N.- Brabantsche Mij van Landbouw
ZITDAG BOEKHOUDBUREAU
ALGEMENE VERGADERING
ZITDAGEN ADVIESBUREAU
DE NIEUWE MELKPRIJS
DE TUINBOUW IN DE PROVINCIE
NOORD-BRABANT
CURSUS VERENIGINGSTECHNIEK
ROGGE-CONTRACT
DE GRASZAADTEELT
VEILINGBERICHT
48
Nieuwendijk Donderdag 20 Jan. 11 12 uur,
in café v. d. Heuvel.
Deze keer is op onze wintervergadering wel een
bijzonder actueel onderwerp aan de orde, waarvoor
ongetwijfeld grote belangstelling zal bestaan.
Wij verwachten onze leden dan ook in groten
getale op:
WOENSDAG 26 JANUARI A.8.
in de grote zaal van Café-Restaurant „De Graan-
beurs", Reigerstraat te Breda.
AGENDA:
1. Openingsrede van de Vooratter.
2. Notulen van de Algemene Vergadering van Juli
1954 te Kaatsheuvel.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Verslag over het jaar 1954.
5. Spreker de Weled. Zeergel. Heer Dr. Ir. F. P.
Mesu over:
NOORD-BRABANT EN HET DELTA-PLAN.
Gedachtenwisseling.
7. Rondvraag.
2. Sluiting.
Alle leden worden bij deze uitgenodigd tot bij
woning van deze belangrijke vergadering, waar een
bij uitstek deskundige als Dr. Ir. Mesu voor ons het
Delta-plan zal behandelen en de consequenties
daarvan voor onze provincie.
Voor het adviseren inzake oorlogsschade en wa-
tersnoodschade zal het adviesbureau van de Stich
ting voor de Landbouw zitdagen houden te:
ZEVENBERGEN op Donderdag 20 Januari a.s. in
Hotel „Tholenaar", des voormiddags van 10 tot 13 u.
Verder elke Dinsdagvoormiddag op het kantoor
der Prov. Stichting voor de Landbouw te Tilburg,
Spoorlaan 46 en elke Maandagvoormiddag in Café
van Dijk te Almkerk.
Het is ter bevordering van een vlotte afwerking
gewenst, dat men op de zitdagen steeds de beschei
den meebrengt over het geval, waarover men advies
of inlichtingen wenst.
Hoewel het lang uitblijven van een beslissing
van de Minister van Landbouw inzake de garantie
prijs voor de melk voor het melkprijsjaar 1954-1955
reeds duidde op interne moeilijkheden bij het vin
den van een oplossing, moet toch geconstateerd
worden dat wat thans uit de bus is gekomen de
somberste verwachtingen wel overtreft.
Het Stichtingsvoorstel, uitgaande van een gemid
delde garantieprijs van 23,60 cent per kg, met een
interne verrekening voor de eerste 16.000 kg is dus
volkomen terzijde geschoven als niet aanvaardbaar.
Inplaats hiervan zal een algemene garantieprijs gel
den van 22 cent per kg, met een vetgehalte van
3,7 procent.
Daarnaast zal voor de bedrijven in de duurst
producerende gebieden men denkt aan de zand
gronden een toeslag op deze prijs worden ver
leend tot een maximum van 1,7 cent per kg.
De afbrekende critiek, die van verschillende
zijden op het Stichtingsvoorstel werd geleverd, heeft
het de Minister des te gemakkelijker gemaakt om
dit voorstel zonder meer ter zijde te schuiven.
Wat meer zelfdiscipline en eensgezindheid van
de zijde van de landbouworganisaties bij het bepa
len van een standpunt tegenover de Regering, komt
ons voor de toekomst wel wenselijk voor.
Vooral voor de kleinere bedrijven op de zand
gronden, maar ook op vele rivierkleigronden, is de
door de Minister genomen beslissing zonder meer
teleurstellend te noemen.
De integrale kostprijs van de zandgebieden was
volgens de L.E.I.gegevens 24.80 cent, de gemiddelde
kale kostprijs 23.60 cent per kg.
