NU SNEL A.S.F. KORRELS KOPEN OM DE ACHTERSTAND IN TE LOPEN! ZITDAGEN ADVIESBUREAU. SCHADEVERGOEDING BIJ ONTEIGENING c. Waardevermindering overblijvende. a. Inkomstenderving b. Stijging vaste lasten c. Waardevermindering overblijvende Kapitalisatiefactoren Belastingschade Aftrekposten RONDOM DE BOERDERIJ De Westhoek VEILINGBERICHT. ZATERDAG 2 APRIL 1055 247 (Vervolg van pagina 245.), Dhr. A. B. Snoek te Almkerk werd door de prov. vergadering gekozen als vertegenwoordiger voor Noord-Brabant in het Bestuur van het O B. F. Als instelling van en voor de boer verdient het O. B. F. het volle vertrouwen van onze leden. Aan het eind van dit verslag verdient nog ge memoreerd te worden de goede samenwerking, die ook in het afgelopen jaar kon worden voortgezet met de Bond van Plattelandsvrouwen en Jongeren organisatie. De instelling van een Agrarische Raad blijkt bevorderlijk te zijn, dat ook tussen de af delingen plaatselijk de banden nauwer worden aan gehaald, wat uiteindelijk slechts in het belang kan zijn voor ons platteland. Ook in het jaar dat voor ons ligt is voor onze organisatie nog veel werk te verrichten. Mogen wij allen onder Gods zegen in staat worden gesteld om op deze weg verder te gaan in het belang van de land- en tuinbouw en van onze leden.- Het adviesbureau van de Stichting voor de Land bouw in Noord-Braibant zal voor getroffen landbou wers en landarbeiders van de watersnood, alsmede voor oorlogsgetroffenen zitdagen houden te: STEENBERGEN: op Donderdag 7 April a.s. in Hotel „Concordia" des voormiddags van 1013 uur. Verder elke Dinsdagvoormiddag op het kantoor der provinciale Stichting voor de Landbouw te Til burg en elke Maandagvoormiddag in Café van Dijk te Almkerk. Het is ter bevordering van een vlotte afwerking gewenst, dat men op de zitdagen steeds de beschei den meebrengt over het geval, waarover men advies of inlichtingen wenst. Tegenwoordig vinden in vele gemeenten aan kopen van cultuurgronden plaats ten behoeve van de volkshuisvesting. Deze aankopen hebben veelal een gedwongen karakter, daar de Overheidsinstantie, welke de grond nodig heeft, in de meeste gevallen tot ont eigening kan overgaan als pogingen om tot een mipneiyk.e overeenkomst- te geraken, niet slagen. Daar, ingeval van onteigening, de gebruikers van de grond, hetzij als eigenaar, hetzij als pach ter, recht hebben op vergoeding van de schade, wélke tengevolge van de onteigening wordt of zal worden geleden, is het redelijk dat ook bij minnelijke overeenkomsten met een gedwongen karakter, gestreefd wordt naar het toekennen van eenzelfde schadeloosstelling als bij onteigening zou worden verkregen. Het is daarom van belang, dat de betrokken grondgebruikers zich op de hoogte kunnen stel len van de factoren, welke bij het bepalen van de schadeloosstelling in acht dienen te worden genomen. Onvoldoende kennis van deze factoren zijn vaak nog aanleiding, dat een grondgebrui ker genoegen neemt met een te kleine schade loosstelling. Anderzijds komt het ook voor, dat een gemeente, kost wat kost, de grond bij min nelijke overeenkomst in eigendom wil verkrij gen. Het gevolg hiervan kan zijn, dat te hoge schadeloosstellingen worden overeengekomen, waartegen, terecht, Gedeputeerde Staten bezwaar maakt. In verband hiermede is het van belang, dat enkele van de belangrijkste factoren, welke op de grootte van de schadeloosstelling invloed hebben, worden belicht. De belangrijkste factoren zijn: a. Inkomstenderving. b. Stijging vaste lasten. Als van een landbouwbedrijf een gedeelte van de daarbij behorende cultuurgrond wordt ont