Over DRAINEREN en wat er aan vast zit.
RASSENKEUZE BLAUWMAANZAAD.
Nobel Blauwmaanzaad
HET OPTREDEN VAN
VERSTOPPINGEN.
AANLEGGEN VAN DRAINAGES
MET OVERHEIDSSUBSIDIE.
L>. J. VAN DER HAVE
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1955
149
IV. (Slot.)
Wanneer een drainage goed gelegd is in goede
normale grond, kan men rekenen dat deze minstens
40 a. 50 jaar dienst doet. Er zijn in Zeeland drai
nages, die al 70 en meer jaren liggen en nog uit
stekend werken.
Toch kan zich zo nu en dan wel eens een ver
stopping voordoen, hetzij doordat slib of fijn zand
in de buizen geraakt en daar wordt afgezet, of
door het indringen van de wortels van planten,
bomen of struScen in de buis.
In sommige gevallen treedt ook wel eens ver
stopping op, «oordat zich in de buizen een bruin
achtige ijzerverbinding afzet. Deze afzettingen dro
gen in tot een tamelijk harde substantie. Doordat
bij een volgende regenperiode zich weer een laag
op de oude laag afzet, duurt het slechts enkele
jaren en de buis geeft geen water meer. Raster-
werkjes vóór de eindbuizen kunnen deze verstop
pingen nog bevorderen, daar de bruinachtige slier
ten, die soms als een baard uit de eindbuis hangen,
door het rasterwerk worden tegengehouden en
verdrogen, zodat het water op den duur bij het uit
stromen tegenstand gaat ondervinden en de stroom
snelheid venaafodert, wat het bezinken in de hand
werkt.
Slechte afvoer van een drain behoeft echter niet
in alle gevallen ©p verstopping te wijzen.
Vooral in de inundatiegebieden komt het nogal
eens voor dat grote plassen op het land staan, ter
wijl de drains geen druppel water geven. De oor
zaak hiervan ligt dan meestal aan de slechte struc
tuur van de bovengrond, die het hemelwater niet
door wil laten. Maakt men in zo'n plas, met be
hulp van een paar dammetjes, een stukje droog en
graaft men hierin een gat, dan blijkt de ondergrond
op 0,40 m A 0,50 m diepte kurkdroog te zijn.
Om te controleren of een buis verstopt zit, wordt
met een grondboor liefst een zgn. klep-boor
aan het boveneinde van een drainreeks een gat ge
boord tot juist op de buis, nadat deze eerst met een
peilijzer is opgespoord. Proefnemingen in de Wie-
ringermeer hebben aangetoond, dat 15 A 20 uur na
een regenbui zich geen water meer in een boorgat
boven een goed werkende drainreeks mag bevinden.
Om de plaats van de verstopping te kunnen vin
den, wordt steeds om de 10 of 20 m een nieuw gat
geboord, totdat men een boorgat treft dat wèl
droogvalt. Tussen dit en het vorige gat moet zich
dan de oorzaak van de verstopping bevinden.
Wanneer de buizen bij de uitmonding nog tame
lijk schoon zijn, is wellicht een verzakte buis oor
zaak van een dergelijke verstopping. Het beste
kan men dan plaatselijk de reeks even opgraven
en nakijken.
Wanneer zich werkelijk slib of andere afzettingen
in de buizen bevinden, ontdekt men dit meestal
veel te laat en zitten de buizen reeds zó vol, dat
ze met gewone middelen niet meer schoon te krij
gen zijn. Dit is niet zo verwonderlijk, want de drai
nage is nu eenmaal het stiefkind van de gemiddelde
boer. Ondanhs het feit, dat dit stiefkind een van
de belangrijkste functies op het bedrijf vervult.
Men is dan genoodzaakt een soort paardemiddel
toe te passen. De buizen worden dan doorgetrok
ken met een ketting, waaraan rubberproppen zijn
bevestigd van verschillende grootte. Dat dit niet
eenvoudig gaat, blijkt wel uit het feit, dat de ket
ting er meestal met behulp van een handlier moet
worden doorgetrokken, waarbij soms een dikke
.worst van taaie klei uit de buizen te voorschijn
komt.
De kosten zijn ook niet gering en kunnen op
lopen van 0,20 tot 0,30 per meter. Natuurlijk
is dit nog vrij wat voordeliger dan opgraven of
een nieuwe drainage leggen. Maar ais de verstopte
drainage al ee« beetje op leeftijd is, verdient het
toch aanbeveling deze rustig in de grond te laten
zitten en een nieuwe te leggen; zo mogelijk vol
gens een voorop gemaakt plan op de juiste afstand
en diepte.
Ideaal zou zijn, als men deze nieuwe drainage
van het begin af aan geregeld om de 4 of 5 jaar
even reinigt met het doorstek-apparaat, waarmede
de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst de laatste tijd
geregeld heeft gedemonstreerd. Voor 200 heeft
men dan een grote zekerheid dat de drainage
mits goed gelegd tot in lengte van jaren zijn
dienst trouw zal vervullen. Maar dan moet men
hiermede niet wachten tot de buizen weer half vol
zitten.