Op laatstgenoemde prijs was het Stichtingsvoor-
«tel (met interne verrekening) gebaseerd. De prijs
vaststelling van de Regering is thans gebaseerd op
het gewogen gemiddelde van de kostprijzen in de
zandgebieden en de weidegebieden, waarbij echter
geen rekening is gehouden met het door de factor
pacht veroorzaakte extra kostprijsver schil van
1.70 cent per kg. Aan de zandboer wordt daarom
deze toeslag van 1.70 cent apart in het vooruitzicht
gesteld. Hiermee wordt een volkomen nieuw ele
ment binnen gehaald, waarbij men het vercshil in
pachtprijs tussen klei- en zandgronden op deze
wijze wil gaan egaliseren.
De huidige prijsgarantie is dan ook belangrijk
minder dan het Stichtingsvoorstel en garandeert
vele bedrijven alleen de kale kostprijs (zonder on-
dernemersloon) en velen zelfs minder dan dat. Moet
dit dan het aandeel zijn dat de landbouw toekomt
van de in ons land zo zeer gestegen welvaart
Of meent men dat de zandbedrijven niet langer
goed geleide en economisch verantwoorde bedrijven
zijn, die recht hebben op een redelijke bestaans
mogelijkheid
Wij zullen daarom vast moeten houden aan het
uitgangspunt van de Stichting voor de Landbouw,
nl. een gemiddelde prijs van 23,60 cent per kg, met
daarnaast een toeslagregeling voor de duurst pro
ducerende gebieden.
Op het Landbouwschap als publiekrechtelijk or
gaan van de Nederlandse landbouw, komt wel een
zware taak te rusten.
Zou dit orgaan bovendien belast worden met het
uitvoeren van de door de Minister afgekondigde
regeling en grenzen moeten gaan trekken tussen
goedkoper en duurder producerende bedrijven, dan
willen wij de daarvoor te installeren commissies
(gezien de ervaringen met het uitvoeren van jde
motie-Groen) bij voorbaat sterkte toewensen.
IV.
ENKELE OPMERKINGEN OVER
DE BRABANTSE TUINBOUW
In het voorgaande werd een beeld geschetst
van de tuinbouw in de provincie Noord-Brabant.
Dit beeld was verre van volledig. Verschillende
aspecten moesten achterwege blijven en op diverse
problemen kon slechts oppervlakkig worden in
gegaan. Wij hopen echter dat gebleken is, dat de
tuinbouw niet zonder betekenis is voor de wel
vaart in deze provincie. Behoud en versteviging
en eventueel uitbreiding van deze bedrijfstak is
dan ook een provinciaal belang. In deze laatste
paragraaf willen wij in dit verband nog enige op
merkingen maken zonder op volledigheid te wil
len bogen.
Karakteristiek voor de Brabantse tuinbouw
bleek het samengaan op vele bedrijven van land
en tuinbouw, speciaal op de gemengde landbouw
bedrijven in het Westen van de provincie. Deze
combinatie nu is niet zonder bezwaren. Een goede
coördinatie van de verschillende bedrijfsonder
delen op een bedrijf is moeilijk en geeft nogal
eens aanleiding tot moeilijkheden. Bekend is ook,
dat invoering van tuinbouwteelten op de land
bouwbedrijven aanleiding geeft tot een sterk
vasthouden van de zoons op de bedrijven, zonder
dat er voor hen voldoende mogelijkheden zijn om
later bedrijfshoofd te kunnen worden. Hier ligt
naar onze mening een taak voor onderzoek en
voorlichting, n.l. te zoeken naar werkmethoden,
die de nadelen van het samengaan van land- en
tuinbouw op een bedrijf zoveel mogelijk ver
minderen.
