zetten van de bieten geen of weinig losse arbeids krachten aan te trekken, terwijl de vaste arbeidlst- kern voor andere werkzaamheden kan worden be nut. Gloioaal genomen kan met de bietendunma chine een arbeidsibespraring van 25—30 worden verkregen. Ondanks het feit, dat deze machine in ons land nog niet zo heel lang in gebruik is, zijd de resulta ten, die hiermee tot dusverre in de praktijk zijn be reikt, alleszins bevredigend te noemen. Advertentie), Het Onderling Boerenverzekeringsfonds, de organisatie van en voor de boer3 biedt U een keuze uit vele vormen van pensioen- en kapitaalverzekering. Enkele der meest voorkomende soorten zijn: Ouderdomspensioen. Weduwen pensioen. Gemengde verzekering (eventueel met ei frentes). Ideaaïverzekering. Studie- en uitzetverzekeringen. Lijfrente-verzekeringen enz. Ook voor U heeft het O.B.F. ongetwijfeld een passende verzekeringsvorm. Volgt hierom het voorbeeld van meer dan 20C0G collega's en sluit Uw levensverzekering bij het O.B.F. SOPHIALAAN 2 LEEUWARDEN Medewerker voor Zeeland: R. METERING, Julianastraat 24, Wemeldimge (Tel. K 1192-395)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 6