trokken, dan zal de betrokken grondgebruiker, als aan hem geen vervangende grond beschikbaar wordt gesteld, in de toekomst een kleiner inkomen hebben, daar hij de opbrengst van de onttrokken grond moet missen; er is dus sprake van inkom stenderving. Tengevolge van de bedrijfsverkleining zullen in de toekomst de vaste bedrijfslasten per ha zwaarder gaan drukken, daar deze vaste lasten voor en na de bedrijfsverkleining practisch de zelfde blijven, terwijl de; oppervlakte cultuur grond, welke deze lasten moet opbrengen, klei ner is. Onder vaste lasten dienen te worden verstaan de kosten, welke moeten worden gemaakt voor onderhoud en afschrijving van gebouwen en in ventaris, alsmede de rente van het in de gebouwen en inventaris'geïnvesteerde kapitaal. Op de grote 'bedrijven dienen ook de kosten van het vaste per soneel mede in de overwegingen te worden be trokken, terwijl op de kleinere bedrijven vooral de kosten van het aanwezige paard van beiang zijn. Veelal ondergaan de gebouwen waardevermin dering tengevolge van de onttrekking van een gedeelte van de bedrijfsgrond. Deze waardever mindering kan, ingeval er geen sprake is van ont trekking van het erf of thuisweide, worden be rekend door het volgen van het systeem van waar debepaling, neergelegd in de wet op de vervreem ding van landbouwgronden. Ingeval van onttrekking van het erfpereeel van een boerderij zal een intuïtieve taxatie van de waardevermindering noodzakelijk zijn. In de praktijk zal men de schade moeten vast stellen door eerst een berekening te maken van het totale netto-inkomen van de betrokken land bouwer vóór de bedrijfsverkleining en daarna eenzelfde berekening op te zetten na de bedrijfs verkleining. Bij dit systeem komen de onderdelen inkomens- schade en stijging vaste lasten tot hun volle recht, terwijl anderzijds rekening kan worden gehouden met de reorganisatiemogelijkheden, welke de be trokken boer na de bedrijfsverkleining heeft. Het hier bedoelde inkomen wordt benaderd door het bruto-inkomen te verminderen met de variabele kosten (zaaizaad, pootgoed, kunstmest, plantenziektenbestrijöing, veevoeder, betaald loon aan losse arbeiders, dors- en ploegloon, brandstof en smeermiddelen voor motorvoertuigen, rente omlopend kapitaal). In het algemeen kan worden aangenomen, dat het aldus verkregen „inkomen" per ha voor en na de bedrijfsverkleining ongeveer evengroot is. Dit „inkomen" wordt vervolgens verminderd met de vaste kosten, dat zijn die kosten, welke hiérboven reeds zijn genoemd. Daar deze kosteri, zoals gezegd, voor en na de bedrijfsverkleining practisch evengroot zijn, zal hierdoor het totale netto-inkomen van de betrokken landbouwer door de bedrijfsverkleining in belangrijk ongunstige mate worden beïnvloed. Het zal in de meeste gevallen wel redelijk zijn, dat de post onderhoud van de inventaris na de bedrijfsverkleining wordt verlaagd, daar de werk tuigen en gereedschappen minder intensief zullen worden gebruikt. Het verschil tussen de twee berekeningen, dus het verschil in netto-inkomen voor en na de be drijfsverkleining, vormt de jaarlijkse schade van de boer, voor zover dit betreft de inkomstender ving en de stijging van de vaste lasten. De vaststaande jurisprudentie vgaat uit yan de fictie, dat de onteigende partij zich na verloop van t!3 èt 14 jaren van de gevolgen van de onteigening heeft hersteld. Dit houdt in* dat :de schade, welke de betrokken landbouwer jaarlijks heeft, wordt vergoed over een periode van 13 a 14 jaren. Of deze fictie onder de tegenwoordige omstandig heden nog als juist moet worden aangemerkt, valt