Het een en ander omtrent de zaadteeit op contract.
Wijziging Algemene Teeltvoorwaarden.
56
ZKEUWSCH LAÜDBOC7 WBLAD.
DE ieeli van land- en iuinbouwzaden werd reeds voor 1900 uitgeoefend, maar de grote uitbreiding
dateert uit de 20e eeuw. Dit was een gevolg van de toenemende vraag naar deze zaden in binnen- en
buitenland door de zich steeds meer uitbreidende teelt van bepaalde gewassen en de steeds hogere, eisen,
die werden gesteld aan de kwaliteit en de raszuiverheid van het zaad. Speciaal de contractteelt, waaronder
we verstaan het vermeerderen van zaad op een contract met een kweker/handelaar, breidde zich uit.
Voor deze teelt van landbouwzaden als bijv. bietenzaden, graszaden en stoppelknollenzaden, neemt de
provincie Groningen een vooraanstaande plaats in. De provincies Zeoland en Noord-Holland zijn de be
langrijkste productiegebieden voor iuinbouwzaden.
TEELTREGELINGEN.
Zooals reeds vermeld, vindt deze teelt plaats op
contract. In de practijk betekent dit veelal, dat er
wordt gewerkt met aanvraag- en bevestigingsformu
lieren of met verkoop- en koopbevestigingen. Op deze
wijze vermijdt men het zegelrecht. Het woord „con
tract" is evenwel volledig ingeburgerd.
De contractteelt is ontstaan, doordat de handelaren
niet voldoende tijd en gelegenheid meer hadden om
grotere oppervlakten zelf te verbouwen.
Voor vele land- en tuinbouwgewassen is de zaad
teelt op contract verplicht; hetgeen inhoudt, dat men
zonder contract deze zaden niet mag telen.
Ook de desbetreffende kweker-handelaar moet door
het Bedrijfschap gerechtigd zijn zaden op contract te
telen.
Voor alle contractzaden heeft men bovendien een
„teeltvergunning" nodig voor het Bedrijfschap, waar
onder het gewas valt.
KEURINGSDIENSTEN.
Voor de contractlandbouwzaden moet men bij de
N.A.K. de veldkeuring aanvragen. Daarna volgt de
aanvrage voof de partij keuring. Dit laatste geldt ook
voor niet te vele gekeurde zaden van bijv. Klaver
en lupine, wanneer hiervan door schaarste ook niet
te velde gekeurd zaad wordt vrijgegeven. Verbouwt
men deze zaden met het vooropgezette doel deze als
zaaizaden af te zetten, dan moet het gewas wel voor
de veldkeuring worden aangegeven.
Uiteraard kunnen we hier niet in details treden en
ook de bepalingen van de N.A.K. zijn aan wijzigingen
onderhevig, zodat men steeds rekening moet houden
met de jongste bepalingen.
Voor de landbouwgewassen heeft men te maken
met de N.A.K., maar voor de tuinbouwgewassen met
de N.A.G.G. Er is officieel uitgemaakt welke gewas
sen tot de landbouw en welke tot de tuinbouw
worden gerekend. Deze indeling is voor onze land
bouwers nog wel eens verwarrend, omdat zij bijv. de
grote oppervlakten spinaziezaden en radijszaden, die
op de landbouwbedrijven worden geteeld als een
landbouwgewas zien, maar deze gewassen worden
onder de tuinbouwgewassen gerangschikt. Nog moei
lijker wordt het bijv. bij de wortelzaden waarvan
sommige rassen tot de tuinbouw en andere tot de
landbouw behoren.
Voorts wijzen we op het verschil in werkwijze tus
sen N.A.K. en N.A.K.-G.
De N.A.K. keurt de landbouwzaden en wel ieder
perceel zo vaak als zij dit nodig acht. Daarnaast
komt de partij keuring.
De N.A.K.-G legt het accent op het selectiebedrijf
als zodanig. Wanneer een selectiebedrijf aan bijzon
dere eisen betreffende de outillage, eigen keurings
systeem e.d. voldoet, kan het een z.g. „zelf keurend
selectiebedrijf" worden. Een dergelijk bedrijf moet
dan zelf toezien op de vermeerdering van het stam-
zaad tot handelszaad, waarbij de N.A.K.-G zich be
perkt tot steekproeven. Het is dus niet abnormaal,
dat men bij contractteelt van tuinbouwzaden door
gaans niets merkt van een controleur van de N.A.K.-G.
