Perspectieven van de zaaizaadvoorziening. Matador hybridemaïs RADIO HET BOUWPLAN 1955. 121 NA de vele regen, die er in de oogsttijd gevallen is, 'behoeft het geen verwondering te wekken, dat de zaaizaadvoorziening dit jaar vele moeilijkheden geeft. In het herfstseizoen hebben wij daar van een voorproefje gehad. De strenge vorst in het begin van het vorig jaar had de voor veld- keuring aangegeven oppervlakten wintergerst en wintertarwe sterk verminderd. Bij winterrogge was de winterschade niet groot, doch ook hiervan was de voor veldkeuring aangegeven oppervlakte kleiner dan het voorgaande jaar. In andere jaren zouden de van de gekeurde oppervlakten te ver wachten hoeveelheden zaaizaad zeker voldoende zijn geweest om de behoefte te dekken. De verwachting was evenwel gerechtvaardigd, dat er deze herfst een grotere vraag naar goedge keurd zaad zou komen, omdat vele boeren, die anders wellicht het plan hadden graan uit eigen oogst als zaaizaad te gebruiken, genoodzaakt zouden zijn nieuw zaaizaad te bestellen, daar zij of in 't geheel geen wintertarwe/wintergerst meer hadden of omdat zij hadden moeten dioorzaaien, waardoor hun eigen oogst voor zaaizaad onbruikbaar was geworden. Daar kwam nog bij, dat er zich in dit seizoen plotseling perspectieven openden voor de export van winterzaaitarwe. In het algemeen vonden d»e in Nederland verbouwde rassen van wintertarwe voorheen in het buitenland weinig onthaal. Het had evenwel in Engeland de aandacht getrokken, dat de Heine VII wintertarwe in ons land veel opgang maakte en in enkele jaren tijds het belangrijkste ras was gewor den. Er ontstond een grote vraag en aanzienlijke hoeveelheden konden voor export worden ge plaatst. Er kon dus een levendig seizoen verwacht worden. Het seizoen is evenwel toch anders gelopen dan iedereen had verwacht. Door de aanhoudende regen werd de oogst zeer bemoeilijkt. Niet alleen werd de oogst verlaat, maar ook de kwaliteit bleek zeer geleden te hebben. De uitvoering van de afge sloten contracten voor winterzaaitarwe gaf de ex porteurs de grootste zorgen, doch ook de binnen- landfee voorziening met winterzaaigranen dreigde gevaar te lopen. Op de zaaizaadmarkt traden grote spanningen op. Onder invloed hiervan werd beslo ten ook de aflevering van niet te velde gekeurde wintergerst en wintertarwe als zaaizaad toe te staan, terwijl de N. A. K. zijn kiemkrachtsnormen voor wintertarwe en winterrogge verlaagde. De N. A. K. ging hierbij zelfs zeer ver. Alles werd dus gedaan om ae zaaizaadvoorziening veilig te stellen. Opnieuw: haalde echter de regen een streep door alle berekeningen en verwachtingen. Het bleek namelijk onmogelijk om wintergranen in de ge wenste omvang uit te zaaien. Hierdoor bleven ten slotte nog belangrijke hoeveelheden van goedge keurde wintergerst. wintertarwe en winterrogge over. Ln de loop van het herfstseizoen werd het allengs duideli.jk, dat de oppervlakte wintergranen ver on dier normaal zou blijven en er in het voorjaar dus een grotere oppervlakte voor zomergranen en an dere gewassen beschikbaar zou zijn. Dit deed reeds direct zijn invloed gelden op vraag en aanbod van zomertarwe. Weliswaar was de te velde gekeurde oppervlakte zomertarwe belangrijk groter dan vorig jaar, doch onder de heersende omstandig heden moest er rekening mede worden gehouden, dat een deel van de opbrengst daarvan niet ge schikt zou zijn als zaaizaad. Bovendien was ook in andere landen de uitzaai van wintertarwe teleur stellend en ook daar werd aandacht besteed aan het probleem van de zaaizaadvoorziening met zomertarwe. Opnieuw werd van Engelse zijde het oog gericht op Nederland en ontstond er belangstelling voor het hier te lande algemeen verbouwde ras Peko. Het stond dan ook al spoedig vast, dat de beschik baar komende hoeveelheid te velde goedgekeurde zomertarwe niet toereikend zou zijn om aan de bin nenlandse vraag, vermeerderd met 'n kwantum voor export te voldoen. Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Poot goed besloot daarom ook de aflevering van niet te velde gekeurde zomertarwe als zaalzaad toe te staan. De oppervlakte zomertarwe was in 1954 zeer groot. Weliswaar is reeds een aanzienlijk deel van de opbrengst als consumptietarwe afgeleverd, doch er blijkt nog altijd een ruime keus, om de beste partijen voor zaaizaad te reserveren. Hierbij dient niet alleen gelet te worden op de korrelkwa liteit, doch het is eveneens van groot belang, dat van de uitgezochte partijen wordt nagegaan, van wat voor perceel deze afkomstig zijn. Een groot deel van de zomertarwe is immers gezaaid' ter ver vanging van uitgewinterde gewassen. Ini zulke ge vallen bestaat gevaar van vermenging met winter tarwe, hetgeen uiteraard zeer onaangename gevol gen kan hebben. Bij het tot zaaizaad bestemmen Van ongekeurde zomertarwe dient men zich ter dege bewust te zijn van de gevolgen, die bijvoor beeld een verwisseling met een partij wintertarwe kan veroorzaken. Bij uitzaai van wintertarwe in het voorjaar moet op een volledige misoogst wor den gerekend, zodat de financiële consequenties zeer groot zijn. Met niet genoeg nadruk kan dan ook gewezen worden op het belang, dat zowel telers als bewer kers voldoende aandacht schenken aan de herkomst van de partijen, die zij als zomerzaaitarwe willen Advertentie. 1 C.B. rassen zijn oogstzekere rassen het vroegst rijpend van alle hybridemaïsrassen. Verkrijgbaar bij de plaatselijke Landbouwverenigingen. afleveren. Evenals -bij wintertarwe het geval was, blijkt de kiemkracht van de zomertarwe te wensen over te laten. De N. A. K. heeft de kiemkrachts normen dan ook reeds belangrijk verlaagd. Daar de lage kiemkracht in de meeste gevallen veroor zaakt wordt door kiemschknmels, is het van het allergrootste belang, dat alle zaaitarwe en dit geldt ook voor de andere zaaigranen, voor uitzaai wordt ontsmet. Hierdoor kan een belangrijk grotere zekerheid van opkomst verkregen worden. Ofschoon van winterrogge eveneens belangrijk minder is gezaaid dan normaal, zal dit op de uit zaai van zomerrogge niet van zo grote invloed zijn. Voor een grote uitzaai van zomerrogge zou trou wens ook het benodigde zaaizaad ontbreken. Even als andere jaren is er sléchts een beperkte hoeveel heid goedgekeurde Petkuser zomerrogge beschik baar en degenen, die zomerrogge willen zaaien, zullen er goed aan doen tijdig het benodigde zaai zaad te bestellen. De voor veldkeuring aangegeven oppervlakte zomergerst liep terug van ca 5000 ha in 1953 tot 3500 ha in 1954. Hiervan werd evenwel niet meer dan 2500 ha te velde goedgekeurd. Onder zeer gun stige omstandigheden zou de opbrengst daarvan nog wel vpldoende kunnen zijn om in de behoefte te voorzien. Houden wij er echter rekening mede. dat ook van de zomergerst een deel ongeschikt zal zijn voor zaaizaad, dan moeten wij wel concluderen, dat het twijfelachtig is of de voorziening met goed gekeurde zaaigerst gewaarborgd is, vooral wan neer men ook de positie per ras in aanmerking neemt. Van de brouwgerst-rassen doet de Balder nog steeds opgeld. Dit ras wordt door geen enkel an der ras in brouwkwaliteit overtroffen, terwijl ook zijn andere eigenschappen en opbrengst in het af gelopen jaar