DE POSITIE VAN DE AARDAPPELMARKT.
M 1 D D E
ZATERDAG 5 FEBRUARI 19:».
waarin opgenomen het NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
ZITDAGEN
BOEXHOUDBUREAU
Originele NOBEL
EMMABLOEM Bfauwmaanzaad
d. j. vam der have
'voor Zeeland
t B U S O
No. 2760. Frankering bij abonnement: Terneuzen
43e Jaargang.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
DE trage aardappelmarkt die nu al maanden lang gepaard gaat met lage prijzen, geeft de
telers reden tot ongerustheid. Schriftelijk en op vergaderingen komt steeds weer de vraag
naar voren, wat er wel gedaan wordt om aan de onbevredigende situatie op deze markt een
einde te maken. Waarvoor betalen we nu al jaren lang een heffing?
Zijn alle moeite en kosten vergeefs geweest zo vragen velen zich af om de aardappeloogst
in het uitzonderlijk slecht weer van de afgelopen herfst te redden?
Onwillekeurig dringt een vergelijking met het jaar 1948 zich op en men vraagt zich in de praktijk
dan ook wel af, of we weer dezelfde kant opgaan.
In dit artikel trachten we een aantal van deze vragen te beantwoorden.
1953
1954
verschil
1,8
1.4
0,4
10,2
9,4
0,8
2,1
2,6
0,5
1,9
1,8
0,1
24,5
26,8
2,3
1,4
1,1
0,3
14,8
17,0
2,2
2,8
2,3
0,5
3,1
2,9
0,2
1,7
1,6
0,1
3,8
4,4
0,6
1,3
L2
0,1
3,3
2,9
0,4
1,1
1,0
0,1
3,7
3,9
0,2
8,4
7,3
1,1
1,8
1,5
0,3
1,1
1,3
0,2
DE GROOTTE VAN DE OOGST.
Ondanks het ongunstige weer is de aardappel
oogst in de ons omringende landen vrij hoog uit
gevallen.
De West-Europese oogst wordt 4 groter ge
schat dan het voorgaande jaar.
Een meer gedetailleerd overzicht van een aantal
landen laat het volgende beeld zien:
Productie in min ton
191
Canada
Ver. Staten
België
Denemarken
W. Duitsland
Finland
Frankrijk
Ierland
Italië
Joego-Slavië
Nederland
Noorwegen
Oostenrijk
Portugal
Spanje
Ver. Koninkrijk
Zweden
Zwitserland
De vooruitzichten voor de export zijn niet ge
weldig wanneer we onze nabuurlanden en hun
oogst over 1954 bezien. Nu is het ontzettend moei
lijk hier voorspellingen over te doen, omdat de im
port doorgaans eerst vrij wordt gegeven als metter
daad gebleken is, dat de eigen oogst niet groot ge
noeg is.
Ir. Huisman, de voorzitter van het Hoofdbedrijfs
schap voor Akkerbouwproducten, noemde onlangs
de mogelijkheid dat Engeland een tekort aan con
sumptie-aardappelen zou krijgen, evenals een mo
gelijk tekort in Zweden. In tegenstelling met de
oorspronkelijke verwachting dat Denemarken dit
tekort volledig zou opvangen, is deze week geble
ken, dat naast andere landen ook Nederland een
zekere hoeveelheid consumptie-aardappelen kan
exporteren naar Zweden.
Zo is het te verklaren, dat de export ver onder
die van andere jaren bleef en dat vooral de prijzen
van de voor een groot gedeelte op export gerichte
Bintjes, een nadelige invloed van dit gemis hebben
ondervonden. Overigens schommelde deze export
van jaar tot jaar en kan men naast jaren van on
geveer 500.000 ton ook jaren van ongeveer 100.000
ton aantreffen.
WAT KAN HET FONDS DOEN?
Uit de nood van de aardappelmarkt in 1948 is
het consumptie-aardappelfonds tot stand gekomen,
om door middel van fondsvorming te komen tot
een zekere prijsstabilisatie. Bij de aardappelen is
dit niet overbodig, omdat de vooruitzichten voor de
LET OP U SAECK i jSf
HULSTMaandag 7 Februari in „De Graan-
•beurs" van 3.tot 5.uur.