Wel keurt deze instantie alle stamzaadpercelen.
Het ligt voor de hand, dat men zich bij de con
tractteelt heeft te houden aan de desbetreffende be
palingen van de Keuringsdiensten. We zullen hier niet
verder op wijzen, doch belanghebbenden kunnen zich
hiertoe tot deze diensten wenden om nadere inlich
tingen.
Enkele belangrijke bepalingen zijn wel de verplich
ting om op eenzelfde bedrijf van een bepaald gewas
slechts één ras te mogen telen. Voorts zijn er regelin
gen gemaakt om ongewenste kruisbestuiving zoveel
mogelijk te voorkomen, waartoe diverse afstanden tot
andere percelen zijn voorgeschreven. Tenslotte wordt
gelet op onkruiden en/of vermengingen die verbaste
ring kunnen opleveren of gevaarlijk kunnen zijn voor
vermenging met het zaad.
TEELTAFBAKENING.
Omtrent de voorgeschreven afstanden bij kruisbe-
stuivende gewassen, raadplege men steeds de kweker
handelaar en de Keuringsdienst Vroegtijdig overleg
met Uw buren is nodig om het gevaar voor afkeuring
wegens onjuiste belending te voorkomen.
Er zijn echter streken, waar de zaadteelt zo inten
sief wordt bedreven, dat men er met onderlinge af
spraken niet komt. Dit heeft tot gevolg gehad, dat in
1942 de „Bodemproductiebeschikking Kruisbestuiving"
werd afgekondigd. Deze is later vervangen door de
Bodemproductiebeschikking 1950 Kruisbestuiving. Een
dergelijke regeling is voor ieder bindend; op over
treding staat straf, terwijl onregelmatige teelt zelfs op
kosten van de overtreder kan worden opgeruimd, in
dien deze dit niet vrijwillig zou willen doen. Deze
regelingen komen tot stand na advies van de des
betreffende keuringsdiensten, die op hun beurt weer
worden bijgestaan door plaatselijke commissies van
deskundigen.
Voor het Zuiden zijn er de volgende regelingen:
Goeree-Overflakkee (sluitkool, uien, wortelen, witlof
en cichorei).
Tholen (sluitkool, wortelen, uien).
Walcheren (kool, spinazie).
Nadere inlichtingen zijn bij de keuringsdiensten te
verkrijgen.
CONTRACTEN.
Oorspronkelijk had iedere kweker-handelaar zijn
eigen contract met zijn eigen voorwaarden. Toen deze
teelt zich steeds meer uitbreidde, kwam er geleidelijk
aan steeds meer behoefte aan meer algemene voor
waarden. Zo zijn in de loop der jaren ontstaan de
z.g. „Algemene Voorwaarden voor de teelt van in
voorkoop gekochte zaaizaden met afrekening op
schoningsanalyse van het Rijksproefstation voor
Zaadcontröle". Ze zijn tot stand gekomen in onderling
overleg tussen teler en kweker-handelaar en worden
kortheidshalve aangeduid met A.T.V. Algemene
Teelt Voorwaarden). In deze voorwaarden zijn de
rechten en plichten van handelaren en teler opge
nomen, waardoor de kans op verschil van mening bij
voorbaat sterk wordt verkleind en wel in het bij
zonder, wanneer men afrekent op schoningsanalyse
van het Rijksproefstation voor Zaadcontróle. Dit laat
ste betekent dat de teler van het verbouwde zaad
een monster laat onderzoeken door dit Proefstation
en dat op basis van dit onderzoek wordt afgerekend.
Indien er ondanks deze voorwaarden toch nog
meningsverschillen mochten voorkomen, dan kunnen
deze door arbitrage worden beslecht
De verleiding is groot hier verder op deze A.T.V. in
te gaan, maar we vrezen dan te veel plaatsruimte in
te nemen. We raden iedere teler aan, zich een exem
plaar van deze voorwaarden aan te schaffen en ze te
bestuderen. Binnenkort zullen de opnieuw herziene
A.T.V. weer verkrijgbaar zijn.
