DRUKWERK
JConen en Sociale voorzieningen
Het verschaffen van hulp bij ongevallen
DE ORGANISATIE VAN DE ARBEIDSVOORZIENING IN 1955.
HEFFING BOOMGAARDEN VOOR
LANDBOUWSCHAP.
ZATERDAG 19 MAART 1955
197
Zoals bekend, is met de concentratie van de ar
beidsvoorziening en de aanvullende werkgelegen
heid bij het Ministerie van Sociale Zaken, het
Bureau Oogstvoorziening (B. O.) niet buiten schot
gebleven.
Van regeringswege werd n.l. besloten B. O. per
1 Januari 1955 op te heffen. Aldus werd een einde
gemaakt aan het bestaan van een nuttige instel
ling, welke jarenlang niet alleen voor de landbouw
maar ook t.b.v. de voedselvoorziening voor ons ge
hele volk belangrijk werk heeft verricht. Zelfs
mag worden gezegd, dat B. O. een bijdrage heeft
geleverd in de verbetering van de betalingsbalans.
Immers de zekerheid, dat zonodig oogsthulp kon
worden geboden, is voor vele werkgevers een
stimulans geweest tot vergroting van het areaal
arbeidsintensieve gewassen, welke uit een oogpunt
van deviezenbesparing voor ons land zeer voor
delig zijn geweest.
Een woord van waardering voor allen, die in
dienst van B. O. er voor hebben gezorgd, dat de
arbeidsvoorziening in het verleden een bevredigend
verloop heeft gehad, is hier dan ook alleszins op
zijn plaats.
Nadat vaststond, dat B. O. zou verdwijnen, werd
met het Directoraat-Generaal voor de arbeidsvoor
ziening overleg gepleegd over een nieuwe regeling.
Dit overleg heeft tot een .gunstig resultaat geleid.
Door het Landbouwschap en het Directoraat is n.l.
een overeenkomst gesloten, waarvan de inhoud is
vastgelegd in een circulaire, gericht aan de Hoofd
inspecteurs-Directeur voor de Arbeidsvoorziening
en de Gewestelijke Raden van het Landbouwschap.
Uit de circulaire blijkt, dat zoveel mogelijk aanslui
ting is gezocht aan de arbeidsvoorziening in het
verleden. Het Landelijk Contact Orgaan en de
Provinciale Contact Organen blijven voortbestaan.
Wat de hulpverlening betreft, valt, evenals voor
heen, de nadruk op het vervoer van de landarbei
ders uit de overschot-gebieden naar tekort-gebie
den, waarbij een dienstverband wordt aangegaan
tussen de arbeiders en de individuele boer of een
werkgeversvereniging. Dit is dus de bekende
S. O. V.-regeling, waarbij het vervoer en de huis
vesting van de desbetreffende arbeiders voor reke
ning zullen komen van de Directie voor de Arbeids
voorziening.
Daarnaast zal de mogelijkheid bestaan tot te
werkstelling van arbeiders in colonnever band.
Voor de uitvoering van deze regeling was voor
heen B. O. ingeschakeld. Deze trad hierbij op als
werkgever en zorgde voor het vervoer der arbei
ders.
De Directie voor de Arbeidsvoorziening bleek
echter niet bereid als werkgeefster te fungeren.
Dientengevolge werd besloten tot inschakeling van
de Ned. Heide Mij. en dé N.V. Gront Mij. Deze zul
len dus als werkgeefsters van de oogstcolönnes op
treden. Eenzelfde mogelijkhèid bestaat in begin
sel voor een werkgeversvereniging, indien zowel
plaatselijk als provinciaal overeenstemming be
staat.
De werken zullen worden uitgevoerd tegen de
normale tarieven van de landbouw-C.A.O.'s en loon.
regelingen, verhoogd met een opslag van .120
Van deze extrakosten zal de Overheid 60 yoor
haar rekening nemen. Dit deel zal rechtstreeks
worden verrekend tussen de uitvoerende lichamen
en de Overheid. De boer-werkgever heeft hier
mede dus niets te maken; deze betaalt in totaal
160 van de normale tarieven, hetgeen 5 meer
is dan voorheen. Tot deze verhoging moest wor
den besloten, omdat een berekening van de werke
lijke kosten in dé afgelopen jaren heeft uitgewezen,
dat hiertoe aanleiding bestond.
Er is dus aanleiding dit jaar met de teelt van
arbeidsintensieve gewassen enige voorzichtigheid
te betrachten. Bedacht moet n.l. worden, dat een
goede organisatie van de arbeidsvoorziening op
(Vervolg van pag. 196.)
afwijkingen van het laatste jaar.
Bij rapenzaad was de kwaliteit weinig be
neden normaal, van spinaziezaad ongeveer 4
beneden het gemiddelde der vier voorgaande
jaren en bij radijszaad, waarvan de teelt extra
kiemkrachtrisico met zich mee brengt, wel 10
Bij de graszaden viel de afwijking wel mee,
behalve de 10 lagere gemiddelde kiemkracht
van Westerwolds raaigras, maar van erwten,
bonen cn lupinenzaad mislukte de, oogst groten
deels.