TERNEUZENWoensdag 9 Februari in Hotel
„Des Pays Bas".
ZIERIKZEE Donderdag 10 Februari in Hotel
„Huis van Nassau".
MIDDELBURG Donderdag 10 Februari in Café
„De Eendracht".
export nooit vooruit begroot kunnen worden daar
de meeste landen er naar streven zelf hun late
consumptie-aardappelen te verbouwen. Weliswaar
kan men de binnenlandse behoefte redelijk begro
ten, doch een tamelijk klein overschot dat niet ge
ëxporteerd kan worden, heeft al een grote invloed
op het binnenlandse prijspeil.
De bedoeling van het Consumptie-aardappel Ega
lisatie Fonds (C. E. F.) is om het prijspeil van de
consumptie-aardappelen zo gelijkmatig mogelijk te
houden en daardoor ook het verbouwde areaal. Het
is immers een maar al te goed bekend verschijnsel
waarmee overigens in de praktijk nog onvol
doende rekening wordt gehouden dat slechte
prijzen in het afgelopen jaar de productie doen be
perken. Ook bij de aardappelen is dit verband ge
bleken uit een studie die door de F. A. O. verricht is.
Enerzijds kan men met dit fonds de markt steu
nen door b.v. in de herfst een hoeveelheid aard
appelen op te kopen. Anderszijds kan het weer op
de markt brengen van deze aardappelen in het
voorjaar voor zover ze niet vermalen worden in
fabrieken of voor veevoer worden bestemd de
binnenlandse voorziening tegen een redelijk prijs
peil veilig stellen.
Deze maatregelen zijn sedert de totstandkoming
van het fonds (C. E. F.) tweemaal toegepast en wel
in de herfst van de jaren 1950 en 1951, waarin hoe
veelheden van resp. 65.000 en 13.500 ton uit de
markt zijn genomen.
In het jaar 1950 werd door deze aankopen een
verlies van 1,9 millioen gulden geleden. Dit verlies
kon echter voor een groot gedeelte weer gedekt
wor den door een extra heffing van 4,30 op een
groot gedeelte van de geëxporteerde hoeveelheid.
De normaie heffing op de export bedraagt siechts
ƒ0,20 per 100 kg. Het verlies over het jaar 1951,
groot 348.000 werd door het fonds gedragen,
waarbij de Overheid de helft van de kosten voor
haar rekening nam. Overziet men deze jaren dan
kan men zien afvragen wat deze maatregelen nu
uitgehaald hebben.
In ieder geval hebben ze in het najaar een steun
aan de markt gegeven en daardoor een prijsinzin-
king voorkomen, terwijl in het voorjaar een rede
lijke prijsvorming gewaarborgd werd. Uit land-
bouwoogpunt bezien is een dergelijke beïnvloeding
van de markt nog altijd beter aan het afkondigen
van maximumprijzen met de daaraan verbonden
kwaliteitsvervlakking.
WAT HET FONDS DEED
Overziet men de resultaten van het fonds over
de jaren 1950, 1951, 1952 en 1953 dan komt men
tot de conclusie dat gemiddeld 60 van het in
komen van het C. E. F. uit de heffingen afkomstig
was, terwijl de rest hoofdzakelijk uit de export
heffing voortkwam.
De uitgaven bestaan voor 75 uit de verlie
zen op de aangekochte aardappelen, terwijl de rest
wordt uitgemaakt door de onkosten die aan de
inning en de administratie zijn verbonden. Deze
laatste kosten zijn vooral de eerste jaren nogal
hoog geweest, doordat de vrijstellingsregeling veel
administratie met zich meebracht. Bij de huidige
regeling, waarbij vroege aardappelen op tuin
bouwteeltvergunning, aardappelen op bedrijven
kleiner dan 50 are en oppervlakte kleiner dan 20
are op één bedrijf (in zand en veenprovinciën de
eerste ha) zijn vrijgesteld tellen deze bezwaren
niet meer sterk mee.
EN WAT HET NOG KAN DOEN.
25 millioen ter beschikking zou moeten staan
om ook bij een zeer groot aanbod een al te grote
prijsval van consumptie-aardappelen te kunnen
voorkomen.
