SLuwmaanzaiaj ZATERDAG 22 JANUARI 1ÖÖA komend ras MAJOR is eveneens productief, gemiddeld iets eerder rijp en behoorlijk stevig. Het vrij nieuwe ras PENDEK (C.B. 1) maakte ook nu een goede indruk. Deze op vruchtbare gronden thuishorende vroeg ontwikkelende haver, met vrij kort en stevig stro, vraagt de verdere aandacht. De korrel is vrij kort en goed gevuld. De weinige elastisiteit van het stro bevordert het door knikken bij de rijping. ABED MINOR verdient eveneens de verdere aan dacht. Dit vrij vroege ras vraagt een ruime stikstofbemesting en moet van wege de neiging tot korreluitval tijdig worden gemaaid. De gfove korrel is van goede kwaliteit. Het veel met Marne overeenkomende gele ras CIVENA (C.I.V. 350) maakte ook nu een goede indruk. Is wat minder bladrijk, doch wat steviger. Van de oudere rassen als BINDER, ADELAAR, ZONNE n, EXPRES en WODAN hebben alleen BINDER en WODAN voor deze streken nog enige betekenis. OPBRENGST BLAUWMAANZAAD-RASSENPROEFVELDEN 1950—1954 IN KG/ARE. Gemiddeld 1950—1954 RASSEN 1954 kg/are c/o 100 12.9 kg/are NOORDSTER EMMABLOEM NOBEL ECKENDORFFER 13.8 (3) 11.6 (3) 12.9 (3) 13.3 (3) 13.4 (14) 12.3 (14) 12.5 (14) 14.1 (7) 104 95 97 109 Evenals in de beide voorafgaande jaren maakt het sinds 1952 beproefde ras ECKENDORFFER 55/5 ook dit jaar een gunstige indruk. Gemiddeld is het opbrengstverschil t.o.v. het ras Noordster, dat in 1954 in dit opzicht even gunstiger uitkomt, duidelijk hoger. De matige stevigheid van dit bladrijke, vroegrijpende ras en het doorhangen van de zaaddozen tegen het afrijpen, vormen een nadeel. De kwaliteit van het zaad is goed. De kleur is even donkerder dan dat van Noordster. Het ras NOORDSTER, dat dit jaar meer verbouwd werd dan Emma- bloem, geeft een vlug ontwikkelend gewas, dat nu matig stevig bleek. Is vroeg rijp. De licht blauwgrijze kleur van het zaad maakt, dat het voor export minder gewild is. EMMABLOEM geeft gemiddeld een lagere opbrengst dan de eerstge noemde rassen, hoewel deze in de jaren 1952 en 1953 nagenoeg hiermede gelijk was. Dit ras is wat trager in ontwikkeling, maar geeft een fors gewas met lang en vrij stevig stro. De zaadkwaliteit is goed, met een mooie blauwe kleur. Het even in opbrengst boven Emmabloem uitkomende ras NOBEL wordt maar weinig meer verbouwd. Het verdient evenwel de aandacht door de grote stevigheid en de goede zaadkwaliteit met een mooie donkerblauwe kleur. Is daardoor voor export zeer gewild. Het is wat traag in ontwikke ling en geeft een bladrijk gewas met een opvallende lichte bladkleur. Rijpt iets na Emmabloem. OFBRENGSTEN VEZELVLASRASSEN PROEFVELDEN 1950—1954, IN KG/ARE. Rassen Gemiddeld 1954 Gem. 1950-1954 Gerepeld s'rovlas 1950-1953 Gemiddeld zaad 1950-1953 kg 'are relatief kg/are relatief kg/are relatief WIERA 101.1 (7) 93 9 (26) 108 64.- (21) 100 12.7 (21) 118 CONCURRENT 92 9 (7) 86.9 (26) 100 58 9 (22) 92 11.9 (22) 110 FIVEL 93.7 (7) 87.3 (26) 100 60.8 (22) 95 11.1 (22) 103 SOLIDO 97.8 (7) 91.- (20) 105 606 (121 95 13.- (12) 120 DIANA 97.3 (7) 91 4 (18) 105 63.5 9) 100 10 3 9) 95 NOBLESSE 94 6 (7i 89.2 (16) 103 64 1 7) 100 9.8 7) 91 HYLKEMA 1871 100 3 (7) 95.- (8) 109 78 1 1) 122 10.7 1) 100 REGENBOOG 94 9 (4) 89 - (5) 102 r— L. B. W. 59 92 4 (4i 87.5 (5) 101 PERCELLO 93 6 (4) 88.- (22) 101 62 2 (21) 97 9.7 (21) 90 FORMOSA 89.- (11 102 66.4 (15) 104 8 4 (15) 79 HOLLANDIA 86.- 99 63.2 4) 99 10.8 4) 100 VERUM 87.