Het bouwplan in het Zeeuwse rampgebied.
Waarmee we bij het zaaien
zoal rekening moeten houden
DE RASSENLIJST VOOR
LANDBOUWGEWASSEN 1955.
DE RASSENLIJST VOOR
GROENTEGEWASSEN.
AATE R DAG 22 JANUARI lftèS.
■J&EHOUDENS in enkele polders, wordt de gewassenkeuzc thans bepaald door de structuur van
de grond. Deze structuur vormt een tastbaar begrip. Het is de taak van de boer om, de
structuur in aanmerking genomen, te bepalen wat er op de herstellende grond geteeld zal worden.
Oppassen blijft daarbij geboden, wanneer de structuur nog te wensen overlaat. Wat de grondbewer
king betreft blijft het devies: „Zo weinig, zo ondiep en zo droog mogelijk bewerken
DE GEWASSENKEUZE IN VERBAND MET DE
STRUCTUURGEVOELIGHEID
Doordat het ontziltingsproces met uitzondering
van enkele polders, is afgelopen, speelt het zoutcigfer
van de grond bij de keuze van het gewas geen rol
meer. Uitsluitend het voor de boer waarneembare»
structuurbeeld is thans beslissend bij de gewassen-
keuze. Daarmede vallen niet alle beperkingen weg.
Het is wel degelijk zaak bij een uitgesproken slechte
structuur van de grond geen structuur gevoelige ge
wassen te telen.
Structuurgevoelig zijn alle fijnzadigén, als: vlas,
uien, wortelen, blauwmaanzaad, rode klaver, lucerne
en grassoorten Zij tonen hun structuurgevoeligheid
vooral door een slechte opkomst, maar staan zij
eenmaal boven, dan ontwikkelen zij zich vaak voor
spoedig.
Suiker- en voederbieten gedragen zich t.o.v. de
structuurgevoeligheid tot op zekere hoogte eveneens
als een fijnzadig gewas. Voor deze gewassen is het
aan te raden, wanneer de structuur van het zaaibed
nog te wensen overlaat, om 1 ton gips per ha, te
bewaren. Deze kleine gipsgift behoort dan terstond
na het zaaien met de kunstmeststrooier te worden
verstrekt, om verslempen van het zaaibed bij regen
tegen te gaan.
Aardappelen zijn eveneens zéér structuurgevoe
lig, zij het ook dat dit aanvankelijk niet zelden
minder tot uiting komt. Maar de ervaring leert, dat
bij een natte Augustusmaand het gewas niet vrij te
houden is van kwaad. Misoogsten door kwaad en
natrot kwamen in 1946 in het voormalige inundatie-
gebied van de tweede wereldoorlog veelvuldig voor.
Zelfs in 1950 waren er nog slechte opbrengsten bij
aardappelen in dit gebied door kwaad en natrot
vooral op zwaardere gronden met een minder goede
structuur. Men kan nu wel door na het poten gips
te strooien, de doorlatendheid van de grond trachten
te verbeteren, maar veel resultaat hebben wij daar
van tot dusver niet gezien.
Er zijn twee gewassen, die nog veel teleurstel
lingen kunnen geven in het rampgebied, meer nog
door de hoedanigheid dan door de hoeveelheid van
de oogst. Eén daarvan is ongetwijfeld de aardappel.
De ander is de ui, 'die qok bij 'een goede stand en-
ontwikkeling onder de gegeven omstandigheden
bijzonder gevoelig voor koprot is gebleken.
Erwten, die, zoals bekend, bijzonder zoutgevoelig
zijn, blijken zeker niet in die mate structuurgevoelig.
De granen tenslotte zijn het minst structuurge
voelig.
Samenvattend kan opgemerkt worden, dat bij
een uitgesproken slechte structuur van de grond
alleen granen geteeld behoren te worden. Laat de
structuur nog te wensen over, dan dient men vooral
met aardappelen en fijnzadigén, waaronder in de
eerste plaats in verband met de kwaliteit de ui
genoemd moet worden, voorzichtig te zijn. Is de
structuur bevredigend, hoewel nog niet ideaal, dan
komt naast de biet de erwt of het vlas eerder een
plaats in het bouwplan toe dan de aardappel of
de ui.
IN WELKE POLDERS SPEELT HET ZOUT
NOG EEN ROL?
Alleen in die polders of delen van polders, waar
Door het uitgeven van dit nummer en
een grote toevloed van kopy moeten deze
week helaas vele artikelen blijven over
staan.
REDACTIE.
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Over
name van artikelen is slechts geoorloofd met
duidelijke bronvermelding. Leden van de
Z. L. M. en N.-Br. Mij van Landbouw ontvan-
gen het blad gratis.
ABONNEMENTSPRIJS voor niet-leden, niet-
grondgebruikers, bedraagt 10,per jaar
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 15 cent;
minimum per advertentie 2,25. Incasso
kosten 0,20.
i Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën uiterlijk Dinsdag
avond aan de Uitgeefster N.V. v/h Firma
P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.