Enkele andere vraagstukken, waarvan de be
studering en oplossing van belang is voor de Bra
bantse tuinbouw, zijn o.a.:
a. het vraagstuk van de financiering van glas op
tuinbouwbedrijven,, die tot intensivering wil
len overgaan;
b. voor jonge beginnende tuinders is het dikwijls
moeilijk op redelijke voorwaarden crediet te
krijgen voor de aankoop van glas;
c. in de nabijheid van steden, speciaal Bergen op
Zoom en Breda, gaat door stadsuitbreiding dik
wijls zeer goede, practisch onvervangbare tuin-
bouwgrond verloren;
d. de ontwikkeling van de tuinbouw heeft geleid
tot het ontstaan van een aantal kleine, zeer
eenzijdige tuibouwbedrijven. Verbreding van
de wankele basis van deze bedrijven is vereist,
maar door het huidige stelsel van de teeltver
gunningen zeer moeilijk;
e. voor het goed functionneren van de interne
afzet is een goed ontwikkeld veilingstelsel een
eerste vereiste. In dit verband kan men zich
afvragen, of er hier en daar niet teveel veilin
gen zijn. Te kleine veilingen zullen immers
hun functie in het algemeen minder goed kun
nen vervullen.
In een provincie met een zo sterk groeiende
agrarische bevolking en met in het algemeen be
perkte mogelijkheden tot vergroting van de werk
gelegenheid in het kader van het landbouwbedrijf,
kan men de tuinbouw niet aan een bespeking
onderwerpen zonder zich af te vragen of er geen
vergroting van de tuinbouwproductie mogelijk is.
De tuinbouw kan immers op dezelfde oppervlakte
meer mensen een bestaan verschaffen dan de
landbouw. Hierdoor zou hij een niet onbelang
rijke bijdrage kunnen leveren in de oplossing van
een tweetal ernstige problemen in de Brabantse
landbouw, n.l. het vraagstuk van de te kleine be
drijven en het jongeboerenvraagstuk.
De mogelijkheid tot uitbreiding van de tuin
bouwproductie is echter van zoveel factoren af
hankelijk, dat een afdoend antwoord moeilijk te
geven is. Vanwege het grote belang voor deze
provincie zal men zich echter terdege op dit vraag
stuk moeten bezinnen. De situatie laat hier niet
toe, dat men mogelijkheden tot verruiming van de
werkgelegenheid onbenut laat.
Hoewel grote delen van de provincie vanwege
de kwaliteit van de grond en soms ook vanwege
het klimaat niet in aanmerking komen voor het
verbouwen van de meeste tuinbouwteelten, is er
toch voldoende geschikte grond voor een uitbrei
ding aanwezig. Iets moeilijker ligt het met de
noodzakelijke vakkennis. Maar deze behoeft geen
knelpunt te vormen. Uiteindelijk beslissend voor
de uitbreidingsmogelijkheden van de tuinbouw is
de vraag, of de vergrote productie ook tegen rede
lijke prijzen afgezet kan worden. Men kan -aan
nemen, dat een deel van de vergrote productie ge
ëxporteerd zal moeten worden. Voorspellingen
omtrent exportkansen hebben vooral op enigszins
langere termijn, vanwege de vele onzekere fac
toren, die daarbij een rol spelen, slechts een be
trekkelijke waarde.
Export van vollegrondsgroenten heeft in het
algemeen alleen plaats in jaren, dat in het buiten
land oogstmislukkingen optreden. Daar de huidig»
productie voldoende is voor de binnenlandse con
sumptie, kan men zeggen dat een uitbreiding va»
de vollegrondsgroenteteelt niet verantwoord is.
Wij menen echter de vraag te mogen stellen, of op
grond van de sterke bevolkingsgroei in deze pro
vincie een uitbreiding van de tuinbouw hier niet
verantwoord is. Dit temeer, wanneer men be
denkt, dat het grootste deel van de groentepro
ductie in deze provincie voor de directe consumptie
bestemd is.
De exportmogelijkheden bij het klein fruit
worden in het algemeen niet ongunstig geacht.
In het bijzonder voor de aardbeien zijn er nog
mogelijkheden voor de uitbreiding der productie.
Hier hebben de gezinsbedrijven nog wel kansen,
mits de kwaliteit goed is. Dit is een zeer voor
naam punt.
Het grote probleem bij de uitbreiding van de
tuinbouw is deze zo te leiden, dat de aanwezige
mogelijkheden zo goed mogelijk worden benut,
o.a. zo, dat de geschikte grond in handen komt van
bekwame tuinders. Alleen op deze wijze kan ver
kregen worden, dat de uitbreiding zo verantwoord
mogelijk plaats vindt.