- (9; 100 59.9 (22) 94 10.1 (22) 94 Ook dit jaar heeft de verbouw van WIERA zich verder uitgebreid, hoofd zakelijk weer ten koste van Concurrent. Dit ras wordt nu algemeen verbouwd en terecht, daar dit witbloeiende vlas vele goede eigenschappen heeft en minder hoge eisen aan de grond stelt. Het is goed resistent tegen verschillende ziekten en is behoorlijk stevig van harrel. De opbrengst, zowel aan ongerepeld als aan gerepeld vlas en zaad is uitstekend. Ook in het afgelopen jaar, met zeer ongunstige weers omstandigheden, kwam Wiera ten opzichte van de andere rassen, zeer goed voor de dag. In 1951 werden nog verschillende percelen met FIVEL verbouwd. Door de minder goede uitkomsten en ook de latere rijping kwam, in 1954 dit ras nog slechts sporadisch voor. Naast Wiera en Concurrent werd het afgelopen jaar nog wat DIANA en SOLIDO verbouwd. Op de goede vlasgronden blijft DIANA in opbrengst beneden Wiera. Dit witbloeiende ras is echter minder gevoelig voor minder gunstige om standigheden, wat dit jaar op de verschillende proefvelden goed tot uiting kwam. Op met brand besmette percelen is Diana op zijn plaats, daar het hiertegen goed resistent is. Het is een vrij stevig, laat rijpend ras met een goede lengte en een hoge vertakking. Het vezelgehalte lijkt gded te zijn, de zaadopbrengst echter matig. SOLIDO blijkt meer een ras voor de zavelgronden te zijn. Dit blauwbloeiende ras blijft wel eens wat kort maar valt in kg-opbrengst altijd mee. Het is behoorlijk stevig en heeft een zeer korte vertakking, Solido is vatbaar voor brand, terwijl het tegen roest en zwartstip behoorlijk resistent is. Gemiddeld liggen de opbrengsten aan gerepeld vlas lager dan van Wiera. De zaadopbrengsten zijn echter iets hoger. Noblesse kan onder gunstige omstandigheden een opbrengst geven aan gerepeld vlas, welke gelijk ligt aan die van Wiera, de zaadopbrengsten zijn veel lager, terwijl de stevigheid veel te wensen overlaat. Een nieuw ras, dat vooral van de zijde der vlassers veel belangstelling had, is Hylkema 1871. Het is een blauwbloeiend vlas, dat zich vroeg ontwikkelt. Op het proeft veld waar in verschillende andere rassen brand voorkwam, bleek het niet aangetast te zijn. Vooral de goede stevigheid van dit vlas viel op. Het stro is vrij lang met een wat lage vertakking. De kwaliteit van het strovlas leek zeer goed. Op enkele proefvelden kwam wat dode harrel voor, terwijl op het einde der groeiperiode vooral in de kop van dit vlas wat botrytis voor kwam. De indruk werd verkregen dat het vlas gemakkelijk wat grof wordt. De kg-opbrengst aan ongerepeld vlas was zeer goed. Over het vezelgehalte en de zaadopbrengst zijn nog te weinig gegevens bekend. Regenboog wordt door onze Zuiderburen, de Belgen, bijzonder geprezen. Het is een uit België afkomstig ras. Het ontwikkelt zich vroeg met vrij veel, doch fijn blad. Het bleek echter vatbaar voor brand te zijn, eveneens voor roest en zwartstip en vooral voor verbruinen. De kwaliteit van het strovlas was echter uitstekend, misschien wel het beste van alle beproefde rassen. De geringe stevigheid is echter een groot nadeel. Voor de overige hierboven niet genoemde rassen is de belangstelling zeer gering. PERCELLO wordt, om zijn uitstekende kwaliteit, nog wel eens verbouwd. Formosa, Hollandia en Verum zijn van geen betekenis meer. Wij kunnen niet nalaten er nogmaals op te wijzen, dat verbouw van meer dan één ras per bedrijf