aantoonden, dat Balder voor het Zuid westelijk kleigebied het meest waardevolle ras is. De belangstelling voor Herta is nog steeds groei ende, vooral op zandgronden en in het bijzonder ook voor de mengteelt met haver (Libertas). Meer aandacht is gewenst voor de zaadteelt van dit ras, daar er elk jaar een tekort van is. Ook dit jaar blijkt er niet voldoende van te zijn. Bij zaaihaver is de toestand weinig overzichtelijk. De gekeurde oppervlakte liep terug van ca 9000 ha in 1953 tot goed 5000 ha in 1954, doch ook hier kan gesteld worden, dat onder normale omstandigheden .de opbrengst ruim voldoende zou zijn voor de bin nenlandse behoefte en ook nog wel export zou toe laten. Op grond van de minder goede kwaliteit van de oogst ontstond de vrees, dat de voorziening met zaaihaver niet gemakkelijk zou worden en reeds vroeg in het seizoen wilden vele coöperaties en han delaren een hoeveelheid zaaihaver indekken. Deze vraag kwam in een tijd, toen er nog zeer weinig aanbod was, zodat het niet te verwonderen valt, dat de prijzen snel opliepen. Bovendien onder ging ook het prijsniveau van de voerhaver een be langrijke prijsverhoging. Daar het afdorsen van de haver dit jaar in het algemeen later plaats vindt dan andere jaren, is het niet uitgesloten dat het aanbod tenslotte toch groter zal zijn dan verwacht. Voor export lijken de kansen niet gunstig, daar de traditionele import-landen hun behoefte reeds grotendeels hebben gedekt en, vanwege ons hoge prijspeil, niet in Nederland. Export zou alleen nog mogelijk zijn als er ook in andere landen een tekort zou blijken te bestaan en de hier beschikbare rassen, zowel als het prijs peil, op dat moment daarvoor aantrekkelijk zouden zijn. In ons land wordt thans overwegend het ras Marne verbouwd, welk ras op practisch alle grond soorten voldoening schenkt. De overige rassen zijn in verhouding tot Marne slechts van weinig be tekenis. Libertas C. B. kan nog steeds geen grote verbreiding vinden, hoewel dit ras op alle grond soorten goede opbrengsten kan geven en vooral in mengteelt met gerst zeer goed voldoet. Het nieuwe ras Pendek C B is speciaal geschikt voor vruchtbare gronden. Het is zeer vroeg rijpend met zeer kort en zeer stevig stro, en met hoge op brengst. Ook in het buitenland heeft dit ras veel aandacht getrokken. Teneinde eventuele export kansen te kunnen benutten, dient de zaaizaadteelt uitgebreid te worden. Er is nog een beperkte hoe veelheid origineel zaad voor contractteelt beschik baar. Ook aan de zaadteelt van andere rassen voor export, o.a. Flamingsgold haver, dient aandacht be steed te worden. Er bestaan elk jaar in enkeie landen goede afzet- kansen voor Nederlandse zaaigranen, in het bijzon der zaaihaver. Evenwel dreigen deze afzetgebieden voor ons land geheel verloren te gaan, indien wfj niet regelmatig tegen concurrerende prijzen op deze markten kunnen verschijnen. Een nadere bestu dering van dit probleem verdient zeker de volle aandacht. Maïs als graangewas liep de laatste jaren in be tekenis terug. De maïskwekers gaan echter door om te trachten voor ons land geschikte maïshybri- den te brengen. Behalve voor de korrelwinning is maïs een uitstekend gewas voor ensilage. In 1954 werden vele percelen korrelmaïs bestemd voor kuil- voer. waaruit blijkt, dat ook onder voor maïs on gunstige weersomstandigheden de teelt geen mis lukking is, maar altijd nog een flinke hoeveelheid waardevol voeder oplevert. De teelt van peulvruchten heeft de laatste jaren financieel gunstige resultaten gegeven. De prijzen evenwel, die voor oogst 1954 betaald zijn, overtref