PRIJSBEPALING.
Veelal teelt nien tegen een van te voren overeen
gekomen prijs per kilogram droog en schoon zaad.
Een enkele keer wordt ook wel een garantieprijs per
ha, al dan niet gecombineerd met een bepaalde prijs
per kg zaad gegeven. Verder wordt wel tegen uitbe-
talingsprijs gecontracteerd, waarbij de prijs aan het
einde van het seizoen (of eerder) wordt vastgesteld.
Nog weer een ander systeem is de teelt op participatie,
waarbij de teler een bepaald percentage krijgt van
de groothandelsprijs of van de gemiddelde verkoop
prijs. Dit systeem wordt vrij algemeen toegepast bij
de teelt van suikerbietenzaden, waarbij dan een
„Vertrouwenscommissie" door de telers wordt be
noemd om de telersbelangen met de kweker-handelaar
te bespreken.
In het vorengaande is meer een zeer globaal alge
meen overzicht gegeven, dat zeker geen aanspraak kan
maken op volledigheid. Door deze beknoptheid is niet al
les vermeld wat wellicht van belang kan zijn, maar zijn
slechts enkele punten aangeroerd. We besluiten met
de contractzaadtelers aan te raden zich een exem
plaar van de Algemene Teeltvoorwaarden aan te
schaffen, opdat zij daarin kunnen vinden hoe de rege
lingen zijn en waaraan zij zich hebben te houden.
Daarnaast willen we wijzen op het bestaan van een
zaadtelersvereniging en wel de „Zaadtelersvereniging
Groningen", adres Botanicuslaan 33 te Haren (Gron.),
die landelijk werkt en waarbij vele zaadtelers zich
hebben aangesloten om hun gezamenlijke belangen
beter te kunnen bepleiten. Tenslotte delen we mede,
dat ieder die advies omtrent de een of andere teelt
wenst, zich kan wenden tot de Rijkslandbouwvoor-
lichtingsdienst.
F. MUDDER.
Uit mededeling No. 50 van de Contractzaad-
telersvereniging namen we het volgende over be
treffende de wijziging van de teeltvoorwaarden
Met ingang van het oogstjaar 1955 zijn de
A.T.V., die gedurende de oogstjaren 1951 tot en
met 1954 van toe-passing zijn geweestherzien.
De afwerking van de contracten voor oogst
1955 zal op de A.T.V.-1955 kunnen gescrtieden,
maar kan niet eenzijdig worden toegepast, als
nog teeltcontracten op de oude A.T.V. toerden af
gesloten.
in
De wijzigingen moeten worden onderscheiden
1. Teeltvoorwaarden en
2. Reglement inzake de wijze van afrekening.
In deel 1 is nevens een aantal redactionele ver
duidelijkingen en verbeteringen nadrukkelijk be
paald, dat de Handelaar verplicht is „het verstrekte
materiaal genoegzaam van inaamsaanduiding te
voorzien, zodat te'er in staat wordt gesteld „de hoe
danigheden van de soort te beoordelen en de voor
schriften van belending en noodzakelijke afstand
na te komen."
Daar ook de kwaliteit van het stamzaad, wat zui
verheid en ras-zuiverheid betreft, niet altijd aan
zichtbare redelijke eisen voldoet en de hande1aar
alleen financieel verantwoordelijk kan worden
gesteld als. de ondeugdelijkheid uit een onderzoek
blijkt, wordt met klem de teler geadviseerd vóór
de uitzaai door een bevoegd monsternemer een
monster te doen trekken en dit door het Rijks-
proefstation voor Zaadco^trole voer een eventueel
later nodig geachte analyse een jaar te doen bewa
ren.