Landbouwhuis Goes
Tel. K 100—2345. j
de ontzilting door een vooralsnog minder goed
functionnerende ontwatering is vertraagd, zal het
zoutcijfer nog de gewassenkeuze bepalen. Dit kan
het geval zijn in de polders Schouwen, Vierbannen
van Duiveland en Kruiningen. In welke omvang
hiervan nog sprake zal zijn in deze polders, zal het
zoutonderzoek uitmaken. Alleen in deze polders
zal nog een oriënterende zoutbemonstering plaats
vinden. Blijkt dit onderzoek tot een zoutkartering
aanleiding te geven, dan zal, evenals dit reeds eer
der is geschied, ook individuele voorlichting op
basis van de gevonden zoutcijfers gegeven worden.
Het verdient wel aanbeveling voor de grondgebrui-
Heeft men aan de hand van de proefvelduitsla
gen het voor zijn omstandigheden meest geschikte
ras uitgezocht en is men daarnaast nog zo ge
lukkig het ras zijner keuze ook te kunnen krijgen,
dan is de eerste stap gezet op de weg om tot een
goede opbrengst te geraken.
Maar voor het verkrijgen van een goede op
brengst komt er meer kijken. Perceelskeuze,
grondbewerking, bemesting en niet in de laatste
plaats ziektenbestrijding. En ziektenbestrijding
begint met zaadontsmetting.
Bij de ontsmetting van ons zaaizaad hebben
wij met drie factoren te maken, namelijk het
zaad, de ziektekiemen die in de grond en in of
op het zaad voorkomen en het middel waarmee
wij deze ziektekiemen gaan bestrijden.
Allereerst het zaad zelf. De omstandigheden
waaronder in 1954 geoogst werd, waren voor de
meeste onzer zaadgewassen niet bepaald gunstig
te noemen. En hoewel in de meeste gevallen niet,
zoals bij tarwe wel voorkwam, het rose schimmel-
pluis op de aren -stond, zal niemand verwonderd
zijn te vernemen dat dooreengenomen het zaad
vrij veel tot zelfs zeer Veel geleden heeft tijdens
de oogst, terwijl de kans op schimmelaantasting
bij de _kjeming_ grpot zal zijn.
Da bijzóndere omsfanc! ighedën waaronder vorig
jaar geoogst werd, hadden voor ons zaaizaad
echter vaak nog een bezwaar. Omdat bij dorsen
op het veld het zaad onvoldoende droog was
moest vaak kunstmatig gedroogd worden. Door
dat men met hoge vochtgehalten te doen had en
men een grote aanvoer moest verwerken, vond
dit drogen moer dan eens plaats op een minder
ideale wijze. Nu heeft bij te krachtig drogen
de kiemkracht vaak te lijden.
Juist bij zaad met een te lage kiemkracht en
kiemenergie krijgen de schimmels hun kans. Bij
een trage ontwikkeling van de kiem en een lang
onder de grond blijven staat de reeds zwakkere
jonge plant nog meer aan aanvallen van genoem
de parasieten bloot dan wanneer hij in een mini
mum van tijd boven is.
Dat er met een juiste ontsmetting veel narigheid
te voorkomen is, bleek wel in het afgelopen na
jaar toen een zeer groot verschil in opkomst tus
sen ontsmette en niet ontsmette wintertarwe
viel op te merken.
Wat ook voor andere jaren gold, dient voor
1955 nog eens beklemtoond te worden: Geen kor
rel zaaizaad onontsmet de grond in.
Wat de ziekten betreft die door ontsmetting
bestreden kunnen worden, dient allereerst de
groep van de kiemschimmels genoemd te worden.
Deze belagen de jonge plant reeds tijdens de
kieming en bij de allereerste groei. Niet alleen
is dit het geval bij de granen, maar ook andere
gewassen kunnen hiervan te lijden hebben. Zo
bleken contracterwten, onder ongunstige omstan
digheden uitgezaaid, een duidelijk betere opkomst
te geven wanneer zij ontsmet werden met TMTD-
houdende middelen. Gezien hetgeen hiervoor
werd meegedeeld over de kwaliteit van het zaad
zal dit jaar aan te bevelen zijn de uit te zaaien
andere erwtensoorten zoals kleine groene en
schokkers, eveneens met TMTD te ontsmetten.
Wel is TMTD een middel dat voor degene die
de ontsmetting uit moet voeren bepaald onaan
genaam is, doch hier staat tegenover dat met een
betrekkelijk gering bedrag een grotere zekerheid
bij de opkomst verkregen zal kunnen worden.
Dat zowel in 1953 als in 1954 in zomergerst
meer dan één geval voorkwam van strepenziekte
stemt eveneens tot nadenken. In een belangrijk
tee'ltgebied voor gerst als Zeeland moest deze
door zaadontsmetting volledig terug te dringen
aantasting niet meer voorkomen.