te betwijfelen. De desbetreffende arresten van de Hoge Raad dateren van vóór de laatste oorlog, toen het gemakkelijker was dan thans, om ver vangende grond te kopen of. te pachten. Zolang echter niet in hoger beroep door de Hoge Raad een ander standpunt is ingenomen, dient men zich aan bovengenoemde fictie te houden. Daar een schadeloosstelling ingeval van ont eigening direct na het desbetreffende vonnis be taalbaar moet worden gesteld, moet de contante waarde van de schadeloosstelling worden be rekend. Voor het berekenen van een vergoeding, welke zich over 13 a 14 jaren uitstrekt, wordt bij in rekening brengen van 3,5 rente, gekapitaliseerd met de factor 10,5. Als men kapitaliseert met de factor 11, dan betekent dit, dat men 3 rente in rekening brengt. De rechtbanken in Noord-Bra bant brengen 4 in rekening, zodat gekapitali seerd wordt met de factor 10. Voor pachters die in een onteigeningsproce dure worden betrokken, geldt de kapitalisatie- factor 9, ingeval het een pachter van een hoeve betreft en 7 indien los land wordt onteigend. In beide gevallen moet de pachter op de datum van het Onteigeningsvonnis nog recht hebben op ten minste één jaar pacht. Als het pachtontbinding betreft zonder dat er een onteigeningsprocedure aan is voorafgegaan, dan heeft de pachter formeel slechts recht op een vergoeding, welke is berekend naar het aantal jaren, dat de pacht bij niet-ontbinding nog zou voortduren. Met verlengingsmogelijkheid van de pacht mag geen rekening worden gehouden. Ook in dit geval moet de contante waarde van de schadeloosstelling worden berekend. Dit betekent, dat voor een pachter, die b.v. nog recht heeft op 4 pachtjaren, de jaarlijkse schade wordt gekapi taliseerd met de factor 3,7 (3,5 rente). Het is redelijk, dat in voorkomende gevallen wordt bevorderd, dat de pachters, bij pachtont binding zonder voorafgaande onteigening, op de zelfde wijze worden vergoed als hun collega's, wiens verpachter het tot onteigening heeft laten komen. Er wordt dus gepleit ook de eerste cate gorie pachters schadeloos te stellen door de jaar lijkse schaden te kapitaliseren met de factor 9 (hoeve) en 7 (los land). Van belang is ook, dat men recht heeft op ver goeding van de tengevolge van de uitbetaling van de schadeloosstelling verschuldigde extra Inkom stenbelasting. Deze schadeloosstellingen worden door de Belastingdienst aangemerkt als liquidatie winsten, waarvoor een bijzondere belastingheffing geldt. De grootte van deze schade kan men in de meeste gevallen het best bepalen met behulp van de boekhouder van het bedrijf, zulks eventueel in overleg met de Belastingdienst. De aandacht wordt er op gevestigd dat rekening moet worden gehouden met besparingen. Bij de bepaling van de netto-schadeloosstel ling moeten de rente-opbrengsten van het vrij komende kapitaal als inkomen worden gezien. Vrijkomend kapitaal wordt gevormd door de grondprijs, de waardevermindering van het over blijvende, eventueel ook de vergoeding van de kapitaalswaarde van opstanden, b.v. vruchtbomen en het kapitaal, hetwelk b.v. tengevolge van nood gedwongen veeverkoop vrijkomt. De jaarlijkse rente-opbrengst wordt, gekapitaliseerd met de gebruikte kapitalisatiefactor, in mindering ge bracht op de bruto-schadeloosstelling. Zulks is ook het geval met de waarde van de vrijkomende arbeid. Vooral bij ingrijpende ont eigeningen tengevolge waaraan b.v. 1 vaste ar beider kan worden ontslagen, moet met deze om standigheid rekening worden gehouden. Bovenstaande heeft niet de pretentie een vol ledig inzicht te verschaffen in de moeilijke ma