Het bouwplan voor oogst 1955. 1 ONDERLINGE BRANDWAARBORG-MAATSCHAPPIJ VOOR ZEELAND ZEEUW SCHE BRANDWAARBORG-MAATSCHAPPIJ VAN 1824 90 90 moo Uw Brandverzekering* in samenwerking met MIDDELBURG - Bijkantoor GOES Landbouwhuis ZIERIKZEE ZEEUWSCH LA BOUWBLAD. EEN goed bouwplan opstellen voor de komende oogst is voor elke landbouwer van grote beteke nis. Een goed opgesteld bouwplan zal immers nu en in de toekomst het verwerven van een zo groot mogelijk inkomen uit het bedrijf mogelijk maken. Daar het te verwerven inkomen in feite afhankelijk is van twee punten, n.l. de kosten en de opbrengsten, dient met deze factoren reeds bij de opstelling van het bouwplan rekening te worden gehouden. Hoe kosten en opbrengsten het best kunnen worden benaderd, zal in het hier volgende zo goed mogelijk worden aangegeven. Het benaderen van de totaal te maken kosten gedurende het komende productiejaar is geen ge makkelijke opgaaf. Voor het gestelde doel bepaling van winstmogelijkheden van een bouwplan is het echter niet nodig om al de te maken kosten te bepalen, welke direct door de gewassen worden veroorzaakt in het betrokken jaar. Dit lijkt op het eerste gezicht te eenvoudig, maar bij nader inzien zal het ieder duidelijk zijn. Het is n.l. zo, dat de winst hoger of lager wordt naarmate het verschil tussen de opbrengsten van de gewas sen en de directe kosten aan de gewassen groter of kleiner wordt. Dat dit verband inderdaad aanwezig is wordt duidelijk wanneer men weet dat uit het resterende bedrag alleen de niet direct voor de gewassen ge maakte kosten nog worden betaald en tenslotte de winst overblijft. Deze kosten variëren niet met de gewassenkeuze en zijn voor elk bouwplan gelijk. Hieruit volgt, dat een groter verschil tussen op brengsten en directe kosten meer winst moet geven. Het volgende voorbeeld zal dit nog duidelijker maken: Bouwplan Opbrengst gewassen Directe kosten aan deze gewassen Verschil Kosten onafhankelijk van bouwplan Winst A 10000,— 2500, 7500,— 7000,— B 15000,— 4000,— 11000,- 7000,- 500,— 4000. Het verschil tussen opbrengsten en directe kos ten aan de gewassen is voor bouwplan B 3500, hoger dan voor bouwplan A. Hetzelfde geldt voor de winst die ook bij bouwplan B ƒ3500,hoger zal zijn. Hiermee is bewezen, dat het kennen van de directe kosten voor de gewassen, wat de kosten zijde betreft, voldoende is om het uit financieel oogpunt beste bouwplan te kiezen. De te maken directe kosten bij de uitvoering van een bouwplan, veranderen naarmate andere gewas sen of van dezelfde gewassen andere oppervlakten worden gekozen. Bij keuze van het bouwplan die nen daarom allereerst de totale directe kosten voor het bouwplan te worden vastgesteld. Tot deze kosten kunnen worden gerekend: Kunstmeststoffen, Zaaizaad en pootgoed, Werk door loonwerkers. Bestrijdingsmiddelen, Variabele trekkerkosten. Variabele loonkosten, Rente omlopend kapitaal, Diverse directe tot nog toe niet genoemde kosten. Ter vermijding van misverstanden zij er nog eens uitdrukkelijk op gewezen, dat de in dit artikel vermelde cijfers niet berusten op de resultaten van het afgelopen jaar, zodat uit deze willekeurig gekozen cijfers geen conclusies over de rentabiliteit getrokken mogen worden. Dit gevaar is des te groter, omdat hier twee producten met vaste prijzen vergeleken wor den met twee producten, waarvan de prijs sterk van de marktsituatie afhankelijk is. Vandaar dan ook, dat vaak gesproken wordt van speculatieve gewassen; waarbij het risico van de ondernemer uiteraard veel groter is dan bij de gewassen, waarvan de prijs bij voor baat vast staat op grond van garanties van Overheidswege. Bij de speculatieve gewassen zal men im mers het marktverloop terdege dienen te vol gen om de vooruitzichten te kunnen beoor delen. Dit marktverloop is anderzijds weer sterk afhankelijk van het areaal, dat in een be paald jaar geteeld wordt. Men dient bij de beoordeling van uitkom sten op het eigen bedrijf, i.v.m. het opmaken van het bouwplan, terdege met dit risico reke ning te houden. REDACTIE. Wanneer deze kosten worden bepaald en geteld, zijn de totale directe kosten, welke het bouwplan in kwestie zal vragen, bekend. Reeds is opgemerkt, dat tegenover de directe kosten van een bepaald bouwplan de opbrengsten dienen te worden gesteld. Ook deze variëren met de samensteling van het bouwplan. Om de te ver wachten verkoopwaarde van de geoogste producten vooraf te berekenen, moeten zowel kg-opbrengsten als prijzen worden geschat. Daarna kan de totale geldopbrengst worden bepaald door de geschatte verkoopwaarde van de te oogsten producten (zo wel hoofd- als bijproducten) te tellen. Of inderdaad verkocht zal worden doet bij het maken van het plan niet terzake. De te verwachten verkoopwaarde moet worden beschouwd als de op brengst, die men zal kunnen verkrijgen en staat als zodanig tegenover de te maken kosten. Wanneer van de op genoemde wijze berekende opbrengsten de directe kosten worden afgetrokken, zal een geldbedrag worden overgehouden. Dit geldbedrag is echter nog geen winst, want zoals eerder gezegd hiervan moeten verschillende kos ten nog worden afgetrokken. Deze kosten worden, in dit verband, echter voor elk bouwplan gelijk ge acht. Een en ander betekent dus dat een groter verschil tussen opbrengsten en directe kosten een grotere winst zal geven. Van deze stelling uitgaande kan worden vastge steld, dat het verschil tussen genoemde directe kos ten en opbrengsten als maatstaf kan dienen voor de winstgevendheid van een l>epaald bouwplan. Door vergelijking van verschillende plannen voor hetzelfde bedrijf moet het dus mogelijk zijn om op deze manier het plan te vinden waarmee naar ver wachting de meest gunstige financiële resultaten zullen worden bereikt. De gewassen die men het best kan kiezen voor een zo goed mogelijk bedrijfsresultaat, kunnen vol gens dezelfde methode als het beste bouwplan wor den bepaald. In dat geval worden niet de resulta ten van verschillende bouwplannen, maar van ver schillende gewassen vergeleken. Hier geldt immers, dat de gewassen met het grootste verschil tussen opbrengsten en directe kosten per ha in de eerste plaats in aanmerking dienen te komen. Het verschil in belangrijkheid van de gewassen met betrekking tot de winstgevendheid kan bij wijze van voorbeeld als onderstaande staat worden berekend In dit voorbeeld is er van uitgegaan dat variabe le lonen (b.v. losse arbeidskrachten) niet voorko men, terwijl een trekker op het bedrijf ontbreekt. Er blijkt dan dat de erwten het grootste verschil tussen directe kosten en opbrengsten geven. Daar op volgen de suikerbieten en de aardappelen, ter wijl de wintertarwe hier het minste verschil laat zien. Voor de bedrijfswinst zullen erwten dus vol gens geraamde kosten en opbrengsten, het beste gewas zijn. Suikerbieten en aardappelen zijn be langrijk minder, terwijl van tarwe het minst kan worden verwacht.. Uit deze becijfering mag echter niet de conclusie worden getrokken dat voor alle bedrijven het ver bouwen van erwten belangrijk voordeliger zal zijn dan de teelt van suikerbieten. Voor ieder individu eel bedrijf gelden immers weer andere kosten en opbrengsten. Bovendien kunnen de omstandig heden waaronder moet worden geproduceerd, aan merkelijk verschillen. Tevems mag niet worden vergeten dat met de vruchtverwLseling in deze berekening geen reke ning is gehouden, terwijl i dit in de practijk een be langrijke rol speelt. Het moet om deze redenen dan ook niet moge. lijk worden geacht om de keuze van een econo misch verantwoord bouwplan in een mededeling volledig uiteen te zetten. Daarvoor spelen de indi viduele bedrijfsomstandigheden een te grote rol. Elke boer moet uiteindelijk zelf beslissen welk bouwplan voor hem naar verwachting het voorde ligst zal zijn. De bedoeling is echter dat de gegeven berekeningen als richtlijn kunnen dienen om de in dividuele beslissing te vergemakkelijken en moge lijk te verbeteren. Ongetwijfeld zullen er in verband met het op stellen van een productieplan na deze uiteenzet ting vragen overblijven. Mogelijk niet alleen wat het bouwplan betreft, maar ook ten aanzien van de aankoop van werktuigen, het kopen van een trek ker en het houden van vee. In verband hiermee zij opgmerkt dat de rayonassistenten regelmatig be hulpzaam zijn bij het opstellen van productieplan nen. Zij beschikken dus over ervaring en kunnen daardoor mogelijk ook U van dienst zijn. De Hoofdassistent voor het Economisch Onderzoek, L. NIEUWENHUIJSE. Directe kosten en opbrengsten. Opp. ha Kunstmest Zaai zaad Werk door der den Bestr. midde len Rente omlo pend kapi taal Diver sen Totaal kosten O p b r e n g sten Saldo GEWAS kg Kos ten Gld. poot goed Gld. Hoofdproduct Bijproduct Totaal N P K Gld. Gld. Gld. Gld. Gld. k9 Gld. kg Gld.4" Gld. Gld. Wintertarwe Erwten KI. Gr Aardappelen Suikerbieten 1.— 1 51 143 150 45 54 100 120 160 160 110 76 244 253 56 250 525 36 135 114 56 38 105 20 20 35 35 90 25 321 498 1055 349 4000 4000 30000 50000 2400 2400 2150 4000 3000 25000 120 135 75 1120 2535 2400 2225 799 2037 1345 1876 ^OOCOOO^COOgs^SOOCOOCCO^Ql>OOCNC>CNCC>^SsrCOCN20COOZ>SOC>4 >ccocococcoc

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 4