Gaarne willen wij in het bijzonder onze jonge
ren verwijzen naar een desbetreffend bericht in
de kolommen van de Z.L.M., waarin een cursus
verenigingstechniek wordt aangekondigd, die door
de Volkshogeschool Zeeland-Noord-Brabant wordt
georganiseerd op 17, 18 en 19 Februari a.s. Deze
cursus wordt gegeven in de nieuwe jeugdhefberg
„de Putven" te Chaam in een prachtig geoutilleerd
gebouw, gelegen midden in de bossen. Het pro
gramma is voorts dermate aantrekkelijk, dat wij
vele deelnemers (sters) verwachten.
Doe hier nu eens aan mee, U zult er geen spijt
van hebben. Opgaven voor 5 Februari a.s. aan
de secretaris van de Volkshogeschool Zeeland en
Noord-Brabant, Oostkapelscheweg 37 te Seroos-
trorlr*» (7 1
De roggetelers, die van het Bureau van de
Provinciale Voedselcommissaris een contract heb
ben ontvangen inzake de prijstoeslag, welke voor
de rogge van de oogst 1954 zal worden verleend,
worden er opmerkzaam op gemaakt, dat zij het
tweede exemplaar van dit contract vóór 1 Febru
ari a.s. wederom bij de Plaatselijke Bureauhouder
moeten inleveren.
Degenen, die dit contract niet vóór 1 Februari
a.s. bij de Plaatselijke Bureauhouder inleveren,
moeten er rekening mede houden, dat zij niet
voor de later nog vast te stellen prijstoeslag
in aanmerking zullen komen.
Aangezien omtrent deze aangelegenheid bij de
telers blijkbaar enig misverstand bestaat, maken
wij belanghebbenden er voor de goede orde nog
op attent, dat bedoelde prijstoeslag zal worden
verleend ongeacht of de rogge op eigen bedrijf ie
vervoederd dan wel is verkocht aan derden.
Alle telers, die derhalve een dergelijk contract
hebben ontvangen, komen in aanmerking voor de
toeslag en hebben er dus belang bij om het con
tract vóór 1 Februari a.s. na ondertekening, by
de Plaatselijke Bureauhouder in te leveren.
Door de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst zui
len, in samenwerking met de verschillende Stands
organisaties, twee bijeenkomsten worden belegd,
waarop:
zal worden besproken.
Deze vergaderingen worden gehouden:
WOENSDAG 19 JANUARI, 's middags om 3
uur in Hotel Concordia te Steenbergen.
VRIJDAG 21 JANUARI, 's middags om 3 uur
in Hotel Tholenaar te Zevenbergen.
Op deze beide bijeenkomsten zal Dhr. Koning
van het Consulentschap voor Fijne Zaden een
lezing houden over bovengenoemd onderwerp.
Ook in West-Brabant heeft de graszaadteelt
zich de laatste jaren sterk uitgebreid, waarbij
bleek, dat, evenals met alle andere teelten, ook
met deze teelt eerst veel ervaring moet worden
opgedaan.
Ieder, die reeds geregeld graszaad teelt, even
als degenen die hiertoe willen overgaan, worden
dan ook uitgenodigd deze leerzame lezingen bij
te wonen.
Rijkslandbouwvoorlichtingsdiensrt
Zevenbergen.
Veiling Drunen 10 Januari
Appelen 426 ct. per kg; peren 716 ct. per
kg; witlof 3959 ct. per kg; spruiten schoon 2085
ct. per kg; spruiten niet schoon 1547 ct. per kg;
prei 1841 ct. per kg; savoye kool 1230 ct. per
kg; rode kool 2645 ct. per kg; witte kool 1315
ct. per kg; boerenkool 2231 ct. per kg; krote»
2840 ct. per kg; andijvie 46—67 ct. per kg; kool
rapen 59 ct. per kg; juin 623 ct. per kg; wor
telen B-C. 516 ct. per kg; aardappelen 59 ct.
per kg; knolselderij 3—27 ct. per stuk; selder*
56 ct. per bos; peterselie 56 ct. per bos.