terie van de onteigéningsvergoedingen, doch het moet slechts worden gezien als een poging om de lezers een algemene indruk te verschaffen van de voornaamste problemen, waarmede men te maken kan krijgen als de Overheid een gedeelte van de bedrijfsgrond opeist. C. J. M. LEENAARS, Hoofdassistent A bij het Rijksconsulentschap voor Grond- en Pachtzaken te 's-Hertogenbosch. Maart roert zijn staart Deze oude zegswijze gaat dit jaar wel voor 100 op. Wat een koud en guur weer hebben we juist in deze maand al ge had, terwijl de maand Maart anders al zulk aan genaam weer kan brengen. Al wat we nog niet gehad hebbén, hebben we nog tegoed, dat zullen we maar over het zachte weer denken. Sneeuw klokjes en crocussen stonden verleden week te bloeien, terwijl zij van onderen omgevenwaren met. sneeuw.. Twee tegenstellingen, maar toch eeh. overwinning. ,De overwinning van de. lente, die het nu.nog'nam dat sneeuw rond de bloempjes lag, maar die straks als onbeperkt heerser zal reageren, door alles wat maar in staat is om bloesem te geven, dit op zo overduidelijke wijze zal doen, dat Koning Winter onvoorwaardelijk capi- tuleërt. De boer hunkert naar die capitulatie en hij heeft reeds gebruik gemaakt van het feit dat de strijd niet zo hevig meer was. Het moge dan be perkt gebleven zijn tot enkelingen, maar gezaaid is er ook in de Westhoek. Als men het geluk heeft dat men enkele per celen bezit, die vroeger zijn dan de anderen, dan maakt men daar gaarne gebruik van. Kali en super zijn er veelvuldig gezaaid en velen zijn dan ook met deze werkzaamheden al een aardig eind gevorderd. Alhoewel het zaaiplan reeds practisch vaststaat, zijn er toch nog enkelen die hier en daar enkele wijzigingen brengen en meestal in de rich ting van extensief. Alles bij elkaar genomen zal er dit jaar nogal wat gerst gezaaid worden. Het is trouwens ook goed merkbaar, want zaaizaad van Baldergerst is niet meer te krijgen. Met de aard appelen wil het ook nog niet hard vlotten, vooral het ras Bintje maakt dit jaar wel een erge prijs- depressie mee. De Eigenheimers die nog in de kuilen zitten, zijn enorm geschoten en het klaar maken kost aardig wat extra op die manier. Dit laatste had men natuurlijk kunnen voorkomen, want wat poeder in de kuil, of in het koelhuis be waard en we hadden die scheuten niet gehad. Na tuurlijk, daar zijn extra kosten aan verbonden, maar daar staat extra kwaliteit tegenover. West- Brabant waar blijven de koelhuizen Durft men niet mee te doen of vindt men het te onbelangrijk Het is de hoogste tijd dat naast de enkele particu liere koelhuizen die wij hier hebben, ook coöpe ratieve opgericht worden. Het is nog niet te laat, maar de tijd dringt hard. Dinteloord heeft zijn Werkgeversvereniging opgericht en Fijnaart en Willemstad zijn gevolgd. Niet allen hebben zich aangemeld als lid, waarom niet Denkt men als enkeling meer te bereiken Of ziet men hierin de mogelijkheid om op deze manier goedkoper te werken Natuurlijk kan dat niet. Zevenberg- schenhoek heeft ons het voorbeeld gegeven hoe het wel kan. Laten we het dan ook op deze manier proberen. Eendracht maakt macht Veiling Drunen 28 Maart 1955. Appelen 325 ct.; peren 617 ct.; andijvie 4556 ct.witte kool 1013 ct.; kroten 2025 ct.; was- peen 33 ct.wortelen B. C. 914 ct.knolrapen 48 ct.; spinazie 3671 ct.; prei 2864 ct.; sprui ten schoon 60103 ct.witlof 3260 ct.uien 510 ct'; sla vellen 6887 ct-; nero 28—42 ct.; sjalotten 3860 ct. alles per kg; sla 132 ct. per st; selderij 23Yz ct. per bos; raapstelen 3 ct. per bos.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 15