De veldkeuringskosten blijven in de nieuwe
A.T.V. principieel voor rekening van de handelaar,
maar bepaald lts' dat de teler de veldkeuringskos
ten aan de N.A.K. voorschiet en ze bij afrekening
van het geleverde zaad terugontvangt. Dit houdt
in dat de oontractteler als de cultuur geen voort
gang vindt, de keurinesaangiften tijdig dient te
herzien of terug te trekken om de veldkeurings
kosten te ontgaan. Ook is de contractteler verplicht
de handelaar te berichten, indien in het gewas
kennelijk vermengingen en rasonzuiverheid optre
den, om de aansprakelijkheid daarvoor tijdig te
doen nagaan.
Inzake drogen en schonen, zijn de bij het Regle
ment behorende tarieven voor droging, schoning
en lezing met 10 20 verhoogd, door de algeme
ne verhoging van kost en lonen. Bij zeer natte par
tijen mag bovendien een hoger droogloon worden
berekend tot een maximum van 2 x hot- normale
droogloon.
Anderzijds vervalt het tarief van het schoonloon
voor graszaden eerst voor die partijen waarvan het
percentage afval meer dan 30 bedraagt, doch
voor wortelzaad en fijne graszaden meer dan 40
bedraagt. In dat geval worden dus de werkelijke
scholingskosten aan de contract-zaad teler in reke-
ning gebracht.
In de oude A.T.V. was het maximum, waarboven
extra jschonir.gskosten mogen worden berekend
25 „Onder fijne grassen zijn te verstaan alle
grassen, die niet behoren tot de grove grassen,
welke zijn beemdlangbloem, raaigrassen, kweek-
dravik, rietzwenkgras en hoogzwenkgras."
In art. 16 is bepaald, dat de handelaar uiterlijk
binnen 8 werkdagen na ontvangst van het zaai
zaad in alle gevallen de contractteler een bewijs
van ontvangst dient te verstrekken, vermeldende
het aantal zakken, gewicht en als niet op scho-
nings-analyse van het Rijksproefstation voor Zaad
controle wordt afgerekend ook van de keur. Bij
niet accoordbe vinding van het bewijs van ont
vangst dient teler binnen 6 werkdagen te recla
meren.
Een bewijs van levering is even belangrijk als
de Wageningse analyse!
Anderzijds moet de handelaar binnen 8 werk
dagen na datum van het analyse-rapport een partij
beneden de in artikel 2 en 3 van het Reglement
vermelde tmiinimum normen van leverbaarheid
desgewenst weigeren. Doet hij dat niet, dan dient
te worden afgerekend op basis van deze minimum
normen.
Art'. 2 slaat op schoningseisen, art. 3 op kiem-
krachtnormen.
Belangrijk is, dat in art. 3 voor graszaden tegen
over de kortingen, voor te weinig kiemkracht nu
een toeslag van maximaal 6 voor een extra
gebruikswaarde is bepaald. Behalve voor Beemd-
langb'oem, Engels raaigras, Italiaans raaigras,
Veldbeemdgras en Rietzwenkgraszaad, die blijkens
de beschikbare statistische gegevens tot dusver,
doorgaans een extra hoge gebruikswaarde hebben.
middels is afgesproken, dat indien de nadere
gegevens van het Rijks-proefstation voor Zaadcon
tröle daarvoor een voldoende basis bieden, b.v. na
twee jaar, deze normen zullen worden herzien om
extra kwaliteit met een bereikbare toeslag te ho
noreren in het belang van beide partijen.
Dit principe verdient ook toepassing op diverse
andere land- en tuinbouwzaden, waarbij toepassing
van een toeslag voor extra kiemkracht practisch
niet voorkomt en de kortingen de contractprijs
vaak op ontmoedigende wijze drukken. Een ty
pisch voorbeeld daarvoor is het kiemkracht-ris-
toante radijszaad en ramenaszaad, waar tegenover
de aparte viervoudige percentische korting van
7480 kiemkracht ons inziens een compense
rende toeslag behoort.
Niet onbelangrijk is tenslotte, dat indien niet
binnen 14 werkdagen na ontvangst van de defini
tieve uitslag van het monsteronderzoek wordt af
gerekend (zonder Wageningse .analyse binnen
uiterlijk 3 maanden) voortaan 5 rente door han
delaar is verschuldigd, onverminderd het recht
van teler het bedrag op te vorderen. Tot dusver
bedraagt de rentevergoeding 4