Door de Cultuurtechnische Dienst (C. D.) kan
evenals dit voor egalisaties en polderontwateringen
het geval is subsidie worden verleend op het
aanleggen van drainage. Hiertoe bestaan verschil
lende mogelijkheden, welke hieronder beknopt zijn
weergegeven.
1. Uitvoer mg als Boerenwerk in eigen beheer
(B. W. 1).
Bij deze wijze van uitvoering vraagt de boer een
cultuurmaatschappij een plan met begroting voor
hem op te maken. De Cultuurmaatschappij vraagt
de afdeling Onderzoek van de C. D. advies uit te
brengen inzake de doorlatendheid van de grond en
de diepte en afstand der reeksen. Van dit advies
ontvangt de boer een afschrift.
Zodra dit advies binnen is, maakt de Cultuurmij
voor een geringe vergoeding plan en begroting op
en vraagt subsidie aan.
Wordt deze verleend en is het de boer naar de
zin, dan stuurt hij de bijgevoegde aanvaardings-
kaart binnen 14 dagen na datum in en geeft be
richt, wanneer hij met het werk wil beginnen.
Door de Cultuurmij worden vóór de aanvang van
het werk de voornaamste hoogtepunten met het
waterpasinstrument op het terrein aangegeven.
Deze controleert verder geregeld of het werk naar
behoren en volgens het opgemaakte plan wordt
uitgevoerd, terwijl, zonodig, aanwijzingen betref
fende de uitvoering worden gegeven. De vorderin
gen van het werk worden door haar wekelijks door
gegeven aan de C. D.
Is het werk gereed, dan wordt het opgeleverd
aan de C. D. Bij goedkeuring ontvangt de boer na
enige tijd het tevoren vastgestelde subsidiebedrag.
Van dit soort werk mag in 2 jaar tijds tot een
bedrag van 5000 worden uitgevoerd.
De bedoeling is vooral de arbeiders en gezinsleden
op het eigen bedrijf in de winterperiode rendabel
werk te kunnen geven. Eventueel kan ook gebruik
worden gemaakt van hulp van buren etc.
De subsidie wordt zodanig bepaald, dat de ge
schatte waardestijging van de grond ten laste van
de boer komt en de rest als subsidie wordt uitge
keerd.
2. Uitvoering als Boerenwerk onder leiding van
een Cultuurmaatschappij (B. W. II).
Hierbij handelt de boer als aangegeven voor B. W.
I-werk. Zodra echter het subsidiepercentage be
kend is en door de boer aanvaard wordt het
werk geheel uitgezet en uitgevoerd met vrije arbei
ders door de Cultuurmij onder supervisie van de
C. D.
Volgens voorschrift mogen op deze werken alleen
landarbeiders te werk worden gesteld. In tijden
van grote werkloosheid kunnen ook arbeiders via
het Arbeidsbureau worden aangewezen, wat afzon
derlijk op de subsidietoezegging wordt vermeld.
B. W. H-werken mogen tot een practisch onge-
Iiet kweekbedrijf te Rilland van Koninklijk
Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. van der Have
te Kapelle-Biezelinge schrijft ons als volgt:
Middels dit artikel willen wij de aandacht
vestigen op het hoofdstuk Blauwmaanzaad in
Rassenlijst 1955 (blz. 211 en 212) en Rassenlijst
1954 (blz. 217 en 218). Wij zien hierin dan enkele
belangrijke wijzigingen, vooral met betrekking tot
het ras Nobel, wat de laatste jaren wat op de
achtergrond was geraakt.
In Rassenlijst 1954 staat dit ras onder rubriek
B (voor beperkte beproeving in aanmerking
komend) op de laatste plaats. In Rassenlijst 1955
is Nobel gepromoveerd naar rubriek A (voor al
gemene verbouw in aanmerking komend) en
neemt daar nu de tweede plaats in. Tevens is in
de beschrijving van het ras de opmerking „is
matig stevig" vervangen door „komt in stevig
heid met het stevige ras Emmabloem overeen".
De oorzaken die tot deze gunstiger beoordeling
van Nobel hebben geleid, zijn drieërlei:
1. Wat de stevigheid betreft, is uit verschillende
praktijk- en proefveldwaarnemingen komen
vast te staan, dat van een mindere stevigheid
van Nobel tegenover Emmabloem geen sprake
is. Integendeel, er is van meerdere zijden op
gewezen, dat Nobel een steviger indruk maakt
dan Emmabloem.
2. De kweker is er door stammenselectie in ge
slaagd sedert 1949 de productiviteit van het
Nobel Blauwmaanzaad aanzienlijk te ver
beteren. Dit moge blijken uit de volgende
cijfers, ontleend aan de interprovinciale proef
velden op de Zuidwestelijke zeekleigronden,
het voornaamste productiegebied van Blauw
maanzaad in Nederland.
1949
1950
1951
1952
1953
1954
Nobel
92
94
96
96
98
100
Emmabloem
99
109
100
99
92
90
Noordster
114
107
106
96
101
107
Het is verder de vraag, of het opbrengstver-
schil dat nog tussen Nobel en Noordster be
staat, voor de teelt van doorslaggevende
betekenis kan zijn. Bij een dergelijke wisssel-
vallige teelt is het immers veel meer een
kwestie van slaging en mislukking.
