Koperoxydule-
Sandoz spuitmiddel
De Gruycer en
van Miep S. uit Den Oever.
EN BETERE WAAR
EN 10 PROCENT
ALLEEN
zekerheid bestaat, dat haar positie na de concen
tratie niet ongunstiger wordt dan die, waarin zij
zonder concentratie zou verkeren. Men heeft dit
standpunt wel eens onzakelijk genoemd en ik wil
niet beweren dat het altijd gehuldigd moet worden,
maar ter verdediging daarvan wil ik er allereerst
op wijzen, dat het lang niet zeker is dat een mo
mentele sterke positie in de toekomst bestendigd zal
kunnen worrden. Het is dan ook helemaal niet on
zakelijk een goede positie op een bepaald ogenblik
te consolideren. Het voornaamste argument is
echter, dat men door het innemen van dit standpunt
zonder de eigen positie te verzwakken ertoe bij
draagt de positie der andere coöperatieve onder
nemingen, waarmee men gaat samenwerken, te ver
sterken en men zodoende het geheel der coöpera
tieve activiteit in de betreffende sector op een hoger
peil kan brengen, waarmee tenslotte ook weer het
belang van de eigen onderneming wordt gediend.
De organisatorische zijde heeft een sterk per
soonlijk karakter en wordt in hoge mate beheerst
door de menselijke eigenschap om in de eigen uil
een valk te zien, hetgeen wil zeggen dat een bestuur
zo gauw geneigd is de eigen onderneming in een
gunstig, misschien wel in een te gunstig licht te
zien. Dat is ook heel goed te begrijpen: men kent
zijn eigen onderneming; men heeft daaraan jaren
lang zijn beste krachten gegeven; men leeft in de
overtuiging dat men een juist beleid gevoerd heeft
en dat de behaalde bedrijfsresultaten niet onbe
vredigend zijn geweest.
Komen er dan plotseling concentratie-denkbeel
den, dan wordt men ineens geconfronteerd met de
mogelijkheid dat al dat oude vertrouwde, dat men
met zoveel zorg heeft helpen opbouwen, zal gaan
veranderen, misschien zelfs verdwijnen. De onder
neming zal worden opgenomen in een groter geheel
öf, in het algemeen belang, worden opgeheven. Mis
schien zal ook een einde gemaakt worden aan de
bestuursfunctie, die men met ambitie en voldoening
heeft vervuld.
Het is zo menselijk en begi'ijpelijk dat wellicht
onbewust éen zekere vooringenomenheid tegen de
concentratie veld wint, die het enthousiasme tem
pert om aan de verbetering, die door concentratie
kan worden verkregen, mede te werken. Hiertegen
zou ik echter aldus de heer van Vloten willen
aanvoeren, clat coöperatoren niet uitsluitend het
belang van de eigen coöperatie hebben te zien. Zij
moeten het algemeen belang van de boer dienen en,
hoe moeilijk dat ook moge vallen; bereid zija per
soonlijke overwegingen ter zijde te stellen, teneinde
het mogelijk te maken langs de weg der concentratie
de coöperatieve werkzaamheid in haar geheel op
een hoger peil te brengen.
Met betrekking tot de organisatorische zijde der
concentratie is nog van betekenis de vraag in welke
vorm de samen te voegen ondernemingen zullen
gaan samenwerken. Al naar gelang van de om
standigheden zijn ei* verschillende mogelijkheden.
Wanneer het gaat 'om het samenvoegen van één
grote onderneming met meerdere kleinere, dan kan
het voor de hand liggen dat de kleinere zonder
meer in de grote onderneming worden opgenomen.
Maar in het algemeen lijkt het de heer van Vloten
ongewenst deze weg te volgen, omdat hierdoor on
herroepelijk een einde gemaakt wordt aan de eigen
zelfstandigheid en dus ook aan de medezeggenschap
van de kleinere ondernemingen.
Veeleer geeft hij er de voorkeur aan om de
samen te voegen ondernemingen onder te brengen
in een nieuw, overkoepelend orgaan. De oorspron
kelijke coöperaties blijven voortbestaan en al wor
den haar bevoegdheden in zeer sterke mate beperkt,
toch wordt de eigen zelfstandigheid niet geheel om
ver geworpen. De oorspronkelijke coöperaties kun
nen door haar vertegenwoordigers in het bestuur der
overkoepelende coöperatie invloed blijven uitoefenen
op het te voeren beleid en zij kunnen bovendien een
belangrijke functie blijven vervullen wat betreft het
contact met de leden.
Opheffing der oorspronkelijke coöperaties geeft
de leden in sterke mate het gevoel, dat zij verder
van hun coöperatie komen af te staan. Handhaving
der oorspronkelijke coöperaties, zij het dan ook met
een sterk beperkte bevoegdheid, heeft tot gevolg dat
de afstand tussen lid en coöperatie dezelfde blijft
en juist deze factor is van groot belang.
Al deze overwegingen zullen vooral van belang
zijn in de industriële sector van ons coöperatief be
drijfsleven, waar concentratie meestal leidt tot het
inbrengen van het gehele bedrijf der oorspronkelijke
coöperaties. In de aan- en verkoop-sector zal het er
meestal om. gaan, dat een onderdeel van het bedrijf,
b.v. de mengvoeder-installatie of de schonings- en
drogingsinstallatie, met soortgelijke onderdelen van
andere coöperaties wordt samengevoegd. De oor
spronkelijke coöperatie blijft dus haar overige aUivi-
teit op de gebruikelijke wijze voortzetten. Dienten
gevolge komt het concentratie-probleem in deze
sector eenvoudiger te liggen.
Toch lijkt het de heer van Vloten gewenst, om,
waar dat mogelijk is, ook in deze sector ingeval van
concentratie de weg van een overkoepelend orgaan
te volgen, omdat daardoor de medezeggenschap der
oorspronkelijke coöperaties in het beleid en de be
drijfsvoering van de geconcentreerde onderneming
behouden blijft. Wat dit betreft moeten de kleinere
coöperaties niet de indruk krijgen dat zij na de
concentratie door de grotere zullen worden over
heerst.
(Advertentie.)
Ik had alles voor mijn trouwen keurig netjes
klaar. Alleen was onze spaarpot niet groot
genoeg voor een schemerlamp en een
rooktafel, waar ik mijn zinnen op gezet had.
Maar toen sprong Moeder bij met De
Gruyter's cassabons. Voor de cassabons
van nog géén jaar kregen we 80 gulden
terug en zo kon ik mijn hartewens gemak
kelijk vervullen.
Miep S. - nu Mevrouw S. -S., Sluisweg,
Den Oever - is natuurlijk klant van De
Gruyter, want het voordeel van De Gruyter's
10°/o korting op èlle artikelen, behalve
suiker, zout en soda, is in deze dure tijd
overduidelijk
55031
Gezonde cultures, -
betere opbrengsten
tegen
aardappelziekte
A