VEETRANSPORT NAAR COLOMBIA Met een klein schip over de Oceaan ZEJSUWSCH LANDBOUWBLAD II. CARTAGENA ligt aan een prachtige natuurlijke haven. De temperatuur schommelde daar, ge durende mijn driedaags verblijf, tussen 30° en 40" C. De aankomst van het schip is op verschillende wijze officieel gevierd, waarbij ik telkens het genoegen had aanwezig te mogen zijn. Het bleek me al spoedig, dat er Colombianen zijn met een uitstekende smaak in velerlei betekenis. De wijze, waarop men daar als regel met elkaar omgaat, is veel hartelijker en jovialer dan wij dat hier gewend zijn. Men geeft oneindig veel meer handen, sdaat elkaar op de schouder of legt heel vriendschappelijk als mannen onder elkaar de arm om eikaars schouder. Ook biedt men elkaar veel vaker een drink aan, dan wij dat hier zouden doen, zonder dat men nu direct aan de drank raakt. Een klein kopje zwarte koffie (een tinto) of een koele vruchtensap met ijs, "worden zeer veel gedronken. Thee ziet men er bepaald weinig. Op de reis naar Colombia, dus op het schip, kregen wij elke dag een flesje Drie Hoefijzers bier, maar ook in Colombia wordt er goed bier gebrouwen. Toen de autoriteiten na de bezichtiging van het vee het schip verlieten en medegedeeld werd, dat het nog wel twee dagen zou duren vóór al het vee zou zijn gelost, informeerde ik naar de verdere verzorgings-mogelijkheid. Onze jongens moesten de dag na aankomst reeds vroeg vertrekken, zo dat het vee dan zonder verzorgers zou zitten. Na enig overleg kwam het voor elkaar, dat er de volgende dag Colombiaanse verzorgers verschenen, waar goed mee te werken was. HET LUCHTTRANSPORT. Toen de boot aankwam stonden er een paar vrachtauto's klaar. De eerste dieren waren, na een ont smetting (tegen mond- en klauw zeer) spoedig overgeladen. Over een hobbelige weg ging het naar het vliegveld, waar ze letterlijk overstapten in een vrachtvliegtuig, waar 12 15 stuks vee in konden. De auto reed zodanig naast het vliegtuig, dat de dieren dit zonder moeite konden doen. De laadruimte was met verplaatsbare alluminium- schotten zó ingedeeld, dat elk dier afzonderlijk en stevig stond. Het vliegveld in Cartagena was niet groot, maar werd intensief ge bruikt; alles leek goed geregeld. Doordat de wind steeds van de zee naar het land waait, kan men vol staan met één grote startbaan. 's Zondags, de tweede dag na aankomst, ging de laatste lading door de lucht naar Bogota. Met de piloten in de cockpit ben ik daarmee naar de hoofdstad gevlogen, een afstand ,van 1100 km. We' hadden goed weer, alleen aan de rand van enkele wolkenpartijen maakte het vliegtuig wel eens wat bokkesprongen. Toch is een vliegtuig ook voor het vee wel een ideaal transportmiddel. Geen trein of vrachtauto rijdt met zo weinig stoten en brengt de dieren zo snel op de plaats van bestemming. De dieren stonden er ook veel rustiger in dan in ons kleine schip; ze maken zich ook kennelijk geen zorgen onder het vliegen. Na de landing in Bogota moesten de dieren nog 20 km per vrachtauto naar het quarantaine- station rijden. Toen we daar heen reden kwamen we langs een groot standbeeld van Columbus. Eerst toen be greep ik dit mooie en uitgestrekte land naar zijn ontdekker was genoemd. DRIE MAANDEN IN QUARANTAINE. Op het quarantaine-station liepen ongeveer 500 Hollandse dieren, merendeels drachtige vaarzen. Een aantal was afgekalfd en een ander deel be stond uit pinken. Ook was er een groep van onge veer 30 stieren 1 jaar oud), welke bij elkaar in één weide liepen. Het doel van quarantaine-station was om infec tieziekten te weren, door de dieren daar 3 maan den!te laten. Het meest was men wel bevreesd voor mond- en klauwzeer dat overigens in Colum bia wél en in ons land practisch niet voorkomt. In hoofdlijnen was het station goed opgezet. Een centrale voeder- en drenkplaats en ge'egen- heid voor geneeskundige behandeling. Van hieruit liepen de dieren in uitgestrekte weiden die helaas kort voordien bevroren geweest waren, zodat het gras als „hooi" op stam stond (bergklimaat). Er werd wat maïssilage bijgevoerd en ook ge mengd meel; één en ander was