Ook vlaszaad dient ontsmet te worden. Tussen
de'met ontsmet en met niet ontsmet zaad uit
gezaaide percelen kon men de laatste jaren
een duidelijk verschil in aantasting door Botrytis
aannemen. Ook hier kan TMTD, eventueel een
middel dat zowel kwik als TMTD bevat, gebruikt
wórden. Bij zwakke of beschadigde partijen ver
diént TMTD de voorkeur.
kers in de eerder genoemde drie polders, er rekening
mede te houden dat het zoutdgfer nog van invloed
kan zijn op de samenstelling van het bouwplan.
DE GRONDBEWERKING
Over de grondbewerking tenslotte nog een enkel
woord.
De methode van grondbewerking doet er minder
toe, als men maar steeds bedenkt, dat iedere grond
bewerking uit oogpunt van het herstel in feite on
juist is. Houdt men dit voor ogen, dan zal men er
ook naar streven om het aantal bewerkingen te
beperken en de bewerkingen voor zoveel noodzake
lijk, oppervlakkig uitvoeren. Voegen wij hier nog
aan toe, dat in zijn structuurbedervende invloed
een bewerking van natte grond aan een diepe be
werking gelijk gesteld moet worden, dan volgt uit
dit alles het devies voor de grondbewerking in het
rampgebied: „Zo weinig mogelijk, zo ondiep mo
gelijk en zo droog mogelijk
De Rijkslandbouwconsuleht,
Dr. Ir. C. W. C. VAN BEEKOM.
Nog een gewas vraagt in dit verband de aan
dacht, namelijk blauwmaanzaad. Nog maar al te
veel wordt dit onontsmet uitgezaaid. Naast an
dere kiemschimmels wordt bij dit zaad door ont
smetting ook de verdorringsziekte bestreden.
Deze ziekte veroorzaakt ook later in het seizoen
beschadiging en zelfs afsnoering van de wortels
en omvallen van de plant. Het is niet onmogelijk
dat de lage opbrengsten van de laatste jaren
mede hiervan een gevolg zijn.
Heeft men eenmaal besloten tot het ontsmetten
of het doen ontsmetten, dan vraagt de toepassing
van de middelen nog een grote mate van nauw
keurigheid. De hoeveelheid en het tijdstip spelen
een belangrijke rol. Vooral bij de kwikmiddelen
verdient het over het algemeen aanbeveling na
het ontsmetten het zaaien niet te lang uit te
stellen.
Samenvatting
1. Het zaaizaad van oogst 1954 heeft over het
algemeen tijdens de oogst veel geleden.
2. Door ontsmetting van het zaad wordt een
hoger percentage gekiemde zaden en een
betere stand van de planten verkregen.
3. Naast de kiemschimmels worden ook andere
ziekten als strepenziekte in gerst, Botrytis in
vlas en verdorringsziekte in blauwmaanzaad
hiermede geheel of gedeeltelijk voorkomen.
De Specialist voor de Plantenziekten,
P. VERHAGE.
R.L.V.D. voor de Zeeuwse eilanden.
De 30e Beschrijvende rassenlijst voor landbouw
gewassen verschilt in zoverre van de voorgangers,
dat er weer vele nieuwe rassen zijn opgenomen,
zodat het voor alle landbouwers weer een onmis
baar boekje geworden is
Dat deze uitgave tot stand gekomen is door
samenwerking van drie Instituten, terwijl enkele
tientallen instellingen hun medewerking hebben
verleend, geeft de garantie dat aan het opnemen
of schrappen van rassen een zorgvuldig afwegen
van alle factoren ten grondslag ligt.
Dat in het Slotwoord, wat in feite een inleiding
zou kunnen zijn, de waardevolle opmerkingen van
landbouwers, kwekers, handelaren en industriëlen
worden genoemd, toont aan, dat men voor sugges
ties van deze zijde steeds een open 'oog heeft.
De Rassenlijst is verkrijgbaar bij de N.V. Leiter
Nypels te Maastricht, tegen betaling van ƒ1,90
(giro 37754). De verzendkosten zijn in de prijs
begrepen.
Teneinde de tuinder op de hoogte te brengen
van de waarde van bestaande en van nieuwe ras
sen en selecties, geeft het Instituut voor de Ver
edeling van Tuinbouwgewassen ieder jaar een
Rassenlijst voor Groentegewassen uit.
Voor velen zal het niet nodig zijn deze rassen
lijst te beschrijven en aan te bevelen.
Voor hen, die deze gids nog niet kennen het
volgende:
Van vrijwel alle belangrijke groentegewassen
worden alleen die rassen en selecties beschreven,
welke voor de practijk aanbeveling verdienen. Ten
nanzien. van de oudere, reeds lang bestaande rassen
wordt vermeld waar men van deze rassen de beste
selecties kan verkrijgen. Ten aanzien van de
nieuwe, wordt getracht de tuinder te behoeden
voor beproeving op goed geluk, en hem al die ge
gevens voor te leggen, welke reeds bekend zijn.
De. gegevens, welke men in de rassenlijst vindt,
zijn voor een groot deel afkomstig van de practijk-
proeven.
Da rassenlijst is tegen betaling van ƒ1,75 per
si uk verkrijgbaar bij het Instituut voor de Verede-
lino van Tuinbouwgewassen, Postbus 16 te Wage
niilgen, postgiro No. 42§34Q