fen alles. Vanzelfsprekend had de kwaliteit dooi de slechte oogstomstandigheden zeer geleden. Niet temin bleken vele partijen wel geschikt om tot consumptie-kwaliteit te worden bewerkt. De vraag voor export was zeer groot. Vooral Engeland, waar de erwtenoogst ver beneden de verwachtingen is gebleven, had veel meer nodig dan andere jaren. Aangetrokken door de hoge prij zen lieten de telers hun erwten vroeg dorsen, ook de zaaizaadpartijen, met het gevolg, dat een groot deel van de zaaierwten in de consumptie-sector verdween. Het is te begrijpen, dat er ook voor het komende jaar weer veel belangstelling bestaat voor de teelt van erwten. Tot dusver kon aan de vraag naar zaaierwten ruim:vhoots worden voldaan, vooral ook, omdat de N.A.K. een kiemkrachtsgroep III (minimum 80 instelde en ook op andere onderdelen de kwaliteits normen verlaagde. Het ras Rondo C B neemt thans ruim 85 van het erwtenareaal in. Als nieuw ras is in de Rassenlijst opgenomen de Virtus CB, een hoog-productief ras, dat dooi hoge peulaanzetting in het algemeen weinig lijdt van legering. Ook voor schokkers bestond dit jaar veel belang stelling, zowel voor consumptie als voor zaaizaad. Nog altijd is Zelka het meest verbouwde ras, doch ongetwijfeld zal in de toekomst het nieuwe ras Big Ben van grote betekenis worden. Hiervan is dit jaar slechts een beperkte hoeveelheid zaaizaad be schikbaar. Evenals vorig jaar was de oppervlakte beteeid met capucijners en rozijnerwten te klein. Er dient dus naar uitbreiding te worden gestreefd. Door het optreden van de vetvlekkenziekte zal er dit jaar bijna geen te velde goedgekeurde zaai zaad van stambonen beschikbaar zijn. Men zal zich dus in hoofdzaak met handelszaad moeten behelpen. Aan het ziektevrij telen van zaaizaad zal in de eerstkomende jaren veel aandacht besteed moeten worden. Van bruine bonen is Beka het belangrijk ste ras. Ook hiervan is dit jaar geen goedgekeurd zaad beschikbaar. Van de veldbonen tenslotte kan vermeld worden, dat ook hiervan de zaaizaadpositie niet rooskleurig is. Ook hierbij zullen soms concessies aan de kwa liteit gedaan moeten worden. Samenvattend kan van de zaaigranen en zaai- peulvruchten gezegd worden, dat er dit jaar veel moeilijkheden zijn te overwinnen en dat wellicht niet altijd de kwaliteit beschikbaar zal zijn die men zich zou wensen. Toch menen wij te mogen ver wachten, dat in de meeste gevallen aan redelijke eisen van de zaaizaadgebruikers voldaan kan wor den. Deze kunnen daaraan zelf medewerken door niet met het bestellen van het benodigde zaaizaad tot het allerlaatste ogenblik te wachten. Mogen de omstandigheden bij de uitzaai en tijdens de groei er toe medewerken, dat het zaaizaad, waaraan zo veel moete en zorg is besteed, rijke vruchten voort brengt. C. KARSBERGEN. In de landbouw volgen de seizoenen elkaar snel op. Nauwelijks zijn de gewassen van het veld, of de boer moet al weer de nodige voorbereidingen treffen voor het komende oogstseizoen. Tot die voorbereidingen behoort bijvoorbeeld ook het op stellen van een bouwplan, dat een belangrijke in vloed uitoefent op het uiteindelijke oogstresultaat en dat derhalve van de boer de grootst mogelijke zorgvuldigheid vereist. In de radiorubriek van het Ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening zal de heer Dr Ir N. H. H. Addens, Inspecteur van de Land bouw, de mogelijkheden bespreken, die het bouw plan voor dit jaar biedt. De uitzending heeft plaats op Maandag 14 Febru ari a.s. des avonds van 19,45—20.00 uur over de zender Hilversum I.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 13