niet raadzaam is. Hierbij treedt gemakkelijk rasvermenging op, wat gezien de belangryk- heid van het zaad als exportartikel, grote bezwaren heeft. OPBRENGST ERWTENRASSENPROEFVELDEN 1950—1954 IN KG/ARE. Gemiddeld 19501954 RASSEN 1954 kg/are kg/are Ronde groene erwten. RO\E»0 44.2 (4) 46.6 (21) 117 STIJFSTRO C.B 40.3 (16) 101 UNICA 34.7 (14) 87 MANSHOLTS G.E.K. 31.2 (5) 78 MANSIIOLTS PLUK 34.5 (11) 87 SERVO 27.9 (3) 37.0 (20) 93 VARES 48.9 (3) 47.3 (1) 118 VIRTUS (C.B. 4218) 46.9 (3) 49.0 (7) 123 Schokkers. ZELKA 29.0 (3) 36.3 (19) 91 EMIGRANT 34.0 (3) 38.7 (19) 97 BIG BEN 32.4 3) 37.8 (14) 95 Capucijners en Rozynerwten. AUREOOL Cap 34.1 (3) 41.4 (10) 104 DOLFIJN 29.9 (3) 36.8 (10) 92 VINCO Roz 32.7 (3) 39.1 (10) 98 IVORA 28.9 (3) 36.4 (10) 91 KOROZA 27.8 (3) 34.5 (5) 86 EROïCA 23.6 (3) 32.7 (4) 82 100 40 kg/arc De opbrengsten van de verschillende erwtenrassen vertonen veel over eenkomst met de mate van resistentie tegen de voetziekte (topvergeling). Een goede opbrengst gaat samen met grote onvatbaarheid, terwijl een gevoelig ras zodanig in opbrengst gedrukt wordt, dat zelfs mislukkingen optreden. Ronde groene erwten Van de meer bekende rassen is RONDO over alle jaren het meest pro ductief. De goede resistentie tegen voetziekte maakt Rondo goed oogstzeker en zeer aanbevelenswaardig. Het is ook voor de handel een goed gewilde erwt. Enige concurrentie zal Rondo gaan krijgen van net voorheen ge noemde ras C.B. 4218 dat nu onder de naam van VIRTUS in de Rassenlijst zal worden opgenomen. In beide jaren van beproeving lag de opbrengst boven die van Rondo. Het is een goed opgroeiend, goed dekkend en vrij stevig gewas. Op gronaen die veel stro leveren doet men waarschijnlijk goed Rondo te ver bouwen. Virtus bloeit vroeg en bloeit lang door. De erwt is groot en van goede kwaliteit. In 1954 kwamen in dit ras enkele voetzieke planten voor hetgeen eveneens het geval was bij Rondo. Unica, Mans. g.e.k., Mans. pluk en Servo passen om de grote vatbaarheid voor voetziekte op geen enkel bedrijf in het Z.W.-kleigebied. Vares biedt voordelen in gebieden waar de Amerikaanse vaatziekte voorkomt. Schokkers ZELKA wordt door enkele rassen in opbrengst overtroffen. Hierdoor zal ongetwijfeld de oppervlakte van het ras gaan afnemen. EMIGRANT gaf in 1954 een duidelijke meeropbrengst. Jammer dat dit ras wegens de mindere gedeuktheid voor export naar Engeland niet gewild is. Er zijn echter andere landen met een geringe behoefte, die andere eisen stellen en daardoor Emigrant zonder bezwaar importeren. Deze bezwaren zullen niet voor BIG BEN gelden zodat dit ras als vervanger van Zelka steeds meer verbouwd kan worden. Het zaad is wat grover en goed gedeukt. Mede omdat het stro wat korter is, zal vooral op gronden die weinig stro geven een ruime zaaizaadhoeveelheid nodig blijken. Big Ben is ongeveer even gevoelig voor meeldauw als Zelka. Capucyner- en Rozynerwten AUREOOL geeft elk jaar topopbrengsten. Ook is het ras de meest resistente capucijners gebleken tegen de voetziekte. Het gewas is fors, blad rijk vrij goed stevig en goed dekkend. De consumptiekwaliteit is zeer goed. Verdient de volle aandacht. De beste rozijnerwt vanwege de ongevoeligheid voor voetziekte is VTNCO. De consumptiekwaliteit is dikwijls matig. Betere consumptie- waarden hebben Koroza en Eroïoa. Beide rassen zijn in de Rassenlijst op-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 7