De Publiekrechtelijke Bedrijfs Organisatie in de Landbouw
HET LANDBOUWSCHAP.
V.
Enkele
slotopmerkingen.
Gras- en Klaverzaden
Pootaardappelen
en
GEBRS DE JGNGH
GOES
INSTALLATIE ALGEMENE
TECHNISCHE COMMISSIE.
ZATERDAG 12 FEBRUARI 1055
UI
Wij hebben in het vorige artikel uiteengezet hoe
de financiële regeling zou zijn, die het Landbouw
schap aan de nodige middelen moet helpen.
Daar de werkelijke bedragen van heffing en af
trek nog niet definitief vast staan, hebben wij niet
al te veel cijfers genoemd. Zo lieten wij de hoogte
van de heffingen voor de fruitteelt en de groenten-
teelt in het midden. Slechts voor akkerbouwgrond
eri weiland noemden wij een heffing van 3,per
ha met een aftrekmogelijkheid van 1,25 voor de
leden van de landbouworganisaties. Daar deze be
dragen hoogstwaarschijnlijk niet zullen veranderen,
willen wij eens nagaan
HOEVEEL ONZE LEDEN DIT JAAR
MOETEN BETALEN
in vergelijking met vorige jaren. En dan nemen
wij dus hen, die akkerbouwer zijn met wat weiland,
een bedrijfstype, dat in Zeeland veel voorkomt.
Per ha gaat het lid aan contributie betalen 1,50.
Hij krijgt een heffing van 3,1,25 1,75
per ha.
Tezamen kost het hem dus ƒ3,25 per ha, waar
mede het werk van zijn organisatie en van het
Landbouwschap is betaald.
Nemen wij een bedrijf van 20 ha, dan is deze
grondgebruiker in totaal ƒ65,kwijt.
Wat betaalde dit lid nu in 1954? Allereerst aan
contributie 20 X 1.10 ƒ22,Wij tekenen hier
bij aan, dat deze contributie wegens alle gestegen
kosten te laag was.
De contributies van practisch alle andere land
bouworganisaties in ons land lagen reeds boven de
contributie der Z. L. M.
Wij nemen aan, dat op een bedrijf van 20 ha ge
middeld per jaar ongeveer 120.000 kg suikerbieten
werden afgeleverd. De suikerfabrieken hielden bij
de uitbetaling van deze suikerbieten 120 X 0,25
30,af. Wanneer wij dan de heffingen, die
voor de Stichting voor de Landbouw op de overige
producten werden gelegd, zoals melk, pootaard-
appelen enz. nog eens stellen voor dit bedrijfstype
op 13,— per jaafr, dan blijkt, dat deze ondernemer
van 20 ha in 1954 aan het werk van de Stichting
voor de Landbouw en van zijn eigen organisatie
ook ongeveer 65,per jaar bijdroeg. Het komt
er dus voor de Zeeuwse boeren op neer, dat er niet
veel verschil bestaat tussen de financiële offers van
1954 en van 1955. Een ieder kan dat voor eigen
bedrijf aan de hand van bovenstaande cijfers eens
uitrekenen. Dit is ook wel begrijpelijk, daar het
werk van het Landbouwschap in grote lijnen het
zelfde is als het werk van de Stichting voor de
Landbouw en er geen enkele reden is waarom dit
eerste meer zou kosten dan het laatste.
De manier van heffen is alleen anders geworden
en onzes inziens billijker, daar thans iedere grond
gebruiker, ongeacht bouwplan en gewassenkeuze
mee gaat betalen.
WAT WORDT ER MET HET GELD
GEDAAN?
De vraag zal zich bij menigeen voordoen, wat er
nü met dit geld gedaan wordt. Wanneer men dit
precies wil weten, dan kan men de begroting van
het Landbouwschap bestpderen.
Dat deze begroting geen geheim stuk is, bewijst
het ter kennis leggen van een ieder, die daarvoor
belangstelling heeft en de openbare behandeling.
Zoals bij alle publiekrechtelijke lichamen is hier vol
ledige openbaarheid geboden en wordt deze eis ook
nagekomen. De eerste begroting van het Land
bouwschap heeft ter inzage gelegen en dit is be
hoorlijk aangekondigd.
Er is juist over deze eerste begroting wat deining
geweest, daar enkele dagbladen er goed aan meen
den te doen, critiek uit te oefenen 'op enkele cijfers.
Vandaar, dat wij hier uiteen willen zetten, waar
voor de gelden hoofdzakelijk gebruikt worden.
Allereerst is er natuurlijk een belangrijk deel van
de gelden nodig voor het betalen van de salarissen
en de sociale lasten van het personeel. Dit bestaat
uit een aantal landbouwingenieurs, juristen en
economen met het daarbij nodige hulppersoneel.