3. Minstens zo belangrijk als de opbrengst is bij
Emmabloemzaad de kwaliteit van het zaad.
Wij weten, dat er in de Nederlandse landbouw
een sterk streven naar hoge opbrengsten is en
limiteerd bedrag worden uitgevoerd. Bij deze wijze
van uitvoering betaalt de boer het bedrag der vast
gestelde waardestijging eindbedrag van de be
groting min het subsidiebedrag als voorschot
aan de Cultuurmij, welke wekelijks van de C. D.
het 'verwerkte subsidiegedeelte ontvangt.
Na gereedkomen van het werk ontvangt de boer
de eindnota, waarop definitieve afrekening volgt.
Tussen de aanvraag om een plan en begroting
en het ontvangen van een subsidietoezegging ver
loopt noodzakelijkerwijs nogal enige tijd. Het is
daarom gewenst om aanvragen ten minste 5 A 6
maanden in te dienen, vóór men met het werk wil
beginnen, bij de instantie die men met de uitvoe
ring wil belasten.
In het vorenstaande is getracht in grote lijnen
iets over de praktijk van het draineren weer te
geven, waarbij we ons bewust zijn dat het niet vol
ledig kan zijn, daar over draineren alleen gemak
kelijk een boek vol kan worden geschreven.
Er kan nooit voldoende nadruk op worden gelegd,
welk een belangrijke functie een goede drainage op
het landbouwbedrijf vervult. Hoevelen zijn er niet,
die anders een dubbeltje tweemaal omdraaien vóór
zij het uitgeven en toch welbewust hun goede drai
nage verwaarlozen. Of hun geld weggooien aan
klakkeloos een partij buizen in de grond te stoppen,
zonder enige zekerheid dat het enig rendement zal
geven.
Een gedegen vóóronderzoek, een goed plan en
een deskundige uitvoering vragen een fractie van
de grote kapitaalsinvestering, die drainage nu
eenmaal meebrengt. Doch de voordelen, die hier
tegenover staan, maken deze uitgaven ten volle
verantwoord. De praktijk heeft dan ook wel uit
gewezen, dat de boer, die rekent, hiermede niet ge
aarzeld heeft en een dankbaar gebruik heeft ge
maakt van de mogelijkheden, die ervaren deskun
digen en moderne wetenschappelijke opvattingen
hem in deze materie bieden.
De heer H. D. Louwes wees er indertijd als voor
zitter van de Stichting voor de Landbouw reeds op,
dat de beste methode om de bestaanszekerheid van
de boer voor de toekomst te funderen, is om de be
drijven in deze tijd zo goed mogelijk in orde te
maken. Reservering van geld, aldus de heer Lou
wes, is reservering van zeer betrekkelijke koop
kracht, welke daarnaast door hoge inkomstenbelas
ting zwaar wordt getroffen. Doch wat men in zijn
bedrijf belegt door grondverbetering, betere ont
watering enz. zal in de toekomst altijd rendabel
blijken te zijn.
J. AARTSEN.
dat hiervoor soms achteruitgang in kwaliteit
voor lief genomen wordt. Het is echter zeker,
dat een dergelijk streven bij Blauwmaanzaad
spoedig zal leiden tot ondergang van de gehele
cultuur.
Blauwmaanzaad is in de eerste plaats een
exportartikel, waarbij de kwaliteit bepalend is
voor de afzetmogelijkheden. In de laatste jaren
zijn reeds herhaaldelijk moeilijkheden bij de
export gerezen door de achteruitgang van de
zaadkwaliteit. Wanneer wij onze positie op de
blauwmaanzaadmarkt en daarmede de teelt voor
Nederland wensen te behouden, zullen de boeren
bij al hun cultuurmaatregelen, beginnend bij de
rassenkeuze, het verkrijgen van een goede kwali
teit voorop moeten stellen. Het is daarom be
langrijk, dat de kweker de productiviteit van
Nobel heeft weten te verhogen zonder achter
uitgang van de goede zaadkwaliteit.
Van de drie in aanmerking komende rassen
kan geen enkel in zaadkwaliteit met Nobel con
curreren. De Rassenlijst beschrijft het zaad van
Nobel als grofkorrelig, met mooie, matige egale,
diepblauwe kleur. Zeer gewild voor export.
Goede stevigheid, hoge productie en uit
stekende kwaliteit hebben dus de promotie van
het ras in de Rassenlijst tot gevolg gehad.
De Nederlandse landbouw zal verstandig doen
deze aanwijzing van de Rassenlijst te volgen en
meer aandacht te besteden aan Nobel Blauw
maanzaad. Van 1943 tot 1954 is het ras van 21
tot 3 van het areaal teruggelopen. In de
komende jaren kan het weer in versneld tempo
in de andere richting gaan.
(Advertentie.)
Een sprong vooruit in de Rassenlijst 1955.
Beperkt verkrijgbaar:
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
EN ZAADHANDEL
KAPELLE-BIEZELINGE - Telef. 1102 - 041