KORT VERSLAG Aanvrage tuinbouwteeltvergunningen NIEUWE UITGAVEN. Aspecten van de landbouw in de Noord-Oostpolder 1954 TUINBOUW Het Delta-Plan en de tuinbouw Ruilverkaveling in de tuinbouw 26 van de vergadering van de Tumbouwcommissie der Z. L. M., gehouden op 4 Januari 1955 te Goes. De vergadering staat onder leiding van de Voor. zitter, de heer P. J. J. Dekker, die allen hartelijk welkom heet en hen een voorspoedig 1955 toe- wianst. De weerstandskracht van d*e Tuinbouw. Medegedeeld kan worden, dat de door Minister Mansholt in 1953 ingestelde commissie thans een incerim-rapport heeft uitgebracht met betrekking tot maatregelen, gericht op een vergroting van de weerstandskracht van de tuinbouw. Het onderzoek van bedoelde commissie is aller eerst gericht geweest op twee vraagstukken, t.w.: de economische positie van de groenten- en fruitbecrijven, in het bijzonder de liquiditeits positie 2. de middelen, die kunnen worden toegepast in geval van ernstige moeilijkheden in de groen- ten. en fruitteelt of in enig onderdeel daarvan. Uit een proefonderzoek naar de liquiditeitsposi tie is gebleken, dat er grote behoefte bestaat aan meer recente gegevens betreffende de gang van zaken in de tuinbouw en de financiële positie van de bedrijven. Vandaar, cat bedoelde commissie de instemming v*an de Minister meent te moeten vragen van: a. het L. E. I. te belasten met een onderzoek in te stellen naar de liquiditeitspositie van het tuin bouwbedrijf op korte termijn en dit onderzoek van jaar tot jaar te herhalen. Tevens voor de eerste maal een onderzoek in te stellen naar de liquiditeitspositie op lange termijn; b. de Commissie opdracht te geven haar onder zoek naar de economische positie van het tuin bouwbedrijf, in het bijzonder met het oog op de liquiditeit, voort te zetten. De vergadering is van mening, dat voortzetting van het beoogde onderzoek van zeer groot belang is. Vooral het verzamelen van cijfermateriaal door het L.E.I. is zeer noodzakelijk. Schade en herstel. De vergadering neemt met voldoening kennis van het feit, dat het berekenen van de rampschade vlot verloopt. In de eerstvolgende weken zuilen een groot aantal definitieve berekeningen klaarkomen, waarna tot uitbetaling kan worden overgegaan. In het voorjaar van 1955 zal verder nog worden nagegaan welke boomgaarden voor rooien in aan merking komen als gevolg van de watersnood ramp. Borgstellingsfonds. Na een uitvoerige gedachtenwisseling komt de vergadering tot de conclusie, dat in Zeeland zeer weinig gebruik wonit gemaakt van het borgstel- iingsfonds. Uit cijfermateriaal blijkt, dat o.m. in het Westland een veel ruimer gebruik wordt ge maakt van dit fonds. In een speciaal nummer van het Zeeuwsch Land bouwblad zal t.z.t. nogmaals een uiteenzetting over de werkwijze van dit fonds gegeven worden. Afzet, oogst 1954. Tengevolge van de uitzonderlijke slechte weers omstandigheden in 1954 is de afzet van de groen- tenproducten van de koude grond vrij vlot verlo pen. In deze sector deden zich in het afgelopen jaar dan ook practisch geen moeilijkheden voor. De afzet van de oogst verliep echter regelmatig, hoewel door sommige landen aan de invoer van fruit belemmeringen in de weg waren gelegd. Ge wezen wordt op de gunstige werking van het hui dige minimum import prijssysteem dat door Ne derland. en West-Duitsland is getroffen. Tenslotte wordt voor het goede bewaarfruit van de fruitoogst 1954 een redelijke prijs verwacht. Onderwijs. De vergadering acht het teleurstellend, dat en kele wintercursussen niet konden doorgaan wegens gebrek aan geschikte leeï*krachten. Bij het benoe- men van onderwijzers voor het lager onderwijs zou meer gelet moeten worden op candidaten, die in het bezit zijn van een land- of tuinbouwacte. Verder ligt het in de bedoeling de nieuwe Lagere Tuinbouwschool te Kapelle, in Februari officieel te openen. Reeds eerder was een officiële openings datum vastgesteld, doch deze kwam door bijzon dere omstandigheden te vervallen. De P. B. O. Kennis genomen wordt van de samenstelling van de P. B. O.-commissie in Zeeland, alsmede van het landelijk bestuur der P. B. O. Een uitvoerige ge dachtenwisseling vindt verder plaats over de hef fingen van de P. B. O. Geconcludeerd wordt, dat de op te leggen hef fing voor de fruitteelt hoog is in vergelijking tot de heffing voor de landbouw. Uitgifte tiiinbouwmimmer. Besloten wordt in het voorjaar van 1955 een spe ciaal tuinbouwnummer van het Zeeuwsch Land bouwblad uit te geven. Voor de samenstelling van een dergelijk nummer zal contact worden opgeno men met een aantal deskundigen. Excursie. Na enige gedachtenwisseling wordt besloten om in 1955 een excursie te organiseren naar Engeland, zo mogelijk in samenwerking met andere tuin bouworganisaties. Vertegenwoordiger