Merkwaardig was ook de bietenzaadoogst, ge
middeld 16 minder aan geschoond zaad, het
vochtgehalte ongeveer 8 hoger dan normaal en
de kiemkracht gemiddeld ruim 20 lager.
De z.g. normaalcijfers en de minimumlever-
baarheids-cijfers zijn in het belang van de zaai
zaadvoorziening zoveel mogelijk aangepast en het
R.P.v.Z. geeft gaarne vcorlichting in overleg met
de Keuringsdiensten, ook ten aanzien van de
nieuwe Algemene Teeltvoorwaarden en de tech
niek van het drogen en schonen der zaden.
papier, bij de huidige situatie op de arbeidsmarkt
nog geen waarborg is, dat moeilijkheden zullen
uitblijven.
Uiteraard zullen ook de weersomstandigheden
een belangrijke rol spelen.
Intussen schenkt het echter voldoening, dat met
het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorzie
ning de grondslag kon worden gelegd voor een
vruchtbare samenwerking.
Aanvragen voor oogsthulp moeten, eveneens als
voorheen, worden ingediend bij de plaatselijke
sociale commissies. De werkgevers kunnen dit in
dividueel of via hun vereniging doen.
Met het bovenstaande is het voornaamste over
de organisatie van de arbeidsvoorziening weerge
geven. Voor nadere inlichtingen kan men zich tot
zijn organisatie wenden. Iedere werkgever doet
verstandig om aan de hand van zijn bouwplan, de
behoefte aan arbeidskrachten voor het komende
verplegings- en oogstseizoen te peilen en tijdig de
nodige arbeidskrachten aan te vragen. Men zal
echter rekening moeten houden met de krapte op
de arbeidsmarkt; dit te meer omdat niets erop
wijst, dat hierin op korte termijn verandering zal
komen.
van het Kort Verslag der vergadering van
het Dagelijks Bestuur der Z. L. M.
In het Kort Verslag van de vergadering van het
Dage "s Bestuur, gehouden op Maandag 14
Maai\, voorkomende op de eerste pagina van dit
nummer staat vermeld, dat op de beurs de fabrieks
prijs der suikerbieten wordt genoemd als liggende
tussen de 43,en de 45,
Dit moet zijn: liggende tussen de ƒ43,en de
44.—.
Verder moet aan dit verslag nog worden toege
voegd
Bij het Landbouwschap zal via het K. N. L. C.
worden aangedrongen op verlaging van de voorge
stelde heffing van 15,op 9,per ha.
RED.
Modem
verzorgd
Firma P. J. van de Sande -Terneuzen
DE DRUKKER VAN DIT BLAD
IN het Landbouwveiligheidsbesluit zijn niet alleen bepalingen opgenomen tot het voorkomen van
ongevallen en tot het voorkomen van schade aan de gezondheid tengevolge van de arbeid, maar
ook tot het verschaffen van hulp bij ongevallen.
Het risico van verwondingen is door de toenemende mechanisatie in de landbouw groter geworden
dan voorheen. Weliswaar dient dit risico door het nemen van doeltreffende veiligheidsmaatrege
len zo klein mogelijk gehouden te worden, maar niettegenstaande dit zullen er ongevallen gebeu
ren.
S
Naar aanleiding van een aantal vragen
over de eisen, die gesteld kunnen worden
aan het verbandmateriaal op een land
bouwbedrijf, hebben we ons gewend tot
de dienst der Arbeidsinspectie in Breda.
We ontvingen daarop het hier gep aatste
artikel, dat we, terwille van een doeltref
fende eerste hulpverlening, gaarne in de
aandacht van onze leden aanbevelen.
RED.
Doelmatige behandeling van verwondingen.
De verwondingen, die hierbij worden opgelopen, -
moeten in bet beiang van een vlugge en goede
genezing doelmatig worden behandeld. Uit cte sta
tistieken-, die jaarlijks een overzicht geven van de
soort ongevallen en het verloop daarvan, blijkt,
dat het aantal infecties bij verwondingen zeer
groot is. Dit is meestal een gevolg van verwaar
lozing der verwondingen en van onvoldoende des
kundige behandeling van een wond, in het bijzon
der kort na het ongeval. Er kan dan ook niet ge
noeg de nadruk gelegd worden op een onmiddel
lijke en doelmatige behandeling van een wond. Ten
zeerste is het aan te bevelen, dat op elk bedrijf
tenminste één persoon aanwezig is, die door het
volgen, van een E.H.B.O.-cursus vertrouwd is met
de eerste:hulpverlening. Het is echter niet vol
doende, dat men op de hoogte is van de eerste
hulpverlening maar men moet ook de beschikking
hebben over middelen om die hulp te kunnen ver
lenen. Op aanwijzingen van de Medisch Adviseur
bij de Arbeidsinspectie zijn twee verschillende ver-
bandtrommels in de handel gebracht, een z.g. A
en een z.g. B-trommel.