Het zijn over het algemeen precies dezelfde men
sen, die bij de Stichting voor de Landbouw in dienst
waren en aldaar werkten om de talrijke vraagstuk
ken op het gebied van de akkerbouw, veehouderij,
zuivel, tuinbouw, pluimveeteelt, gr'ondgebruik,
landbouwherstel, boerderijenbouw enz. te bestude
ren en er aldus voor zorgden, dat de landbouw de
verschillende belangen bij de vele Overheidsdien
sten en instellingen naar behoren kon behartigen.
Wat deze salarissen zelve betreft, deze zijn ook
alle dezelfde als die door de Stichting voor de
Landbouw werden betaald.
Een tweede belangrijke post is uitgetrokken
voor de vergaderkosten. Hieronder vallen dus reis-
eh verblijfkosten en presentiegelden van de ver
tegenwoordigers van de boerenstand in het Hoofd
bestuur in de Hoofdafdelingen Akkerbouw, Vee
houderij, Tuinbouw, Sociale Zaken enz. Deze kos
ten worden alle tezamen gevoegd in één presentie
geld, waaruit dus het bestuurslid al zijn eigen kos
ten moet betalen. De bedragen, die aldus worden
uitgekeerd zijn zeker niet aan de hoge kant, want
wij kunnen verzekeren, dat een Zeeuwse boer, die
een vergadering in het midden des lands moet bij
wonen en daarvoor een gehele dag van zijn bedrijf
weg is, van dit presentiegeld geen cent overhoudt!
Een derde post is besteed voor de uitbouw van
het landbouwschap in de 11 provincies. Ook hier
heeft men zich volledig aangepast aan de bestaan
de toestand, zoals die bij de Stichting voor de Land
bouw bestond. Hieruit worden dus de gewestelijke
raden, de districts- en plaatselijke commissies be
taald.
SUBSIDIES.
Een vierde, zeer belangrijke post, wordt uitge
trokken voor subsidies aan tal van onderzoekings
instituten. Veelal komt het namelijk voor, dat bij
een bepaald onderzoek op landbouwkundig gebied,
de Overheid bereid is hieraan een zeker bedrag te
betalen, mits het bedrijfsleven eenzelfde bedrag ter
tafel legt. Deze subsidies worden zodoende nuttig
besteed ten behoeve van het technische en econo
mische onderzoek in de landbouw. Instellingen als
het Landbouw-Economisch Instituut, de Peulvruch
ten Studie Combinatie, de Uienfederatie enz. enz.
kunnen mede hierdoor hun werk verrichten. Deze
subsidies werden ook reeds door de Stichting voor
de Landbouw verstrekt, dus veel verschil met de
bestaande toestand kunnen wij hier niet ontdekken.
ORGANIS ATIEDW ANG
Er wordt wel eens gesteld, dat er nu een dwang
gekomen is om zich bij een landbouworganisatie
aan te sluiten. Van sommige zijden wordt dit be
wust gedaan. Van andere zijden wordt de boeren
wijs gemaakt, dat het nu het ogenblik is, dat men
moet kiezen tussen de éne of de andere organisa
tie. Dit alles is bedrog en zij, die dit doen, weten
heel goed, dat zij drogredenen gebruiken. Onzes
inziens zijn dit dan ook unfaire methodes.
Er is namelijk in het geheel geen organisatie-
dwang en zeker geen dwang om nu de één of de
andere organisatie te kiezen. Een ieder blijft vol
komen vrij om zich wel of niet bij een landbouw
organisatie aan te sluiten. Wat er wel gebeurt, is,
dat het bedrag, dat de ongeorganiseerde voor al het
werk, dat er gedaan wordt moet betalen, hoger is
geworden en zodoende het verschil tussen de bij
dragen van de ongeorganiseerde en de georgani
seerde kleiner is geworden, doordat de laatste wel,
de eerste geen aftrek op de heffing van het Land
bouwschap mag toepassen.
Men zou dit hoogstens een indirecte dwang kun
nen noemen, doch er staat in geen enkele wets
bepaling of in een verordening, dat men zich bij
een organisatie moet aansluiten.
Wat anders is, dat het natuurlijk wel verstandig
is, daar men daardoor medezeggenschap krijgt plus
alle voordelen, die aan een lidmaatschap verbonden
zijn. Dit echter is altijd zo geweest en in Zeeland
ook door de meerderheid der boeren gelukkig in
de praktijk gebracht.
De keuze tussen de verschillende organisaties
wordt geheel vrij gelaten en voor ons zou deze in
Zeeland niet moeilijk zijn. Reeds 112 jaren verricht
de Z. L. M. haar arbeid op een wijze, die voor dui
zenden boeren aanleiding geweest is en is om hun
belangen door deze organisatie te laten behartigen.
ENIG COMMENTAAR.
Tot slot van deze artikelenreeks willen wij nog
enkele algemene opmerkingen maken. In het voor
gaande hebben wij getracht zo objectief mogelijk
de feiten weer te geven, zonder diep op de zaken
in te gaan, daar een dergelijke artikelenserie zich
hiervóór niet leent.