Bij een verlies van ƒ5,per 100 kg zou door
het fonds ruim 200.000 ton uit de markt genomen
kunnen worden, zijnde de oogst van ongeveer
8000 ha. Weliswaar is dit een niet te verwaarlozen
hoeveelheid, 7 van de totale aardappeloogst)
doch het zou tevens betekenen dat weer een jaar
of drie door de boerenstand gespaard zou moeten
worden om het fonds weer op het oude peil terug
te brengen. In deze periode zouden dus geen aard
appelen uit de markt genomen kunnen worden.
Vandaar dan ook dat niet zo lang geleden serieus
gesproken is over een verhoging van de areaalhef
fing van 50 tot 75 per ha.
Ongetwijfeld zou de doorvoering van deze ver
hoging op grote bezwaren zijn gestuit, omdat de
meerderheid van de telers niet erg voor het fonds
warmloopt. Men wil waar zien voor z'n geld, doch
verliest hierbij wel eens uit het oog, dat de midde
len beperkt zijn en tot elke prijs vermeden dient te
worden dat de telers consumptie-aardappelen ten
koste van het fonds gaan verbouwen.
Vandaar dan ook dat het fonds ondanks her
haalde aandrang in het voorjaar van 1952 geen
stappen heeft ondernomen om nog laat in het voor
jaar overgebleven Alpha's uit de markt te nemen.
Het verschijnsel van een inzinking der markt
moet dus wel algemeen zijn, voordat het bestuur
van het Bedrijfsschap voor aardappelen dat het
fonds beheerst na overleg met de Minister van
Landbouw, overgaat tot het aankopen van aard
appelen door middel van de S. I. V. A. (Stichting
In- en Verkoop Aardappelen, waarin het bedrijfs
leven vertegenwoordigd is).
Gezien de onzekere exportvooruitzichten en de
ruime oogst - wat er dit voorjaar bij het los
maken der kuilen nog over is moeten we maar af
wachten bestaat er alle reden op het inwerking
treden van het fonds aan te dringen, nu de teler
deze steun inderdaad nodig heeft.
Het is te verwachten dat de Regering, die de
helft van de verliezen voor haar rekening neemt,
niet direct tot deze beslissing te brengen zal zijn,
omdat niet zoals in voorgaande jaren twee doel
einden met het uit de markt nemen gediend zijn.
Bij het in de herfst op de markt komen heeft
men immers naast het steungeven aan de teler
ook nog kans op een beïnvloeding van het prijs
niveau in het voorjaar, wanneer dit eventueel te
hoog zou worden.
We menen echter, dat in dit geval de directe
steun aan de teler reeds voldoende gewicht in de
schaal moet leggen voor de regering om de knoop
door te hakken. Vooral de verschillende geruchten
over de import van buitenlandse aardappelen doen
de markt, speciaal in het Zuiden van het land, veel
schade.
Moet men deze geruchten geloven, dan hebben
de Belgen grote hoeveelheden geëxporteerd, terwijl
de Fransen ook al bezig zijn hun overschotten te
spuien. Het is begrijpelijk dat deze verhalen wat
worden aangedikt. Doch de hoeveelheid van onge
veer 4000 ton die de Belgen op onze markt hebben
gebracht kan toch moeilijk van doorslaggevende
betekenis worden geacht op een totale productie
van een 3 millioen ton. Juist hier laat de aard
appelmarkt z'n labiel karakter zien, waardoor
enkele procenten van het totaal een nadelige invloed
kunnen hebben op het geheel.
Door de nog steeds van kracht zijnde heffing
van 1,25 per 100 kg op deze Belgische aard
appelen zou het Nederlandse product beschermd
moeten worden tot aan de kostprijs.
(Advertentie.)
Het C. E. F. bevat momenteel een bedrag van een
kleine 6 millioen gulden, zodat rekening houdende
met dezelfde bijdrage van Overheidswege, ongeveer
12 millioen gulden beschikbaar is om de aard
appelmarkt te steunen. Degenen die tegen dit be
drag aankijken wijzen we op de uitspraak van de
Stichting voor de Landbouw dat een bedrag van
en le nabouw
beperkt beschikbaar bij
KONINKLIJK KVVEEKBEDRIJF
EN ZAADIIANDEL
KAPELLE-BIEZELINGE