Welke verbandtrommel?
Op welke bedrijven moet nu een A-trommel en
op welke bedrijven een B-trommel aanwezig zijn?
Dit is afhankelijk van de aard en de omvang
van het bedrijf.
De districtshoofden van de Arbeidsinspectie kun
nen eisen stellen betreffende de wijze van uitvoe
ring der artikelen, die betrekking hebben op de
doeltreffende middelen voor eerste hulp bij onge
vallen. Behoudens uitzonderingen kan men .ge
voegelijk aannemen, dat deze distric shoofden in
het algemeen de volgende maatstaven aanleggen:
De A-trommel wordt verlangd:
le. In een onderneming van landbouw, waar
onder eigen beheer machinaal wordt gedorst;
2e. in een onderneming van landbouw, waarvan
de akkerbouw groter is dan 40 ha;
3e. in een onderneming van landbouw, tuinbouw
of veehouderij, indien over een gemiddelde
van 2 of meer aaneengesloten topmaanden
meer dan 15 arbeiders aanwezig zijn;
4e. in een onderneming van veehouderij, waar
van het aantal stuks hoornvee meer is dan
30, of waarvan het aantal paarden meer is
dan 15.
In de overige ondernemingen van landbouw,
tuinbouw of veehouderij moet een B-trommel aan
wezig zijn.
Ten aanzien van werktuigencoöperaties en loon
bedrijven kunnen de volgende maatstaven worden
gehanteerd
Voor werktuigencoöperaties, waarvan het aan
tal leden groter is dan 5 en voor loonbedrijven
moet op eike dorsmachine een A-trommel, en op
eike maaidorsmachine een B-trommel worden mee
gevoerd.
Het spreekt vanzelf, dat het bewaren der ver
bandmiddelen in plaats van in een trommel mag
geschieden in een verbandkast. Gezorgd moet wor
den, dat de. verbandkast tenminste die verbandmid
delen bevat, welke in de op het bedrijf vereiste
trommel zou bevatten.
De inhoud van trommel of kast.
Overeenkomstig de inhoud van een A-trommel
moet een verbandkastje bevatten:
4 snelverbanden no. 1; 2 snelverbanden no. 2;
1 snelverband no. 3; alle van vioformgaas, model
Utermöhlen of van Ewijck; 3 pakjes verbandwat
ten a 10 gram; 3 doosjes met 16 strookjes vioform
gaas van 1/16 m.; 3 hydrophile windsels, 4 m. lang
en 8 cm. breed; 3 hydropnile windsels, 4 m. lang
en 6 cm. breed; 2 hydrophile windsels, 4 m. lang
en 5 cm. breed; 1 katoenen windsel, 4 m. lang en
8 cm. breed; 3 grote driekante doeken, elK in
papier verpakt; 3 rollen vette watten 2/10; 2 hou
ten, platte spalken, 45 cm. lang en 9 cm. breed; 2
houten, platte spalken, 25 cm. lang en 9 cm. breed;
3 bordpapieren spalken, 45 cm. lang en 9 cm. breed;
1 spoel kleef pleister tenminste 1 m. lang en 1 cm.
breed; 1 enve.oppe gaaspleisterverband 10 X 4
cm.; 1 enveloppe gaaspleisterverband 10 x 6 cm.;
1 enveloppe gaaspleisterverband 10 x 8 cm.;
1 platgeknoopte knievormig gebogen verband-
schaar tevens klerenschaar; 1 nagelborsteltje in
aluminium doosje met opschrift: „Na gebruik bor
stel uitkoken en drogen"; 1 stuk zeep in aluminium
doos (zeep en nagelborsteltje mogen in één doos
verpakt zijn); 1 handdoek; 12 veiligheidsspelden
in een doosje of op kaartje; 1 wasknijper; 1 buisje
met jodiumtinctuur of mercurochroom of een er
kend gelijkwaardig preparaat.
Overeenkomstig de inhoud van een B-trommel
moet een verbandkastje bevatten:
4 snelverbanden no. 1 van vioformgaas, model
Utermöhlen of van Ewijck; 3 pakjes verbandwat
ten a 10 gram; 3 doosjes met 16 strookjes vioform
gaas van 1/16 m.; 5 hydrophile windsels 4 m. lang
en 6 cm. breed; 2 grote driekante doeken, elk in
papier verpakt; 1 spoel kleef pleister, tenminste 1
m. lang en 1 cm. breed; 1 enveloppe gaaspleister
verband 10 x 4 cm.; 1 enveloppe gaaspleisterver
band 10 X 6 cm.; 1 schaar; 6 veligheidsspelden
op kaartje; 1 buisje met jodiumtinctuur of met
mercurochroom of een erkend gelijkwaardig pre
paraat.
Tenslotte moet er gezorgd worden, dat bij elke
trommel of verbandkast een biljet aanwezig is,
waarop korte aanwijzingen en afbeeldingen inzak®
eerste hulpverlening staan vermeld.