Men bedenke, dat men de gehele ontwikkelings
gang van deze publiekrechtelijke bedrijfsorganisa
ties heeft te aanvaarden. Het heeft geen enkele zin,
om achteraf te beweren, dat men dit alles niet
heeft gewild. De door ons allen gekozen volks
vertegenwoordiging heeft met grote meerderheid
indertijd de grondwetswijziging en later de Wet
op de P. B. O. goedgekeurd, daarmede te kennen
gevende, dat. ons volk deze gang van zaken wilde.
Wanneer men thans in sommige bladen leest, dat
wij dit alles niet hebben gewild, dan kan men daar
slechts om glimlachen. Men had dat dan eerder
dienen te bedenken.
In de gehele ontwikkeling zit zeker veel goeds.
De landbouw is altijd al de bedrijfstak geweest, die
op de één of andere wijze mede heeft gewerkt aan
de uitvoering van maatregelen. Dat dit proces nu
in een vastomlijnd, wettelijk ingesteld lichaam is
vastgelegd, is een natuurlijke gang van zaken.
Zoals in alles, wat wij mensen maken, zitten er
ook in de P. B. O. gevaren. Men zal moeten zorgen,
dat da ambtenarij en da huroaueratia, dia men in
feite met deze P. B. O.'s wil bestrijden, niet in eigen
lichaam gaan tieren. Daarvoor is het noodzakelijk,
dat men in de besturen van deze nieuwe lichamen
flinke vertegenwoordigers van de boerenstand aan
wijst. Mensen uit het bedrijfsleven dus, die de
stof, waarmede wij te maken krijgen, beheersen en
die het beleid, dat door het Landbouwschap ge
voerd moet worden, in die richtingen kunnen lei
den, die wij juist achten.
Voorts is het nodig, dat de boeren zelve mede
leven met al wat er gebeurt. Hier ligt een grote
taak voor de landbouworganisaties, die immers de
vrije vertrouwenslichamen van boer en tuinder
blijven. Zowel een voorlichtende taak als een
menihgvormende taak. Enerzijds zullen zij hun
leden moeten voorlichten wat er gaande is. Ander
zijds zullen zij de mening van hun leden onbe
schroomd uit dienen te dragen. Wanneer er reden
is voor critiek, zullen zij deze moeten laten horen,
frank en vrij, zoals dat altijd is geschied.
Tenslotte zal bij het besteden van de gelden de
nodige zuinigheid moeten worden betracht. Niet
de zuinigheid die de wijsheid bedriegt, doch een ge
zonde boerenzuinigheid. De verantwoordelijkheid
voor het gebruiken van heffingsgelden, die immers
altijd vrij gemakkelijk binnenkomen, zal bij allen,
die over deze zaken de zeggenschap krijgen, steeds
zwaar moeten wegen.
S.
Woensdag 26 Januari 1955 heeft de secretaris
van het Landbouwschap, de heer Ir G. P. F. Royac-
kers, de Algemene Technische Commissie geïnstal
leerd.
De heer Royackers wees er op, dat de leden van
de Algemene Technische Commissie reeds met de
materie op de hoogte zijn, daar allen reeds zitting
hebben gehad in de gelijknamige commissie van de
Stichting voor de Landbouw, waar zij reeds veel
ervaring hebben opgedaan. Bij het Landbouwschap
is deze commissie op een wat hoger niveau ge
plaatst, daar het accent van de werkzaamheden
verlegd is. In het Landbouwschap immers zal de
coördinerende taak van de Algemene Technische
Commissie meer tot gelding komen. Aan de sociale
aspecten moet speciale aandacht worden besteed;
daarom dient er in het bijzonder met de hoofdaf
deling Sociale Zaken een intensief contact te be
staan.
Ten aanzien van de organisatie der commissie
deelde de heer Royackers mede, dat twee vertegen
woordigers van de afdeling Landbouwambachten
zitting in de Algemene Technische Commissie zul
len hebben; en dat de Melkmachinecommissiö
voortaan onder de Algemene Technische Commis
sie zal ressorteren.
De samenstelling van de commissie is als volgt;
T. Allersma. Zuurdijk
(plv. Ir J. W. Minderhoud, Wilhelminadorp)
H. Bosman. Haarlem
(plv. Th. Meester, Leidschendam)
J. C. Do-resteyn, Valburg
(plv. Mr T. Brouwer, Scheveningen)
Joh. C. Cehrels, Amsterdam
(plv. H. E. Moorlag, Emmererfscheidenveen)
D. Meyer, Utrecht
(plv. A. Alderlieste, Oosterbeek)
L. Osinga, Hoorn
(plv. E. Jonker, Borgercompagnie)
M. Penning, Honselersdijk
(plv. C. de Boer, Hoogkerk
P. Schippers, Utrecht
(plv. P. Hoogerland, Utrecht)
A. van Vlokhoven, Asten
(plv. N. Joneerius, Vleuten).
(Advertentie.)
Voor Uw benodigde
INLANDSE EN IMPORT
naar
Import - Export
POSTBUS 85