van uitstekende kwaliteit. (Vervolg van pag. 202.) Iioe te handelen na het opkomen Haal de dieren in natte perioden vooral op. ge- egaliseerde percelen uit de wei, omdat anders het jonge gras wordt vertrapt. Het eerste jaar dcet men er beter aan niet te hooien, doch slechts te weicjen. Om de onkruidgroei tegen te gaan/ is het laten afgrazen door schapen aan te raden; koeien laten het onkruid staan, terwijl schapen dit juist graag opnemen. Anders is hef mogelijk dat het onkruid het gras overwoekert. Vóór de winter een laagje strorijke mest op het grasland brengen, geeft een goede bescherming tegen eventuele vorst. Hoe de behandeling van het grasland dient te zijn, nadat de inzaai gelukt is Daar komen we in een volgend artikel op terug. De Assistent A R.L.V.D., J. MARKUSSE. Ik kon er maar niet aan wennen, dat het bevro ren gras als hooi werd beschouwd; gelukkig kon er, na enig overleg, speciaal voor de pinken wat prima lucernehooi worden verkregen. De quarantaine-tijd van 3 maanden na ruim 3 weken verblijf op zee leek mij ook rijkelijk lang. Mogelijk dat deze nog met een maand wordt be kort. Gedurende mijn verblijf in Botoga werd ik gast vrij onthaald en in die korte tijd heb ik op zeer prettige wijze contact gehad, zowel met de direc tie van het quarantaine-station als met het Depar tement van Landbouw. Er werden vele problemen rondom de moderne veehouderij besproken, waar bij soms Frans, maar meestal Engels de voertaal was. Ik ondervond het als een groot gemis de Spaanse taal niet te kennen. Gelukkig had ik aan boord van de Spaanse bemanning wat „les" gehad, zodat ik me in mijn hotel daar mee kon behelpen. Het hotel was best, maar men sprak alleen Spaans. Meer en meer ben ik me gaan afvragen waar om we naast het Engels wel Frans en Duits leren op de middelbare scholen en geen Spaans, terwijl dit toch de tweede wereldtaal is. HEERLIJK KLIMAAT. Het klimaat in Bogota heeft op mij een onver getelijke indruk gemaakt. Overdag scheen de zon heerlijk en was de temperatuur 20° a 25° C. 's nachts daalde deze tot 5° C. Het grote ver volg van de grote hoogte waarop de vlakte van Bogota is gelegen. Het is er 26 2700 m hoog. Vooral gedurende de eerste dagen was het ver scheidene dieren aan te zien, dat de lucht te Ijl was. Vooral als de zonnestra'en zo fel èn lood recht op hun ruggen brandden, werden ze gauw kortademig. Na 3 dagen was al een duidelijke ver betering te zien. De dieren moesten er ook wel aan wennen om maar opeens dag en nacht buiten te blijven na zo'n warme bootreis. Aan boord van de ,,Sinu" en ook uit mededelin gen over andere schepen, is me gebleken dat vaarzen welke in de eerste helft van de drachtig- heidsperiode verkeren het meeste weerstand bie den tegen ongunstige omstandigheden. Bij de pinken en ook bij de vaarzen welke onge veer aan de rekening waren, hebben zich de meeste moeilijkheden voorgedaan. Eerstgenoemde drach tige vaarzen bleven op de zeereis het best in con ditie, behielden de beste eetlust en pasten zich het snelst aan het gewijzigde rantsoen in Bogota aan. Een Nederlandse dierenarts is gedurende drie maanden aan het quarantaine-station verbonden ter bestudering van de problemen, die zich daar bij de acclamatisatie van ons vee voordoen. VOORUITZICHTEN VOOR DE EXPORT. Het wil mij voorkomen dat Columbia en andere Zuid-Amerikaanse landen hier nog wel eens weer aan de markt komen. Indien de aangekochte die ren goed overkomen en zich goed aanpassen, is dit een reclame voor het Nederlandse vee. Indien door omstandigheden, die niets met de kwaliteit van het vee te maken hebben, de dieren in een slechte conditie komen te verkeren, breekt dat onze markt af. Aangezien het belang van een goede overkomst beide partijen betreft, kon Ik ook deze kwestie met de betrokken autoriteiten aldaar bespreken; men bleek er inderdaad ook het meest voor te voelen om later vaarzen te kopen die nog niet lang drach tig zijn. Op een middag werd door mij nog een bedrijf bezocht, waar een groep Nederlandse vaarzen liep welke in November was aangekomen. De omstan digheden waaronder de dieren .gehouden werden was door het bevriezen van het grasland kort te voren, niet bijzonder gunstig. Toch zagen de die ren er best uit zonder dat ze bijgevoerd werden. Er werden ook nog grote groepen Amerikaans vee bezichtigd, die evenals het Hollandse vee alge meen als type Holstein worden aangemerkt. Deze dieren zagen er gemiddeld aanmerkelijk minder goed uit dan de Hollandse zwartbonten. Uit gesprekken is me duidelijk gebleken dat men een groot vertrouwen heeft in het Hollandse vee wat betreft het weerstandsvermogen en de vrucht baarheid. Dit zijn punten waar men grote waarde aan hecht. Ook wordt ons vee beter geschikt geacht voor gemengde doeleinden: vlees- èn melkproductie. Velen zijn van mening, dat het Amerikaanse zwart-bonte vee door sterke selectie in de melk- richting verminderd is in weerstandsvermogen en ook minder geschikt is voor vleesproductie. GOEDE PROPAGANDA NOODZAKELIJK. De uiers van het Amerikaanse vee zijn echter dikwijls opvallend goed geplaatst en goed van vorm. Op dit punt mogen we nog wel wat naar verbetering streven. Voorts is het propagandamateriaal van de Ame rikanen buitengewoon mooi verzorgd, o.a. soms met schitterende foto's van uiers, (close-ups). Aangezien de behoeften in Columbia aan vee importen nog groot zullen blijven en de goede naam van het Nederlandse vee nog weinig ver breid is zullen we op het stuk van propaganda nog veel meer moeten en durven doen om de afzet naar Columbia te vergroten. Dit zal trouwens voor meerdere Zuid-Amerikaanse landen gelden. Mijn indruk is dat men daar veel gevoeliger is voor goed uitgevoerde reclame-actie's dan b.v. in ons land. Om de goede naam van het Nederlandse vee in georganiseerd verband te krijgen en te behouden zal het nodig zijn dat in Columbia dé Nederlandse Stamboekhouding op enigerlei wijze wordt voort gezet en dat het etiket van het Nederlandse vee niet verdwijnt door het opnemen van de dieren zonder meer in het Holsteins stamboek waarin de vele importen van Amerika worden ingeschreven. Van de zijde van de Nederlandse Landbouw- attaché is ook reeds deze suggestie gedaan. Columbia is een land dat de laatste jaren snel in ontwikkeling en betekenis vooruitgaat. Naast primitieve toestanden ziet men het meest moderne. De luchtlijnen zijn uitstekend, de secundaire we gén vaak slecht en de hoofdwegen soms voortref felijk. De hotels zijn uitstekend en schoon, iets wat men ook in Spanje kan ondervinden. In Columbia heeft men niet het gevoel prettig bediend te worden om de wille van een grotere fooi. De mensen die ik ontmoet heb toonden een grote hartelijkheid. Al is het bezoek dan maar kórt geweest, toch heb ik aan dit jonge land de beste herinneringen meegenomen. - G. GROOTENHUIS. (Rechten voorbehouden). (Advertentie.); De Wortelvlieg, het insect dat de schadelijke wormstekigheid veroorzaakt, kunt U thans radi caal bestrijden met „SHELL" ALDRIN, stuifpoe- der of mengolie. Ook Ritnaaldcn en Koolvlieg worden hiervan het slachtoffer, alsmede de Lap- snuitkever in aardbeien. Vlas-, Akker- en Uien- thrips, Bieteninsecten, Koolzaadinsecten, Erwten- bladrandkever en vele andere schadelijke insecten verdelgt U voor d$ volle honderd procent met „DIELDREX" 15, een DIELDRIN mengolie van „SHELL". Een hoogst belangrijke eigenschap van deze producten is, dat zij geen enkel smaakbedérf veroorzaken, dit in tegenstelling tot de H.C.H., welk laatstgenoemde product reeds veel narigheid en schade wegens smaakbederf veroorzaakt heeft. Vraagt U eens inlichtingen aan bij: GEBRs. DE JONGH, Postbus 35, GOES, of bij: P. den Boer, Prov. weg B 129, Renesse, Tel. 5L Joh. v. d. Ende Zn., Borssele, Tel. 261 (K 1105); en Tel. 269. Gebr. den Herder, Serooskerke (W.), Tel. 359 (K 1189). L. Hubregtse ft Co, 's-G raven pol der, Tel. 398 (K 1103) en Tel. 245. M. Meeuwsen, Dorpsweg 25, Brainisse, Tel. 84. J. van Oosten, Krabbendijke, Tel. 109. D. de Regt, Kamperland, Tel. K 1107—S89t A. Rijnberg, St. Annaland, TeL 91* i A. J. Triou, Oostburg, Tel. 110. J. A. Weststrate, Axel, Tel. 746 (K 1155);

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 11