Hoofdbestuur Z. L. M. De heer J. L. J. van de Berge, die voor de Tuin- bouwcommissie zitting heeft in het Hoofdbestuur van de Z. L. M. wordt als zodanig herkozen. Werkgeverszaken. Tenslotte wordt door de vergadering gediscus sieerd over de arbeidsvoorziening en de samenstel ling van een nieuwe C.A.O. voor het contractjaar 1955/1956. Vooral de arbeidsvoorziening is een punt, dat bijzonder aandacht verdient. Uitgave: Ver. voor Bedrijfsvoorlichting in de N.O.P. en Rijkslandbouwconsulentschap. Prijs f 2,50. Bestellingen richten: Distelstraat D 16, Emmeloord. In een rijk geïllustreerd boekje zijn 160 blad zijden gevuld met een uitgebreide behandeling van: De resultaten van de stalvoedercontróle. Graslandaanleg en grasmengsels. De veefokkerij. Hygiënische melkwinning. Hoe ongelukken bij het spuiten van giftige middelen te voorkomen. Het poten van aardappelen. Moderne aardappelbewaring. Het meest gebouwde type aardappelbewaar plaats. Praktijkervaringen met aardappelbewaring. Ondervruchten en nateelten. Het zou de leesbaarheid van deze uitgave ten goede zijn gekomen als een gedeelte van de uit voerigste artikelen met kleine letter gezet zou zijn. Hierdoor zou de lezer wat gemakkelijker de hoofd zaken van de bijzaken kunnen onderscheiden. Overigens bevelen we deze uitgave gaarne aan bij allen die belangstelling voor de N.O.P. hebben. Aan belanghebbenden wordt medegedeeld, dat de vaste tuinbouwteeltvergunningen, welke in 1950 of daarna zijn uitgereikt, ook voor het teelt jaar 1955 geldig zullen blijven. Alle in 1954 uitgereikte bijzondere vergun ningen komen per 1 Januari 1955 te vervallen. Minder dan 5 ha Voor 1955 bestaat er voor bedryfsgenoten A dus diegenen die in het bezit zijn van een vaste tuinbouwteeltvergunning met een totale bedrijfsgrootte van maximaal 5 ha. cultuurgrond, de gelegenheid een bijzondere vergunning aan te vragen voor de teelt van vroege aardappelen met of zonder nateelt. Als nacultuur mogen slechts de volgende producten worden geteeld: spruiten, bonen en bloemkool. Meer dan 5 ha Bedrijfsgenoten A met een totale bedrijfsgrootte van meer dan 5 ha cultuurgrond en verder alle land- en tuibouwers kunnen een vergunning aanvragen voor de teelt van vroege aardappelen zonder nacultuur en tevens voor aardbeien. Deze aanvragen kunnen vanaf begin Januari 1955 worden ingediend bij de plaatselijke bureau houders en bij de Afdeling Tuinbouw van het kantoor van de Provinciaal Voedselcommissaris voor Zeeland, Grote Markt 24 te Goes. Bovenbedoelde aanvragen moeten uiterlijk 15 Februari 1955 zijn ingediend. Sluitingsdata Betreffende de sluitingsdata voor de verschil lende aanvragen zij medegedeeld, dat deze be houdens uitzonderingen zijn vastgesteld als volgt: Aanvragen voor erkenning als Bedrijfsgenoot - A, al of niet met aanvrage teeltrecht: 1 Jan. 1955. M Aanvragen voor erkenning als Bedrijfsgenoot fa B, al of niet met aanvrage uitbreiding (nieuwe aanplant) boomgaard: 1 Maart 1955. Aanvragen voor overschrijving van teeltrecht (tussen aangeslotenen A) en overschrijving boom gaarden (tussen aangeslotenen B): 15 Maart 1955. Belanghebbenden wordt verzocht van het bovenstaande goede nota te willen nemen. Ilil.if Het Delta-plan ende ruilverkaveling zijn on derwerpen, die in steeds sterkere mate de aan dacht vragen. Zeer zeker geldt dit ook voor de tuinbouw, welker belangen bij beide vraagstukken direct ziin betrokken. De Nederlandse Tuinbouwraad heeft in samen werking met de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst een voorlichtingsdag georganiseerd, waarop en kele deskundigen deze onderwerpen zullen be lichten. De voorlichtingsdag wordt gehouden op 20 Januari 1955 in de grote zaal van de Dierentuin te Den Haag. Prof. Ir. J. T. Thijsse, directeur van het Water loopkundig Laboratorium te Delft zal spreken over het „Delta-plan". De oud-directeur van de Cul tuurtechnische Dienst, Dr. Ir. F. R. Mesu, zal de betekenis van het Delta-plan voor de tuinbouw behandelen, terwijl tenslotte de tegenwoordige directeur van genoemde dienst, Ir. S. Herweijer, een beschouwing zal wijden aan de ruilverkave ling in de tuinbouw. De practijk, die met deze onderwerpen in de toekomst te maken zal krijgen dan wel reeds zoals bij de ruilverkaveling direct wordt be trokken, krijgt de gelegenheid zich daaromtrent te oriënteren en met de sprekers van gedachten te wisselen. De Nederlandse Tuinbouwraad stelt degenen die uit anderen hoofde bij deze onder werpen zijn geïnteresseerd in de gelegenheid op ideze dag aanwezig te zijn. 1AA.K CR. KDRTB MffTTEN J HET GAAT U AAN MgT HART DIE O UPS BOOM ER UIT TE POEN EN TOCH MOET HET. RAADPLEEG DAAROVER EENS "DE rUlNBOUWCOKJSULEMT. HIJ ZAL U ZIJN WARE GEDAANTE TONEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 9